Home

Besluit hulpofficieren van justitie van de bijzondere opsporingsdiensten

Geldig vanaf 13 april 2019
Geldig vanaf 13 april 2019

Besluit hulpofficieren van justitie van de bijzondere opsporingsdiensten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 13-04-2019]

Aanhef

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 146a, aanhef en onder d, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

Aangewezen tot hulpofficier van justitie is de opsporingsambtenaar die

  1. werkzaam is bij:

    • de Belastingdienst/FIOD de functie vervult van teamleider of projectleider, of de medewerker opsporing groepsfunctie F of I, die minimaal vijf jaar opsporingservaring heeft binnen een of meer bijzondere opsporingsdiensten als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

    • de NVWA-IOD, en de functie vervult van operationeel manager, senior inspecteur of inspecteur;

    • de directie Opsporing van de Inspectie SZW, en de functie vervult van operationeel manager of senior inspecteur;

    • de ILT-IOD, en de functie vervult van operationeel manager, coördinerend specialistisch inspecteur, senior inspecteur of inspecteur;

  2. en die met goed gevolg een door de Minister van Justitie en Veiligheid goedgekeurd examen tot hulpofficier van justitie heeft voltooid en in het bezit is van het certificaat ‘hulpofficier van justitie’.

Artikel 2

1.

De examencommissie bijzondere opsporingsdiensten, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit bekwaamheid en betrouwbaarheid opsporingsambtenaren bijzondere opsporingsdiensten 2010, is verantwoordelijk voor het samenstellen, afnemen en vaststellen van de uitslag van het examen als bedoeld in artikel 1, onder b.

2.

De examencommissie bijzondere opsporingsdiensten kan deskundigen aanwijzen die haar terzijde staan bij het uitvoeren van de taak, bedoeld in het eerste lid.

3.

De uitslag van het examen wordt uitgedrukt in het oordeel voldoende of onvoldoende. Jaarlijks doet de examencommissie bijzondere opsporingsdiensten aan de Minister van Justitie en Veiligheid verslag van de resultaten van de afgenomen examens.

Artikel 3

1.

De examencommissie bijzondere opsporingsdiensten stelt een examenreglement vast. Het reglement voorziet in elk geval in de mogelijkheid van ten minste één herkansing voor een niet behaald examen en in de mogelijkheid om beklag te doen over de uitslag van het examen.

2.

Het examenreglement, bedoeld in het eerste lid, wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid goedgekeurd.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10