In de sector oliehoudende zaden en vruchten, plantaardige oliën en vetten, alsmede oliën en vetten van vis of van zeezoogdieren, wordt een gemeenschappelijke marktordening tot stand gebracht.
Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten
Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten
DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Gezien het advies van het Europese Parlement(1),
Overwegende dat in de Gemeenschap de toestand op de markten van oliën en vetten, van plantaardige oorsprong en van vis of van zeezoogdieren, wordt gekenmerkt door de grote omvang van de behoefte enerzijds en de geringe totale produktie anderzijds; dat de Lid-Staten bijgevolg voor hun voorziening op dit gebied in sterke mate zijn aangewezen op de wereldmarkt; dat deze situatie in het algemeen rechtvaardigt dat de onderscheidene invoerbelemmeringen worden opgeheven en, behoudens voor bepaalde produkten van de olijventeelt, worden vervangen door het gemeenschappelijk douanetarief, dat door zijn nulrecht op grondstoffen de voorziening van de industrie vergemakkelijkt en door zijn rechten op bewerkte produkten de betrokken industrie beschermt en voorts de verbruikers een voorziening tegen redelijke prijzen waarborgt;
Overwegende evenwel dat de opheffing van de invoerbelemmeringen de communautaire markt voor oliehoudende zaden en vruchten en voor de oliën daarvan onbeschermd laat tegen de verstoringen die voortvloeien hetzij uit bepaalde invoeren uit derde landen, hetzij uit de door derde landen veroorzaakte dispariteiten tussen de prijzen van de uit oliehoudende zaden en vruchten verkregen produkten en de prijzen van deze zaden en vruchten; dat deze verstoringen de belangen van de producenten en van de verwerkende industrie ernstig kunnen schaden en dat het derhalve, met inachtneming van de internationale verplichtingen, nodig is passende maatregelen te treffen om deze situatie het hoofd te bieden;
Overwegende dat de opheffing van de invoerbelemmeringen, als de gevolgen daarvan niet door andere maatregelen werden gecompenseerd, de voortbrenging van bepaalde landbouw- of industrieprodukten in de Gemeenschap in gevaar zou brengen, gezien de toestand op de wereldmarkt; dat namelijk het verbruik van olijfolie zou kunnen afnemen, als de prijs van concurrerende oliën aanmerkelijk zou dalen; dat bovendien andere oliehoudende produkten zijn blootgesteld aan de rechtstreekse concurrentie van dezelfde produkten die uit derde landen tegen verlaagde of nulrechten worden ingevoerd;
Overwegende dat de olijventeelt en de olijfolieproduktie van bijzondere betekenis zijn voor de economie van bepaalde gebieden van de Gemeenschap, waar zij dikwijls de voornaamste bron van inkomsten voor een groot gedeelte van de bevolking vormen; dat olijfolie voor grote groepen verbruikers de voornaamste vetsoort is; dat de teelt van oliehoudende zaden, met name van koolzaad, raapzaad en zonnebloemzaad, de rentabiliteit van de bedrijven verhoogt doordat zij deze in staat stelt een beter technisch en financieel evenwicht te verwezenlijken; dat het bijgevolg nodig is deze produkten door passende maatregelen te ondersteunen;
Overwegende dat te dien einde, voor de producenten van de Gemeenschap, de afzet op de markt van hun oogsten een billijke beloning moet waarborgen, waarvan de hoogte voor olijfolie door een produktierichtprijs en voor oliehoudende zaden door een richtprijs kan worden bepaald; dat het verschil tussen deze prijzen en de voor de verbruiker aanvaardbare prijzen overeenkomt met de steun die voor het bereiken van het nagestreefde doel dient te worden verleend;
Overwegende dat de verbruikers van olijfolie in liet algemeen dit produkt verkiezen boven andere soortgelijke voedingsmiddelen, zodat dit produkt tegen een hogere prijs kan worden verkocht dan deze soortgelijke voedingsmiddelen; dat het bijgevolg mogelijk is, rekening houdende met de prijzen van de concurrerende produkten, een marktrichtprijs vast te stellen op een zodanig niveau dat de producent in beginsel de noodzakelijke beloning grotendeels uit de inkomsten op de markt verkrijgt;
Overwegende dat het met de marktrichtprijs van olijfolie beoogde doel slechts kan worden bereikt indien de daadwerkelijk toegepaste marktprijs de marktrichtprijs zoveel mogelijk benadert; dat dientengevolge zowel binnen de producerende Lid-Staten als aan de grenzen van de Gemeenschap dient te worden voorzien in stabilisatiemaatregelen;
Overwegende dat de nagestreefde stabiliteit binnen de Gemeenschap kan worden bereikt door in de produktiegebieden de mogelijkheid te scheppen olijfolie aan de bevoegde instanties van de Lid-Staten aan te bieden; dat, gegeven de geografische concentratie van produktie en consumptie, de interventieprijs die deze instanties verplicht zijn voor deze olie te betalen, in alle interventiecentra dezelfde kan zijn; dat voorts ter verzekering van een constant evenwicht tussen vraag en aanbod en gezien de noodzaak de gevolgen van het onregelmatig zijn van de produktie te beperken, de mogelijkheid dient te worden geopend de interventiebureaus op te dragen een buffervoorraad aan te leggen;
