Home

Regeling handel levende dieren en levende producten

Geldig van 15 december 2006 tot 5 januari 2007
Geldig van 15 december 2006 tot 5 januari 2007

Regeling handel levende dieren en levende producten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 15-12-2006 tot 05-01-2007]
[Regeling ingetrokken per 21-04-2021]

Aanhef

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224), Richtlijn nr. 90/675/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 december 1990 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 373), Richtlijn nr. 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PbEG L 268), Richtlijn nr. 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121), Richtlijn nr. 72/462/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen, geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (PbEG L 302), Richtlijn nr. 90/426/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (PbEG L 224), Richtlijn nr. 90/539/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren (PbEG L 303), Richtlijn nr. 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L 46), Richtlijn nr. 88/407/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van runderen en de invoer daarvan (PbEG L 194), Richtlijn nr. 90/429/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan (PbEG L 224), Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo's van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen (PbEG L 320), Richtlijn nr. 92/65/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PbEG L 268), Richtlijn nr. 94/28/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 178) en Richtlijn nr. 94/42/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 juli 1994 tot wijziging en bijwerking van Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 201) alsmede op de daarop gebaseerde regelgeving van de Commissie van de Europese Gemeenschappen en op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132);

Gelet op de artikelen 10, 11, 12, 13, 77, 81, 94, eerste lid, 107 en 108 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, op artikel 19 van de Landbouwwet, op artikel 2 van het Besluit uitvoer dieren en producten van dierlijke oorsprong en op de artikelen 2, 4 en 8 van het Besluit inzake het in de handel brengen van dieren en producten en de toepassing van maatregelen met betrekking tot in Nederland gebrachte dieren en producten;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1.1

1.

In deze regeling wordt verstaan onder:

wet:

Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

minister:

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

EER-Verdrag:

Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

richtlijn 90/425/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);

richtlijn 91/496/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PbEG L 268);

richtlijn 92/65/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 juli 1992 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (PbEG L 268);

richtlijn 92/102/EEG:

richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1992 met betrekking tot de identificatie en de registratie van dieren (PbEG L 335);

richtlijn 96/22/EG:

richtlijn (EG) nr. 96/22 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 betreffende het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG L 125);

richtlijn 97/78/EG:

richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG, L 24);

richtlijn 2004/68/EG:

richtlijn nr. 2004/68/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (PbEU L 139);

beschikking 79/542/EEG:

beschikking (EG) nr. 79/542 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan (PbEU 2004, L 73);

beschikking 93/444/EEG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en producten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen (PbEG L 208);

beschikking 2000/571/EG:

beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 8 september 2000 tot vaststelling van de methoden voor de veterinaire controles van producten uit derde landen die bestemd zijn voor een vrije zone, een vrij entrepot, een douane-entrepot of een handelaar die levert aan grensoverschrijdende zeevervoermiddelen (PbEG L 240);

beschikking 2004/211/EG:

beschikking (EG) nr. 2004/211 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 januari 2004 (PbEU L 73) tot vaststelling van de lijst van derde landen en delen van hun grondgebied waaruit de lidstaten de invoer toestaan van levende paardachtigen en sperma, eicellen en embryo’s van paarden en tot wijziging van de Beschikkingen 93/195/EEG en 94/63/EG;

verordening 1760/2000/EG:

verordening (EG) nr. 1760/2000 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 2000 (PbEG L 204) tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening nr. 820/97 van de Raad van de Europese Unie;

verordening 999/2001/EG:

verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);

verordening 282/2004/EG:

Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEU L 49);

verordening (EG) nr. 998/2003:

verordening (EG) nr. 998/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2003 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en houdende wijziging van richtlijn 92/65/EEG van de Raad (PbEU L 146);

VWA:

