Home

Verordening (EEG) n r. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek

Verordening (EEG) n r. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek

TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 TOEPASSINGSGEBIED EN BASISDEFINITIES

Artikel 1

Dit wetboek, alsmede de communautaire en nationale bepalingen die ter uitvoering ervan worden vastgesteld, vormen de douanewetgeving. Onverminderd de bijzondere bepalingen die op andere gebieden zijn vastgesteld, is het wetboek van toepassing op

  • het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en derde landen;

  • de goederen die onder een van de Verdragen tot oprichting van respectievelijk de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie vallen.

Artikel 2

1.

Behoudens andersluidende bepalingen die hetzij uit internationale overeenkomsten of uit gebruikelijke handelwijzen met een beperkte geografische en economische draagwijdte, hetzij uit autonome communautaire maatregelen voortvloeien, is de communautaire douanewetgeving in het gehele douanegebied van de Gemeenschap op eenvormige wijze van toepassing.

2.

Sommige bepalingen van de communautaire douanewetgeving kunnen eveneens buiten het douanegebied van de Gemeenschap van toepassing zijn, in het kader van hetzij specifieke regelingen, hetzij internationale overeenkomsten.

Artikel 3

1.

Het douanegebied van de Gemeenschap omvat:

  • het grondgebied van het Koninkrijk België;

  • het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, met uitzondering van de Faeröer en Groenland;

  • het grondgebied van de Bondsrepubliek Duitsland, met uitzondering van enerzijds het eiland Helgoland en anderzijds het grondgebied van Büsingen (Verdrag van 23 november 1964 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Zwitserse Bondsstaat);

  • het grondgebied van de Helleense Republiek;

  • het grondgebied van het Koninkrijk Spanje, met uitzondering van Ceuta en Melilla;

  • het grondgebied van de Franse Republiek, met uitzondering van de overzeese gebieden, van St. Pierre en Miquelon en van Mayotte;

  • het grondgebied van Ierland;

  • het grondgebied van de Italiaanse Republiek, met uitzondering van de gemeenten Livigno en Campione d'Italia, alsmede van de nationale wateren van het Meer van Lugano vanaf de oever tot aan de politieke grens van de zone tussen Ponte Tresa en Porto Ceresio;

  • het grondgebied van het Groothertogdom Luxemburg;

  • het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa;

  • het grondgebied van de Republiek Oostenrijk;

  • het grondgebied van de Portugese Republiek;

  • het grondgebied van de Republiek Finland;

  • het grondgebied van het Koninkrijk Zweden;

  • het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Irland, alsmede de Kanaaleilanden en het eiland Man;

  • het grondgebied van de Tsjechische Republiek;

  • het grondgebied van de Republiek Estland;

  • het grondgebied van de Republiek Cyprus;

  • het grondgebied van de Republiek Letland;

  • het grondgebied van de Republiek Litouwen;

  • het grondgebied van de Republiek Hongarije;

  • het grondgebied van de Republiek Malta;

  • het grondgebied van de Republiek Polen;

  • het grondgebied van de Republiek Slovenië;

  • het grondgebied van de Slowaakse Republiek;

  • het grondgebied van de Republiek Bulgarije;

  • het grondgebied van Roemenië;

  • het grondgebied van de Republiek Kroatië.

2.

De volgende gebieden worden, hoewel zij buiten het grondgebied van de lidstaten zijn gelegen, gezien de daarop van toepassing zijnde overeenkomsten en verdragen, beschouwd als deel uitmakende van het douanegebied van de Gemeenschap:

  1. FRANKRIJK

    Het grondgebied van het Vorstendom Monaco, zoals omschreven in de op 18 mei 1963 in Parijs ondertekende douaneovereenkomst (Journal Officiel van de Franse Republiek van 27 september 1963, blz. 8679).

  2. CYPRUS

    Het grondgebied van Akrotiri en Dhekelia, zijnde de zones van Cyprus die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk vallen als omschreven in het Verdrag betreffende de oprichting van de Republiek Cyprus, ondertekend in Nicosia op 16 augustus 1960 (United Kingdom Treaty Series No 4 (1961), Cmnd 1252).

3.

In het douanegebied van de Gemeenschap zijn begrepen de territoriale zee, de maritieme binnenwateren en het luchtruim van de Lid-Staten en van de in lid 2 bedoelde gebieden, met uitzondering van de territoriale zee, de maritieme binnenwateren en het luchtruim van de gebieden die overeenkomstig lid 1 niet onder het douanegebied van de Gemeenschap vallen.

