Home

Verordening (EEG) nr. 3149/92 van de Commissie van 29 oktober 1992 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap

Verordening (EEG) nr. 3149/92 van de Commissie van 29 oktober 1992 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 3730/87 van de Raad van 10 december 1987 houdende algemene voorschriften voor de levering van levensmiddelen uit interventievoorraden aan bepaalde organisaties met het oog op verstrekking aan de meest hulphoevenden in de Gemeenschap(1), en met name op artikel 6,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1676/85 van de Raad van 11 juni 1985 inzake de waarde van de rekeneenheid en de omrekeningskoersen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid moeten worden toegepast(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2205/90(3), en met name op artikel 2, lid 4, en op artikel 12,

  1. Overwegende dat de ervaring met de bij Verordening (EEG) nr. 3730/87 ingestelde regeling heeft geleerd dat de bepalingen ter uitvoering van de regeling die bij Verordening (EEG) nr. 3744/87 van de Commissie(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 583/91(5), zijn vastgesteld, aanpassing behoeven; dat die verordening gemaks- en duidelijkheidshalve dient te worden vervangen;

  2. Overwegende dat in de eerste plaats de procedure en de voorschriften inzake de opstelling van het jaarprogramma voor de distributie van produkten uit de interventievoorraden, dat door de Commissie op basis van door de Lid-Staten verstrekte gegevens wordt opgesteld, vereenvoudiging behoeft; dat het vastgestelde tijdschema dient te worden gewijzigd, daarbij rekening houdend met enerzijds de vereisten inzake de distributie van produkten aan de begunstigden en anderzijds die inzake het financieel beheer van de interventievoorraden;

  3. Overwegende dat de levering van landbouwprodukten en levensmiddelen aan de meest behoeftigen in de Gemeenschap in het algemeen uit interventievoorraden geschiedt, in de vorm van verpakte of verwerkte produkten; dat het gestelde doel evenwel ook kan worden bereikt door levering van landbouwprodukten en levensmiddelen die tot dezelfde categorie van op de markt van de Gemeenschap beschikbaar gestelde produkten behoren; dat in een dergelijk geval de betaling voor de levering door overdracht van aan de interventieopslagplaatsen te onttrekken produkten geschiedt;

  4. Overwegende dat goed beheer van de regeling vergt dat als de levering betrekking heeft op verwerkte produkten of op produkten die een specifieke verpakking behoeven, een inschrijving dient te worden gehouden om de voordeligste leveringsvoorwaarden te bepalen;

  5. Overwegende dat bepalingen dienen te worden vastgesteld inzake de vergoeding van de liefdadigheidsinstellingen, binnen de perken van de beschikbare kredieten, voor de kosten voor het vervoer van de produkten en, in voorkomend geval, voor de administratiekosten; dat de vervoerkosten op basis van forfaitaire bedragen worden vergoed; dat evenwel de mogelijkheid dient te worden geboden om de vervoerkosten langs de weg van openbare inschrijving vast te stellen; dat ook dient te worden bepaald tegen welke waarde de uit de interventievoorraden uitgeslagen produkten als uitgavenpost voor het EOGFL, afdeling Garantie, moeten worden geboekt en welke regeling bij overdracht van voorraden van een Lid-Staat aan een andere Lid-Staat dient te worden gevolgd;

  6. Overwegende dat dient te worden bepaald tegen welke koersen enerzijds de boekwaarde van de produkten en anderzijds de kosten, met name de vervoer- en administratiekosten, moeten worden omgerekend; dat, ten einde monetaire distorsies te voorkomen, in het bijzonder voor deze kosten een koers dient te worden gebruikt die meer met de economische realiteit in overeenstemming is dan de landbouwomrekeningskoers, met toepassing evenwel van de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1676/85 bedoelde correctiefactor; dat bij artikel 3 bis van Verordening (EEG) nr. 3152/85 van de Commissie(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3237/90(7), houdende uitvoeringsbepalingen van voornoemde verordening van de Raad in bekendmaking van deze koers is voorzien;

  7. Overwegende dat het, gezien het doel van deze regeling en de aard van de overdrachten van interventieprodukten, gerechtvaardigd is om de bepalingen inzake de compenserende bedragen toetreding en, in voorkomend geval, de in de Toetredingsakte van Spanje en Portugal vastgestelde aanvullende regeling van het handelsverkeer niet voor de onderhavige regeling toe te passen;

  8. Overwegende dat dient te worden bepaald dat de bepalingen van deze verordening bij het begin van de periode van uitvoering van het distributieprogramma, namelijk 1 oktober 1992, van toepassing worden;

  9. Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met de adviezen van alle betrokken Comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

De Lid-Staten die de bij Verordening (EEG) nr. 3730/87 ingestelde actie ten gunste van de meest behoeftigen in de Gemeenschap wensen toe te passen, stellen de Commissie daarvan in kennis telkens uiterlijk op 15 februari voorafgaand aan de periode van uitvoering van het in artikel 2 bedoelde jaarprogramma.

