Home

Verordening (EEG) nr. 2213/83 van de Commissie van 28 juli 1983 tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor witloof

Verordening (EEG) nr. 2213/83 van de Commissie van 28 juli 1983 tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor witloof

1983R2213 — NL — 06.01.2005 — 006.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EEG) Nr. 2213/83 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 1983

tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor ►M7 ————— ◄ witloof

(PB L 213, 4.8.1983, p.13)

Gewijzigd bij:




▼B

VERORDENING (EEG) Nr. 2213/83 VAN DE COMMISSIE

van 28 juli 1983

tot vaststelling van kwaliteitsnormen voor ►M7 —————witloof



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1738/82 (2), en met name op artikel 2, lid 3,

Overwegende dat in bijlage II/6 bij Verordening nr. 23 (3), kwaliteitsnormen zijn vastgesteld voor uien; dat deze normen bij Verordening nr. 87/64/EEG (4) zijn gewijzigd;

Overwegende dat in bijlage I/2 bij Verordening nr. 58 (5) kwaliteitsnormen zijn vastgesteld voor witloof;

Overwegende dat zich bij de teelt van en de handel in deze produkten ontwikkelingen hebben voorgedaan, met name ten aanzien van de op de detail- en groothandelsmarkten gestelde eisen; dat de vastgestelde gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor uien en witloof derhalve moeten worden gewijzigd ten einde (SIC! teneinde) rekening te houden met deze nieuwe eisen;

Overwegende dat deze wijzigingen een wijziging van de bij Verordening (EEG) nr. 1194/69 van de Raad (6), vastgestelde bijkomende kwaliteitsklasse noodzakelijk maken; dat bij de omschrijving van die klasse rekening moet worden gehouden met het economische belang van de betrokken produkten voor de telers en met de noodzaak in de behoeften van de verbruikers te voorzien;

Overwegende dat de normen van toepassing zijn op alle handelsstadia; dat het vervoer over grote afstanden, het opslaan voor een zekere duur of de verschillende behandelingen die de produkten ondergaan, kwaliteitsverlies kunnen veroorzaken als gevolg van de biologische ontwikkeling en de minder of meer bederfelijke aard van de produkten; dat derhalve bij de toepassing van de normen in de handelsstadia die op de verzending volgen, met dit kwaliteitsverlies rekening moet worden gehouden; dat voor de produkten van de klasse „Extra” die met bijzondere zorg moeten worden gesorteerd en verpakt, alleen verlies aan frisheid en turgescentie in aanmerking mag worden genomen;

Overwegende dat om redenen van duidelijkheid en rechtszekerheid alsmede ten gerieve van dc betrokkenen de aldus gewijzigde normen in één enkele tekst moeten worden samengebracht;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

▼M7

De handelsnorm voor witlof van GN-code 0705 21 00 is opgenomen in de bijlage.

▼B

Deze normen zijn onder de bij Verordening (EEG) nr. 1035/72 vastgestelde voorwaarden van toepassing op alle handelsstadia.

In de stadia die op de verzending volgen mogen de produkten evenwel ten opzichte van de voorgeschreven normen de volgende afwijkingen vertonen:

—een lichte vermindering van frisheid en turgescentie,

—voor de produkten van andere klassen dan de klasse „Extra”: geringe kwaliteitsverandering als gevolg van hun biologische ontwikkeling en de minder of meer bederfelijke aard van de produkten.

Artikel 2

1. De woorden „voor uien” in artikel 2 van Verordening nr. 23 en het woord „witloof” in het eerste artikel van Verordening nr. 58, evenals de woorden „uien, witloof” in het eerste artikel van Verordening (EEG) nr. 1194/69, worden geschrapt.

2. Bijlage II/6 van Verordening nr. 23, bijlage I/2 van Verordening nr. 58, evenals de bijlagen II en III van Verordening (EEG) nr. 1194/69 worden ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op 1 september 1983.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.




▼M7

BIJLAGE

▼B

KWALITEITSNORM VOOR WITLOOF

I. DEFINITIE VAN HET PRODUKT

De norm heeft betrekking op witloof, dit wil zeggen het produkt verkregen door het trekken van wortels van de variëteiten (cultivars) van de witloofplant afgeleid van Cichorium intybus L. var. Foliosum Hegi, bestemd voor levering in verse toestand aan de consumenten, met uitzondering van voor industriële verwerking bestemde produkten.

II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN

De norm heeft ten doel de kwaliteit te omschrijven die witloof na opmaak en verpakking moet hebben.