Voedsel en Waren Autoriteit;

ambtenaar:

ambtenaar, bedoeld in artikel 114, eerste of tweede lid van de wet;

keuringsdierenarts:

dierenarts verbonden aan de VWA;

officiële dierenarts:

door de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending aangewezen dierenarts;

lid-staat:

staat, niet zijnde Nederland, die als lid deel uitmaakt van de Europese Unie; staat die partij is bij het EER-Verdrag: Noorwegen;

derde land:

land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lid-staat of een andere staat die partij is bij het EER-Verdrag;

punt van uitgang:

douanekantoor van uitgang, of in een lid-staat gelegen plaats als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van beschikking 93/444/EEG, van waaruit dieren of producten rechtstreeks naar het derde land van bestemming worden vervoerd;

pluimvee:

kippen, kalkoenen, parelhoenders, eenden, ganzen, kwartels, fazanten, patrijzen, loopvogels (Ratites) en duiven, die in gevangenschap worden opgefokt of gehouden voor de fokkerij, voor de produktie van vlees of van voor consumptie bestemde eieren of om in het wild te worden uitgezet;

apen:

apen, bedoeld in artikel 5 van richtlijn 92/65/EEG;

hoefdieren:

hoefdieren, bedoeld in artikel 6, onder A, eerste tot en met derde lid, van richtlijn 92/65/EEG;

vogels:

vogels, bedoeld in artikel 7, onder A, eerste en tweede lid, van richtlijn 92/65/EEG;

bijen:

bijen, bedoeld in artikel 8 van richtlijn 92/65/EEG;

lagomorfen met gezondheidscertificaat:

lagomorfen die zijn bestemd voor een lid-staat die een gezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van richtlijn 92/65/EEG eist;

lagomorfen zonder gezondheidscertificaat:

lagomorfen die zijn bestemd voor Nederland dan wel voor een lid-staat die geen gezondheidscertificaat als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van richtlijn 92/65/EEG eist;

dieren:

vee, pluimvee alsmede dieren bedoeld in artikel 2, onderdeel a, sub-onderdeel 1, van het Besluit uitvoer dieren en producten van dierlijke oorsprong;

dieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG:

dieren, die vatbaar zijn voor de in bijlage A bij richtlijn 92/65/EEG genoemde ziekten, dan wel dieren die vatbaar zijn voor ziekten, waarvoor de lid-staat van bestemming op grond van regelgeving van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen aanvullende garanties, als bedoeld in de artikelen 14 en 15, van richtlijn 92/65/EEG mag stellen;

producten als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG:

producten van dieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG;

paardachtigen:

als huisdier gehouden of in het wild levende paarden, zebra’s, ezels of kruisingen daarvan;

geregistreerde paarden:

paardachtigen die in een stamboek zijn ingeschreven, dan wel in een stamboek zijn geregistreerd of in aanmerking komen om te worden ingeschreven overeenkomstig de krachtens artikel 4, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 90/427/EEG vastgestelde voorschriften en die zijn geïdentificeerd door middel van een hippisch paspoort;

slachtpaarden:

paardachtigen die zijn bestemd om rechtstreeks dan wel via een verzamelcentrum naar een slachthuis te worden gebracht om daar te worden geslacht;

fok- en gebruikspaarden:

paardachtigen, niet zijnde geregistreerde paarden en slachtpaarden;

slachtdieren:

dieren die kennelijk bestemd zijn om te worden geslacht;

broedeieren:

eieren van pluimvee, bestemd om te worden bebroed;

sperma:

rundersperma, varkenssperma alsmede sperma van schapen, geiten en eenhoevige dieren als bedoeld in artikel 9.1;

embryo's:

runderembryo's en embryo's van varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren als bedoeld in artikel 10.1;

eicellen:

eicellen van varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren;

producten:

sperma, eicellen, embryo's en broedeieren;

inspectiepost:

op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost aan de grens die voldoet aan de bij of krachtens artikel 6 van richtlijn 91/496/EEG dan wel bij of krachtens artikel 6 van richtlijn 97/78/EG gestelde voorschriften en uit dien hoofde overeenkomstig artikel 6 van richtlijn 91/496/EEG, onderscheidenlijk artikel 6 van richtlijn 97/78/EG is aangewezen en erkend voor de controle van bepaalde soorten dieren of producten;

