Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 8 eerste lid, en 9 van Verordening 208/2014 van de Raad van de Europese Unie van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (Pb 2014, L66).
Sanctieregeling Oekraïne 2014
Sanctieregeling Oekraïne 2014
Opschrift
Aanhef
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
Gelet op Verordening 208/2014 van de Raad van de Europese Unie van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (Pb 2014, L66);
Gelet op artikel 2, tweede lid, en artikel 3 van de Sanctiewet 1977;
Besluit:
Artikel 1
Artikel 2
De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, 7 en 8, eerste lid, van Verordening 208/2014 is de Minister van Financiën voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van tegoeden of informatie van financiële aard.
De bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, artikel 6, eerste lid, en 8, eerste lid, van Verordening 208/2014 is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voor zover het betreft de vrijgave of beschikbaarstelling van economische middelen of informatie anders dan van financiële aard.