Overwegende dat, ten einde de markt van de Gemeenschap op het gewenste niveau te stabiliseren, met name door te voorkomen dat de schommelingen op de wereldmarkt de binnen de Gemeenschap toegepaste prijzen beïnvloeden, dient te worden voorzien in een heffing op de ingevoerde produkten, waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen een van de marktrichtprijs afgeleide drempelprijs en de op de wereldmarkt toegepaste prijzen; dat, met het oog op een volledige en samenhangende bescherming, de perskoeken van olijven en andere bij de winning van olijfolie verkregen afvallen, de bij de bewerking van olijfolie verkregen afvallen en de olijven, bestemd voor de vervaardiging van olie, aan een regeling die dezelfde werking heeft, moeten worden onderworpen;
Overwegende dat de schorsing van de heffing of de toekenning van een restitutie ten gunste van olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van vis- en groentenconserven, noodzakelijk is om de betrokkenen in staat te stellen het hoofd te bieden aan de concurrentie van soortgelijke produkten, vervaardigd met oliën die tegen de wereldmarktprijs zijn aangekocht;
Overwegende dat de voorziening van de consumenten met olijfolie in gevaar kan komen wanneer de verhouding tussen de wereldmarktprijs en de prijs in de Gemeenschap aanleiding kan geven tot de uitvoer van aanzienlijke hoeveelheden olijfolie; dat voorts de invoer of de uitvoer van dit produkt in sommige omstandigheden verstoringen op de markt kan teweegbrengen; dat dient te worden voorzien in maatregelen waardoor aan zodanige situaties het hoofd kan worden geboden;
Overwegende dat, wat de oliehoudende zaden betreft, de bescherming van de landbouwers tegen de risico's die, ondanks het voorziene steunstelsel, uit de wisselvalligheid van de markt kunnen voortvloeien, kan worden verzekerd door interventiemaatregelen die hierin bestaan dat de aan de bevoegde instanties aangeboden hoeveelheden worden gekocht tegen interventieprijzen welke, wegens de geografische uitgestrektheid van de produktie tegenover een gering aantal verwerkingscentra, moeten worden vastgesteld, rekening houdend met de natuurlijke prijsvorming op de markt;
Overwegende dat de lijst van zaden waarvoor bovenstaande regeling geldt zodanig moet worden vastgesteld dat zij de soorten waarvan de teelt thans het belangrijkste is, omvat; dat de mogelijkheid echter moet worden behouden om, uitgaande van de verworven ervaring, deze regeling uit te breiden tot andere zaden;
Overwegende dat de afschaffing van de maatregelen welke de produktie van druivepittenolie in sommige Lid-Staten begunstigen, bijzondere maatregelen vergt om deze olie-industrie in staat te stellen zich aan de nieuwe marktomstandigheden aan te passen;
Overwegende dat de onderlinge samenhang van de bepalingen betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, in gevaar zou worden gebracht, wanneer hun uitwerking zou kunnen cumuleren met die van met het Verdrag onverenigbare steunmaatregelen; dat het, in afwachting van de toepassing van een gemeenschappelijk landbouwbeleid in de vlassector, noodzakelijk is te voorzien in een uitzondering voor de steun die wordt verleend aan de produktie van lijnzaad dat gebruikt wordt voor de produktie van olie;
Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden;
Overwegende dat, om de tenuitvoerlegging van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken, dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een Comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Deze verordening behelst de volgende produkten:
|
GN-code |
Omschrijving |
---|---|---|
a) |
1201 00 90 |
Sojabonen, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1202 10 90 |
Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, in de dop, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1202 20 00 |
Grondnoten, niet gebrand of op andere wijze door verhitting bereid, gedopt, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1203 00 00 |
Kopra |
|
1204 00 90 |
Lijnzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1 205 090 |
Kool- en raapzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1206 00 90 |
Zonnebloempitten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 10 90 |
Palmnoten en palmpitten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 20 90 |
Katoenzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 30 90 |
Ricinuszaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 40 90 |
Sesamzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 50 90 |
Mosterdzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 60 90 |
Saffloerzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 91 90 |
Papaverzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 92 90 |
Kariténoten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 99 91 |
Hennepzaad, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
|
1207 99 99 |
Andere oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, andere dan voor zaaidoeleinden |
b) |
1208 |
Meel van oliehoudende zaden en vruchten, ander dan mosterdmeel |
|
1504 |
Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1507 |
Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1508 |
Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1511 |
Palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1512 |
Zonnebloemzaad-, saffloer- en katoenzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1513 |
Kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1514 |
Raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
ex15 15 |
Andere plantaardige vetten en vette oliën (andere dan jojobaolie van onderverdeling 1515 60) alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
ex15 16 |
Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid (met uitzondering van gehydrogeneerde ricinusolie, zogenaamde „opalwax” van onderverdeling 1516 20 10) |