douane-entrepot:

opslagruimte als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 (PbEG L 302);

vrij entrepot:

opslagruimte als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 (PbEG L 302);

ruimte voor tijdelijke opslag:

opslagruimte als bedoeld in artikel 185 van de Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 (PbEG L 302);

bedrijf:

op Nederlands grondgebied gelegen landbouwbedrijf of handelaarsstal, waar gewoonlijk dieren, niet zijnde paardachtigen, worden gehouden of gefokt alsmede op Nederlands grondgebied gelegen landbouwbedrijf of entrainement, stal, iedere ruimte of iedere inrichting waar gewoonlijk paardachtigen worden gehouden of gefokt, ongeacht hun gebruik;

instelling, instituut of centrum:

instelling, instituut of centrum als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van richtlijn 92/65/EEG;

verzamelcentrum:

plaats, met inbegrip van bedrijven of markten, waar dieren afkomstig van verschillende bedrijven van oorsprong worden samengebracht met het oogmerk om een voor het handelsverkeer bestemde partij te vormen;

partij:

hoeveelheid dieren of producten van dezelfde soort, waarvoor eenzelfde certificaat of document zoals voorgeschreven in deze regeling geldt, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit hetzelfde land of gedeelte van een land;

importeur:

natuurlijke persoon of rechtspersoon die een partij met het oog op het brengen in Nederland bij een erkende inspectiepost ten onderzoek aanbiedt, dan wel diens gemachtigde;

belanghebbende bij de lading:

belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn 97/78/EG;

handelaar:

elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een partij met het oog op de verhandeling onder zich heeft, dan wel diens gemachtigde;

raszuiver:

ingeschreven in:

  • een stamboek als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn nr. 77/504/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1977 betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 206), artikel 1 van Richtlijn nr. 88/661/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PbEG L 382), artikel 2 van Richtlijn nr. 89/361/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 mei 1989 betreffende raszuivere fokschapen en -geiten (PbEG L 153) of artikel 2 van Richtlijn nr. 90/427/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 tot vaststelling van zoötechnische en genealogische voorschriften in het intracommunautaire handelsverkeer in paardachtigen (PbEG L 224);

  • een stamboek of register als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn nr. 91/174/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 maart 1991 inzake zoötechnische en genealogische voorschriften voor de handel in rasdieren en tot wijziging van de Richtlijnen 77/504/EEG en 90/425/EEG (PbEG L 85), of

  • een stamboek of register als bedoeld in artikel 4, eerste gedachtenstreepje, van Richtlijn nr. 94/28/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 178), dan wel, zolang de lijst, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze richtlijn nog niet is vastgesteld, in een stamboek of register in een derde land;

hybride:

ingeschreven in:

  • een register als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn nr. 88/661/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1988 betreffende de zoötechnische normen die gelden voor fokvarkens (PbEG L 382);

  • een register als bedoeld in artikel 4, eerste gedachtenstreepje, van Richtlijn nr. 94/28/EG van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 1994 tot vaststelling van de beginselen inzake de zoötechnische en genealogische voorschriften voor de invoer uit derde landen van dieren, alsmede van sperma, eicellen en embryo's en tot wijziging van Richtlijn 77/504/EEG betreffende raszuivere fokrunderen (PbEG L 178), dan wel, zolang de lijst, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van deze richtlijn nog niet is vastgesteld, in een register in een derde land;

werkelijke kosten:

de kosten die betrekking hebben op de administratiekosten, de loonkosten en de sociale premies van de met de onderzoeken en keuringen belaste personen van de RVV als mede de kosten van laboratoriumonderzoek.

2.

In afwijking van het eerste lid wordt voor de toepassing van de afdelingen 2, 3, 4 en 7 van hoofdstuk 2, onder dieren verstaan vee, pluimvee, apen, hoefdieren, bijen, honden, katten, fretten en lagomorfen met gezondheidscertificaat.

3.

