Besluit OM-afdoening
Besluit OM-afdoening
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 3 april 2007, directie Wetgeving, nr. 5476193/07/6,
Gelet op de
, , en , en de , , , en ;Voorts gelet op de
, , , , en , en de , en ;De Raad van State gehoord (advies van 23 mei 2007, nr.W03.07.0090/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 29 juni 2007, directie Wetgeving, nr. 5491696/07/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Hoofdstuk I. Definitiebepalingen
Artikel 1.1
In dit besluit wordt verstaan onder:
de wet: het
;Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;
Centraal Justitieel Incassobureau: het Centraal Justitieel Incassobureau, bedoeld in
;hoofdofficier van justitie: de officier van justitie in de rang van hoofdofficier van justitie die aan het hoofd staat van het arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket of het parket centrale verwerking openbaar ministerie;
buitengewoon opsporingsambtenaar: de ambtenaar, bedoeld in
;toezichthouder: toezichthouder, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel a, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
direct toezichthouder: direct toezichthouder, bedoeld in artikel 1, vierde lid, onderdeel b, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar.