Besluit van de Raad van 12 juni 2006 inzake de ondertekening en de sluiting van de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds (2006/580/EG)
Besluit van de Raad van 12 juni 2006 inzake de ondertekening en de sluiting van de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds (2006/580/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, en lid 3, eerste zin,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
In afwachting van de inwerkingtreding van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, ondertekend te Luxemburg op 12 juni 2006, dient de Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, te worden goedgekeurd.
De in de overeenkomst vervatte handelsbepalingen zijn van uitzonderlijke aard en verbonden met het in het kader van het stabilisatie- en associatieproces gevoerde beleid, en scheppen voor de Europese Unie geen precedenten ten aanzien van de handelspolitiek van de Gemeenschap in de betrekkingen met derde landen, andere dan die van de westelijke Balkan.
De overeenkomst dient te worden ondertekend en goedgekeurd,
BESLUIT:
Artikel 1
De Interim-overeenkomst betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds (hierna „de overeenkomst”) de daaraan gehechte bijlagen en protocollen, alsmede de verklaringen die aan de Slotakte zijn gehecht, worden hierbij goedgekeurd namens de Gemeenschap.
De in lid 1 bedoelde teksten zijn aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wordt hierbij gemachtigd de persoon of de personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn namens de Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen en de in artikel 56 van de overeenkomst bedoelde akte van goedkeuring neer te leggen.
Gedaan te Luxemburg, 12 juni 2006.
Voor de Raad
De voorzitster
U. Plassnik


Interim-overeenkomst
Betreffende de handel en aanverwante zaken tussen de Europese Gemeenschap, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna „de Gemeenschap” genoemd,
enerzijds, en
DE REPUBLIEK ALBANIË,
hierna „Albanië” genoemd,
anderzijds,
Overwegende hetgeen volgt:
De Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Albanië, anderzijds, (hierna „de Stabilisatie‐ en associatieovereenkomst”) is op 12 juni 2006 te Luxemburg ondertekend.
De Stabilisatie- en associatieovereenkomst is bedoeld om nauwe en duurzame betrekkingen tot stand te brengen op grond van wederkerigheid en wederzijds belang, en om Albanië in staat te stellen de reeds bestaande betrekkingen met de Europese Unie te versterken en uit te breiden.
Er moet voor worden gezorgd dat de handel zich ontwikkelt, door middel van versterking en verbreding van de eerder ingestelde betrekkingen, met name de op 11 mei 1992 ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake handel en commerciële samenwerking (hierna „Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking”), die op 4 december 1992 in werking is getreden.
Hiertoe moeten de bepalingen inzake de handel en aanverwante zaken van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst zo spoedig mogelijk ten uitvoer worden gelegd door middel van een interim-overeenkomst.
Enkele van de bepalingen van protocol 5 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst inzake het vervoer over land, die betrekking hebben op het transitoverkeer, houden rechtstreeks verband met het vrije verkeer van goederen en worden daarom in deze interim-overeenkomst opgenomen.
In afwachting van de inwerkingtreding van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst en de oprichting van de Stabilisatie- en associatieraad moet het bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Albanië inzake handel en commerciële en economische samenwerking ingestelde Gemengd Comité de door de Stabilisatie- en associatieovereenkomst aan de Stabilisatie- en associatieraad en het Stabilisatie- en associatiecomité toegekende bevoegdheden kunnen uitoefenen die nodig zijn om de interim-overeenkomst ten uitvoer te leggen,
DE EUROPESE GEMEENSCHAP:
Ursula Plassnik,
Minister van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk,
Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Unie
Olli Rehn,
Lid van de Europese Commissie belast met uitbreiding
ALBANIË
Sali Berisha,
Premier
HET VOLGENDE ZIJN OVEREENGEKOMEN:
De eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten, zoals vervat in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en gedefinieerd in het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, de Slotakte van Helsinki en het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, de eerbiediging van de internationale rechtsbeginselen, de rechtsstaat alsook de beginselen van de markteconomie, zoals beschreven in het document van de CVSE-conferentie van Bonn inzake economische samenwerking, liggen ten grondslag aan het interne en externe beleid van de partijen en zijn essentiële elementen van deze overeenkomst.
Deze overeenkomst moet volledig verenigbaar zijn met de relevante WTO-bepalingen, met name artikel XXIV van de GATT 1994, en moet dienovereenkomstig worden uitgevoerd.
De Gemeenschap en Albanië brengen in de loop van een overgangsperiode van ten hoogste tien jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst geleidelijk een vrijhandelszone tot stand overeenkomstig de bepalingen van deze overeenkomst, de GATT 1994 en de WTO. Daarbij houden zij rekening met de hieronder vermelde specifieke eisen.
In het handelsverkeer tussen de twee partijen worden de goederen ingedeeld overeenkomstig de gecombineerde nomenclatuur.
Het basisrecht waarop de in de overeenkomst vastgestelde opeenvolgende verlagingen worden toegepast, is voor elk product het recht dat erga omnes daadwerkelijk wordt toepast op de dag voorafgaand aan de datum van ondertekening van de overeenkomst.
De verlaagde rechten die door Albanië moeten worden toegepast en die overeenkomstig de in deze overeenkomst vastgestelde regels moeten worden berekend, worden volgens gebruikelijke rekenkundige principes afgerond op hele getallen. Daarom moeten alle cijfers met 50 of minder achter de komma naar beneden worden afgerond op het dichtstbijzijnde hele getal en alle cijfers met meer dan 50 achter de komma naar boven worden afgerond tot het dichtstbijzijnde hele getal.
Indien na de ondertekening van deze overeenkomst tariefverlagingen op erga-omnesgrondslag worden toegepast, in het bijzonder verlagingen die voortvloeien uit de tariefonderhandelingen in de WTO, komen deze verlaagde rechten vanaf de datum waarop de verlagingen toepassing vinden in de plaats van de in lid 3 bedoelde basisrechten
De Gemeenschap en Albanië stellen elkaar in kennis van hun respectieve basisrechten.
Het bepaalde in dit hoofdstuk is van toepassing op producten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Albanië, vermeld in de hoofdstukken 25 tot en met 97 van de gecombineerde nomenclatuur, met uitzondering van de producten genoemd in bijlage 1, punt I, onder ii), van de Overeenkomst inzake de landbouw (GATT 1994).
