Voor bij de vervaardiging van de in artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 426/86 genoemde produkten gebruikte glucose en glucosestroop van de GN-codes 1702 30 51, 1702 30 59, 1702 30 91, 1702 30 99 en 1702 40 90 kan een uitvoerrestitutie worden toegekend.
Verordening (EG) nr. 1591/95 van de Commissie van 30 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van uitvoerrestituties voor bij de vervaardiging van sommige op basis van groenten en fruit verwerkte produkten gebruikte glucose en glucosestroop
Verordening (EG) nr. 1591/95 van de Commissie van 30 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van uitvoerrestituties voor bij de vervaardiging van sommige op basis van groenten en fruit verwerkte produkten gebruikte glucose en glucosestroop
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 426/86 van de Raad van 24 februari 1986 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1032/95 van de Commissie(2), en met name op artikel 13, lid 8, artikel 14, lid 5, en artikel 14 bis, lid 7,
Overwegende dat overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 426/86 de restitutie uitsluitend wordt toegekend na overlegging van een uitvoercertificaat;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1199/95(4), de uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten zijn vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 836/95(6), de landbouwproduktennomenclatuur voor de uitvoerrestituties is vastgesteld;
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3665/87 van de Commissie(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 331/95(8), de gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van restituties bij uitvoer van landbouwprodukten zijn vastgesteld; dat deze uitvoeringsbepalingen moeten worden aangevuld met specifieke voorschriften voor bij de vervaardiging van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten gebruikte glucose en glucosestroop;
Overwegende dat op grond van artikel 13, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 426/86 de restituties moeten worden vastgesteld binnen de grenzen die voortvloeien uit de in overeenstemming met artikel 228 van het Verdrag gesloten overeenkomsten;
Overwegende dat bijgevolg, en teneinde elke concurrentievervalsing te voorkomen, de regeling inzake toekenning van uitvoerrestituties voor bij de vervaardiging van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten gebruikte glucose en glucosestroop moet worden afgestemd op de regeling die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1518/95 van de Commissie van 29 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van de Verordeningen (EEG) nr. 1418/76 en (EEG) nr. 1766/92 ten aanzien van de regeling inzake de invoer en de uitvoer van op basis van granen en rijst verwerkte produkten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1162/95 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(9);
Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor op basis van groenten en fruit verwerkte produkten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Voor de in artikel 1 bedoelde produkten geldt het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1518/95.
Voor de toepassing van deze verordening wordt in vak 20 van de certificaataanvragen en van de certificaten een van de in de bijlage opgenomen vermeldingen aangebracht.
Als een restitutie wordt toegekend op grond van voornoemde verordening kan geen restitutie meer worden toegekend op grond van Verordening (EG) nr. 1429/95 van de Commissie(10) houdende uitvoeringsbepalingen inzake de toekenning van uitvoerrestituties in de sector van op basis van groenten en fruit verwerkte produkten, andere dan voor toegevoegde suiker toegekende restituties.
Artikel 2 bis
De bevoegde instanties van de Lid-Staten verifiëren, uitgaande van een risicoanalyse, steekproefsgewijs ten minste 5 % van de in artikel 14 bis, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 426/86 bedoelde verklaringen. Daarbij worden de verklaringen getoetst aan de produktiemateriaalboekhouding van de fabrikant.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 1995.