Home

Omzetbelasting, administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen

Geldig vanaf 2 september 2023
Geldig vanaf 2 september 2023

Omzetbelasting, administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen

Besluit BLKB2014-704M

Voorafgaande besluiten
BLKB/2012/477M
Versies van huidig besluit

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 02-09-2023]

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Dit besluit vervangt en actualiseert het besluit van 27 juni 2012, nr. BLKB/2012/477M over de administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen op het gebied van de omzetbelasting. Daarnaast is een aantal redactionele aanpassingen doorgevoerd.

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 10 oktober 2017, nr. BLKB2017/7366, (Stcrt. 2017, 59187). De wijziging betreft de onderdelen 3.2.3, 3.2.4, 3.2.5.1, 3.3.5, 3.3.7, 3.3.8, 3.5.1, 3.5.2 en 5 van vorengenoemd besluit. In de onderdelen 3.2.5.1, 3.3.5, 3.5.1 en 3.5.2 zijn tekstuele wijzigingen aangebracht. In onderdeel 3.2.3 is onderdeel 3.2.3.1 toegevoegd dat beschrijft wanneer het is toegestaan dat prestaties van meerdere ondernemers op één factuur worden vermeld. In onderdeel 3.2.4 is het arrest van de HR van 25 november 2016, nr. 15/02183, verwerkt en onderdeel 3.2.4 is aangepast in die zin dat wordt goedgekeurd dat de transactieoverzichten van reizen die met gebruikmaking van een OV-chipkaart zijn gemaakt, worden aangemerkt als een vervoerbewijs als bedoeld in artikel 33, eerste lid, onderdeel a, van de beschikking. In onderdeel 3.3.7 is verduidelijkt dat uit Europese jurisprudentie volgt dat het recht op aftrek niet mag worden geweigerd met als enige reden dat een factuur niet voldoet aan de formele vereisten. Daarbij wordt verwezen naar de arresten van het HvJ EU van 15 september 2016, nr. C-516/14, zaak Barlis 06 en nr. C-518/14, zaak Senatex. De goedkeuring in onderdeel 3.3.7 is hierdoor overbodig en wordt ingetrokken. In onderdeel 3.3.8 is onderdeel 3.3.8.4 toegevoegd dat uitleg geeft over de btw-behandeling van de boedelbijdrage. Onderdeel 5 is aangepast in die zin dat met ingang van 1 januari 2016 de drempel voor een maandelijkse opgaaf ICL is verlaagd naar € 50.000.

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 7 juni 2021 nr. 2021-7066 (Stcrt. 31289). De wijziging betrof de toevoeging van onderdeel 3.3.8.5. In dit onderdeel wordt uitleg gegeven over de btw-behandeling van de overdracht van fosfaatrechten via een bemiddelaar.

Dit besluit werd gewijzigd bij besluit van 30 augustus 2023, nr. 2023-17125, (Stcrt. 2023, 24213). De wijziging ziet op de toepassing van de vereenvoudigde A-B-C-regeling en betreft het vervallen van de goedkeuring voor vermelding van ‘intracommunautaire levering’ op de factuur in plaats van ‘btw verlegd’ bij de levering tussen B en C. Aanleiding hiervoor is het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 8 december 2022, C-247/21 (Luxury Trust Automobil).

1. Inleiding

Dit besluit bevat beleidsregels en goedkeuringen op het terrein van de administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen voor de omzetbelasting. De in dit besluit opgenomen beleidsregels vormen een aanvulling op Hoofdstuk VI, afdeling 4 van de Wet op de omzetbelasting 1968 en de algemene administratieverplichtingen in hoofdstuk VIII, afdeling 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Het besluit bevat de volgende beleidsmatige wijzigingen:

§3.2.5.2: is aangepast in die zin dat de bijzondere regeling voor detailhandelaren en uitgevers niet geldt als zij weten of in redelijkheid moeten weten dat hun afnemers kwalificeren als ondernemer.

§3.5.1: bevat richtlijnen hoe om te gaan met de uitkomsten van het zogenoemde Stadeco II-arrest van de Hoge Raad.

Het besluit bevat de volgende redactionele wijzigingen:

§2.2: is aangepast in die zin dat verduidelijkt is dat alle ondernemers die een geldadministratie voeren en geen afzonderlijke in- en verkoopadministratie bijhouden de btw mogen aftrekken in het (latere) aangiftetijdvak waarin zij betalen.

§3.2.2: is aangepast in die zin dat verduidelijkt is dat sommige, specifiek aangewezen, ondernemers verplicht zijn om voor alle leveringen facturen uit te reiken.

§3.2.5.1: geeft aan hoe de onderlinge verrekening van de verhuurtermijnen tussen oude en nieuwe eigenaren van onroerende zaken op praktische wijze mag plaatsvinden. Deze paragraaf is tekstueel, maar niet inhoudelijk gewijzigd.

§3.3.5: geeft aan dat de factuur niet in het Nederlands hoeft te worden opgemaakt. De inspecteur kan evenwel een vertaling in het Nederlands eisen, als dat uit het oogpunt van controle nodig is.