A. Minimumeisen

Rekening houdend met de bijzondere bepalingen voor elke klasse en met de toegestane toleranties, moet witloof in alle kwaliteitsklassen:

—intact zijn;

—gezond zijn; er mogen geen produkten voorkomen die zijn aangetast door rot of die zodanige afwijkingen vertonen dat zij daardoor niet meer geschikt zijn voor consumptie;

—vrij zijn van roest- en verbrandingsvlekken of van sporen van kneuzingen;

—niet zijn beschadigd door knaagdieren of ziekten;

—niet zijn beschadigd door insecten of andere parasieten;

—vrij zijn van een begin van bloemsteel groter dan drie vierde van de lengte;

—zuiver zijn, in het bijzonder ontdaan van alle verontreinigde bladeren, en praktisch vrij van zichtbare vreemde stoffen;

—helder zijn, dit wil zeggen met een witte tot geelachtige kleur;

—zuiver afgesneden of afgebroken zijn ter hoogte van de kraag;

—vers van uiterlijk zijn;

—vrij zijn van abnormale uitwendige vochtigheid;

—vrij zijn van vreemde geur en/of smaak.

Het witloof moet voldoende ontwîkkeld zijn en zich in een zodanige toestand bevinden:

—dat het bestand is tegen vervoer en behandeling, en

—dat het in goede staat op de plaats van bestemming aankomt.

B. Indeling in klassen

Het witloof wordt ingedeeld in de vier hieronder omschreven klassen:

(i)Klasse „Extra”:

Het in deze klasse ingedeelde witloof moet van voortreffelijke kwaliteit zijn. Het moet in het bijzonder:

—een regelmatige vorm vertonen;

—stevig zijn;

—goed gevormd zijn, dit wil zeggen een spitse en gesloten top hebben;

—buitenbladeren hebben waarvan de lengte ten minste drie vierde van de totale lengte van de krop bedraagt;

—geen vergroening of glazig uitzicht vertonen.

(ii)Klasse I:

Het in deze klasse ingedeelde witloof moet van goede kwaliteit zijn. Het moet in het bijzonder:

—voldoende stevig zijn;

—buitenbladeren hebben waarvan de lengte ten minste gelijk is aan de helft van de totale lengte van de krop;

—geen vergroening of glazig uitzicht vertonen.

Het mag een minder regelmatige vorm en een minder goed gesloten en afgewerkte top hebben, maar de middellijn van de opening mag niet groter zijn dan één vijfde van de grootste middellijn van de krop.

(iii)Klasse II:

Tot deze klasse behoort witloof dat niet in de hogere klassen kan worden ingedeeld, maar aan de hierboven omschreven minimumeisen voldoet.

Het mag evenwel de volgende afwijkingen vertonen:

—licht onregelmatige vorm;

—lichte vergroening aan het uiteinde van de bladeren;

—licht geopende top (de middellijn van de opening mag niet groter zijn dan één derde van de grootste middellijn van de krop).

Bovendien mag ook witloof met een onregelmatige vorm in deze klasse worden ingedeeld, voor zover dit afzonderlijk in homogene eenheden wordt verpakt en aan alle overige voor deze klasse geldende eisen voldoet.

▼M5 —————

▼B

III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN

Het witloof wordt naar grootte gesorteerd op basis van enerzijds de middellijn van de grootste doorsnede loodrecht op de lengteas, en anderzijds de lengte. De grootten voor elk van de klassen zijn vastgesteld als volgt:



(in centimeter)

Extra

I

II

►M5 III

Minimummiddellijn

— krop met een lengte van minder dan 14 cm

2,5

2,5

2,5

►M5

— krop met een lengte van 14 cm of meer

3

3

2,5

►M5

Maximale middellijn

6

8

►M5

Minimumlengte

9

9

9 (1)

►M5 9

Maximumlengte

17

20

24

►M5 24

(1)In de klasse II►M5 en III mag echter witloof met een lengte van 6 tot 12 cm worden aangeboden, op voorwaarde dat op de verpakkingseenheid de minimum- en maximumlengte van het verpakte witloof wordt aangegeven.

In eenzelfde verpakkingseenheid:

(i)Mag het verschil in lengte van het witloof ten hoogste 5 cm bedragen voor de klasse „Extra”, 8 cm voor klasse I en 10 cm voor de klasse II►M5 —————;

(ii)mag het verschil in de middellijn van het witloof ten hoogste 2,5 cm bedragen voor de klasse „Extra”, 4 cm voor klasse I en 5 cm voor klasse II.►M5 —————

IV. TOLERANTIES

In iedere verpakkingseenheid zijn voor produkten die niet beantwoorden aan de normen van de klasse waarin zij zijn ingedeeld afwijkingen in kwaliteit en grootte toegestaan.