2.

De betrokken Lid-Staten verstrekken de Commissie uiterlijk op 31 mei de volgende gegevens:

  1. per soort produkt de in ton uitgedrukte hoeveelheden die nodig zijn om op hun grondgebied het programma voor het betrokken boekjaar uit te voeren;

  2. de vorm waarin de produkten aan de begunstigden zullen worden gedistribueerd;

  3. de criteria om als begunstigde in aanmerking te komen;

  4. in voorkomend geval de koers voor de kosten tot betaling waarvan op grond van artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 3730/87 de begunstigden kunnen worden verplicht.

3.

Voor de toepassing van deze verordening bedoelt men met „meest behoeftigen” natuurlijke personen, individuen en gezinnen of uit dergelijke personen samengestelde groepen, die zich in een situatie van sociale en financiële afhankelijkheid bevinden die is vastgesteld of erkend op basis van voor de identificatie van de begunstigden bestemde criteria die door de liefdadigheidsorganisaties zijn vastgesteld en door de bevoegde autoriteiten zijn goedgekeurd.

Artikel 2

1.

De Commissie stelt jaarlijks vóór 1 oktober een naar Lid-Staat gespecificeerd jaarprogramma vast voor de distributie van levensmiddelen voor de meest behoeftigen. Met het oog op de verdeling van de beschikbare middelen over de Lid-Staten houdt de Commissie rekening met de betrouwbaarste ramingen van het aantal meest behoeftigen in de betrokken Lid-Staten. Zij houdt daarbij tevens rekening met uitvoering en gebruik in de voorgaande begrotingsjaren, daarbij met name uitgaande van de in artikel 10 van deze verordening bedoelde verslagen.

2.

Vóór de opstelling van het jaarprogramma raadpleegt de Commissie de belangrijkste organisaties die met de problematiek van de meest behoeftigen in de Gemeenschap vertrouwd zijn.

3.

Het programma bevat met name:

  1. voor elk van Lid-Staten die aan de actie deelnemen:

    1. de voor de uitvoering van zijn deel van het programma beschikbaar gestelde maximale financiële middelen;

    2. de hoeveelheid die voor elke soort produkten uit de interventievoorraden mag worden genomen;

    3. het bedrag dat hem voor elk produkt wordt toegewezen voor de aankoop op de communautaire markt ingeval bij de goedkeuring van het jaarprogramma geconstateerd wordt dat genoemd produkt tijdelijk niet beschikbaar is in de interventievoorraden.

      Bij de vaststelling van dit bedrag wordt voor elk produkt rekening gehouden met de hoeveelheid die vermeld is in de mededeling als bedoeld in artikel 1, lid 2, met de hoeveelheden die niet beschikbaar zijn in de interventievoorraden, de in de voorgaande begrotingsjaren gevraagde en beschikbaar gestelde produkten en met het daadwerkelijke gebruik dat daarvan is gemaakt.

      Het bedoelde bedrag wordt uitgedrukt in ecu, daarbij uitgaande van de overeenkomstig artikel 5, lid 1, vastgestelde boekwaarde van de produkten die niet in de interventievoorraden beschikbaar zijn;

    4. eventueel een bedrag dat wordt toegewezen met het oog op de aankoop, op de communautaire markt, van een of meer produkten dat/die niet beschikbaar is/zijn in de Lid-Staat waar er behoefte aan is, als de intracommunautaire overdracht die nodig zou zijn om het programma in die Lid-Staat ten uitvoer te leggen betrekking zou hebben op maximaal 60 ton per niet-beschikbaar produkt.

      Dit bedrag wordt uitgedrukt in ecu, daarbij uitgaande van de overeenkomstig artikel 5, lid 1, vastgestelde boekwaarde van het betrokken produkt;

  2. de benodigde kredieten om de kosten te dekken van de intracommunautaire overdracht van produkten die in het bezit zijn van een interventiebureau in een andere Lid-Staat.

4.

De Commissie draagt zorg voor een zo spoedig mogelijke publikatie van het programma.

Artikel 3

1.

De periode van uitvoering van het programma begint op 1 oktober en eindigt op 31 december van het daaropvolgende jaar.

2.

De uitslag van de producten uit de interventievoorraden vindt plaats van 1 oktober tot en met 31 augustus van het daaropvolgende jaar volgens een regelmatig ritme dat is afgestemd op de uitvoering van het programma.