Voor de toepassing van de afdelingen 5 en 6 van hoofdstuk 2 worden onder dieren mede verstaan de dieren, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG en worden onder producten mede verstaan de producten, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG.

4.

Voor de toepassing van hoofdstuk 2 wordt onder ‘keuringsdierenarts’ mede verstaan degene die namens de keuringsdierenarts onder diens gezag en verantwoordelijkheid optreedt.

5.

Voor de toepassing van de artikelen 3.13, 4.8, 7.7 en 7a.1 wordt, zolang de daarin vermelde lijsten, garanties, voorschriften, specifieke bepalingen of uitvoeringsbepalingen nog niet zijn vastgesteld, daaronder begrepen, voor zover van toepassing, de lijsten, garanties, voorschriften, bepalingen of uitvoeringsbepalingen van beschikking 79/542/EEG.

Artikel 1.2

1.

De bevoegde autoriteit, bedoeld in een communautaire uitvoeringsmaatregel, is de minister.

2.

In afwijking van het eerste lid is, ingeval een communautaire uitvoeringsmaatregel de bevoegde autoriteit een taak opdraagt die niet bestaat in het nemen van een besluit, de bevoegde autoriteit de Voedsel en Waren Autoriteit.

3.

De officiële dierenarts, bedoeld in een communautaire uitvoeringsmaatregel, is een dierenarts, verbonden aan de Voedsel en Waren Autoriteit.

4.

Een communautaire uitvoeringsmaatregel, of een wijziging daarvan, treedt voor de toepassing van deze regeling in werking met ingang van de dag waarop daaraan uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, of bij gebreke daarvan, de dag waarop de maatregel is vastgesteld.

Hoofdstuk 2. Controlebepalingen

Afdeling 1. Verbods- en vrijstellingsbepalingen (artikelen 2.1 tot en met 2.3)

Artikel 2.1

Artikel 2.2

Artikel 2.3

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren of producten, bestemd voor een lid-staat (artikelen 2.4 tot en met 2.15)

§ 1. Uitzondering van het verbod op het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren of producten, bestemd voor een lid-staat (artikel 2.4)

Artikel 2.4

§ 2. Nadere voorschriften voor het afgeven van bewijsstukken (artikelen 2.5 tot en met 2.15)

Artikel 2.5
Artikel 2.6
Artikel 2.7
Artikel 2.8
Artikel 2.9
Artikel 2.10
Artikel 2.11
Artikel 2.12
Artikel 2.13
Artikel 2.14
Artikel 2.15

Afdeling 3. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren of producten, bestemd voor een derde land (artikelen 2.16 tot en met 2.21)

§ 1. Uitzondering op het verbod op het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren of producten, bestemd voor een derde land (artikel 2.16)

Artikel 2.16

§ 2. Nadere voorschriften voor het afgeven van bewijsstukken (artikelen 2.17 tot en met 2.21)

Artikel 2.17
Artikel 2.18
Artikel 2.19
Artikel 2.20
Artikel 2.21

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van dieren en producten uit lid-staten (artikelen 2.22 tot en met 2.32)

§ 1. Uitzondering op het verbod op het brengen in Nederland van dieren en producten uit lid-staten (artikel 2.22)

Artikel 2.22

§ 2. Nadere voorschriften voor het brengen in Nederland van dieren en producten uit lid-staten (artikelen 2.23 tot en met 2.31)

Artikel 2.23
Artikel 2.24
Artikel 2.25
Artikel 2.26
Artikel 2.27
Artikel 2.28
Artikel 2.29
Artikel 2.30
Artikel 2.31

§ 3. Maatregelen in geval van niet-naleving van de voorschriften voor het brengen in Nederland van dieren en producten uit lid-staten (artikel 2.32)

Artikel 2.32

Afdeling 5. Het brengen in Nederland van dieren uit derde landen (artikelen 2.33 tot en met 2.42)

§ 1. Uitzondering van het verbod op het brengen in Nederland van dieren uit derde landen (artikelen 2.33 en 2.34)