De handel in producten die onder het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen, vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van dat Verdrag.
De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in de Gemeenschap van producten van oorsprong uit Albanië, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.
De kwantitatieve beperkingen bij invoer in de Gemeenschap en de maatregelen van gelijke werking worden voor de producten van oorsprong uit Albanië opgeheven op de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.
De douanerechten die van toepassing zijn bij invoer in Albanië van producten van oorsprong uit de Gemeenschap, andere dan de in bijlage I genoemde, worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.
De douanerechten die van toepassing zijn bij de invoer in Albanië van de producten van oorsprong uit de Gemeenschap, vermeld in bijlage I, worden geleidelijk verlaagd volgens onderstaand tijdschema:
bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden de invoerrechten verminderd tot 80 % van het basisrecht;
op 1 januari van het eerste jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle invoerrechten verlaagd tot 60 % van het basisrecht;
op 1 januari van het tweede jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle invoerrechten verlaagd tot 40 % van het basisrecht;
op 1 januari van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle invoerrechten verlaagd tot 20 % van het basisrecht;
op 1 januari van het vierde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden alle invoerrechten verlaagd tot 10 % van het basisrecht;
op 1 januari van het vijfde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden de resterende invoerrechten afgeschaft.
De kwantitatieve beperkingen bij invoer in Albanië van producten van oorsprong uit de Gemeenschap en maatregelen van gelijke werking worden bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft.
De Gemeenschap en Albanië schaffen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst in hun onderlinge handelsverkeer alle heffingen van gelijke werking als douanerechten bij invoer af.
Bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaffen de Gemeenschap en Albanië alle douanerechten bij uitvoer en heffingen van gelijke werking af.
De Gemeenschap en Albanië schaffen bij de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle kwantitatieve beperkingen bij de uitvoer en alle maatregelen van gelijke werking af.
Albanië verklaart zich bereid zijn douanerechten in het handelsverkeer met de Gemeenschap sneller te verlagen dan in artikel 6 bepaald, indien de algemene economische situatie in dat land en de situatie in de betrokken sector van de economie zulks mogelijk maken.
De Stabilisatie- en associatieraad analyseert de situatie dienaangaande en doet daarover aanbevelingen.
Protocol 1 bevat de regeling voor ijzer- en staalproducten die onder hoofdstuk 72 en 73 van de gecombineerde nomenclatuur vallen.
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de handel in landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap of uit Albanië.
Met „landbouw- en visserijproducten” worden de producten bedoeld die vermeld zijn in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur en in bijlage 1, punt I, onder ii), bij de Overeenkomst inzake de landbouw (GATT 1994).
Deze definitie omvat ook vis en visserijproducten die vallen onder hoofdstuk 3, posten 1604 en 1605, en onderverdelingen 0511 91, 2301 20 00 en 1902 20 10.
Protocol 2 bevat de handelsregeling voor de daarin genoemde verwerkte landbouwproducten.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit Albanië.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft Albanië alle kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouw- en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten en heffingen van gelijke werking af die van toepassing zijn op de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Albanië, andere dan die van de posten 0102, 0201, 0202, 1701, 1702 en 2204 van de gecombineerde nomenclatuur.
Voor de producten die vallen onder de hoofdstukken 7 en 8 van de gecombineerde nomenclatuur, waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een „ad valorem” douanerecht en een specifiek douanerecht voorziet, is de afschaffing uitsluitend op het „ad valorem” deel van de douanerechten van toepassing.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst verleent de Gemeenschap rechtenvrije toegang aan invoer in de Gemeenschap voor producten van de posten 1701 en 1702 van de gecombineerde nomenclatuur van oorsprong uit Albanië, binnen de grenzen van een jaarlijks tariefcontingent van 1 000 ton.
Met ingang van de inwerkingtreding van de overeenkomst moet Albanië:
de douanerechten afschaffen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage II a) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap;
de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage II b) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap geleidelijk verminderen in overeenstemming met het voor ieder product in die bijlage vastgestelde tijdschema;
de douanerechten die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde in bijlage II c) vermelde landbouwproducten van oorsprong uit de Gemeenschap afschaffen binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor de betrokken producten zijn vermeld.
In protocol 3 is de regeling neergelegd die van toepassing is op de daarin genoemde wijn en gedistilleerde dranken.
Albanië profiteert voor de rest van het kalenderjaar waarin deze overeenkomst in werking treedt, volledig van de contingentshoeveelheden die in deze overeenkomst zijn vastgesteld.
Met ingang van de inwerkingtreding van deze overeenkomst schaft de Gemeenschap alle douanerechten op vis en visserijproducten van oorsprong uit Albanië, andere dan die vermeld in bijlage III, af. Op de in bijlage III vermelde producten zijn de daarin opgenomen bepalingen van toepassing.
Albanië profiteert voor de rest van het kalenderjaar waarin deze overeenkomst in werking treedt, volledig van de contingentshoeveelheden die in deze overeenkomst zijn vastgesteld.
Zodra deze overeenkomst in werking treedt, past Albanië geen douanerechten of heffingen van gelijke werking meer toe op vis en visserijproducten van oorsprong uit de Gemeenschap.
Rekening houdend met de omvang van het handelsverkeer in landbouw- en visserijproducten tussen de partijen, de bijzondere gevoeligheden van die producten, de regels van het gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid van de Gemeenschap en het landbouw- en visserijbeleid van Albanië, de rol van landbouw en visserij in de Albanese economie en de gevolgen van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de WTO, onderzoeken de Gemeenschap en Albanië binnen zes jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst in de Stabilisatie- en associatieraad per product, systematisch en op basis van passende wederkerigheid, de mogelijkheden om elkaar verdere concessies te verlenen teneinde de handel in landbouw- en visserijproducten verder te liberaliseren.
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen in geen geval een belemmering voor de eenzijdige toepassing van gunstiger maatregelen door een van de partijen.
Onverminderd de andere bepalingen van deze overeenkomst, en met name die van de artikelen 25 en 30, legen beide partijen, indien wegens de bijzondere gevoeligheid van de markten voor landbouw- en visserijproducten de invoer van producten van oorsprong uit een partij waarvoor de concessies uit hoofde van de artikelen 12, 14 en 15 zijn verleend, ernstige problemen veroorzaakt op de markt of voor de binnenlandse regulerende mechanismen van de andere partij, zo spoedig mogelijk overleg om een passende oplossing te vinden voor het probleem. In afwachting van deze oplossing kan de betrokken partij de passende maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.
