Verordening (EEG) nr. 2191/81 van de Commissie van 31 juli 1981 betreffende de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk
Verordening (EEG) nr. 2191/81 van de Commissie van 31 juli 1981 betreffende de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk
1981R2191 — NL — 01.05.2004 — 005.002
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EEG) NR. 2191/81 VAN DE COMMISSIE van 31 juli 1981 (PB L 213, 1.8.1981, p.20) |
Gewijzigd bij:
VERORDENING (EEG) Nr. 2191/81 VAN DE COMMISSIE
van 31 juli 1981
betreffende de toekenning van steun voor de aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op artikel 12, lid 3, en artikel 28,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 878/77 van de Raad van 26 april 1977 inzake de in de landbouwsector toe te passen wisselkoersen (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 850/81 (3), en met name op artikel 4, lid 3,
Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 1723/81 van de Raad van 24 juni 1981 houdende vaststelling van algemene regels betreffende maatregelen ter handhaving van het niveau van het boterverbruik door bepaalde categorieën verbruikers en industrieën (4) voorziet in de mogelijkheid steun toe te kennen voor boter die zich op de markt bevindt, ten einde de aankoop van dit produkt tegen verlaagde prijs mogelijk te maken, onder andere door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk;
Overwegende dat de huidige situatie op de botermarkt, die wordt gekenmerkt door betrekkelijk geringe openbare voorraden, in de nabije toekomst zal leiden tot schorsing van de verkopen van boter uit openbare voorraden op grond van Verordening (EEG) nr. 1717/72 van de Commissie van 8 augustus 1972 met betrekking tot de verkoop van boter tegen verlaagde prijs aan instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3474/80 (6); dat in deze situatie gebruikmakend van Verordening (EEG) nr. 1723/81 moet worden voorzien in de toekenning van steun bij aankoop van boter door instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk;
Overwegende dat de steun echter slechts dient te worden toegekend voor boter van eerste kwaliteit die beantwoordt aan de voorschriften van artikel 1, lid 3, sub b), van Verordening (EEG) nr. 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room (7), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland; dat het om controleredenen dienstig is de steun uitsluitend te bestemmen voor boter die in de Lid-Staat van de begunstigde wordt gekocht bij een leverancier die in die Lid-Staat is erkend;
Overwegende dat ervoor moet worden gezorgd dat de op grond van deze verordening toegekende steun niet wordt gecumuleerd met de steun voor de rechtstreekse consumptie toegekend op grond van Verordening (EEG) nr. 1269/79 van de Raad van 25 juni 1979 (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 854/81 (9), noch met de verlaging van de bijzondere heffing op grond van Verordening (EEG) nr. 858/81 van de Raad van 1 april 1981 (10), wat betreft Nieuwzeelandse boter die in het Verenigd Koninkrijk wordt afgezet;
Overwegende dat het ten einde de controle te vergemakkelijken aanbeveling verdient te bepalen welke aanduidingen moeten voorkomen op de verpakkingen van de boter waarvoor de steun wordt toegekend;
Overwegende dat de Lid-Staten de Commissie in kennis dienen te stellen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de in deze verordening vervatte maatregelen;
Overwegende dat artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 878/77 met betrekking tot de gevolgen voor de op het tijdstip van wijziging van een representatieve koers bestaande rechten en verplichtingen voorziet in de mogelijkheid tot toepassing van het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 1134/68 van de Raad van 30 juli 1968 houdende vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 653/68 betreffende de voorwaarden voor wijziging van de waarde van de voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid gebruikte rekeneenheid (11); dat volgens artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1134/68 de daarin vermelde bedragen worden betaald met gebruik van de omrekeningskoers die gold op het tijdstip van de verwezenlijking van de transactie of van een deel van de transactie; dat echter overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 878/77 van voornoemde bepalingen kan worden afgeweken; dat voor de omrekening in nationale munteenheid van de krachtens deze verordening toe te kennen steun de representatieve koers dient te worden aangehouden, die geldt op de eerste dag van de maand waarvoor de op de steun rechtgevende bon geldig is;
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelprodukten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGE
Artikel 1
1. Onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden wordt steun toegekend voor boter die wordt aangekocht door de instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk in de Lid-Staten.
