Home

Sanctieregeling Guinee 2010

Geldig vanaf 16 januari 2024
Geldig vanaf 16 januari 2024

Sanctieregeling Guinee 2010

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 16-01-2024]

Aanhef

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2009 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van de Republiek Guinee (Pb EG L 346);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2009/788/GBVB1van de Raad van de Europese Unie van 27 oktober 2009 betreffende beperkende maatregelen tegen de Republiek Guinee (Pb EG L 281);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

1.

Het is verboden te handelen in strijd met artikel 6 en artikel 12, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1284/2009 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2009 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen ten aanzien van de Republiek Guinee (Pb EG L 346).

2.

Een verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet indien artikel 8 bis, eerste, tweede of derde lid, 9 of 10 van Verordening (EU) nr. 1284/2009 van toepassing is.

Artikel 2 [Vervallen per 17-05-2014]

Deze tekst is vervallen

Artikel 3

1.

De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 8 bis, tweede en derde lid, en artikel 9, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1284/2009 is, wat betreft de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden, bedoeld in voornoemde artikelen, de minister van Financiën.

2.

De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 8, eerste lid, artikel 8 bis, tweede en derde lid, en artikel 9, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1284/2009 is, wat betreft de beschikbaarstelling van economische middelen, bedoeld in voornoemde artikelen, de minister van Economische Zaken.

3.

De bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 10, eerste lid, en artikel 12, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1284/2009 zijn, elk voor het gebied waartoe hun competentie zich op grond van dat lid uitstrekt:

  • de minister van Economische Zaken;

  • de minister van Financiën.

Artikel 4

Artikel 5