Artikel 2.33
Artikel 2.34

§ 2. Nadere voorschriften voor het brengen in Nederland van dieren uit derde landen: aankomst en onderzoek op de inspectiepost, vervoer na onderzoek op de erkende inspectiepost (artikelen 2.35 tot en met 2.41)

Artikel 2.35
Artikel 2.35a
Artikel 2.36
Artikel 2.37
Artikel 2.38
Artikel 2.39
Artikel 2.40
Artikel 2.41

§ 3. Maatregelen in geval van niet-naleving van de voorschriften voor het brengen in Nederland van dieren uit derde landen (artikel 2.42)

Artikel 2.42

Afdeling 6. Het brengen in Nederland, alsmede het inslaan, opslaan of uitslaan van producten uit derde landen (artikelen 2.43 tot en met 2.50f)

§ 1. Uitzondering van het verbod op het brengen in Nederland van producten uit derde landen (artikel 2.43)

Artikel 2.43

§ 2. Nadere voorschriften voor het brengen in Nederland van producten uit derde landen: aankomst en onderzoek op de inspectiepost en vervoer na onderzoek op de erkende inspectiepost (artikelen 2.44 tot en met 2.49)

Artikel 2.44
Artikel 2.44a
Artikel 2.45
Artikel 2.45a
Artikel 2.46
Artikel 2.47
Artikel 2.48
Artikel 2.49

§ 2a. Nadere voorschriften voor het inslaan, opslaan of uitslaan van producten uit derde landen (artikelen 2.50 tot en met 2.50f)

Artikel 2.50
Artikel 2.50a
Artikel 2.50b
Artikel 2.50c
Artikel 2.50d
Artikel 2.50e
Artikel 2.50f

§ 3. Maatregelen in geval van niet-naleving van de voorschriften voor het brengen in Nederland van producten uit derde landen (artikel 2.51)

Artikel 2.51

Afdeling 7. Controles in het handelsverkeer met staten, niet zijnde lid-staten, die partij zijn bij het EER-Verdrag (artikelen 2.52 tot en met 2.59)

§ 1. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren of producten, bestemd voor een staat, niet zijnde een lid-staat, die partij is bij het EER-Verdrag (artikelen 2.52 tot en met 2.59)

Artikel 2.52
Artikel 2.53
Artikel 2.54
Artikel 2.55

§ 2. Het brengen in Nederland van dieren en producten uit staten, niet zijnde lid-staten, die partij zijn bij het EER-Verdrag (artikel 2.56 tot en met 2.59)

Artikel 2.56
Artikel 2.57
Artikel 2.58
Artikel 2.59
Artikel 2.59a

Afdeling 8. Overige bepalingen (artikelen 2.60 tot en met 2.64)

§ 1. Het van rijkswege ingestelde onderzoek ( artikelen 2.60 en 2.61 )

Artikel 2.60
Artikel 2.60a
Artikel 2.61

§ 2. Registratie van de handelaar (artikel 2.62)

Artikel 2.62

§ 3. Erkenning van verzamelcentra voor vee (artikel 2.63)

Artikel 2.63

§ 4. Toelating van slachthuizen (artikel 2.64)

Artikel 2.64

Hoofdstuk 3. Runderen

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 3.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van runderen

Artikel 3.2

Artikel 3.3

Artikel 3.4

Artikel 3.5

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van runderen uit lid-staten

Artikel 3.6

Artikel 3.7

Artikel 3.7a

Artikel 3.8 [Vervallen per 09-04-2004]

Artikel 3.9 [Vervallen per 09-04-2004]

Artikel 3.10 [Vervallen per 09-04-2004]

Artikel 3.11 [Vervallen per 09-04-2004]

Artikel 3.12 [Vervallen per 09-04-2004]

Artikel 3.12a [Vervallen per 01-07-1999]

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van runderen uit derde landen

Artikel 3.13

Afdeling 4a. In Nederland gebrachte runderen

Artikel 3.13a [Vervallen per 10-12-2004]

