Home

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

1994R1868 — NL — 01.07.2007 — 009.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1868/94 VAN DE RAAD

van 27 juli 1994

tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel

(PB L 197, 30.7.1994, p.4)

Gewijzigd bij:


Gewijzigd bij:



NB: Deze geconsolideerde versie bevat referenties naar de Europese rekeneenheid en/of ecu. Vanaf 1 januari 1999 moeten beide worden gelezen als referentie naar de euro — Verordening (EEG) nr. 3308/80 van de Raad (PB L 345 van 20.12.1980, blz. 1) en Verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad (PB L 162 van 19.6.1997, blz. 1).




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1868/94 VAN DE RAAD

van 27 juli 1994

tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 1543/93 van de Raad van 14 juni 1993 tot vaststelling van het bedrag van de premie voor de aardappelzetmeelfabrikanten voor de verkoopseizoenen 1993/1994, 1994/1995 en 1995/1996 (4) is bepaald dat de Raad besluit welke maatregelen genomen moeten worden wanneer in het verkoopseizoen 1993/1994 of 1994/1995 de aardappelzetmeelproduktie in de Gemeenschap de hoeveelheid van 1,5 miljoen ton overschrijdt; dat in 1993/1994 deze hoeveelheid overschreden werd;

Overwegende dat in de sector aardappelzetmeel geen produktiebeperkingen bestaan en evenmin een braakleggingsregeling geldt zoals in de graansector; dat alle ten gunste van de sector aardappelzetmeel getroffen regelingen niettemin verenigbaar moeten zijn met de produktiebeheersing die in deze sector even noodzakelijk is als in andere sectoren;

Overwegende dat de voor het mechanisme van premiebetalingen voor de produktie van aardappelzetmeel meest geschikte produktiecontrolemaatregel de instelling van een quoteringsstelsel is;

Overwegende dat aan elke Lid-Staat die aardappelzetmeel geproduceerd heeft een contingent moet worden toegewezen op basis van de in de verkoopseizoenen 1990/1991, 1991/1992 en 1992/1993 in die Lid-Staat geproduceerde hoeveelheid aardappelzetmeel waarvoor een premie werd ontvangen; dat dit contingent naar verhouding wordt aangepast, gelet op het totale contingent voor de Gemeenschap van 1,5 miljoen ton;

Overwegende dat een contingent aan Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk en Nederland zou moeten worden toegewezen voor gebruik in de verkoopseizoenen 1995/1996, 1996/1997 en 1997/1998;

Overwegende dat het voor de toewijzing van het contingent aan Duitsland, wegens de overgang van de vóór de eenmaking in de nieuwe landen bestaande planeconomie naar een stelsel van markteconomie, de daaruit resulterende veranderingen in de landbouwstructuur en de noodzakelijke investeringen, verantwoord is uit te gaan van een andere referentieperiode, namelijk van het verkoopseizoen 1992/1993 en van de verhoging van de gedurende die periode geproduceerde hoeveelheid met 90 000 ton, alsmede van een reserve voor Duitsland, teneinde de produktie te dekken die voortvloeit uit bepaalde niet terug te draaien investeringsverbintenissen van vóór 31 januari 1994, indien zulks niet kan worden verwezenlijkt met het aan Duitsland toegewezen contingent; dat deze hoeveelheden niet haalbaar zijn binnen een communautair contingent van 1,5 miljoen ton; dat zij derhalve aan die hoeveelheid moeten worden toegevoegd;

Overwegende dat de producerende Lid-Staten hun contingent voor een periode van drie jaar moeten verdelen over alle aardappelzetmeelfabrikanten op basis van de gemiddelde hoeveelheid zetmeel die zij in de verkoopseizoenen 1990/1991, 1991/1992 en 1992/1993 geproduceerd hebben en waarvoor de premie is ontvangen, of op basis van de uitsluitend in 1992/1993 geproduceerde hoeveelheid zetmeel waarvoor de premie is ontvangen, naar keuze van de Lid-Staat, en van de investeringen die de aardappelzetmeelfabrikanten vóór 31 januari 1994 gedaan hebben met het oog op de produktie van aardappelzetmeel;

Overwegende dat de Commissie, om rekening te houden met een eventuele herstructurering van de aardappelzetmeelmarkt, na afloop van die drie jaar en na daaropvolgende periodes van drie jaar bij de Raad een verslag indient over de toewijzing van de contingenten, indien nodig vergezeld van passende voorstellen; dat bij die gelegenheid de situatie van de nieuwe producenten van aardappelzetmeel zal worden onderzocht;

Overwegende dat het, wegens de bijzondere lasten van structurele aard die op de aardappelzetmeelindustrie rusten, dienstig is een premie voor de produktie van aardappelzetmeel vast te stellen die wordt verleend voor het aan de onderneming toegewezen contingent; dat ter bescherming van de aardappeltelers moet worden bepaald dat de premie slechts wordt toegekend aan fabrikanten die voor de hoeveelheid aardappelen die nodig is voor de produktie van hun contingent, de minimumprijs betalen;

Overwegende dat zetmeelfabrikanten geen teeltcontracten met aardappeltelers mogen sluiten voor de levering van een hoeveelheid aardappelen die een zetmeelproduktie boven hun contingent zou opleveren; dat boven het contingent geproduceerde hoeveelheden zetmeel zonder uitvoerrestitutie buiten de Gemeenschap moeten worden afgezet,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

Bij deze verordening wordt een contingenteringsregeling voor de produktie van aardappelzetmeel ingevoerd, waarvoor communautaire steun kan worden verleend.