70 % van de in artikel 2, lid 3, punt 1, onder b), bedoelde hoeveelheden moet vóór 1 juli van het jaar van uitvoering van het programma worden uitgeslagen uit de voorraden; deze verplichting geldt evenwel niet voor de toewijzingen die betrekking hebben op hoeveelheden van maximaal 500 t. De hoeveelheden die op 30 september van het jaar van uitvoering van het programma niet uit de interventievoorraden zijn uitgeslagen ten voordele van de lidstaat waaraan ze zijn toegewezen, worden in het kader van het betrokken programma niet meer aan die lidstaat toegewezen.

In het geval van boter en mageremelkpoeder moet evenwel 70 % van de producten uit de interventievoorraden worden uitgeslagen vóór 1 maart van het jaar van uitvoering van het programma in het kader van het programma 2005 en vóór 1 februari met ingang van de uitvoering van het programma 2006. Deze verplichting geldt niet voor de toewijzingen die betrekking hebben op hoeveelheden van maximaal 500 t.

De voor uitslag bestemde producten moeten uiterlijk 60 dagen na de gunning van de opdracht uit de interventiehoeveelheden zijn gehaald.

3.

Tijdens de periode van uitvoering van het programma stellen de lidstaten de Commissie onverwijld in kennis van wijzigingen die, met inachtneming van de grenzen van de aan hen ter beschikking gestelde financiële middelen, zijn aangebracht aan de uitvoering van het programma op hun grondgebied. Deze kennisgeving dient vergezeld te gaan van alle mogelijke nuttige inlichtingen. Wanneer de met redenen omklede wijzigingen betrekking hebben op ten minste 5 % van de hoeveelheden of de waarden die voor elk product in het communautaire programma zijn ingeschreven, wordt het programma herzien.

4.

De lidstaten stellen de Commissie onverwijld in kennis van de bij de uitvoering van het programma te verwachte besparingen. De Commissie kan de ongebruikte middelen aan andere lidstaten toewijzen, rekening houdend met de aanvragen van die lidstaten, het daadwerkelijke gebruik van de ter beschikking gestelde producten en de tijdens de afgelopen jaren verrichte toewijzingen.

Artikel 4

1.

De uitvoering van het programma omvat:

  1. De levering van de uit de interventievoorraden uitgeslagen produkten;

  2. De levering van overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 3, onder c) en d), op de communautaire markt aangekochte produkten.

    Het op de markt aangekochte produkt moet behoren tot dezelfde produktgroep als het produkt dat tijdelijk in de interventievoorraden niet beschikbaar is.

    Indien evenwel geen rundvlees in de interventievoorraden beschikbaar is, mag op de markt elk vleesprodukt worden aangekocht. In dat geval moet het vleesprodukt, qua gewicht, meer dan 50 % uitmaken van het aan de meest behoeftigen verschafte levensmiddel.

    Een bepaald produkt mag slechts op de markt worden aangekocht als alle hoeveelheden van het produkt van dezelfde groep die overeenkomstig artikel 2, lid 3, punt 1, onder b), zijn uitgeslagen uit interventievoorraden, met inbegrip van de hoeveelheden die op grond van artikel 7 zijn overgedragen, reeds zijn toegekend. De bevoegde nationale instantie stelt de Commissie in kennis van de aanvang van de procedures voor het aankopen op de markt.

2.

Wanneer de levering betrekking heeft op:

  1. uit interventievoorraden uitgeslagen produkten, houdt de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat een inschrijving of laat zij een inschrijving houden om de voordeligste voorwaarden voor de levering te bepalen. In het inschrijvingsbericht worden de aard en de kenmerken van het te leveren produkt nauwkeurig beschreven.Het te leveren product is hetzij in ongewijzigde staat of na verpakking en/of verwerking aan de interventievoorraden onttrokken, hetzij op de markt aangekocht door een product te onttrekken aan de interventievoorraad bij wijze van betaling voor de levering.

    De inschrijving heeft betrekking op:

    • hetzij de kosten voor de verwerking en/of de verpakking van de uit de interventievoorraden afkomstige produkten,

    • hetzij de hoeveelheid verwerkte landbouwprodukten of de hoeveelheid levensmiddelen of, in voorkomend geval, de hoeveelheid verpakte produkten die kan worden verkregen door gebruikmaking van produkten uit de interventievoorraden met levering van dergelijke produkten bij wijze van betaling,

    • hetzij de hoeveelheid verwerkte landbouwprodukten of levensmiddelen die op de markt beschikbaar is dan wel daar kan worden verkregen tegen levering, bij wijze van betaling, van produkten uit interventievoorraden die tot dezelfde produktgroep behoren.

