Home

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Geldig van 1 juni 1996 tot 1 september 1996
Geldig van 1 juni 1996 tot 1 september 1996

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-06-1996 tot 01-09-1996]
[Regeling ingetrokken per 01-01-2013]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is uit een oogpunt van gezondheid en welzijn van dieren, uit ethische overwegingen en uit een oogpunt van bescherming van veiligheid van mens en dier regelen te geven ten aanzien van dieren en handelingen met dieren en dat het voorts wenselijk is regelen te geven terzake van de uitvoer van dieren en dierlijke produkten alsmede met het oog op de raszuiverheid van produkten van de Nederlandse fokkerij;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

bedrijfslichaam: een produktschap of bedrijfschap bedoeld in artikel 66 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

dier: dier dat wordt gehouden, voor zover niet uitdrukkelijk anders is bepaald en met dien verstande dat artikel 36 tevens van toepassing is op dieren die niet worden gehouden;

vee: herkauwende en eenhoevige dieren en varkens;

pluimvee: dieren zijnde hoenderachtigen, eenden of ganzen;

besmettelijke dierziekte: elke aantasting van de gezondheid van een dier die gevaar kan opleveren voor de gezondheid van andere dieren of van de mens;

smetstof: elk micro-organisme of virus, dat een infectieziekte en elke parasiet, die een parasitaire ziekte bij dieren kan veroorzaken;

schadelijke stoffen: stoffen die de gezondheid van mens of dier kunnen aantasten;

zieke dieren: dieren die zijn aangetast door een krachtens artikel 15, eerste lid, aangewezen dierziekte;

verdachte dieren: dieren die overeenkomstig artikel 15, vierde lid, verdacht worden gevaar op te leveren voor verspreiding van een krachtens artikel 15, eerste lid, aangewezen besmettelijke dierziekte;

produkten van dierlijke oorsprong: van dier afkomstige produkten al dan niet be- of verwerkt;

houder: eigenaar, houder of hoeder.

2.

Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat het bepaalde bij of krachtens deze wet geheel of gedeeltelijk van toepassing is op handelingen met embryo's voor zover deze zich buiten de baarmoeder van het dier bevinden.

Artikel 2

1.

Er is een Raad voor dierenaangelegenheden:

  1. waarin overleg plaatsvindt over vraagstukken betreffende het nationaal en internationaal beleid op het gebied van:

    • de gezondheid van dieren;

    • het welzijn van dieren en

    • de biotechnologische toepassingen bij dieren, de ethische aspecten daaronder begrepen;

  2. die Onze Minister, en voor zover het belang van de volksgezondheid aan de orde is, tevens Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, desgevraagd of uit eigen beweging van advies dient omtrent de in onderdeel a genoemde onderwerpen;

  3. die op verzoek van de Tweede Kamer der Staten-Generaal over bij die Kamer aanhangig gemaakte initiatiefvoorstellen van wet adviseert.

2.

De Raad bestaat uit een Afdeling gezondheidsvraagstukken, een Afdeling welzijnsvraagstukken en een Afdeling biotechnologische vraagstukken, ethische vraagstukken daaronder begrepen.

3.

Onze Minister benoemt in overeenstemming met Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur de leden van de Raad.

4.

Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld ter zake van de samenstelling en de werkwijze van de Raad.

Hoofdstuk II. De zorg voor de gezondheid van dieren

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 3

Artikel 4 [Nog niet in werking]

Artikel 5 [Nog niet in werking]

Artikel 6 [Nog niet in werking]

Artikel 7 [Nog niet in werking]

Artikel 8 [Nog niet in werking]

Artikel 9 [Nog niet in werking]

Afdeling 2. Het weren van besmettelijke dierziekten

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Afdeling 3. De bestrijding van besmettelijke dierziekten

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Hoofdstuk III. De zorg voor het welzijn van dieren

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Artikel 33 [Nog niet in werking]

Artikel 34 [Nog niet in werking]

Artikel 35

Artikel 36 [Nog niet in werking]

Artikel 37 [Nog niet in werking]

Artikel 38

Artikel 39

Afdeling 2. Lichamelijke ingrepen bij dieren

Artikel 40 [Nog niet in werking]

Artikel 41 [Nog niet in werking]

Artikel 42 [Nog niet in werking]

Afdeling 3. Het doden van dieren

Artikel 43 [Nog niet in werking]

Artikel 44

Afdeling 4. De huisvesting van dieren

Artikel 45

Artikel 46 [Nog niet in werking]

Artikel 47 [Nog niet in werking]

Artikel 48 [Nog niet in werking]

Artikel 49 [Nog niet in werking]

Artikel 50 [Nog niet in werking]

Artikel 51 [Nog niet in werking]

Artikel 52 [Nog niet in werking]

Artikel 53 [Nog niet in werking]

Artikel 54 [Nog niet in werking]

Afdeling 5. Het fokken met dieren

Artikel 55 [Nog niet in werking]

Afdeling 6. Het verkopen, verhuren en verloten van dieren

Artikel 56 [Nog niet in werking]

Artikel 57

Afdeling 7. Het vervoeren van dieren

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60

Afdeling 8. Het gebruik van dieren bij wedstrijden

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Afdeling 9. Overige bepalingen

Artikel 65 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk IV. Biotechnologie

Artikel 66 [Nog niet in werking]

Artikel 67 [Nog niet in werking]

Artikel 68 [Nog niet in werking]

Artikel 69 [Nog niet in werking]

Artikel 70 [Nog niet in werking]

Artikel 71 [Nog niet in werking]

Artikel 72 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk V. Regelen met betrekking tot agressieve dieren

Artikel 73

Artikel 74

Hoofdstuk VI. Regelen met betrekking tot het fokken van vee

Artikel 75 [Nog niet in werking]

Artikel 76

Hoofdstuk VII. Het brengen van dieren en produkten van dierlijke oorsprong buiten Nederland

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 81

Hoofdstuk VIII. Financiële bepalingen

Afdeling 1. Rijksbijdragen

Artikel 82 [Nog niet in werking]

Artikel 83

Artikel 84

Afdeling 2. Tegemoetkomingen in de schade

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Afdeling 3. Heffingen

Artikel 93 [Nog niet in werking]

Artikel 94

Artikel 95 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk IX. Overige bepalingen

Artikel 96 [Nog niet in werking]

Artikel 97

Artikel 98

Artikel 99

Artikel 100

Artikel 101

Artikel 102

Artikel 104

Artikel 105

Artikel 106

Artikel 107

Artikel 108

Artikel 109

Artikel 110

Artikel 111

Artikel 112 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 113

Hoofdstuk X. Toezicht en opsporing

Artikel 114

Artikel 115

Artikel 116

Artikel 117

Artikel 118

Artikel 119

Artikel 120

Hoofdstuk XI. Slotbepalingen

Artikel 121

Artikel 122

Artikel 123

Artikel 124

Artikel 125

Artikel 127

Artikel 128 [Vervallen per 01-07-1994]

Artikel 129

Artikel 130 [Nog niet in werking]

Artikel 131