Behoudens andersluidende bepalingen in dit hoofdstuk of in de protocollen 1, 2 of 3 zijn de bepalingen van dit hoofdstuk van toepassing op de handel tussen de partijen in alle producten.
Zodra deze overeenkomst in werking treedt, mogen in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Albanië geen nieuwe douanerechten bij invoer of bij uitvoer of heffingen van gelijke werking worden ingesteld, noch mogen de rechten of heffingen die reeds van toepassing zijn, worden verhoogd.
Zodra deze overeenkomst in werking treedt, worden in het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Albanië geen nieuwe kwantitatieve beperkingen bij invoer of bij uitvoer of maatregelen van gelijke werking ingesteld, noch worden reeds bestaande beperkingen restrictiever gemaakt.
Onverminderd de overeenkomstig artikel 13 verleende concessies vormen de bepalingen van de leden 1 en 2 van dit artikel in geen enkel opzicht een beletsel voor de voortzetting van het landbouwbeleid van Albanië en van de Gemeenschap, noch voor het nemen van enige maatregel in het kader van dit beleid, voorzover de invoerregeling in de bijlagen II en III daardoor niet wordt beïnvloed.
Beide partijen onthouden zich van alle binnenlandse maatregelen of praktijken van fiscale aard die, direct of indirect, discrimineren tussen de producten van de ene partij en soortgelijke producten van oorsprong uit het grondgebied van de andere partij, en schaffen dergelijke bestaande maatregelen of praktijken af.
De teruggave van binnenlandse indirecte belastingen voor producten die naar het grondgebied van een van de partijen worden uitgevoerd, mag niet hoger zijn dan de daarop geheven indirecte belastingen.
De bepalingen betreffende de afschaffing van de douanerechten bij invoer zijn eveneens van toepassing op douanerechten van fiscale aard.
De overeenkomst vormt geen beletsel voor de handhaving of de oprichting van douane-unies, vrijhandelszones of regelingen voor grensverkeer, mits de in deze overeenkomst neergelegde handelsakkoorden daardoor niet worden gewijzigd.
Gedurende de in artikel 6 vermelde overgangsperioden mag deze overeenkomst geen invloed hebben op de tenuitvoerlegging van de specifieke preferentiële regelingen voor het goederenverkeer die ofwel zijn vastgelegd in grensovereenkomsten die eerder zijn gesloten tussen een of meer lidstaten en Albanië, ofwel voortvloeien uit de bilaterale overeenkomsten die door Albanië zijn gesloten ter bevordering van de regionale handel.
De partijen plegen in de Stabilisatie- en associatieraad overleg over de in de leden 1 en 2 beschreven overeenkomsten en, desgewenst, over andere belangrijke onderwerpen in verband met hun respectieve handelspolitiek ten aanzien van derde landen. Een dergelijk overleg vindt met name plaats bij de toetreding van een derde land tot de Gemeenschap, teneinde rekening te kunnen houden met de onderlinge belangen van de Gemeenschap en Albanië als omschreven in deze overeenkomst.
De bepalingen in deze overeenkomst beletten de partijen niet handelsbeschermingsmaatregelen overeenkomstig lid 2 en artikel 25 te treffen.
Indien een der partijen constateert dat in het handelsverkeer met de andere partij dumping plaatsvindt en/of tot compenserende maatregelen aanleiding gevende subsidies worden gegeven, kan eerstgenoemde partij passende maatregelen nemen tegen deze praktijk op grond van de WTO‐overeenkomst betreffende de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994, de WTO‐overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, en haar eigen wetgeving terzake.
De bepalingen van artikel XIX van de GATT 1994 en van de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen zijn van toepassing in de betrekkingen tussen de partijen.
Wanneer een product uit een van de partijen in de andere partij wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat zij:
ernstige moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten op het grondgebied van de invoerende partij; of
bepaalde sectoren van de economie ernstig verstoren of dreigen te verstoren of moeilijkheden veroorzaken of dreigen te veroorzaken die een ernstige verslechtering van de economische situatie in een regio van de importerende partij ten gevolge kunnen hebben,
kan de invoerende partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.
Bilaterale vrijwaringsmaatregelen die gericht zijn tegen invoer uit de andere partij mogen niet meer inhouden dat wat nodig is om de gerezen moeilijkheden te compenseren, en bestaan normaliter uit de opschorting van de verdere verlaging van een heffing of recht krachtens deze overeenkomst voor het betrokken product of een verhoging daarvan voor dat product tot een maximum dat overeenkomt met het meestbegunstigingsrecht voor dat product. Dergelijke maatregelen bevatten duidelijke elementen die uiterlijk aan het einde van de vastgestelde periode geleidelijk leiden tot de intrekking ervan, en mogen niet voor een periode langer dan één jaar worden genomen. In zeer uitzonderlijke omstandigheden mogen maatregelen worden genomen voor een totale maximumtermijn van drie jaar. Ten aanzien van de invoer van een product waartegen reeds eerder vrijwaringsmaatregelen zijn genomen, mogen gedurende een periode van ten minste drie jaar na het verstrijken van deze maatregelen niet opnieuw bilaterale vrijwaringsmaatregelen worden genomen.
In de in dit artikel genoemde gevallen verstrekt de Gemeenschap of Albanië, vóór de in dit artikel bedoelde maatregelen worden genomen of, in de gevallen waarop het bepaalde in lid 5, onder b), van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Stabilisatie- en associatieraad alle relevante informatie teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Voor de tenuitvoerlegging van het bovenstaande gelden de volgende bepalingen:
De moeilijkheden die voortvloeien uit de in dit artikel bedoelde situatie worden ter bespreking voorgelegd aan de Stabilisatie- en associatieraad, die alle noodzakelijke beslissingen kan nemen om een oplossing te vinden voor deze moeilijkheden.