Artikel 3.13b [Vervallen per 10-12-2004]

Artikel 3.13c

Afdeling 5. Het slachten van in Nederland gebrachte slachtrunderen

Artikel 3.14

Afdeling 6. Handelaren in runderen

Artikel 3.15

Artikel 3.16 [Vervallen per 08-06-2001]

Artikel 3.17 [Vervallen per 08-06-2001]

Artikel 3.18 [Vervallen per 08-06-2001]

Artikel 3.19 [Vervallen per 08-06-2001]

Hoofdstuk 4. Varkens

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 4.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van varkens, bestemd voor een lid-staat

Artikel 4.2

Artikel 4.3

Artikel 4.4

Artikel 4.4a

Artikel 4.5

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van varkens uit lid-staten

Artikel 4.6

Artikel 4.7

Artikel 4.7a [Vervallen per 19-07-1999]

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van varkens uit derde landen

Artikel 4.8

Afdeling 4a. In Nederland gebrachte varkens

Artikel 4.8a [Vervallen per 10-12-2004]

Artikel 4.8b

Afdeling 5. Het slachten van in Nederland gebrachte slachtvarkens en de erkenning van verzamelcentra voor varkens

Artikel 4.9

Afdeling 6. De erkenning van handelaren

Artikel 4.10

Hoofdstuk 5. Paardachtigen

Afdeling 5.1. Begripsbepalingen

Artikel 5.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van paardachtigen, bestemd voor een lid-staat

Artikel 5.2

Artikel 5.3

Artikel 5.4

Artikel 5.5

Artikel 5.6

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van paardachtigen uit lid-staten

Artikel 5.7

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van paardachtigen uit derde landen

Artikel 5.8

Artikel 5.8a

Afdeling 5. Het slachten van in Nederland gebrachte slachtpaarden

Artikel 5.9 [Vervallen per 01-01-2004]

Artikel 5.10

Artikel 5.10a

Hoofdstuk 6. Pluimvee en broedeieren

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 6.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van pluimvee of broedeieren, bestemd voor een lid-staat

Artikel 6.2

Artikel 6.3

Artikel 6.4

Artikel 6.5

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van pluimvee of broedeieren uit lid-staten

Artikel 6.6

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van pluimvee en broedeieren uit derde landen

Artikel 6.7

Artikel 6.7a [Vervallen per 15-12-2006]

Afdeling 5. Het vervoer alsmede de tijdelijke afzondering in Nederland van pluimvee en broedeieren uit derde landen alsmede de erkenning van inrichtingen

Artikel 6.8

Artikel 6.9

Artikel 6.10

Artikel 6.11

Hoofdstuk 7. Schapen en geiten

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 7.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van schapen of geiten, bestemd voor een lid-staat

Artikel 7.2

Artikel 7.3

Artikel 7.3a

Artikel 7.4

Artikel 7.5

Artikel 7.5a [Vervallen per 07-02-2002]

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van schapen of geiten uit lid-staten

Artikel 7.6

Artikel 7.6a

Artikel 7.6b

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van schapen of geiten uit derde landen

Artikel 7.7

Afdeling 4a. In Nederland gebrachte schapen en geiten

Artikel 7.7a

Afdeling 5. Het slachten van in Nederland gebrachte slachtschapen en -geiten

Artikel 7.8

Afdeling 6. Handelaren in schapen en geiten

Artikel 7.9

Hoofdstuk 7a. Het brengen in Nederland uit derde landen van gaffelantilopen, herten, muskusherten, dwergherten, giraffen, okapi’s, eeltpotigen, nijlpaarden, pecari’s, neushoorns, tapirs, olifanten en holhoornigen niet zijnde runderen, geiten en schapen

Artikel 7a.1

Hoofdstuk 8. Andere dieren

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 8.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van dieren, bestemd voor een lid-staat