2. Elke Lid-Staat kan bepalen welke van de instellingen en gemeenschappen zonder winstoogmerk op zijn grondgebied, hierna te noemen „begunstigden”, in aanmerking komen voor boter tegen verlaagde prijs.
3. Deze steun geldt slechts voor boter
a)die in de Lid-Staat, waar zich de zetel van de begunstigde bevindt, wordt gekocht bij een leverancier, verpakker of importeur, hierna „leverancier”; te noemen, die is erkend door de daartoe bevoegde instantie van genoemde Lid-Staat, en
b)die
—boter die
—i)in de lidstaat van bereiding beantwoordt aan de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad (12) bedoelde vereisten en aan de eisen voor de in bijlage V bij Verordening (EG) nr. 2771/1999 van de Commissie (13) genoemde nationale kwaliteitsklasse, en waarvan de verpakking dienovereenkomstig is gemerkt,
ii)voldoet aan de voorschriften in Richtlijn 92/46/EEG van de Raad (14), met name ten aanzien van de bereiding in een erkende inrichting en de naleving van de in bijlage C, hoofdstuk IV, punt A, bij die richtlijn opgenomen eisen inzake het aanbrengen van het keurmerk.
—wat de in het Verenigd Koninkrijk verkochte Nieuwzeelandse boter betreft, beantwoordt aan de eisen voor indeling als boter van eerste kwaliteit in deze Lid-Staat
4. Voor erkenning als bedoeld in lid 3, sub a), komen slechts in aanmerking leveranciers, die zich ertoe verbinden:
a)een boekhouding bij te houden, waarin met name worden aangegeven: de fabrikant van de boter, de namen en adressen van de begunstigden en de aan hen verkochte hoeveelheden boter, alsmede de nummers van de desbetreffende bonnen bedoeld in artikel 3, en
b)zich te onderwerpen aan de door de betrokken Lid-Staat vastgestelde controlemaatregelen, met name ten aanzien van de verificatie van de boekhouding en de controle op de kwaliteit van de boter.
De erkenning wordt ingetrokken indien een ernstige inbreuk op de bepalingen van deze verordening wordt geconstateerd.
Artikel 2
1. Het bedrag van de steun wordt vastgesteld op ►M23 100 EUR ◄ per 100 kg boter.
Voor de in artikel 6, lid 2, derde streepje, van Verordening (EEG) nr. 804/68 bedoelde boter wordt het in de vorige alinea bedoelde steunbedrag vermenigvuldigd met de coëfficiënt 0,9756.
In geval van wijziging van het bedrag van de steun, wordt het nieuwe bedrag toegepast voor alle leveringen van boter op grond van de bon die geldig is voor de maand volgende op die waarin het nieuwe bedrag is vastgesteld.
Voor een bon met een geldigheidsduur van meer dan één maand wordt, ingeval het nieuwe steunbedrag wordt vastgesteld vóór de laatste maand van de geldigheidsperiode, het nieuwe bedrag evenwel toegepast voor alle leveringen van boter vanaf het begin van de maand volgende op die waarin het nieuwe bedrag is vastgesteld.
▼M17 —————
3. De in lid 1 bedoelde steun mag niet worden gecumuleerd met de verlaging van het in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1600/95 van de Commissie (15) vastgestelde invoerrecht voor Nieuwzeelandse boter. Daartoe wordt het in lid 1 bedoelde steunbedrag verminderd met een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het recht van het gemeenschappelijk douanetarief en het verlaagde invoerrecht.
Artikel 3
1. De steun wordt aan de boterleverancier toegekend op diens schriftelijke verzoek en op vertoon van een genummerde bon afgegeven door de bevoegde instantie van de Lid-Staat.
Behoudens overmacht moeten de steunaanvraag, alsmede de begeleidende bewijsstukken overeenkomstig lid 7, worden ingediend binnen een termijn van twaalf maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarvoor de bon geldig is.