Artikel 4

HOOFDSTUK 2 DIVERSE ALGEMENE BEPALINGEN BETREFFENDE MET NAME DE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN PERSONEN TEN AANZIEN VAN DE DOUANEWETGEVING

Afdeling 1 Recht van vertegenwoordiging

Artikel 5

Afdeling 1 bis Geautoriseerde marktdeelnemers

Artikel 5 bis

Afdeling 2 Beschikkingen betreffende de toepassing van de douanewetgeving

Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10

Afdeling 3 Inlichtingen

Artikel 11
Artikel 12

Afdeling 4 Overige bepalingen

Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19

TITEL II ELEMENTEN WELKE TEN GRONDSLAG LIGGEN AAN DE TOEPASSING VAN DE RECHTEN BIJ INVOER EN DE RECHTEN BIJ UITVOER EN DE ANDERE MAATREGELEN WAARAAN HET GOEDERENVERKEER IS ONDERWORPEN

HOOFDSTUK 1 DOUANETARIEF VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN TARIEFINDELING VAN GOEDEREN

Artikel 20

Artikel 21

HOOFDSTUK 2 OORSPRONG VAN GOEDEREN

Afdeling 1 Niet-preferentiè le oorsprong

Artikel 22
Artikel 23
Artikel 24
Artikel 25
Artikel 26

Afdeling 2 Preferentiè le oorsprong

Artikel 27

HOOFDSTUK 3 DOUANEWAARDE VAN GOEDEREN

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35

Artikel 36

TITEL III BEPALINGEN DIE OP DE IN HET DOUANEGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP BINNENGEBRACHTE GOEDEREN VAN TOEPASSING ZIJN TOT DEZE EEN DOUANEBESTEMMING HEBBEN GEKREGEN

HOOFDSTUK 1 HET BINNENBRENGEN VAN GOEDEREN IN HET DOUANEGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP

Artikel 36 bis

Artikel 36 ter

Artikel 36 quater

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

HOOFDSTUK 2 HET AANBRENGEN VAN GOEDEREN BIJ DE DOUANE

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

HOOFDSTUK 3 LOSSING VAN BIJ DE DOUANE AANGEBRACHTE GOEDEREN

Artikel 46

Artikel 47

HOOFDSTUK 4 VERPLICHTING DE BIJ DE DOUANE AANGEBRACHTE GOEDEREN EEN DOUANEBESTEMMING TE GEVEN

Artikel 48

Artikel 49

HOOFDSTUK 5 TIJDELIJKE OPSLAG VAN GOEDEREN

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 52

Artikel 53

HOOFDSTUK 6 BEPALINGEN WELKE VAN TOEPASSING ZIJN OP NIET-COMMUNAUTAIRE GOEDEREN DIE ONDER EEN REGELING VOOR DOUANEVERVOER ZIJN VERVOERD

Artikel 54

Artikel 55

HOOFDSTUK 7 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 56

Artikel 57

TITEL IV DOUANEBESTEMMINGEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 58

HOOFDSTUK 2 DOUANEREGELINGEN

Afdeling 1 Plaatsing van goederen onder een douaneregeling

Artikel 59
Artikel 60
Artikel 61
A.Schriftelijke aangiften
I.Normale procedure
II.Vereenvoudigde procedures
B.Andere aangiften
Artikel 77
C.Controle achteraf van de aangiften
Artikel 78

Afdeling 2 Het in het vrije verkeer brengen

Artikel 79
Artikel 80
Artikel 81
Artikel 82
Artikel 83

Afdeling 3 De schorsingsregelingen en de economische douaneregelingen

A.Bepalingen die verscheidene regelingen gemeen hebben
Artikel 84
Artikel 85
Artikel 86
Artikel 87
Artikel 87 bis
Artikel 88
Artikel 89
Artikel 90
B.Extern douanevervoer
I.Algemene bepalingen
II.Bijzondere bepalingen betreffende het externe communautaire douanevervoer
C.Douane-entrepots
Artikel 98
Artikel 99
Artikel 100
Artikel 101
Artikel 102
Artikel 103
Artikel 104
Artikel 105
Artikel 106
Artikel 107
Artikel 108
Artikel 109
Artikel 110
Artikel 111
Artikel 112
Artikel 113
D.Actieve veredeling
I.Algemeen
II.Afgifte van de vergunning
III.Werking van de regeling
IV.Buiten het douanegebied van de Gemeenschap te verrichten veredelingshandelingen
V.Bijzondere bepalingen met betrekking tot het terugbetalingssysteem
VI.Overige bepalingen
E.Behandeling onder douanetoezicht
Artikel 130
Artikel 131
Artikel 132
Artikel 133
Artikel 134
Artikel 135
Artikel 136
F.Tijdelijke invoer
Artikel 137
Artikel 138
Artikel 139
Artikel 140
Artikel 141
Artikel 142
Artikel 143
Artikel 144
G.Passieve veredeling
I.Algemeen
II.Afgifte van de vergunning
III.Werking van de regeling
IV.Passieve veredeling met gebruikmaking van het systeem uitwisselingsverkeer
V.Overige bepalingen