§3.3.6: beschrijft wanneer uitreiking van een vereenvoudigde factuur toegestaan is.

§3.3.7: bevat een goedkeuring dat de btw op een factuur met lichte gebreken toch in aftrek kan worden gebracht. Deze goedkeuring was eerder opgenomen in §3.5.3 van het besluit van 27 juni 2012, nr. BLKB 2012/477M.

§3.3.8.1: in de tweede regel (aftrek van voorbelasting) is een gedragslijn opgenomen voor de betaling van voorschotten aan nutsbedrijven. Deze paragraaf is tekstueel, maar niet inhoudelijk gewijzigd.

§3.3.8.3: de termijn van de overgangsregeling in verband met het per 1 juli 2012 vervallen van de goedkeuring om een getalscriterium te hanteren voor het bepalen van de belastingplicht bij de vervulling van een aantal commissariaten is verstreken. De overgangsregeling is daarom niet langer opgenomen in dit besluit.

§3.5.1: is aangepast in die zin dat verduidelijkt is dat een verzoek om herziening van ten onrechte of te veel berekende btw als bezwaargrond tegen de verschuldigdheid van deze btw wordt aangemerkt. Daarbij wordt duidelijk gemaakt binnen welke termijn de herziening van te veel of ten onrechte in rekening gebrachte btw moet plaatsvinden. Hierover bestond in de praktijk onduidelijkheid.

§3.5.2: geeft aan welke heffingsmogelijkheden er zijn als geen herziening plaatsvindt van ten onrechte berekende btw. Daarbij is verhelderd dat voor aftrek van ten onrechte berekende btw in elk geval noodzakelijk is dat de afnemer de nodige zorgvuldigheid in acht heeft genomen.

§4.1: is aangepast in die zin dat verduidelijkt is dat de exploitant van een webwinkel voor de toepassing van het kasstelsel als een winkelier geldt.

§5: is aangepast in die zin dat verduidelijkt is dat onder voorwaarde goedgekeurd wordt dat ondernemers hun ‘Opgaaf ICP’ over dezelfde periode als hun jaaraangifte in kunnen dienen. Als nieuwe voorwaarde is opgenomen dat er geen aanwijzing en geen gevaar van btw-fraude mag zijn.

1.1. Gebruikte begrippen en afkortingen

2. Administratieve verplichtingen

2.1. Administratieplicht(ige) voor de btw

2.2. Administreren van facturen

2.3. Bijhouden registers

3. De factuur

3.1. Belang van de factuur

3.2. Het uitreiken van de factuur

3.2.1. Van toepassing zijnde factureringsregels

3.2.2. Factureringsverplichting

3.2.3. Leverancier, afnemer of derde reikt de factuur uit

3.2.3.1. Prestaties meerdere ondernemers op één factuur

3.2.4. Vorm van de factuur

3.2.5. Bijzondere regelingen inzake facturering

3.2.5.1. Verrekening van huurtermijnen bij levering van een onroerende zaak in verhuurde staat
3.2.5.2. Facturering op verzoek

3.3. Inhoud van de factuur

3.3.1. Nummer

3.3.2. Naam en adres van de leverancier en de afnemer

3.3.3. Datum van de prestatie

3.3.4. Munteenheid en belastingbedrag

3.3.5. Aanduiding factuur uitreiken door prestatieverrichter, vrijstelling, intracommunautaire levering, heffing verlegd, reisbureauregeling of margeregeling

3.3.6. Vereenvoudigde factuur

3.3.7. Gebreken in de factuur

3.3.8. Bijzondere regelingen

3.3.8.1. Facturering door nutsbedrijven
3.3.8.2. Facturering door belastingdeurwaarder; executoriaal beslag, bodembeslag, openbare of onderhandse verkoop
3.3.8.3. [Vervallen per 07-05-2021]
3.3.8.4. Btw-behandeling van de boedelbijdrage
3.3.8.5. Btw-behandeling bij overdracht fosfaatrechten via bemiddelaar

3.4. Elektronisch factureren

3.4.1. Algemeen

3.4.2. Verzending elektronische facturen

3.4.3. Bewaren van (elektronische) facturen

3.5. Artikel 37 van de wet

3.5.1. Herziening van te veel of ten onrechte gefactureerde btw

3.5.2. Toepassing van de heffingsmogelijkheden bij geen herziening van ten onrechte gefactureerde btw

4. Kasstelsel. Forfaitaire berekeningsmethoden

4.1. Kasstelsel

4.2. Forfaitaire berekeningsmethoden

4.2.1. Horeca

4.2.2. Toepassing van de forfaitaire berekeningsmethoden

4.2.2.1. Onderscheid tussen doorverkoopartikelen en zelf vervaardigde goederen
4.2.2.2. Forfaitaire methoden voor doorverkoopartikelen
4.2.2.3. Winkelwaarde
4.2.2.4. Zelf vervaardigde goederen
4.2.2.5. Beginvoorraad
4.2.2.6. Inkopen
4.2.2.7. Ingang en einde van de regeling

5. Jaaropgaaf ICP

6. Ingetrokken regelingen

7. Inwerkingtreding