▼M9

Artikel 2

1. De voor de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009 aan de aardappelzetmeelproducerende lidstaten toe te wijzen contingenten worden vastgesteld in de bijlage.

2. Elke in de bijlage bedoelde producerende lidstaat verdeelt het hem toegewezen contingent over de aardappelzetmeelfabrikanten, voor gebruik in de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009, op basis van het voor elke aardappelzetmeelfabrikant in 2006/2007 beschikbare contingent, onder voorbehoud van het bepaalde in de tweede alinea.

Overeenkomstig artikel 6, lid 2, wordt de hoeveelheid die boven het contingent voor het verkoopseizoen 2006/2007 is gebruikt, in mindering gebracht op het voor elke aardappelzetmeelfabrikant beschikbare subcontingent voor het verkoopseizoen 2007/2008.

Artikel 3

Vóór 1 januari 2009 dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de verdeling van het contingent in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dit verslag wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en de markt voor graanzetmeel.

Artikel 4

Een aardappelzetmeelfabrikant mag geen teeltcontract met een aardappelteler sluiten voor een hoeveelheid aardappelen die een hoeveelheid zetmeel boven het hem op grond van artikel 2, lid 2, of artikel 2, lid 4, toegewezen contingent zou opleveren.

▼M7

Artikel 4 bis

Met ingang van het verkoopseizoen 2004/2005 bedraagt de minimumprijs voor aardappelen die bestemd zijn voor de productie van zetmeel 178,31 euro per ton.

Die prijs heeft betrekking op de aan de fabriek geleverde hoeveelheid aardappelen die nodig is voor de productie van één ton zetmeel.

De minimumprijs wordt aangepast aan het zetmeelgehalte van de aardappelen.

Artikel 5

Aan de aardappelzetmeelfabrikanten wordt voor ten hoogste het in artikel 2, lid 2 of lid 4, bedoelde individuele contingent een premie van 22,25 euro per geproduceerde ton zetmeel toegekend, mits zij de aardappeltelers de in artikel 4 bis vastgestelde minimumprijs hebben betaald voor de hoeveelheden aardappelen die nodig waren voor de zetmeelproductie binnen dat contingent.

▼B

Artikel 6

1. Alle boven het in artikel 2, lid 2, of in artikel 2, lid 4, bedoelde individuele contingent geproduceerde hoeveelheden aardappelzetmeel moeten vóór 1 januari volgend op het einde van het betrokken verkoopseizoen, in ongewijzigde staat uit de Gemeenschap worden uitgevoerd.

Voor deze hoeveelheden wordt geen uitvoerrestitutie toegekend.

▼B

2. ►M2 Ongeacht het bepaalde in lid 1, mag een aardappelzetmeelfabrikant in ieder verkoopseizoen boven het hem voor dat verkoopseizoen toegewezen contingent gebruik maken van ten hoogste 5 % van zijn contingent geldend voor het volgende verkoopseizoen. In dat geval wordt zijn contingent voor het volgende verkoopseizoen dienovereenkomstig verlaagd.

▼M7

Artikel 7

Deze verordening geldt niet voor de productie van aardappelzetmeel door bedrijven die niet onder artikel 2, lid 2, van deze verordening vallen en die aardappelen aankopen waarvoor de producenten de in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (5) bedoelde betaling niet ontvangen.

▼B

Artikel 8

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 1766/92. Zij omvatten meer in het bijzonder bepalingen voor ondernemingen die fusioneren, van eigenaar veranderen of hun werkzaamheden aanvangen of beëindigen, alsook elke specifieke maatregel die nodig zou blijken om de overgang te vergemakkelijken van de bestaande naar de bij deze verordening ingevoerde regeling.

Artikel 9

Verordening (EEG) nr. 1543/93 wordt ingetrokken met ingang van 1 juli 1995. Alle verwijzingen naar Verordening (EEG) nr. 1543/93 gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1995.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

▼M9




BIJLAGE



Aardappelzetmeelcontingenten voor de verkoopseizoenen 2007/2008 en 2008/2009

(ton)

Tsjechië

33 660

Denemarken

168 215

Duitsland

656 298

Estland

250

Spanje

1 943

Frankrijk

265 354

Letland

5 778

Litouwen

1 211

Nederland

507 403

Oostenrijk

47 691

Polen

144 985

Slowakije

729

Finland

53 178

Zweden

62 066

Totaal

1 948 761



(1) PB nr. C 83 van 19. 3. 1994, blz. 5.

(2) PB nr. C 128 van 9. 5. 1994.

(3) PB nr. C 148 van 30. 5. 1994, blz. 49.

(4) PB nr. L 154 van 25. 6. 1993, blz. 4.

(5) PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.