Home

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief

Artikel 1

1.

De Commissie stelt een goederennomenclatuur in, hierna „gecombineerde nomenclatuur” of, afgekort, „GN” te noemen, die zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel van de Gemeenschap en andere beleidsmaatregelen van de Gemeenschap in verband met de invoer en de uitvoer van goederen voldoet.

2.

De gecombineerde nomenclatuur omvat:

  1. de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem;

  2. de communautaire onderverdelingen van deze nomenclatuur, die „GN-onderverdelingen” worden genoemd wanneer daarnaast een invoerrecht wordt vermeld;

  3. de inleidende bepalingen, aanvullende aantekeningen op afdelingen of op hoofdstukken en de voetnoten met betrekking tot de GN-onderverdelingen.

3.

De gecombineerde nomenclatuur is opgenomen in bijlage I. De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief en, indien van toepassing, de bijzondere statistische maatstaven en andere noodzakelijke informatie zijn in deze bijlage vermeld.

Deze bijlage bevat het tarief van de conventionele rechten.

Wanneer evenwel het autonome recht lager is dan het conventionele recht of wanneer het conventionele recht niet van toepassing is, is het autonome recht eveneens in de genoemde bijlage vermeld.

Artikel 2

De Commissie stelt een geïntegreerd tarief van de Gemeenschappen, hierna „TARIC” genoemd, vast dat zowel aan de vereisten van het gemeenschappelijk douanetarief als aan die van de statistieken van de buitenlandse handel, het handels- en landbouwbeleid en andere beleidsmaatregelen van de Gemeenschap in verband met de invoer en de uitvoer van goederen voldoet.

Het geïntegreerd tarief is gebaseerd op de gecombineerde nomenclatuur en omvat:

  1. de in deze verordening vastgestelde bepalingen;

  2. de aanvullende communautaire onderverdelingen, „TARIC-onderverdelingen” genoemd, die noodzakelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van de in bijlage II vermelde specifieke maatregelen van de Gemeenschap;

  3. alle andere informatie die noodzakelijk is voor de tenuitvoerlegging of het beheer van de TARIC-codes en de aanvullende codes als omschreven in artikel 3, lid 2 en lid 3;

  4. de rechten van het douanetarief en andere in- en uitvoerheffingen, evenals de vrijstellingen van rechten en de preferentiële tarieven die bij de invoer of de uitvoer van bepaalde goederen van toepassing zijn;

  5. de in bijlage II vermelde bepalingen die bij de invoer en de uitvoer van bepaalde goederen van toepassing zijn.

Artikel 3

1.

Elke GN-onderverdeling is voorzien van een uit acht cijfers bestaand codenummer:

  1. de eerste zes cijfers vormen de codenummers van de posten en van de onderverdelingen van de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem;

  2. het zevende en het achtste cijfer dienen ter identificatie van de GN-onderverdelingen. Als een post of onderverdeling van een post van het geharmoniseerde systeem voor Gemeenschapsdoeleinden niet verder is onderverdeeld, wordt in plaats van het zevende en achtste cijfer „00” gebruikt.

2.

De Taric-onderverdelingen worden aangegeven door cijfers op de negende en tiende plaats, die samen met de in lid 1 bedoelde codenummers de Taric-codenummers vormen. Bij het ontbreken van een communautaire onderverdeling zijn het negende en tiende cijfer „00”.

3.

Bij wijze van uitzondering kunnen aanvullende Taric-codes van vier karakters worden gebruikt voor de toepassing van specifieke communautaire voorschriften die door de cijfers op de negende en tiende plaats niet of niet geheel gecodeerd zijn.

Artikel 5

1.

TARIC wordt door de Commissie en de lidstaten gebruikt voor de toepassing van de communautaire regelgeving betreffende de invoer in en de uitvoer uit de Gemeenschap.

2.

De TARIC-codes en de aanvullende TARIC-codes worden gebruikt bij de invoer en, in voorkomend geval, de uitvoer van goederen die onder de overeenkomstige onderverdelingen vallen.

3.

De lidstaten kunnen voor nationale doeleinden onderverdelingen of aanvullende codes toevoegen. Aan dergelijke onderverdelingen of aanvullende codes worden overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 2454/93 identificatiecodes toegekend.

Artikel 6

De Commissie draagt zorg voor het vaststellen, het bijwerken, het beheer en de publicatie van TARIC en maakt daarbij zoveel mogelijk gebruik van systemen voor automatische gegevensverwerking. In het bijzonder neemt zij maatregelen met het oog op:

  1. de integratie in TARIC van alle in deze verordening vervatte of in bijlage II genoemde maatregelen;

  2. de toekenning van TARIC-codes en aanvullende TARIC-codes;

  3. de onmiddellijke bijwerking van TARIC;

  4. de onmiddellijke bekendmaking van wijzigingen in TARIC met elektronische middelen.

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 12

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

BIJLAGE IGECOMBINEERDE NOMENCLATUUR