2. De afgifte van de bon is onderworpen aan:
a)de schriftelijke verbintenis van de begunstigde tegenover de bevoegde instantie om de boter slechts aan te wenden voor gebruik door de tot zijn instelling behorende verbruikers en het steunbedrag terug te betalen ingeval zou worden geconstateerd dat de op grond van deze verordening gekochte boter aan zijn bestemming is onttrokken;
b)de verbintenis om de bevoegde instanties, op hun verzoek, de documenten te verstrekken die het mogelijk maken het gebruik van de boter na te gaan;
c)de goede uitvoering van de verbintenissen die zijn aangegaan bij eventueel voorgaande toewijzingen van bonnen.
3. Op deze bon worden met name de volgende gegevens vermeld:
a)naam en adres van de betrokken instelling of gemeenschap en, eventueel, van de verantwoordelijke gevolmachtigde;
b)het maximumaantal verbruikers, behorende tot de betrokken instelling of gemeenschap;
c)de maximumhoeveelheid boter waarop de bon recht geeft;
d)de maand en het jaar warvoor de bon geldig is.
4. De in lid 3, onder c), bedoelde maximumhoeveelheid boter wordt vastgesteld op 2 kilogram per maand en per tot de betrokken instelling of gemeenschap behorende verbruiker.
5. Een bon is geldig voor de daarop vermelde kalendermaand. De boter mag evenwel worden overgenomen vanaf de twintigste dag van de maand die aan de op de bon vermelde kalendermaand voorafgaat tot en met de tiende dag van de maand die op de op de bon vermelde kalendermaand volgt.
In afwijking van het bepaalde in de vorige alinea mogen de Lid-Staten bepalen dat een bon twee of drie kalendermaanden geldig is. In dat geval moeten de maanden van geldigheid op de bon worden vermeld en mag de boter worden overgenomen vanaf de twintigste dag van de maand die aan de eerste op de bon vermelde kalendermaand voorafgaat tot en met de tiende dag van de maand die op de laatste op de bon vermelde kalendermaand volgt.
6. De bevoegde instantie kan slechts bonnen afgeven voor een periode van niet meer dan ►M15 twaalf maanden ◄ .
7. De bon geeft slechts recht op steun:
a)indien hij een verklaring van de begunstigde behelst, waaruit de metterdaad gekochte hoeveelheid boter en de overname door middel van deze bon blijken, of
b)indien hij vergezeld gaat van een door de begunstigde geviseerd duplikaat van de gekwiteerde factuur of van de leveringsbon.
8. De steun wordt door de bevoegde instanties betaald binnen een termijn van 60 dagen na de dag van indiening van het volledige aanvraagdossier, behoudens in geval van overmacht, of ingeval een administratief onderzoek is ingesteld naar het recht op steun. In deze gevallen vindt de betaling eerst plaats na erkenning van het recht op steun.
9. Alle bewijsstukken en het rapport inzake de in artikel 6 bedoelde controle dienen te worden gezonden aan de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 729/70 bedoelde dienst of orgaan belast met de betaling van de steun.