    In het in de tweede alinea, derde streepje, bedoelde geval en wanneer het de levering van granen of graanproducten betreft, wordt in de inschrijving bepaald dat het aan de interventievoorraad te onttrekken product een bepaald graanproduct is dat in het bezit is van een interventiebureau. Wanneer het de levering van zuivelproducten betreft wordt in de inschrijving bepaald welk product, boter of melkpoeder, aan de voorraden van een interventiebureau moet worden onttrokken, afhankelijk van de beschikbare voorraden van dat bureau.

    Indien de levering ook de verwerking en/of verpakking van het produkt omvat, wordt in het inschrijvingsbericht vermeld dat de inschrijver verplicht is om overeenkomstig titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie(8) ten behoeve van het interventiebureau een zekerheid te stellen waarvan het bedrag gelijk is aan de interventieprijs die van toepassing is op de dag die is vastgesteld voor de overname, plus 10 %. Voor de toepassing van titel V van genoemde verordening geldt als primaire eis dat het produkt de vermelde bestemming krijgt. Deze alinea is niet van toepassing indien het uit de interventievoorraden uitgeslagen produkt ter betaling van een reeds gedane levering ter beschikking wordt gesteld van de opdrachtnemer.

  2. Voor op de markt aan te kopen landbouwprodukten of levensmiddelen, houdt de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat een inschrijving om de voordeligste voorwaarden voor deze levering te bepalen. In het inschrijvingsbericht worden de aard en de kenmerken van het aan te kopen produkt of levensmiddel en de voorschriften betreffende de verpakking en etikettering vermeld, alsmede de andere verplichtingen die verbonden zijn aan de levering.

    De inschrijving heeft betrekking op alle aan de levering verbonden kosten en is bedoeld om offertes te ontvangen die naar gelang van het geval betrekking hebben op:

    • de maximale hoeveelheid landbouwprodukten of levensmiddelen die op de markt moet worden aangekocht voor een in het inschrijvingsbericht vastgesteld bedrag, of

    • op het bedrag dat nodig is om een in het inschrijvingsbericht vermelde hoeveelheid op de markt aan te kopen.

2 bis.

Producten uit de interventievoorraad mogen worden gemengd met of toegevoegd aan andere producten die op de markt worden aangekocht voor de productie van levensmiddelen ten behoeve van de uitvoering van het programma. In dat geval moeten de producten uit de interventievoorraden, qua gewicht, ten minste 50 % van het te leveren levensmiddel uitmaken.

Voor de toepassing van de eerste alinea bevat de inschrijving expliciet de verplichting dat de producten uit de interventievoorraden, qua gewicht, ten minste 50 % van het te leveren levensmiddel moeten uitmaken.

3.

De vervoerskosten worden bepaald via inschrijving.

De Lid-Staten kunnen bepalen dat de levering ook het vervoer van de produkten tot aan de opslagplaatsen van de liefdadigheidsorganisatie omvat. In dat geval wordt in het inschrijvingsbericht een afzonderlijke bepaling gewijd aan het vervoer, dat een speciaal element vormt in het offerte van de inschrijver.

Offertes voor het vervoer moeten zijn uitgedrukt in geldbedragen.

De vervoerskosten mogen in geen geval met produkten worden betaald.

4.

De inschrijvingsberichten moeten gelijke behandeling van alle in de Gemeenschap gevestigde handelaren garanderen. Daarom worden zij bekendgemaakt in de officiële publikatieblad en moet op verzoek van belangstellende handelaren de volledige tekst beschikbaar worden gesteld.

De bevoegde nationale instanties verstrekken de Commissie tijdig voor het begin van de periode van uitvoering van het programma de standaardteksten die zij gebruiken voor de inschrijvingen voor de toewijzing van de diverse soorten leveringen uit de interventievoorraden en de op de markt aangekochte hoeveelheden.

5.

De inschrijvingsberichten bevatten de nodige bepalingen met betrekking tot de uitvoering van de levering, in het bijzonder wat de kwaliteit, de verpakking en de merking van de producten betreft. Zij bevatten ook een bepaling dat, indien de kwaliteit, de verpakking of de merking van de producten zoals geconstateerd in het voor de levering vastgestelde stadium niet precies aan de vastgestelde voorschriften voldoet, maar niettemin aanvaarding van de goederen voor het beoogde gebruik niet in de weg staat, de bevoegde autoriteit bij de bepaling van het te betalen bedrag kortingen kan toepassen.

Artikel 5

Artikel 5 bis

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8bis

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 10 bis

Artikel 11

Artikel 12

BIJLAGE

BIJLAGE IIVERVOERKOSTEN