Home

Richtlijn van de Raad van 23 april 1990 inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (90/219/EEG)

Richtlijn van de Raad van 23 april 1990 inzake het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen (90/219/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europese Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

  1. Overwegende dat het optreden van de Gemeenschap op milieugebied krachtens het Verdrag berust op het beginsel van preventief handelen en tot doel heeft het milieu te behouden, te beschermen en te verbeteren, alsmede de gezondheid van de mens te beschermen;

  2. Overwegende dat in de resolutie van de Raad van 19 oktober 1987(4) inzake het vierde milieu-actieprogramma van de Europese Gemeenschappen wordt verklaard dat maatregelen met betrekking tot de evaluatie en het optimale gebruik van biotechnologie ten aanzien van het milieu een prioriteitsgebied moeten vormen, waarop de communautaire inspanningen zich moeten concentreren;

  3. Overwegende dat door de ontwikkeling van de biotechnologie een bijdrage wordt geleverd tot de economische expansie van de Lid-Staten; dat dit impliceert dat genetisch gemodificeerde micro-organismen bij activiteiten van uiteenlopende soort en omvang zullen worden toegepast;

  4. Overwegende dat het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen onder zodanige omstandigheden dient plaats te vinden dat eventuele negatieve effecten op de menselijke gezondheid en het milieu worden beperkt, waarbij de nodige aandacht moet worden besteed aan de preventie van ongevallen en het beheer van afvalstoffen;

  5. Overwegende dat micro-organismen, indien zij tijdens het ingeperkte gebruik in een Lid-Staat in het milieu zijn terechtgekomen, zich kunnen voortplanten en nationale grenzen kunnen overschrijden, waarbij zij in andere Lid-Staten van invloed zijn;

  6. Overwegende dat het voor een veilige ontwikkeling van de biotechnologie in de gehele Gemeenschap noodzakelijk is gemeenschappelijke maatregelen vast te stellen voor de beoordeling en vermindering van de potentiële risico's die zich voordoen tijdens alle activiteiten die het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen met zich brengen en passende voorwaarden voor het gebruik te stellen;

  7. Overwegende dat de precieze aard en omvang van de aan genetisch gemodificeerde micro-organismen verbonden risico's nog niet geheel bekend zijn en de gevaren ervan derhalve van geval tot geval moeten worden geanalyseerd; dat het ter beoordeling van het risico voor de menselijke gezondheid en het milieu noodzakelijk is eisen voor de risicoanalyse vast te stellen;

  8. Overwegende dat genetisch gemodificeerde micro-organismen op basis van het eruit voortvloeiende risico dienen te worden ingedeeld in klassen; dat daartoe criteria dienen te worden opgesteld; dat bijzondere aandacht moet worden geschonken aan activiteiten waarbij de meer riskante soorten genetisch gemodificeerde micro-organismen worden gebruikt;

  9. Overwegende dat er in de verschillende fasen van een activiteit passende inperkingsmaatregelen dienen te worden toegepast om emissies te beheersen en ongevallen te voorkomen;

  10. Overwegende dat een ieder die voor de eerste maal overgaat tot het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde organismen in een bepaalde installatie, hiervan kennisgeving moet doen aan de bevoegde instantie, zodat deze zich ervan kan vergewissen dat de voorgestelde installatie geschikt is voor het uitvoeren van de activiteit op een wijze die geen gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu inhoudt;

  11. Overwegende dat het tevens noodzakelijk is passende procedures vast te stellen voor het per geval kennis geven van specifieke activiteiten waarbij een ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen wordt gemaakt, rekening houdend met de mate van risico daarvan;

  12. Overwegende dat voor activiteiten waaraan grote risico's verbonden zijn, toestemming van de bevoegde instantie vereist moet zijn;

  13. Overwegende dat het juist kan worden geacht het publiek te raadplegen over het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen;

  14. Overwegende dat er passende maatregelen dienen te worden genomen om een ieder die door een ongeval kan worden getroffen over alle veiligheidsaspecten te informeren;

  15. Overwegende dat er noodplannen dienen te worden vastgesteld om bij ongevallen doelmatig te kunnen optreden;

  16. Overwegende dat de gebruiker de bevoegde instantie bij een ongeval onverwijld op de hoogte dient te stellen en de informatie moet verstrekken die nodig is voor een beoordeling van de gevolgen van het ongeval en voor het nemen van passende maatregelen;

