Home

Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen

Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische produktiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwprodukten en levensmiddelen

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Europese Parlement(2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(3),

  1. Overwegende dat de consumenten steeds meer vragen naar landbouwprodukten en levensmiddelen die op biologische wijze zijn geproduceerd; dat deze vraag een nieuwe markt voor landbouwprodukten doet ontstaan;

  2. Overwegende dat deze produkten op de markt duurder worden verkocht en dat bij deze produktiemethode de bodem minder intensief wordt gebruikt; dat de biologische produktiemethode derhalve een rol kan spelen bij de heroriëntering van het gemeenschappelijke landbouwbeleid, wat de verbetering van het evenwicht tussen het aanbod van en de vraag naar landbouwprodukten, de bescherming van het milieu en het behoud van het platteland betreft;

  3. Overwegende dat als gevolg van de groeiende vraag landbouwprodukten en levensmiddelen op de markt worden gebracht met aanduidingen die de kopers erop wijzen of hen doen geloven dat deze produkten op een biologische wijze of zonder het gebruik van synthetische chemische produkten zijn verkregen;

  4. Overwegende dat een aantal Lid-Staten reeds reglementeringen en controles hebben ingesteld met betrekking tot het gebruik van deze aanduidingen;

  5. Overwegende dat het vaststellen van een communautaire kaderregeling voor de produktie, de etikettering en de controle ontwikkelingsmogelijkheden biedt aan deze vorm van landbouw omdat daardoor een loyale concurrentie tussen de producenten van produkten met deze aanduidingen, en een grotere geloofwaardigheid van deze produkten in de ogen van de consumenten wordt gewaarborgd; dat daardoor ook belemmeringen van het intracommunautaire handelsverkeer in deze produkten kunnen worden voorkomen;

  6. Overwegende dat de biologische produktiemethode een bijzondere landbouwmethode is; dat derhalve dient te worden bepaald dat de verwijzing naar een biologische produktiemethode op etiketten van verwerkte produkten betrekking moet hebben op de volgens deze produktiemethode verkregen ingrediënten;

  7. Overwegende dat met het oog op de uitvoering van de voorgenomen bepalingen soepele procedures moeten worden vastgesteld om bepaalde technische regels of bepaalde maatregelen op grond van de ervaring te kunnen aanpassen, aanvullen of preciseren; dat deze verordening binnen een passende termijn zal worden aangevuld met overeenkomstige regelingen voor dierlijke produkten;

  8. Overwegende dat, in het belang van producenten en kopers van produkten waarop aanduidingen voorkomen die betrekking hebben op de biologische produktiemethode, de principes moeten worden omschreven waaraan in elk geval moet worden voldaan om een produkt met deze aanduidingen te mogen aanbieden;

  9. Overwegende dat de biologische produktiemethode belangrijke beperkingen met zich brengt voor wat betreft het gebruik van meststoffen of bestrijdingsmiddelen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor het milieu of kunnen leiden tot de aanwezigheid van residuen in agrarische produkten; dat het in deze context passend is de op het moment van de aanneming van deze verordening in de Gemeenschap aanvaarde praktijken na te leven volgens de praktijkcodes die in de Gemeenschap op dat moment van kracht zijn; dat het voorts passend is voor de toekomst beginselen vast te stellen voor het toelaten van produkten die in dit type landbouw gebruikt mogen worden;

  10. Overwegende dat de biologische landbouw voorts gebruik maakt van uiteenlopende teeltmaatregelen en in beperkte mate niet-chemische, weinig oplosbare meststoffen en bodemverbeteringsmiddelen toepast; dat deze teeltmaatregelen dienen te worden gepreciseerd en dat voor bepaalde niet-synthetische chemische produkten de gebruiksvoorwaarden moeten worden omschreven;

  11. Overwegende dat het met de voorgenomen procedures mogelijk is, indien dit noodzakelijk blijkt, bijlage I aan te vullen met meer specifieke bepalingen die ertoe strekken de aanwezigheid van bepaalde residuen van synthetische chemische stoffen van andere herkomst dan de landbouw (milieuverontreiniging) in de produkten die volgens deze produktiemethode zijn verkregen, te vermijden;

  12. Overwegende dat, om de naleving van de produktieregels te controleren, in principe in alle stadia van de produktie en het in de handel brengen controles moeten worden uitgevoerd;

  13. Overwegende dat voor alle marktdeelnemers die produkten produceren of bereiden waarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de ecologische produktiemethodes, regelmatig controles dienen te worden verricht die aan communautaire minimumeisen voldoen en worden toegepast door daartoe aangewezen overheidsinstanties en/of door erkende en onder toezicht staande particuliere instanties; dat moet worden toegestaan dat op de etikettering van de betrokken produkten een communautaire controleaanduiding wordt aangebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Werkingssfeer

Artikel 1

1.