A. Toleranties in kwaliteit

(i)Klasse „Extra”:

5% van het aantal of gewicht mag bestaan uit witloof dat niet beantwoordt aan de eisen van deze klasse maar wel aan die van klasse I, bij uitzondering met inbegrip van de toleranties van deze klasse.

(ii)Klasse I:

10% van het aantal of gewicht mag bestaan uit witloof dat niet beantwoordt aan de eisen van deze klasse, maar wel aan die van klasse II, bij uitzondering met inbegrip van de toleranties van deze klasse.

(iii)Klasse II:

10% van het aantal of gewicht mag bestaan uit witloof dat niet beantwoordt aan de eisen van deze klasse, noch aan de minimumeisen, met uitzondering van produkten die zichtbaar zijn aangetast door rot, of enige andere afwijking vertonen waardoor zij ongeschikt worden voor consumptie.

▼M5 —————

▼B

B. Toleranties in grootte

Voor alle klassen: 10% van het aantal of gewicht mag bestaan uit witloof waarvan lengte en middellijn ten hoogste 1 cm naar boven of naar beneden afwijken van de onder hoofdstuk III voor de groottesortering vastgestelde afmetingen. Voor de minimummiddellijn zijn evenwel geen afwijkingen toegestaan.

V. VERPAKKINGSVOORSCHRIFTEN

A. Uniformiteit

De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit witloof van dezelfde oorsprong, variëteit, kwaliteit en groottesortering.

▼M5 —————

▼B

Ht (SIC! Het) zichtbare gedeelte van de inhoud van iedere verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.

▼M8

In afwijking van de voorgaande bepalingen in dit punt kunnen de onder deze verordening vallende producten in verkoopverpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan drie kg worden vermengd met verschillende soorten verse groenten en fruit onder de in Verordening (EG) nr. 48/2003 van de Commissie (7) vastgestelde voorwaarden.

▼B

B. Presentatie

Witloof van de klassen Extra, I en II moet worden gepresenteerd:

—op regelmatige wijze gerangschikt, of

—in kleine verpakkingen.

▼M2

Witloof met een onregelmatige vorm van klasse II►M5 —————moet worden gepresenteerd in een verpakking met een gewicht van ten minste 7 kg.

▼B

C. Verpakking

De verpakking van witloof moet zodanig zijn, dat deze de goede bescherming van het produkt waarborgt.

Indien het witloof wordt gepresenteerd in een houten verpakking, moet het door beschermend materiaal van alle wanden gescheiden zijn.

Het binnen de verpakkingseenheid gebruikte materiaal moet nieuw en schoon zijn en mag bij de produkten geen uitwendige of inwendige beschadigingen teweegbrengen. Er mag materiaal, en met name papier of zegels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits de bedrukking of de etikettering met niet-giftige inkt of lijm geschiedt.

In de verpakkingseenheid mogen geen vreemde substanties voorkomen.

▼M10

Het op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.

▼B

VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN

Iedere verpakkingseenheid moet, op een kant, duidelijk leesbaar en onuitwisbaar en van buitenaf zichtbaar de volgende gegevens vermelden:

▼M10

A. Identificatie

De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.

Deze vermelding mag worden vervangen:

—voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „verpakker en/of verzender” of een gelijkwaardige afkorting;

—uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code.

▼B

B. Aard van het produkt

„Witloof”, indien de inhoud van de verpakking van buitenaf niet zichtbaar is.

C. Oorsprong van het produkt

Land van oorsprong en, eventueel, produktiegebied of aanduiding van nationale, regionale of lokale benaming.

D. Handelskenmerken

▼M2

—klasse en, voor klasse II in voorkomend geval, de vermelding „onregelmatige vorm” en, facultatief, een overeenkomstige nationale aanduiding.

▼B

—maximum- en minimumlengte voor witloof van klasse II►M5 ————— waarvan de kroppen slechts een lengte hebben van 6 tot 12 cm.

E. Officieel controlemerk (facultatief)

▼M10

De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze laatste verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.



(1) PB nr. L 118 van 20. 5. 1972, blz. 1.

(2) PB nr. L 190 van 1. 7. 1982, blz. 7.

(3) PB nr. 30 van 20. 4. 1962, blz. 965/62.

(4) PB nr. 116 van 21. 7. 1964, blz. 1850/64.

(5) PB nr. 56 van 7. 7. 1962, blz. 1607/62.

(6) PB nr. L 157 van 28. 6. 1969, blz. 1.

(7) PB L 7 van 11.1.2003, blz. 65.