Home

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Geldig van 1 januari 1998 tot 1 mei 1998
Geldig van 1 januari 1998 tot 1 mei 1998

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-1998 tot 01-05-1998]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op de opheffing van de fiscale grenzen binnen de Europese Gemeenschap wenselijk is het stelsel van heffing van de bijzondere verbruiksbelastingen van personenauto’s en van motorrijwielen te herzien, alsmede om deze belastingen op te nemen in een afzonderlijke wet en voorts dat het gewenst is in het tarief te differentiëren naar een milieu- en een energiegrondslag en het begrip personenauto nader te definiëren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Inleidende bepalingen

Afdeling 1. Belastbaar feit

Artikel 1

1.

Onder de naam 'belasting van personenauto’s en motorrijwielen' wordt een belasting geheven met betrekking tot personenauto’s en motorrijwielen.

2.

De belasting is verschuldigd ter zake van de registratie van een personenauto of een motorrijwiel in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens.

3.

Ingeval een geregistreerd ander motorrijtuig dan een personenauto of een motorrijwiel in een zodanige staat wordt gebracht dat het een personenauto of een motorrijwiel is, is de belasting verschuldigd ter zake van de registratie als personenauto of als motorrijwiel dan wel, indien geen nieuw kenteken wordt opgegeven, ter zake van de aanvang van het gebruik als personenauto of motorrijwiel in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.

4.

Ingeval een geregistreerde personenauto als bedoeld in artikel 9a in een zodanige staat wordt gebracht dat deze niet meer is ingericht en bestemd om uitsluitend of mede te worden aangedreven door een elektromotor met een vermogen van ten minste 10 kW, is de belasting verschuldigd ter zake van de aanvang van het gebruik met deze personenauto in gewijzigde staat in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.

5.

Ingeval een niet-geregistreerde personenauto of een niet-geregistreerd motorrijwiel feitelijk ter beschikking staat van een in Nederland wonende natuurlijke persoon of gevestigd lichaam, is de belasting verschuldigd ter zake van de aanvang van het gebruik met dat motorrijtuig in Nederland van de weg in de zin van de Wegenverkeerswet 1994.

Afdeling 2. Definities

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Hoofdstuk II. Belastingplichtigen

Artikel 5

Hoofdstuk III

Afdeling 1. Wijze van heffing

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Afdeling 2. Tarief

Artikel 9

Artikel 9a

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Hoofdstuk IV. Bijzondere regelingen

Afdeling 1. Vrijstellingen

Artikel 13

Artikel 14

Afdeling 2. Teruggaaf

Artikel 15

Artikel 16

Afdeling 3. Tariefwijzigingen

Artikel 16a

Hoofdstuk V. Aanvullende regelingen

Afdeling 1. Zekerheid

Artikel 17

Afdeling 1a. Boetebepaling

Artikel 17a

Afdeling 2. Controle

Artikel 18

Artikel 19

Aanvullende maatregelen

Artikel 20

Hoofdstuk Va. Overgangsbepalingen

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Hoofdstuk VI. Slotbepalingen

Artikel 36

Artikel 37