Deze verordening is van toepassing op de hieronder omschreven producten voorzover daarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode of waarvan het in de bedoeling ligt op die producten dergelijke aanduidingen aan te brengen:

  1. onverwerkte plantaardige landbouwproducten; voorts dieren en niet-verwerkte dierlijke producten voorzover daarvoor productievoorschriften en bijzondere controlebepalingen zijn opgenomen in de bijlagen I en III;

  2. verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie die voornamelijk bereid zijn uit een of meer ingrediënten van plantaardige en/of dierlijke oorsprong;

  3. diervoeders, mengvoeders en voedermiddelen die niet onder a) vallen, met ingang van de inwerkingtreding van de in artikel 1, lid 3, bedoelde verordening.

2.

In afwijking van lid 1 zijn, zolang de nadere productievoorschriften voor bepaalde diersoorten niet vastgelegd zijn in bijlage I, de etiketteringsvoorschriften van artikel 5 en de controlevoorschriften van de artikelen 8 en 9 van toepassing voor deze diersoorten en de producten daarvan, met uitzondering van aquacultuur en producten van aquacultuur. In afwachting van de vaststelling van nadere productievoorschriften, zijn de nationale voorschriften of, bij afwezigheid daarvan, door de lidstaten aanvaarde of erkende private normen van toepassing.

3.

De Commissie zal uiterlijk op 24 augustus 2001 volgens de procedure van artikel 14 een verordening voorstellen inzake etiketteringsvoorschriften alsmede controlevoorschriften en voorzorgsmaatregelen voor de in lid 1, onder c), bedoelde producten, voorzover die voorschriften specifiek verband houden met de biologische productiemethode.

In afwachting van de aanneming van de in de eerste alinea bedoelde verordening voor de in lid 1, onder c), bedoelde producten zijn de nationale voorschriften in overeenstemming met de communautaire wetgeving of, bij afwezigheid daarvan, door de lidstaten aanvaarde of erkende private normen van toepassing.

Artikel 2

In de zin van deze verordening worden producten geacht producten te zijn waarop aanduidingen voorkomen die verwijzen naar de biologische productiemethode, wanneer die producten, ingrediënten of voedermiddelen in de etikettering, de reclame of de handelsdocumenten worden beschreven in termen die de koper doen aannemen dat de producten, ingrediënten of voedermiddelen zijn verkregen overeenkomstig de in artikel 6 vervatte productieregels. In het bijzonder worden de volgende termen of hun gebruikelijke afgeleide (zoals „bio”, „eco”, enz.) of verkorte vormen, alleen of in combinatie, in de gehele Gemeenschap en in alle talen van de Gemeenschap geacht aanduidingen te zijn die verwijzen naar de biologische productiemethode, tenzij zij niet worden gebruikt voor landbouwproducten in levensmiddelen of diervoeders, of kennelijk geen verband houden met die productiemethode:

  • in het Bulgaars:

    биологичен,

  • in het Spaans:

    ecológico,

  • in het Deens:

    økologisk,

  • in het Duits:

    ökologisch, biologisch,

  • in het Grieks:

    βιολογικό,

  • in het Engels:

    organic,

  • in het Frans:

    biologique,

  • in het Italiaans:

    biologico,

  • in het Nederlands:

    biologisch,

  • in het Portugees:

    biológico,

  • in het Roemeens:

    ecologic,

  • in het Fins:

    luonnonmukainen,

  • in het Zweeds:

    ekologisk.

Artikel 3

Deze verordening doet geen afbreuk aan andere communautaire bepalingen of nationale bepalingen overeenkomstig het Gemeenschapsrecht die van toepassing zijn op de in artikel 1 bedoelde producten, zoals bepalingen inzake de productie, de bereiding, het in de handel brengen, de etikettering en de controle, met inbegrip van de wetgeving betreffende levensmiddelen en diervoeding.

Definities

Artikel 4

Etikettering

Artikel 5

Produktieregels

Artikel 6

Artikel 6 bis

Artikel 7

Controlesysteem

Artikel 8

Artikel 9

Aanduiding van voldoening aan de controle-eisen

Artikel 10

Algemene uitvoeringsmaatregelen

Artikel 10 bis

Invoer uit derde landen

Artikel 11

Vrij verkeer binnen de Gemeenschap

Artikel 12

Administratieve bepalingen en tenuitvoerlegging

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15 bis

Artikel 16

BIJLAGE IPRINCIPES VAN DE BIOLOGISCHE PRODUKTIE OP LANDBOUWGEBIED

BIJLAGE II

BIJLAGE IIIMINIMUMEISEN INZAKE CONTROLE EN VOORZORGSMAATREGELEN IN HET KADER VAN DE IN DE ARTIKELEN 8 EN 9 BEDOELDE CONTROLEREGELING

BIJLAGE IVTE VERMELDEN GEGEVENS IN HET KADER VAN DE IN ARTIKEL 8, LID 1, BEDOELDE KENNISGEVING

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

BIJLAGE VIIIMinimumoppervlakte van de binnen- en buitenruimten en andere kenmerken van de huisvesting voor de verschillende soorten en productietypes