  17. Overwegende dat de Commissie, in overleg met de Lid-Staten, een procedure dient vast te stellen voor de uitwisseling van informatie over ongevallen en dat de Commissie een lijst van dergelijke ongevallen dient aan te leggen;

  18. Overwegende dat het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen in de gehele Gemeenschap dient te worden gecontroleerd en dat de Lid-Staten daartoe bepaalde informatie aan de Commissie dienen te verstrekken;

  19. Overwegende dat een comité moet worden ingesteld dat de Commissie moet bijstaan bij problemen die verband houden met de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en met de aanpassing van de richtlijn aan de technische vooruitgang,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze richtlijn worden gemeenschappelijke maatregelen vastgesteld voor het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen om de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen.

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) „micro-organisme” :
elke cellulaire of niet-cellulaire microbiologische entiteit met het vermogen tot replicatie of tot overbrenging van genetisch materiaal, met inbegrip van virussen, viroïden, dierlijke en plantencellen in cultuur;
b) „genetisch gemodificeerd micro-organisme” (GGM):

een micro-organisme waarvan het genetische materiaal veranderd is op een wijze die van nature door voortplanting en/of natuurlijke recombinatie niet plaatsvindt.

Volgens deze definitie:

  1. vindt in elk geval genetische modificatie plaats indien een van de in bijlage I, deel A, genoemde technieken wordt toegepast;

  2. worden de in bijlage I, deel B, genoemde technieken niet beschouwd als technieken die tot genetische modificatie leiden;

c) „ingeperkt gebruik” :
elke activiteit waarbij micro-organismen genetisch worden gemodificeerd of waarbij dergelijke GGM's worden gekweekt, opgeslagen, getransporteerd, vernietigd, verwijderd of anderszins gebruikt en waarbij specifieke inperkingsmaatregelen worden gebruikt om het contact van die micro-organismen met de bevolking en het milieu te beperken en om aan zowel bevolking als milieu een hoog veiligheidsniveau te garanderen;
d) „ongeval” :
elk incident tijdens het ingeperkt gebruik waarbij onbedoeld een significante hoeveelheid GGM's vrijkomt waardoor de menselijke gezondheid of het milieu onmiddellijk of op termijn in gevaar kan worden gebracht;
e) „gebruiker” :
elke natuurlijke of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor het ingeperkt gebruik van GGM's;
f) „kennisgeving” :
het indienen van documenten met de vereiste gegevens bij de bevoegde instantie van een lidstaat.

Artikel 3

Onverminderd artikel 5, lid 1, is deze richtlijn niet van toepassing:

  • indien de genetische modificatie wordt verkregen door middel van de in bijlage II, deel A, genoemde technieken/methoden;

  • op ingeperkt gebruik van uitsluitend typen van GGM's die voldoen aan de criteria die worden genoemd in bijlage II, deel B, waarmee wordt vastgesteld dat zij onschadelijk zijn voor de menselijke gezondheid en het milieu. Deze typen van GGM's worden opgesomd in bijlage II, deel C.

Artikel 4

Artikel 5, lid 3, artikel 5, lid 6, en de artikelen 6 tot en met 12 zijn niet van toepassing op het transport van GGM's over de weg, per spoor, over de binnenwateren, over zee of door de lucht.

Deze richtlijn is niet van toepassing op de opslag, de kweek, het transport, de vernietiging, de verwijdering of het gebruik van GGM's die op de markt zijn gebracht overeenkomstig Richtlijn 90/220/EEG van de Raad van 23 april 1990 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu(5) of krachtens andere communautaire wetgeving die voorziet in een specifieke milieurisicobeoordeling die vergelijkbaar is met die van Richtlijn 90/220/EEG, op voorwaarde dat het ingeperkt gebruik in overeenstemming is met de eventueel aan de toestemming tot het in de handel brengen verbonden voorwaarden.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 20 bis

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE IIIBEGINSELEN DIE TEN GRONDSLAG LIGGEN AAN DE IN ARTIKEL 5, LID 2, BEDOELDE ANALYSE

BIJLAGE IVINPERKINGS- EN ANDERE BESCHERMINGSMAATREGELEN

BIJLAGE V