Home

Richtlijn van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen (76/211/EEG)

Richtlijn van de Raad van 20 januari 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake het voorverpakken naar gewicht of volume van bepaalde produkten in voorverpakkingen (76/211/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

  1. Overwegende dat in de meeste Lid-Staten de voorwaarden waaraan in tevoren gereedgemaakte en gesloten verpakkingen ten verkoop aangeboden produkten moeten voldoen, zijn geregeld in een aantal dwingende voorschriften die van Lid-Staat tot Lid-Staat verschillen en derhalve een belemmering vormen voor de handel in deze voorverpakkingen; dat deze bepalingen bijgevolg onderling dienen te worden aangepast;

  2. Overwegende dat ten behoeve van een juiste voorlichting van de consumenten dient te worden aangegeven op welke wijze de aanduidingen betreffende de nominale hoeveelheid of het nominale volume van het produkt dat zich in de voorverpakking bevindt, op deze verpakking moeten worden aangebracht;

  3. Overwegende dat het tevens noodzakelijk is de op de inhoud der voorverpakkingen maximaal toelaatbare fouten aan te geven en dat ter vergemakkelijking van de controle of de voorverpakkingen in overeenstemming zijn met genoemde bepalingen, voor deze controle een referentiemethode dient te worden vastgesteld;

  4. Overwegende dat in artikel 16 van Richtlijn nr. 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen(3), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding(4), wordt bepaald dat bijzondere richlijnen de harmonisatie ten doel kunnen hebben van de voorschriften volgens welke sommige produkten worden verhandeld, met name wat het meten en het merken van vooraf voor de verkoop gereedgemaakte hoeveelheden betreft;

  5. Overwegende dat voor sommige Lid-Staten een spoedige wijziging van het in hun nationale wetgeving vastgelegde beginsel met betrekking tot het vullen en het organiseren van de nieuwe controlemethoden, alsook het veranderen van het meeteenhedenstelsel moeilijkheden opleveren; dat derhalve voor deze Lid-Staten in een overgangsperiode dient te worden voorzien, die evenwel geen bijkomende belemmering voor de intracommunautaire handel in de bedoelde produkten mag vormen en die de tenuitvoerlegging van de bepalingen van de richtlijn in de overige Lid-Staten niet in gevaar mag brengen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn is van toepassing op voorverpakkingen die producten bevatten, met uitzondering van die welke zijn bedoeld in Richtlijn 75/106/EEG van de Raad van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het voorverpakken naar volume van bepaalde vloeistoffen in voorverpakkingen met bepaalde inhoud, met het oog op de verkoop in constante uniforme nominale hoeveelheden,

  • gelijk aan tevoren door het vulbedrijf gekozen waarden,

  • uitgedrukt in gewichts- of volume-eenheden,

  • van ten minste 5 g of 5 ml en ten hoogste 10 kg of 10 l.

Artikel 2

1.

Onder voorverpakking in de zin van deze richtlijn wordt verstaan het geheel van het product en de individuele verpakking waarin het is voorverpakt.

2.

Een product is voorverpakt indien het in afwezigheid van de koper in een verpakking, van welke aard dan ook, is verpakt op een zodanige wijze dat de hoeveelheid van het product dat in de verpakking aanwezig is, een vooraf gekozen waarde heeft en niet kan worden gewijzigd zonder een opening of aantoonbare verandering in de verpakking aan te brengen.

Artikel 3

1.

De voorverpakkingen die van het in punt 3.3 van bijlage I bedoelde E.E.G-teken mogen worden voorzien, zijn die welke voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn en van bijlage I.

2.

Zij zijn onderworpen aan de metrologische controles onder de in bijlage I, punt 5, en in bijlage II genoemde voorwaarden.

Artikel 4

1.

Op alle voorverpakkingen als bedoeld in artikel 3, dient het gewicht of het volume — nominaal gewicht of nominaal volume genoemd — van het product te zijn vermeld dat zij overeenkomstig bijlage I moeten bevatten.

2.

Op voorverpakkingen met vloeibare producten moet het nominale volume en op voorverpakkingen met andere producten het nominale gewicht zijn vermeld, behalve indien het handelsgebruik of de nationale voorschriften in alle lidstaten hiermee gelijkelijk in strijd zijn of indien er communautaire voorschriften bestaan die hiermee in strijd zijn.

3.

Indien voor een categorie producten of een model voorverpakkingen het handelsgebruik of de nationale voorschriften niet in alle lidstaten dezelfde zijn, moeten deze voorverpakkingen ten minste voorzien zijn van de metrologische vermeldingen die in overeenstemming zijn met het handelsgebruik of de nationale voorschriften in het land van bestemming.

4.

Tot aan het einde van de overgangsperiode waarin het gebruik van de meeteenheden van het imperiale stelsel vermeld in bijlage II van Richtlijn 71/354/EEG van de Raad van 18 oktober 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden(6), gewijzigd bij de Akte van Toetreding, in de Gemeenschap is toegestaan, moet de aanduiding van het nominale gewicht en/of het nominale volume, die overeenkomstig punt 3.1 van bijlage I van deze richtlijn in SI-eenheden worden uitgedrukt, op verzoek van het Verenigd Koninkrijk of van Ierland op hun nationale grondgebied vergezeld gaan van de aanduiding van het resultaat van de omrekening in meeteenheden van het imperiale stelsel (Verenigd Koninkrijk), verkregen met behulp van onderstaande omrekeningscoëfficiënten:

    1 g=
    0,0353 ounces (avoirdupois),
    1 kg=
    2,205 pounds,
    1 ml=
    0,0352 fluid ounces,
    1 l=
    1,760 pints of 0,220 gallons.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

BIJLAGE I

BIJLAGE II