Artikel 4
1. De boter wordt aan de begunstigde geleverd in verpakkingen waarop goed leesbaar en onuitwisbaar één of meer van de volgende vermeldingen voorkomen:
—Mantequilla a precio reducido con arreglo al Reglamento (CEE) no 2191/81
—Máslo za sníženou cenu podle nařízení (EHS) č. 2191/81
—Smør til nedsat pris i henhold til forordning (EØF) nr. 2191/81
—Verbilligte Butter gemäß Verordnung (EWG) Nr. 2191/81
—Alandatud hinnaga või vastavalt määrusele (EMÜ) nr 2191/81
—Βούτυρο σε μειωμένη τιμή πωληθέν βάσει του κανονισμού (ΕΟΚ) αριθ. 2191/81
—Butter at reduced price under Regulation (EEC) No 2191/81
—Beurre à prix réduit vendu au titre du règlement (CEE) no 2191/81
—Burro a prezzo ridotto venduto in conformità al regolamento (CEE) n. 2191/81
—Sviests par pazeminātu cenu saskaņā ar Regulu (EEK) Nr. 2191/81
—Sviestas sumažinta kaina pagal Reglamentą (EEB) Nr. 2191/81
—A 2191/81/EGK rendelet értelmében csökkentett árú vaj
—Butir bi prezz mnaqqas taħt Regolament (KEE) Nru 2191/81
—Boter tegen verlaagde prijs overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2191/81
—Masło po obniżonej cenie zgodnie z Rozporządzeniem (EWG) nr 2191/81
—Maslo za zníženú cenu podľa nariadenia (EHS) č. 2191/81
—Manteiga a preco diminuido sob Regulamento (CEE) n.o 2191/81
—Maslo po znižani ceni v skladu z Uredbo (EGS) št. 2191/81
—Asetuksen (ETY) N:o 2191/81 mukaisesti alennettuun hintaan myyty voi
—Smör till nedsatt pris i enlighet med förordning (EEG) nr 2191/81.
2. Op de pakjes of porties die zich eventueel in de verpakkingen bevinden, moeten één of meer van de volgende vermeldingen voorkomen:
—Reventa prohibida
—Opětný prodej zakázán
—Videresalg forbudt
—Weiterverkauf verboten
—Edasimüük keelatud
—Απαγορεύεται η μεταπώληση
—Resale prohibited
—Revente interdite
—Vietata la rivendita
—Atkalpārdošana aizliegta
—Perparduoti draudžiama
—Viszonteladása tilos
—Bejgħ mill-ġdid ipprojbit
—Doorverkoop verboden
—Odsprzedaż zabroniona
—Revanda proibida
—Opätovný predaj zakázaný
—Nadaljnja prodaja prepovedana
—Jälleenmyynti kielletty
—Återförsäljning förbjuden.
Artikel 5
De Lid-Staten worden gemachtigd een minimumhoeveelheid vast te stellen waarvoor steun kan worden aangevraagd.
Artikel 6
De Lid-Staten treffen de nodige controlemaatregelen om te verzekeren dat de bepalingen van deze verordening in acht worden genomen, met name door controle van de handelsdocumenten en van de voorraadboekhouding van de leverancier. De controle geschiedt overeenkomstig Richtlijn 77/435/EEG van de Raad (16).
Zij delen de Commissie mede:
a)binnen een termijn van drie maanden: de wijze waarop de controle in de verschillende stadia van de afzet van de betrokken boter wordt uitgeoefend alsmede de overeenkomstig artikel 2, lid 3, sub a), getroffen maatregelen;
b)vóór de twintigste van elke maand: de hoeveelheden waarvoor in de voorafgaande maand
—bonnen zijn afgegeven,
—steun is betaald.
Artikel 7
De toepassing van Verordening (EEG) nr. 1717/72 wordt geschorst, behoudens voor boter die wordt verkocht tegen overlegging van de in artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1717/72 bedoelde bon, afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.
(1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 13.
(2) PB nr. L 106 van 29. 4. 1977, blz. 27.
(3) PB nr. L 90 van 4. 4. 1981, blz. 1.
(4) PB nr. L 172 van 30. 6. 1981, blz. 14.
(5) PB nr. L 181 van 9. 8. 1972, blz. 11.
(6) PB nr. L 363 van 31. 12. 1980, blz. 50.
(7) PB nr. L 169 van 18. 7. 1968, blz. 1.
(8) PB nr. L 161 van 29. 6. 1979, blz. 8.
(9) PB nr. L 90 van 4. 4. 1981, blz. 18.
(10) PB nr. L 90 van 4. 4. 1981, blz. 14.
(11) PB nr. L 188 van 1. 8. 1968, blz. 1.
(12) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.
(13) PB L 333 van 24.12.1999, blz. 11.
(14) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 1.
(15) PB nr. L 151 van 1. 7. 1995, blz. 12.
(16) PB nr. L 172 van 12. 7. 1977, blz. 17.