Indien de Stabilisatie- en associatieraad of de exporterende partij niet binnen 30 dagen nadat de kwestie aan die raad is voorgelegd, een beslissing heeft genomen die een einde maakt aan de moeilijkheden, en indien geen andere bevredigende oplossing wordt gevonden, kan de invoerende partij passende maatregelen nemen om het probleem in overeenstemming met dit artikel op te lossen. Bij de keuze van vrijwaringsmaatregelen wordt voorrang gegeven aan maatregelen die de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Vrijwaringsmaatregelen die overeenkomstig artikel XIX van de GATT en de WTO-overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen worden toegepast, dienen het niveau en de marges van de bij deze overeenkomst toegekende preferenties in stand te houden.
Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen, voorafgaande kennisgeving of onderzoek onmogelijk maken, kan de betrokken partij, in de in dit artikel vermelde omstandigheden, onmiddellijk de nodige vrijwaringsmaatregelen nemen, op voorwaarde dat zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis stelt.
De vrijwaringsmaatregelen worden de Stabilisatie- en associatieraad onmiddellijk ter kennis gebracht en worden in deze raad op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing ervan, zodra de omstandigheden dat mogelijk maken.
Wanneer de Gemeenschap of Albanië de invoer van producten die de in dit artikel bedoelde moeilijkheden kunnen doen rijzen aan een administratieve procedure onderwerpen die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de tendens van de handelsstromen, stelt de betrokken partij de andere partij daarvan in kennis.
Wanneer naleving van de bepalingen van deze titel leidt tot:
een ernstig tekort of een dreigend ernstig tekort aan levensmiddelen of andere producten die voor de exporterende partij van wezenlijk belang zijn, of
wederuitvoer naar een derde land van een product waarop de exporterende partij kwantitatieve uitvoerbeperkingen, uitvoerrechten of maatregelen of heffingen van gelijke werking toepast, en de bovengenoemde situaties aanleiding geven of vermoedelijk aanleiding zullen geven tot ernstige moeilijkheden voor de exporterende partij,
kan die partij passende maatregelen nemen overeenkomstig de voorwaarden en procedures van dit artikel.
Bij de keuze van deze maatregelen wordt prioriteit gegeven aan die welke de werking van de bij deze overeenkomst vastgestelde regelingen het minst verstoren. Dergelijke maatregelen mogen niet worden toegepast op een wijze die in gelijke omstandigheden willekeurige of onrechtvaardige discriminatie of een verkapte beperking van het handelsverkeer zou inhouden, en moeten worden opgeheven zodra de omstandigheden verdere handhaving niet meer rechtvaardigen.
De Gemeenschap of Albanië verstrekt, alvorens de in lid 1 bedoelde maatregelen te nemen, of in de gevallen waarin lid 4 van toepassing is, zo spoedig mogelijk, de Stabilisatie- en associatieraad alle relevante informatie om de raad in staat te stellen een voor beide partijen aanvaardbare oplossing voor het probleem te vinden. De partijen kunnen in de Stabilisatie- en associatieraad besluiten tot maatregelen die nodig zijn om de moeilijkheden te beëindigen. Indien dertig dagen nadat de zaak aan de Stabilisatie- en associatieraad is voorgelegd geen overeenstemming is bereikt, kan de exporterende partij uit hoofde van dit artikel maatregelen toepassen ten aanzien van de uitvoer van het betrokken product.
Wanneer uitzonderlijke en kritieke omstandigheden die onmiddellijk maatregelen vereisen, voorafgaande kennisgeving of voorafgaand onderzoek onmogelijk maken, kan de betrokken partij, hetzij de Gemeenschap, hetzij Albanië, om het probleem op te lossen, onmiddellijk voorzorgsmaatregelen nemen, op voorwaarde dat zij de andere partij daarvan onmiddellijk in kennis stelt.
Alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden de Stabilisatie- en associatieraad onmiddellijk ter kennis gebracht en worden in die raad op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder om een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing ervan zodra de omstandigheden dat toelaten.
Albanië past alle staatsmonopolies van commerciële aard geleidelijk aan, zodat er uiterlijk aan het einde van het vierde jaar na inwerkingtreding van deze overeenkomst geen sprake meer is van discriminatie tussen onderdanen van de lidstaten en van Albanië ten aanzien van de omstandigheden waaronder goederen worden verworven en op de markt gebracht. De Stabilisatie- en associatieraad wordt in kennis gesteld van de maatregelen die daartoe worden genomen.
Behalve indien anders bepaald in deze overeenkomst, zijn de oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst in protocol 4 vastgesteld.
Deze overeenkomst vormt geen beletsel voor verbodsbepalingen of beperkingen ten aanzien van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van de bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde en de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, de bescherming van het nationale artistieke, historische en archeologische erfgoed, of de bescherming van de intellectuele, industriële en commerciële eigendom, of regels betreffende goud en zilver. Dergelijke verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie, noch een verkapte beperking van de handel tussen de partijen vormen.
De partijen komen overeen dat administratieve samenwerking essentieel is voor de uitvoering van en controle op de preferentiële behandeling die op grond van deze titel wordt verleend en benadrukken zich te zullen inzetten om onregelmatigheden en fraude in douane- en aanverwante aangelegenheden te bestrijden.
Wanneer een partij op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve medewerking is verleend en/of dat zich uit hoofde van deze titel onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, kan de betrokken partij de preferentiële regeling ten aanzien van de betrokken producten overeenkomstig dit artikel tijdelijk opschorten.
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder niet verlenen van administratieve medewerking onder meer verstaan:
het herhaaldelijk niet nakomen van de verplichtingen om de oorsprong van de betrokken producten te controleren;
het herhaaldelijk weigeren de daaropvolgende controle van het bewijs van oorsprong uit te voeren en/of de resultaten daarvan mee te delen, of onnodige vertraging daarbij;
het herhaaldelijk weigeren toestemming te verlenen om administratieve samenwerkingsmissies uit te voeren om de authenticiteit van documenten of de juistheid van informatie te controleren die van belang zijn voor de betrokken preferentiële regeling, of onnodige vertraging daarbij.
Voor de doeleinden van dit artikel is onder andere sprake van onregelmatigheden of fraude wanneer de invoer van goederen snel stijgt, zonder dat daar een bevredigende verklaring voor is, wanneer die invoer het gebruikelijke niveau van de productie- en uitvoercapaciteit van de andere partij te boven gaat, en de stijging verband houdt met objectieve informatie betreffende onregelmatigheden of fraude.