|
ex15 17 |
Margarine; mengsels en bereidingen, voor menselijke consumptie, van dierlijke of plantaardige vetten of oliën of van fracties van verschillende vetten en oliën bedoeld bij dit hoofdstuk, andere dan de vetten en oliën of fracties daarvan, bedoeld bij post 1516, met uitzondering van de onderverdelingen 1517 10 10, 1517 90 10 en 1517 90 93 |
|
1518 00 31 1518 00 39 |
Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie |
|
1522 00 91 |
Droesem of bezinksel van olie, soapstocks, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, met uitzondering van afvallen welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft |
|
1522 00 99 |
Andere afvallen afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, met uitzondering van afvallen welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft |
|
2304 00 00 |
Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van sojaolie, ook indien fijngemaakt of in pellets |
|
2305 00 00 |
Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van grondnotenolie, ook indien fijngemaakt of in pellets |
|
ex23 06 |
Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van plantaardige vetten of oliën, ook indien fijngemaakt of in pellets, andere dan die bedoeld bij post 2304 of 2305 en met uitzondering van de perskoeken van olijven en andere bij de winning van olijfolie verkregen afvallen, van onderverdeling 2306 90 |
c) |
1509 |
Olijfolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd |
|
1510 00 |
Andere olie en fracties daarvan, uitsluitend verkregen uit olijven, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, mengsels daarvan met olijfolie of fracties daarvan, bedoeld bij post 1509, daaronder begrepen |
d) |
0709 90 31 |
Olijven, vers of gekoeld, bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie |
|
0709 90 39 |
Andere olijven, vers of gekoeld |
|
0710 80 10 |
Olijven, ook indien gestoomd of in water gekookt, bevroren |
|
0711 20 |
Olijven, voorlopig verduurzaamd (hij voorbeeld door middel van zwaveldioxyde of in water waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd), doch als zodanig niet geschikt voor dadelijke consumptie |
|
ex07129090 |
Olijven, gedroogde, ook indien in stukken of in schijven gesneden, dan wel fijngemaakt of in poedervorm, doch niet op andere wijze bereid |
|
ex20019090 |
Olijven, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur |
|
ex20049030 |
Olijven op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, bevroren |
|
2005 70 00 |
Olijven, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren |
e) |
1522 00 31 1522 00 39 |
Afvallen, afkomstig van de bewerking van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was, welke olie bevatten die de kenmerken van olijfolie heeft |
|
2306 90 11 2306 90 19 |
Perskoeken van olijven en andere bij de winning van olijfolie verkregen afvallen |
TITEL I Regeling van het handelsverkeer
Artikel 2
Voor de invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1, lid 2, onder c), genoemde produkten en van de produkten van de GN-codes 0709 90 39, 0711 20 90, 2306 90 19, 1522 00 31 en 1522 00 39 moet een invoercertificaat worden overgelegd.
Voor de uitvoer van olijfolie uit de Gemeenschap moet een uitvoercertificaat worden overgelegd.
Voor de uitvoer van andere in artikel 1, lid 2, vermelde produkten uit de Gemeenschap kan een uitvoercertificaat verplicht worden gesteld.
Het certificaat wordt, onverminderd de bepalingen voor de toepassing van artikel 3, door de Lid-Staten afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap.
Het in- of uitvoercertificaat is geldig in de hele Gemeenschap. De afgifte van deze certificaten is afhankelijk van het stellen van een zekerheid, als garantie dat zal worden voldaan aan de verplichting tot in- of uitvoer tijdens de geldigheidsduur van het certificaat; deze zekerheid wordt geheel of gedeeltelijk verbeurd als de transactie niet of slechts ten dele binnen deze termijn wordt uitgevoerd, behalve wanneer er sprake is van overmacht.
De geldigheidsduur van de certificaten en de overige bepalingen voor de toepassing van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 38.
Artikel 2 bis
Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening gelden voor de in artikel 1, lid 2, bedoelde produkten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.
Ingeval de marktprijs voor olijfolie in de Gemeenschap gedurende een periode van ten minste drie maanden aanzienlijk hoger is dan de productierichtprijs, verminderd met de productiesteun, alsmede met een bedrag waarin rekening wordt gehouden met de prijsschommelingen op de markt en de kosten voor het vervoer van de olijfolie van de productie- naar de consumptiegebieden, kan de Commissie, om via invoer uit derde landen te zorgen voor een adequate voorziening van de markt van de Gemeenschap met olijfolie, in afwijking van het bepaalde in lid 1 en volgens de procedure van artikel 38:
-
de toepassing van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor olijfolie gedeeltelijk of volledig schorsen en bepalingen inzake die schorsing vaststellen,
-
een contingent voor de invoer van olijfolie met een verlaagd douanerecht openen en bepalingen inzake het beheer van dat contingent vaststellen.
Deze maatregelen worden toegepast voor een periode die niet langer is dan strikt noodzakelijk en die, in geen geval, doorloopt na het einde van het betrokken verkoopseizoen.