Besluit van de Raad van 4 december 2007 inzake de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2007/854/EG)
Besluit van de Raad van 4 december 2007 inzake de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau (2007/854/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 300, lid 2,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Gemeenschap heeft met de Republiek Guinee-Bissau onderhandeld over een partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan vaartuigen uit de Gemeenschap vangstmogelijkheden worden toegekend in de wateren waarover Guinee-Bissau de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden bezit.
Na afloop van die onderhandelingen is op 23 mei 2007 een nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.
De overeenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Republiek Guinee-Bissau wordt ingetrokken bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij.
Om te garanderen dat de vaartuigen van de Gemeenschap kunnen blijven vissen is het van belang dat de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij zo spoedig mogelijk wordt toegepast. Daarom hebben beide partijen een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing, vanaf 16 juni 2007, van het geparafeerde protocol bij de nieuwe partnerschapsovereenkomst inzake visserij geparafeerd.
Het is in het belang van de Gemeenschap de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling goed te keuren.
Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten moeten worden verdeeld,
BESLUIT:
Artikel 1
De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling betreffende de voorlopige toepassing van het protocol tot vaststelling, voor de periode van 16 juni 2007 tot en met 15 juni 2011, van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Guinee-Bissau, wordt namens de Gemeenschap goedgekeurd, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de overeenkomst.
De tekst van de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, van de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector, van het protocol en van de bijlagen daarbij, is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden als volgt over de lidstaten verdeeld:
garnaalvisserij:
Spanje
1 421
BRT
Italië
1 776
BRT
Griekenland
137
BRT
Portugal
1 066
BRT
vangst van vis/koppotigen:
Spanje
3 143
BRT
Italië
786
BRT
Griekenland
471
BRT
vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen en vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:
Spanje
10
vaartuigen
Frankrijk
9
vaartuigen
Portugal
4
vaartuigen
vaartuigen voor de visserij met de hengel:
Spanje
10
vaartuigen
Frankrijk
4
vaartuigen
Als met de vergunningsaanvragen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, kan de Commissie vergunningsaanvragen van andere lidstaten in overweging nemen.
Artikel 3
De lidstaten waarvan de vaartuigen in het kader van de in artikel 1 bedoelde overeenkomst vissen, melden de in de visserijzone van Guinee-Bissau gevangen hoeveelheden van elk bestand aan de Commissie op de wijze zoals bepaald bij Verordening (EG) nr. 500/2001 van de Commissie van 14 maart 2001 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad wat betreft de controle op de vangsten van de communautaire vissersvaartuigen in de wateren van derde landen en in volle zee(1).
Artikel 4
De voorzitter van de Raad is gemachtigd de personen aan te wijzen die bevoegd zijn de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling te ondertekenen teneinde daardoor de Gemeenschap te binden.