Het is verboden te handelen in strijd met artikel 2, eerste lid, artikel 3, eerste lid, artikel 4, eerste lid, artikel 5, eerste lid, artikel 6, artikel 8, eerste lid, artikel 9, artikel 11, artikel 12, eerste lid, artikel 13, eerste en tweede lid, artikel 14, artikel 19, tweede lid, artikel 24, artikel 25, artikel 26, eerste en vierde lid, en artikel 29, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 (Pb L16).
Sanctieregeling Syrië 2012
Sanctieregeling Syrië 2012
Opschrift
Aanhef
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;
Gelet op Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 442/2011 (Pb L 16);
Gelet op Besluit 2011/782/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van Besluit 2011/273/GBVB (Pb L 319);
Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;
Besluit:
Artikel 1 [Nog niet in werking]
Een verbod als bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 2, tweede of derde lid, artikel 3, tweede lid, artikel 7, artikel 10, artikel 12, tweede lid, artikel 13, vierde lid, artikel 16 tot en met artikel 21 of artikel 26, tweede of derde lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012 van toepassing is.
Artikel 2 [Nog niet in werking]
De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 2, derde lid, artikel 4, eerste en tweede lid, artikel 7, onder a, artikel 10, eerste lid, voor zover het betreft een transactie als bedoeld in artikel 8, van Verordening (EU) nr. 36/2012, is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, tweede lid, artikel 5, eerste lid, artikel 10, eerste lid, artikel 12, tweede lid, van Verordening (EU) nr. 36/2012, is de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wat betreft het verlenen van technische bijstand en de Minister van Financiën wat betreft het verlenen van financiering en financiële bijstand.
De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 16, 17, 18, 20 en 21 van Verordening (EU) nr. 36/2012 is de Minister van Financiën wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden en de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wat betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen.
Artikel 3 [Nog niet in werking]
Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de Uitvoeringsregeling strategische goederen, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan, dan wel door of uit te voeren naar entiteiten of personen in Syrië of voor gebruik in of ten behoeve van Syrië, ongeacht het land van oorsprong.
Het eerste lid is niet van toepassing bij vooraf verleende ontheffing van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op:
leveringen en technische ondersteuning die uitsluitend bedoeld zijn voor de ondersteuning van of het gebruik door de Troepenmacht van de Verenigde Naties voor het toezicht op het troepenscheidingsakkoord (UNDOF);
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitaire of beschermende doeleinden, voor programma’s voor institutionele opbouw of voor crisisbeheersingsoperaties van de Verenigde Naties en de Europese Unie;
de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van andere voertuigen dan gevechtsvoertuigen die gemaakt zijn van, of uitgerust zijn met, materiaal dat bescherming biedt tegen kogels en die uitsluitend bestemd zijn voor de bescherming van personeel van de Europese Unie en haar lidstaten in Syrië.
Het eerste lid is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die voor louter persoonlijk gebruik door personeel van de Verenigde Naties, de Europese Unie of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media of medewerkers van humanitaire en ontwikkelingsorganisaties en aanverwant personeel tijdelijk naar Syrië worden uitgevoerd.