Voor een tijdelijke schorsing moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
De partij die op basis van objectieve informatie tot de conclusie is gekomen dat geen administratieve samenwerking is verleend en/of dat zich onregelmatigheden of gevallen van fraude hebben voorgedaan, moet het Stabilisatie- en associatiecomité onverwijld kennis geven van haar conclusies, en deze kennisgeving vergezeld doen gaan van de objectieve informatie en in overleg treden met het Stabilisatie- en associatiecomité, teneinde een voor beide partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Wanneer de partijen als hierboven beschreven in overleg zijn getreden in het kader van het Stabilisatie- en associatiecomité en het niet binnen drie maanden na die kennisgeving eens zijn geworden over een aanvaardbare oplossing, kan de betrokken partij de preferentiële regeling voor de betrokken producten tijdelijk opschorten. Het Stabilisatie- en associatiecomité moet onverwijld van een tijdelijke opschorting in kennis worden gesteld.
Tijdelijke schorsingen op grond van dit artikel mogen alleen dienen ter bescherming van de financiële belangen van de betrokken partij. De schorsingen duren uiterlijk zes maanden, maar zij mogen wel worden verlengd. Tijdelijke schorsingen moeten onmiddellijk na goedkeuring ervan worden gemeld aan het Stabilisatie- en associatiecomité. Binnen het Stabilisatie- en associatiecomité moet hierover periodiek overleg plaatsvinden, met name om tot beëindiging ervan te komen, zodra de omstandigheden die aanleiding gaven tot toepassing ervan, niet meer gelden.
Tegelijk met de kennisgeving aan het Stabilisatie- en associatiecomité overeenkomstig lid 4, onder a), moet de betrokken partij in haar officiële publicatieblad een kennisgeving voor importeurs publiceren. De voor de importeurs bestemde kennisgeving moet voor het betrokken product aangeven dat op basis van objectieve informatie is geconcludeerd dat geen administratieve samenwerking is verleend en/of dat er sprake is van onregelmatigheden of fraude.
Indien de bevoegde autoriteiten zich hebben vergist in het juiste beheer van de preferentiële uitvoerregeling, en met name in de toepassing van de bepalingen in protocol 4 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en administratieve samenwerking, mag de partij die te maken krijgt met eventuele consequenties in de vorm van invoerrechten, de Stabilisatie- en associatieraad verzoeken de mogelijkheden van de goedkeuring van passende maatregelen te onderzoeken om de situatie op te lossen.
De toepassing van deze overeenkomst laat de toepassing van de bepalingen van het Gemeenschapsrecht op de Canarische Eilanden onverlet.
Definities (protocol 5 van de SAO, artikel 3, onder a) en b))
Voor de toepassing van dit artikel, wordt verstaan onder:
„communautair transitoverkeer”: de doorvoer van goederen over het grondgebied van Albanië door een in de Gemeenschap gevestigde transporteur vanuit of naar een lidstaat van de Gemeenschap;
„Albanees transitoverkeer”: de doorvoer van goederen over het grondgebied van de Gemeenschap, door een in Albanië gevestigde transporteur, van Albanië naar een derde land of van een derde land naar Albanië.
Algemene bepalingen (protocol 5 van de SAO, artikel 11, leden 2, 3, en 5)
De partijen komen overeen met ingang van de datum waarop de overeenkomst in werking treedt, het communautaire transitoverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot Albanië en het Albanese transitoverkeer onbeperkt toegang te verlenen tot de Gemeenschap.
Indien, als gevolg van de krachtens lid 2 verleende rechten, het door vervoerders uit de Gemeenschap uitgevoerde transitoverkeer over de weg zodanig toeneemt dat daardoor ernstige schade wordt toegebracht of dreigt te worden toegebracht aan de wegeninfrastructuur en/of de doorstroming van het verkeer op de in artikel 5 van protocol 5 inzake landvervoer bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst bedoelde verbindingen, en zich onder deze zelfde omstandigheden problemen voordoen op het grondgebied van de Gemeenschap in de nabijheid van de grenzen met Albanië, wordt de kwestie voorgelegd aan de Stabilisatie‐ en associatieraad overeenkomstig artikel 43 van deze overeenkomst. De partijen kunnen voorstellen doen voor dergelijke uitzonderlijke, tijdelijke, niet-discriminerende maatregelen die noodzakelijk zijn om deze schade te verminderen of te beperken.
De partijen onthouden zich van alle eenzijdige maatregelen of handelingen die tot discriminatie tussen vervoerders of voertuigen van de Gemeenschap en vervoerders of voertuigen van Albanië zouden kunnen leiden. Zij nemen alle dienstige maatregelen om het wegvervoer naar of in transito over het grondgebied van de andere partij te vergemakkelijken.
Vereenvoudiging van formaliteiten (protocol 5 bij de SAO, artikel 19, leden 1 en 3)
De partijen komen overeen het goederenvervoer per spoor en over de weg, zowel bilateraal als in transito, te vereenvoudigen.
De partijen komen overeen waar nodig verdere vereenvoudigingsmaatregelen aan te moedigen en hiertoe gezamenlijk actie te ondernemen.
Uitvoering (protocol 5 bij de SAO, artikel 21, lid 1, en lid 2, onder d))
De samenwerking tussen de partijen vindt plaats in het kader van het Gemengd Comité overeenkomstig artikel 43 van deze overeenkomst. Het moet met name de activiteiten op het gebied van controle, prognoses en ander statistisch werk betreffende het internationale vervoer, met name het transitoverkeer, coördineren.
De partijen verbinden zich ertoe, overeenkomstig artikel VIII van de Statuten van het Internationaal Monetair Fonds, machtiging te verlenen tot alle betalingen en overboekingen in vrij convertibele valuta op de lopende rekening van de betalingsbalans tussen de Gemeenschap en Albanië.
De partijen spannen zich waar mogelijk in om het opleggen van beperkende maatregelen te vermijden, waaronder maatregelen met betrekking tot de invoer om met de betalingsbalans verband houdende redenen. Indien dergelijke maatregelen worden genomen, verstrekt de partij die ze heeft genomen de andere partij zo spoedig mogelijk een tijdschema voor de opheffing ervan.