Artikel 8.2

Artikel 8.3

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van dieren uit lid-staten

Artikel 8.4

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van dieren uit derde landen

Artikel 8.5

Afdeling 4a. Het brengen in Nederland van vogels uit derde landen

Artikel 8.5a

Artikel 8.5b

Artikel 8.5c

Artikel 8.5d

Artikel 8.5e

Artikel 8.5f

Artikel 8.5g

Artikel 8.5h

Artikel 8.5i

Artikel 8.5j

Afdeling 4b. Het brengen in Nederland van bijen en hommels uit derde landen

Artikel 8.5k

Artikel 8.5l

Afdeling 4c. In Nederland gebrachte dieren

Artikel 8.5m

Afdeling 4d. Het slachten van in Nederland gebrachte dieren

Artikel 8.5n

Afdeling 5. Erkenning van een instelling, instituut, centrum, quarantainevoorziening, quarantainestation en registratie van handelszaken.

Artikel 8.6

Artikel 8.6a

Artikel 8.7

Afdeling 6. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van vogels, nertsen, vossen, lagomorfen en dieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EG

Artikel 8.8

Artikel 8.9

Afdeling 7. Het brengen in Nederland van vogels, fretten, nertsen, vossen, lagomorfen en dieren als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 8.10

Artikel 8.11

Afdeling 8. Het niet-commerciële verkeer van honden, katten en fretten

Artikel 8.12

Artikel 8.13

Artikel 8.14

Artikel 8.15

Artikel 8.16

Afdeling 9. Overig

Artikel 8.17

Hoofdstuk 9. Sperma

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 9.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van sperma, bestemd voor een lid-staat

Artikel 9.2

Artikel 9.3

Artikel 9.4

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van sperma uit lid-staten

Artikel 9.5

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van sperma uit derde landen

Artikel 9.6

Afdeling 5. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van sperma van schapen, geiten of paardachtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn nr. 92/65/EEG

Artikel 9.7

Afdeling 6. Het brengen in Nederland van sperma van schapen, geiten of paardachtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 9.8

Afdeling 7. Tijdelijke afzondering en terugzending van de partij en erkenning van spermacentra, wincentra, winstations en opslagcentra

Artikel 9.9

Artikel 9.10

Artikel 9.10a

Artikel 9.10b

Artikel 9.10c

Artikel 9.11

Hoofdstuk 10. Embryo's

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 10.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van embryo's, bestemd voor een lid-staat

Artikel 10.2

Artikel 10.3

Artikel 10.4

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van embryo's uit lid-staten

Artikel 10.5

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van embryo's uit derde landen

Artikel 10.6

Afdeling 5. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van embryo's van varkens, schapen, geiten of paardachtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 10.7

Afdeling 6. Het brengen in Nederland van embryo's van varkens, schapen, geiten of paardachtigen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 10.8

Afdeling 7. Erkenning van runderembryoteams, runderembryoproduktieteams, embryoteams en van opslaglokalen

Artikel 10.9

Artikel 10.10

Artikel 10.11

Hoofdstuk 11. Eicellen

Afdeling 1. Begripsbepalingen

Artikel 11.1

Afdeling 2. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van eicellen, bestemd voor een lid-staat

Artikel 11.2

Artikel 11.3

Afdeling 3. Het brengen in Nederland van eicellen uit lid-staten

Artikel 11.4

Afdeling 4. Het brengen in Nederland van eicellen uit derde landen

Artikel 11.5

Afdeling 5. Het anders dan in doorvoer buiten Nederland brengen van eicellen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 11.6

Afdeling 6. Het brengen in Nederland van eicellen als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 92/65/EEG

Artikel 11.7

Hoofdstuk 11a. Uitvoering Europese vrijwaringsmaatregelen

Artikel 11a.1

Artikel 11a.2

Artikel 11a.3

Artikel 11a.4

Hoofdstuk 12. Medebewind

Artikel 12.1

Hoofdstuk 13. Slotbepalingen

Artikel 13.1

Artikel 13.1a

Artikel 13.2

Artikel 13.3

Bijlage Hoofdstuk 3, Afdeling 6