Home

Beschikking van de Commissie van 23 maart 1990 waarbij België wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (90/177/Euratom, EEG)

Beschikking van de Commissie van 23 maart 1990 waarbij België wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek) (90/177/Euratom, EEG)

1990D0177 — NL — 28.11.2014 — 004.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 23 maart 1990

waarbij België wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)

(90/177/Euratom, EEG)

(PB L 099 van 19.4.1990, blz. 24)

Gewijzigd bij:




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 23 maart 1990

waarbij België wordt gemachtigd geen rekening te houden met bepaalde categorieën handelingen en gebruik te maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde

(Slechts de teksten in de Nederlandse en de Franse taal zijn authentiek)

(90/177/Euratom, EEG)



Artikel 1

Voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde vanaf 1 januari 1989 wordt België op grond van artikel 6, lid 3, eerste streepje, van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 gemachtigd geen rekening te houden met de volgende, in de bijlagen E en F van de Zesde Richtlijn bedoelde categorieën handelingen:

▼M1 —————

▼B

2.diensten van schrijvers, kunstenaars en vertolkers van kunstwerken, voor zover het niet gaat om de diensten bedoeld in bijlage B van de Tweede Richtlijn 67/228/EEG van de Raad (5), te weten:

—diensten verleend aan de organisatoren van lezingen door conférenciers,

—diensten verleend aan de organisatoren van schouwspelen en concerten, aan de uitgevers van grammofoonplaten en andere geluidsdragers en aan de producenten van films en andere beelddragers door acteurs, dirigenten, musici en andere kunstenaars voor de uitvoering van toneel-, choreografische, cinematografische of muzikale werken of die van circusschouwspelen, muziekvariétés of voorstellingen van artistiek cabaret, en

—diensten verleend aan de organisatoren van wedstrijden of sportmanifestaties door personen die aan deze wedstrijden of manifestaties deelnemen (bijlage F, ex punt 2).

Artikel 2

Voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde vanaf 1 januari 1989 wordt België gemachtigd de grondslag betreffende de volgende categorieën handelingen, bedoeld in de bijlagen E en F van de Zesde Richtlijn, te berekenen aan de hand van ramingen:

1.diensten van reisbureaus als bedoeld in artikel 26 van de Zesde Richtlijn alsmede van reisbureaus die in naam en voor rekening van de reiziger handelen, voor reizen buiten de Gemeenschap (bijlage E, punt 15);

▼M3

2.diensten van advocaten, voor zover het niet gaat om de in bijlage B bij de Tweede Richtlijn 67/228/EEG bedoelde diensten (bijlage F, ex punt 2);

▼M2 —————

▼M3

4.leveringen van de in artikel 4, lid 3, van de Zesde Richtlijn 77/388/EEG bedoelde bouwterreinen (bijlage F, ex punt 16).

▼M4

Artikel 2 bis

In afwijking van artikel 2, lid 4, van dit Besluit wordt België gemachtigd om de grondslag van de btw-middelen van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020 te berekenen aan de hand van 0,21 % van de intermediaire grondslag voor de in punt 9 van bijlage X, deel B, van Richtlijn 2006/112/EG (6) vermelde handelingen (levering van gebouwen en bouwterreinen).

▼B

Artikel 3

Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België.



(1) PB nr. L 155 van 7. 6. 1989, blz. 9.

(2) PB nr. L 336 van 27. 12. 1977, blz. 8.

(3) PB nr. L 145 van 13. 6. 1977, blz. 1.

(4) PB nr. L 208 van 3. 9. 1984, blz. 58.

(5) PB nr. 71 van 14. 4. 1967, blz. 1303/67.

(6) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).