Indien zich met betrekking tot de betalingsbalans van één of meer lidstaten of van Albanië ernstige moeilijkheden voordoen of hiervoor gevaar bestaat, kan de Gemeenschap of Albanië, al naar gelang van het geval, in overeenstemming met de in de WTO-overeenkomst bepaalde voorwaarden beperkende maatregelen treffen, met inbegrip van maatregelen met betrekking tot de invoer, die van beperkte duur moeten zijn en niet verder mogen reiken dan wat noodzakelijk is om de situatie van de betalingsbalans recht te trekken. De Gemeenschap of, in voorkomend geval, Albanië stelt de andere partij daarvan onverwijld in kennis.
De beperkende maatregelen mogen geen betrekking hebben op overmakingen in verband met investeringen, met name de repatriëring van geïnvesteerde of geherinvesteerde bedragen en van daaruit voortvloeiende inkomsten van ongeacht welke aard.
De bepalingen van deze overeenkomst doen geen afbreuk aan de toepassing door elke partij van alle maatregelen die nodig zijn om te voorkomen dat door haar getroffen maatregelen ten aanzien van de toegang van derde landen tot haar markt worden ontdoken via de bepalingen van deze overeenkomst.
Onverenigbaar met de goede werking van de overeenkomst zijn, voorzover de handel tussen de Gemeenschap en Albanië daardoor ongunstig kan worden beïnvloed:
alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen welke ertoe strekken of die ten gevolge hebben dat de mededinging wordt verhinderd, beperkt of vervalst;
misbruik door een of meer ondernemingen van een machtspositie op het gehele grondgebied van de Gemeenschap of van Albanië of op een wezenlijk deel daarvan;
alle steunmaatregelen van de staten die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde goederen vervalsen of dreigen te vervalsen.
Alle handelwijzen die met dit artikel in strijd zijn, worden beoordeeld aan de hand van de criteria die voortvloeien uit de toepassing van de mededingingsregels die van toepassing zijn in de Gemeenschap, met name de artikelen 81, 82, 86 en 87 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en de besluiten die ter interpretatie hiervan door de instellingen van de Gemeenschap zijn vastgesteld.
De partijen zien erop toe dat een overheidsinstantie die onafhankelijk kan optreden, de nodige bevoegdheden krijgt voor de volledige toepassing van lid 1, onder i) en ii), ten aanzien van particuliere en overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan bijzondere rechten zijn verleend.
Binnen vier jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst stelt Albanië een overheidsinstantie in die onafhankelijk kan optreden en die de bevoegdheden krijgt die noodzakelijk zijn voor de volledige toepassing van lid 1, onder iii). Deze instantie beschikt onder meer over de bevoegdheid toestemming te verlenen voor steunregelingen van de overheid en individuele steunmaatregelen, overeenkomstig lid 2, alsmede de bevoegdheid terugbetaling van onwettig verleende overheidssteun te vorderen.
Elke partij draagt zorg voor transparantie ten aanzien van de overheidssteun, met name door de andere partij een jaarverslag of een gelijkwaardig rapport te doen toekomen, waarbij de methodologie en de presentatie worden gevolgd van het overzicht van de overheidssteun dat door de Gemeenschap wordt opgesteld. Op verzoek van een van de partijen verstrekt de andere partij informatie over bepaalde afzonderlijke steunmaatregelen van de overheid.
Albanië stelt een volledig overzicht op van de steunregelingen die vóór de oprichting van de instantie bedoeld in lid 4 zijn ingesteld, en past deze steunregelingen binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst aan volgens de criteria bedoeld in lid 2.
Voor de toepassing van het bepaalde in lid 1, onder iii), komen de partijen overeen dat gedurende de eerste tien jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst alle door Albanië toegekende overheidssteun wordt beoordeeld met inachtneming van het feit dat Albanië wordt beschouwd als een regio overeenkomend met de in artikel 87, lid 3, onder a), van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde streken van de Gemeenschap.
Binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst verstrekt Albanië de Commissie van de Europese Gemeenschappen de BBP-cijfers per hoofd van de bevolking, geharmoniseerd op NUTS II-niveau. De in lid 4 bedoelde instantie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen zullen dan gezamenlijk evalueren welke regio's van Albanië voor overheidssteun in aanmerking komen, alsmede hoeveel de maximale steun voor die regio's mag bedragen, teneinde op basis van de desbetreffende communautaire richtsnoeren het regionale steunoverzicht op te stellen.
Met betrekking tot de producten vermeld in hoofdstuk II van titel II:
is het bepaalde in lid 1, onder iii), niet van toepassing;
dienen alle praktijken die in strijd zijn met lid 1, onder i), te worden beoordeeld aan de hand van de criteria die door de Gemeenschap zijn vastgesteld op grond van de artikelen 36 en 37 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en specifieke communautaire instrumenten die op deze basis zijn vastgesteld.
Indien een der partijen van mening is dat een bepaalde praktijk onverenigbaar is met lid 1, kan zij, na overleg in de Stabilisatie- en associatieraad, of 30 werkdagen na het verzoek om dergelijk overleg, passende maatregelen nemen.
Niets in dit artikel vormt een beletsel of een hindernis voor het nemen van antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen door de partijen overeenkomstig de desbetreffende artikelen van de GATT 1994 en de WTO-overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen, of hun interne wetgeving op dit gebied.
Uiterlijk aan het einde van het derde jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst past Albanië op overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap toe, en dan met name artikel 86.
De speciale rechten van overheidsondernemingen tijdens de overgangsperiode omvatten niet de mogelijkheid tot instelling van kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking op de invoer in Albanië van goederen van oorsprong uit de Gemeenschap.
Overeenkomstig de bepalingen van dit artikel en bijlage IV bevestigen de partijen het belang dat zij hechten aan een adequate en doeltreffende bescherming van intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten.
Albanië treft alle noodzakelijke maatregelen om te garanderen dat uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst de bescherming van de intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten op een niveau is dat overeenkomt met het niveau in de Gemeenschap, met inbegrip van effectieve middelen om deze rechten af te dwingen.
