Home

Verordening no. 121/65/EEG van de Commissie van 16 september 1965 waarbij uit Oostenrijk ingevoerde varkens worden vrijgesteld van de heffing van extrabedragen

Verordening no. 121/65/EEG van de Commissie van 16 september 1965 waarbij uit Oostenrijk ingevoerde varkens worden vrijgesteld van de heffing van extrabedragen

[Tekst geldig vanaf 01-01-1988 tot 12-12-2004] [Regeling ingetrokken per 12-12-2004]

VERORDENING No. 121/65/EEG VAN DE COMMISSIE

van 16 september 1965

waarbij uit Oostenrijk ingevoerde varkens worden vrijgesteld van de heffing van extrabedragen



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening no. 20 houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees ( 1 ), en met name op artikel 7, lid 4,

Gelet op Verordening no. 96/63/EEG van de Commissie van 13 augustus 1963 ( 2 ) betreffende de vaststelling van de in de artikelen 7 en 8 van Verordening no. 20 van de Raad genoemde extrabedragen, gewijzigd bij Verordening no. 98/65/EEG ( 3 ), en met name op artikel 5, lid 1, daarvan,

Overwegende dat het, ten einde in de handel in de onder de bepalingen van Verordening no. 20 vallende produkten verstoringen ten gevolge van aanbiedingen uit derde landen tegen lagere prijzen dan de sluisprijs te voorkomen, nodig is in de Lid-Staten de heffingen ten opzichte van derde landen welke overeenkomstig artikel 5 van genoemde verordening zijn vastgesteld te verhogen met een bedrag gelijk aan het verschil tussen de aanbodsprijs franco-grens en de ten opzichte van derde landen geldende sluisprijs;

Overwegende dat de heffingen echter niet met dit extrabedrag worden verhoogd ten opzichte van die derde landen welke bereid en in staat zijn te waarborgen dat bij invoer uit hun grondgebied de toegepaste prijs niet beneden de sluisprijs zal liggen en dat elke verlegging van het handelsverkeer zal worden voorkomen;

Overwegende dat de Regering van de Bondsrepubliek Oostenrijk zich bij haar brieven van 6 april 1965 en 13 juli 1965 bereid heeft verklaard dergelijke waarborgen voor levende en geslachte varkens van oorsprong uit Oostenrijk te geven; dat zij erop zal toezien dat de navolgende maatregelen worden genomen:

1. Vergunningen voor uitvoer naar de Lid-Staten van de Europese Economische Gemeenschap zullen slechts worden verleend voor contracten waaruit blijkt dat de aanbodsprijs franco-grens niet lager is dan de ten opzichte van derde landen geldende sluisprijs.

2. Ingeval de minimumaankoopprijs van 12 Oostenrijkse schilling per kg, af boerderij, voor levende slachtvarkens, niet wordt nagekomen, zal bij uitvoer geen vergoeding worden toegekend.

3. De vergoeding bij uitvoer wordt op zodanige wijze opnieuw berekend dat rekening gehouden wordt met de verschillen tussen de op de Oostenrijkse markt toegepaste prijzen en de ten opzichte van derde landen geldende sluisprijs.

4. Certificaten van oorsprong en certificaten van de diergeneeskundige dienst worden slechts verstrekt voor levende en geslachte varkens van oorsprong uit Oostenrijk;

dat zij zich voorts bereid heeft verklaard:

— aan de Commissie en aan de invoerende Lid-Staat onmiddellijk na afgifte van de uitvoervergunning de gegevens te verstrekken betreffende de uitvoer naar de Gemeenschap van levende en geslachte varkens, met vermelding van de hoeveelheden, het tijdstip van levering, het land van bestemming, de plaats van grensoverschrijding en de aanbodsprijs franco-grens;

— de Commissie in staat te stellen voortdurend controle uit te oefenen op de doeltreffendheid van de door de Oostenrijkse Regering genomen maatregelen, met name wat het in acht nemen van de minimumaankoopprijs af boerderij en de berekening van de vergoedingen bij uitvoer betreft;

Overwegende dat na bestudering van het verzoek van de Oostenrijkse Regering bleek dat daaruit kan worden opgemaakt dat de overwogen maatregelen de garantie kunnen bieden dat de werkelijke prijs bij invoer van de genoemde produkten uit het grondgebied van de Bondsrepubliek Oostenrijk in de Gemeenschap niet beneden de sluisprijs zal liggen en dat elke verlegging van het handelsverkeer wordt voorkomen; dat er derhalve geen aanleiding bestaat met betrekking tot de invoer van de genoemde produkten uit de Bondsrepubliek Oostenrijk extrabedragen vast te stellen;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor varkensvlees,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

De overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2759/75 van de Raad ( 4 ) vastgestelde heffingen worden niet met een extra bedrag verhoogd voor de invoer van de volgende produkten van oorsprong en herkomst uit Oostenrijk:



GN-code

Omschrijving

0103

Levende varkens:

 

-  andere:

ex01 03 92

- -  met een gewicht van 50 kg of meer:

 

- - -  huisdieren:

0103 92 19

- - - -  andere

0203

Vlees van varkens, vers, gekoeld of bevroren:

 

-  vers of gekoeld:

ex02 03 11

- -  hele en halve dieren:

0203 11 10

- - -  huisdieren

 

-  bevroren:

ex02 03 21

- -  hele en halve dieren:

0203 21 10

- - -  huisdieren

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.


( 1 ) PB no. 30 van 20. 4. 1962, blz. 945/62.

( 2 ) PB no. 126 van 17. 8. 1963, blz. 2253/63.

( 3 ) PB no. 121 van 5. 7. 1965, blz. 2077/65.

( 4 ) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 1.