Afdeling 4 Uitvoer

Artikel 161
Artikel 162

Afdeling 5 Intern douanevervoer

Artikel 163
Artikel 164
Artikel 165

HOOFDSTUK 3 DE OVERIGE DOUANEBESTEMMINGEN

Afdeling 1 Vrije zones en vrije entrepots

A.Algemeen
Artikel 166
Artikel 167
Artikel 168
Artikel 168 bis
B.Binnenkomst van goederen in vrije zones of vrije entrepots
Artikel 169
Artikel 170
C.Werking van de vrije zones en de vrije entrepots
Artikel 171
Artikel 172
Artikel 173
Artikel 174
Artikel 175
Artikel 176
D.Uitslag van goederen uit vrije zones of vrije entrepots
Artikel 177
Artikel 178
Artikel 179
Artikel 180
Artikel 181

Afdeling 2 Wederuitvoer, vernietiging en afstand van goederen

Artikel 182

TITEL V GOEDEREN DIE HET DOUANEGEBIED VAN DE GEMEENSCHAP VERLATEN

Artikel 182 bis

Artikel 182 ter

Artikel 182 quater

Artikel 182 quinquies

Artikel 183

TITEL VI DE BEGUNSTIGDE VERRICHTINGEN

HOOFDSTUK 1 VRIJSTELLINGEN

Artikel 184

HOOFDSTUK 2 TERUGKERENDE GOEDEREN

Artikel 185

Artikel 186

Artikel 187

HOOFDSTUK 3 PRODUKTEN VAN DE ZEEVISSERIJ EN ANDERE UIT ZEE GEWONNEN PRODUKTEN

Artikel 188

TITEL VII DOUANESCHULD

HOOFDSTUK 1 ZEKERHEIDSTELLING VOOR HET BEDRAG VAN DE DOUANESCHULD

Artikel 189

Artikel 190

Artikel 191

Artikel 192

Artikel 193

Artikel 194

Artikel 195

Artikel 196

Artikel 197

Artikel 198

Artikel 199

Artikel 200

HOOFDSTUK 2 ONTSTAAN VAN DE DOUANESCHULD

Artikel 201

Artikel 202

Artikel 203

Artikel 204

Artikel 205

Artikel 206

Artikel 207

Artikel 208

Artikel 209

Artikel 210

Artikel 211

Artikel 212

Artikel 212 bis

Artikel 213

Artikel 214

Artikel 215

Artikel 216

HOOFDSTUK 3 INVORDERING VAN HET BEDRAG VAN DE DOUANESCHULD

Afdeling 1 Boeking en mededeling van het bedrag van de rechten aan de schuldenaar

Artikel 217
Artikel 218
Artikel 219
Artikel 220
Artikel 221

Afdeling 2 Termijn en wijzen van betaling van het bedrag aan rechten

Artikel 222
Artikel 223
Artikel 224
Artikel 225
Artikel 226
Artikel 227
Artikel 228
Artikel 229
Artikel 230
Artikel 231
Artikel 232

HOOFDSTUK 4 TENIETGAAN VAN DE DOUANESCHULD

Artikel 233

Artikel 234

HOOFDSTUK 5 TERUGBETALING EN KWIJTSCHELDING VAN RECHTEN

Artikel 235

Artikel 236

Artikel 237

Artikel 238

Artikel 239

Artikel 240

Artikel 241

Artikel 242

TITEL VIII RECHT OP BEROEP

Artikel 243

Artikel 244

Artikel 245

Artikel 246

TITEL IX SLOTBEPALINGEN

HOOFDSTUK 1 COMITÉ DOUANEWETBOEK

Artikel 247

Artikel 247 bis

Artikel 248

Artikel 248 bis

Artikel 249

HOOFDSTUK 2 RECHTSGEVOLGEN IN EEN LID-STAAT VAN IN EEN ANDERE LID-STAAT GETROFFEN MAATREGELEN, VAN ALDAAR AFGEGEVEN DOCUMENTEN EN ALDAAR GEDANE VASTSTELLINGEN

Artikel 250

HOOFDSTUK 3 OVERIGE SLOTBEPALINGEN

Artikel 251

Artikel 252

Artikel 253