Albanië verbindt zich ertoe uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst toe te treden tot de in bijlage IV, punt 1, bedoelde multilaterale overeenkomsten inzake intellectuele-, industriële- en commerciële-eigendomsrechten. De Stabilisatie- en associatieraad kan besluiten Albanië te verplichten toe te treden tot specifieke multilaterale overeenkomsten op dit terrein.
Indien zich op het gebied van intellectuele, industriële en commerciële eigendom problemen voordoen die de handelsvoorwaarden ongunstig beïnvloeden, dan worden zij, op verzoek van een der partijen, onverwijld aan de Stabilisatie- en associatieraad voorgelegd om tot een voor beide partijen bevredigende oplossing te komen.
De partijen beschouwen het openstellen van de aanbesteding van overheidsopdrachten op basis van non-discriminatie en wederkerigheid, vooral in het kader van de WTO, als een na te streven doel.
Albanese vennootschappen krijgen, ongeacht of zij in de Gemeenschap zijn gevestigd, vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures in de Gemeenschap overeenkomstig de daarvoor in de Gemeenschap geldende regelingen en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de aan vennootschappen van de Gemeenschap verleende behandeling.
Zodra de regering van Albanië de wetgeving heeft goedgekeurd waarbij de communautaire regels op dit terrein worden ingevoerd, zullen bovenstaande bepalingen ook van toepassing zijn op contracten in de nutssector. De Gemeenschap onderzoekt op gezette tijden of Albanië deze wetgeving daadwerkelijk heeft ingevoerd.
Vennootschappen uit de Gemeenschap die niet in Albanië zijn gevestigd, krijgen uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van deze overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures in Albanië overeenkomstig de Albanese wet inzake overheidsopdrachten, en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de aan Albanese vennootschappen verleende behandeling.
De Stabilisatie- en associatieraad onderzoekt op gezette tijden de mogelijkheid voor Albanië om alle vennootschappen van de Gemeenschap toegang te verlenen tot aanbestedingsprocedures in Albanië.
Vennootschappen uit de Gemeenschap die in Albanië zijn gevestigd, krijgen vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst toegang tot aanbestedingsprocedures, en krijgen daarbij een behandeling die niet minder gunstig is dan de behandeling die aan Albanese vennootschappen wordt verleend.
De samenwerking tussen de partijen op dit gebied is erop gericht de naleving te waarborgen van de op handelsgebied in te voeren bepalingen en het douanesysteem van Albanië aan te passen aan dat van de Gemeenschap, teneinde zo de weg vrij te maken voor de in het kader van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst geplande liberaliseringsmaatregelen en de geleidelijke aanpassing van de Albanese douanewetgeving aan het acquis.
In het kader van de samenwerking wordt op passende wijze rekening gehouden met de prioritaire gebieden in verband met het communautair acquis op douanegebied.
In protocol 5 zijn de regels inzake wederzijdse administratieve bijstand tussen partijen op het gebied van douane vastgesteld.
Het Gemengd Comité dat is ingesteld bij de Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking, draagt de bevoegdheden en voert de taken uit die door deze overeenkomst zijn toegewezen aan de Stabilisatie- en associatieraad of het Stabilisatie- en associatiecomité.
Onverminderd het bepaalde in artikel 43, treedt het Gemengd Comité op volgens dezelfde voorwaarden als die welke tot dusverre in het kader van de Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking werden gehanteerd.
Om de doelstellingen van deze overeenkomst te bereiken, krijgt het Gemengd Comité de bevoegdheid besluiten te nemen binnen de toepassingssfeer van deze overeenkomst voor de in de overeenkomst vermelde gevallen. De besluiten van het Gemengd Comité zijn bindend voor de partijen, die de nodige maatregelen treffen voor de uitvoering ervan.
Het Gemengd Comité mag ook passende aanbevelingen doen. De besluiten en aanbevelingen van de raad worden vastgesteld in onderlinge overeenstemming tussen de partijen.
Het Gemengd Comité stelt zijn eigen reglement van orde vast. Het Gemengd Comité komt bijeen met regelmatige tussenpozen en wanneer de omstandigheden dat vereisen. Het Gemengd Comité wordt om beurten door elk van de partijen voorgezeten. Wanneer dat mogelijk is, wordt op voorhand overeenstemming bereikt over de agenda van het Gemengd Comité.
De partijen leggen geschillen die verband houden met de toepassing of de interpretatie van deze overeenkomst voor aan de Stabilisatie- en associatieraad. De Stabilisatie- en associatieraad kan een dergelijk geschil door middel van een bindend besluit beslechten.
Binnen het toepassingsgebied van deze overeenkomst beijvert elk van beide partijen zich om ervoor te zorgen dat natuurlijke personen en rechtspersonen van de andere partij, zonder discriminatie ten opzichte van haar eigen onderdanen, toegang krijgen tot de ter zake bevoegde gerechtelijke instanties en administratieve lichamen van de partijen, ter verdediging van hun individuele rechten en hun eigendomsrechten.
Niets in deze overeenkomst belet een partij maatregelen te nemen:
die zij nodig acht om onthulling te beletten van informatie die tegen haar vitale veiligheidsbelangen indruist;
die verband houden met de productie van of de handel in wapens, munitie of oorlogsmateriaal of met onderzoek, ontwikkeling of productie die absoluut vereist is voor defensiedoeleinden, mits deze maatregelen geen afbreuk doen aan de concurrentievoorwaarden voor producten die niet voor specifiek militaire doeleinden bestemd zijn;
die zij van vitaal belang acht voor haar eigen veiligheid, in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de openbare orde bedreigen, in tijden van oorlog of ernstige internationale spanningen die een oorlogsdreiging inhouden, of om verplichtingen na te komen die zij voor de bewaring van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan.
Op de door de overeenkomst bestreken terreinen en onverminderd eventueel daarin neergelegde bijzondere bepalingen mogen:
de regelingen die Albanië ten opzichte van de Gemeenschap toepast, geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van de lidstaten, hun onderdanen of hun vennootschappen;
de regelingen die de Gemeenschap ten opzichte van Albanië toepast, geen aanleiding geven tot onderlinge discriminatie van Albanese onderdanen of vennootschappen.
Het bepaalde in lid 1 doet geen afbreuk aan het recht van de partijen om de desbetreffende bepalingen van hun belastingwetgeving toe te passen op belastingplichtigen die niet in een identieke situatie verkeren ten aanzien van hun woonplaats.
Albanië kan met elke kandidaat-lidstaat van de Europese Unie de samenwerking versterken en een overeenkomst sluiten voor regionale samenwerking op elk van de onder deze overeenkomst vallende samenwerkingsterreinen. Een dergelijke overeenkomst moet de bilaterale betrekkingen tussen Albanië en dat land geleidelijk afstemmen op het relevante onderdeel van de betrekkingen tussen de Gemeenschap en haar lidstaten en dat land.
Albanië moet onderhandelingen openen met Turkije om op een tot wederzijds voordeel strekkende basis een overeenkomst te sluiten, waarbij een vrijhandelszone tussen beide partijen wordt ingesteld overeenkomstig artikel XXIV van de GATT.
Deze onderhandelingen moeten zo snel mogelijk worden geopend om de bovenbedoelde overeenkomst voor het einde van de in artikel 3, lid 1, genoemde overgangsperiode te kunnen sluiten.
De partijen treffen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen. Zij zien erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden bereikt.
Indien een van de partijen van mening is dat de andere partij een verplichting die uit de overeenkomst voortvloeit niet is nagekomen, kan zij passende maatregelen treffen. Alvorens dit te doen, behalve in bijzonder dringende gevallen, verstrekt zij de Stabilisatie- en associatieraad alle ter zake doende informatie die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, om een voor de partijen aanvaardbare oplossing te vinden.
Bij de keuze van de maatregelen moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die het functioneren van de overeenkomst het minst verstoren. Deze maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van de Stabilisatie- en associatieraad gebracht en worden op verzoek van de andere partij in de Stabilisatie- en associatieraad besproken.
De partijen komen overeen op verzoek van elk van de partijen onmiddellijk overleg te plegen via passende kanalen om kwesties met betrekking tot de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst en andere relevante aspecten van de betrekkingen tussen de partijen te bespreken.
De bepalingen van dit artikel hebben geen invloed op en gelden onverminderd de artikelen 18, 24, 25, 26 en 30.
De bijlagen I tot en met IV en de protocollen 1 tot en met 5 vormen een integrerend onderdeel van deze overeenkomst.
De verwijzingen in de bijlagen en protocollen betreffen de artikelen van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst en moeten worden gelezen als verwijzingen naar de dienovereenkomstige artikelen van deze overeenkomst, zoals aangegeven in de titels van de artikelen daarvan.
Deze overeenkomst is van toepassing tot de inwerkingtreding van de op 12 juni 2006 te Luxemburg ondertekende Stabilisatie- en associatieovereenkomst.
Elk van beide partijen kan deze overeenkomst opzeggen door de andere partij van deze opzegging in kennis te stellen. De overeenkomst verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving.
Deze overeenkomst is enerzijds van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en anderzijds op het grondgebied van Albanië.
De secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie is de depositaris van deze overeenkomst.
Deze overeenkomst is opgesteld in tweevoud in de officiële talen van de partijen, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
De overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd.
De akten van ratificatie of goedkeuring worden neergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van ratificatie of van goedkeuring is neergelegd.
Bij inwerkingtreding van deze overeenkomst wordt de toepassing van de artikelen 3 tot en met 14 van de Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking geschorst.
Hecho en Luxemburgo, el doce de junio del dos mil seis.
V Lucemburku dne dvanáctého června dva tisíce šest.
Udfærdiget i Luxembourg den tolvte juni to tusind og seks.
Geschehen zu Luxemburg am zwölften Juni zweitausendsechs.
Kahe tuhande kuuenda aasta juunikuu kaheteistkümnendal päeval Luxembourgis.
Έγινε στo Λουξεμβούργο, στις δώδεκα Ιουνίου δύο χιλιάδες έξι.
Done at Luxembourg on the twelfth day of June in the year two thousand and six.
Fait à Luxembourg, le douze juin deux mille six.
Fatto a Lussemburgo, addì dodici giugno duemilasei.
Luksemburgā, divtūkstoš sestā gada divpadsmitajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai šeštų metų birželio dvyliktą dieną Liuksemburge.
Kelt Luxembourgban, a kettőezer hatodik év június tizenkettedik napján.
Magħmul fil-Lussemburgu, fit-tnax jum ta' Ġunju tas-sena elfejn u sitta.
Gedaan te Luxemburg, de twaalfde juni tweeduizend zes.
Sporządzono w Luksemburgu dnia dwunastego czerwca roku dwutysięcznego szóstego.
Feito em Luxemburgo, em doze de Junho de dois mil e seis.
V Luxemburgu dňa dvanásteho júna dvetisícšesť.
V Luxembourgu, dvanajstega junija leta dva tisoč šest.
Tehty Luxemburgissa kahdentenatoista päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakuusi.
Som skedde i Luxemburg den tolfte juni tjugohundrasex.
Bërë në Luksemburg në datë dymbëdhjetë qershor të vitit dymijë e gjashtë.
Por la Comunidad Europea
Za Evropské společenství
For Det Europæiske Fællesskab
Für die Europäische Gemeinschaft
Euroopa Ühenduse nimel
Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα
For the European Community
Pour la Communauté européenne
Per la Comunità europea
Eiropas Kopienas vārdā
Europos bendrijos vardu
az Európai Közösség részéről
Għall-Komunità Ewropea
Voor de Europese Gemeenschap
W imieniu Wspólnoty Europejskiej
Pela Comunidade Europeia
Za Európske spoločenstvo
za Evropsko skupnost
Euroopan yhteisön puolesta
På Europeiska gemenskapens vägnar
Për Komunitetin Evropian
Por la República de Albania
Za Albánskou republiku
På Republikken Albaniens vegne
Für die Republik Albanien
Albaania Vabariigi nimel
Για τη Δημοκρατία της Αλβανίας
For the Republic of Albania
Pour la République d'Albanie
Per la Repubblica di Albania
Albānijas Republikas vārdā -
Albanijos Respublikos vardu
az Albán Köztársaság részéről
Għar-Repubblika ta' l-Albanija
Voor de Republiek Albanië
W imieniu Republiki Albanii
Pela República da Albânia
Za Albánsku republiku
Za Republiko Albanijo
Albanian tasavallan puolesta
För Republiken Albanien
Për Republikën e Shqipërisë