Home

Verordening (EG) N r. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel

Verordening (EG) N r. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel

1995R1683 — NL — 18.10.2013 — 005.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 1683/95 VAN DE RAAD

van 29 mei 1995

betreffende de invoering van een uniform visummodel

(PB L 164, 14.7.1995, p.1)

Gewijzigd bij:


Gewijzigd bij:

A1

L 236

33

23.9.2003




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 1683/95 VAN DE RAAD

van 29 mei 1995

betreffende de invoering van een uniform visummodel



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 C, lid 3,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Overwegende dat de Raad overeenkomstig artikel 100 C, lid 3, van het EG-Verdrag vóór 1 januari 1996 maatregelen dient te nemen betreffende de invoering van een uniform visummodel;

Overwegende dat de invoering van een uniform visummodel een belangrijke stap is op de weg naar de harmonisatie van het visumbeleid; dat in artikel 7 A van het Verdrag is bepaald dat het gemeenschappelijk doel een ruimte zonder binnengrenzen is waarin het vrije verkeer van personen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag gewaarborgd is; dat die invoering samen met de maatregelen welke krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden genomen, een samenhangend geheel vormt;

Overwegende dat het van wezenlijk belang is dat het uniforme visummodel alle noodzakelijke gegevens bevat en aan zeer hoge technische normen, meer bepaald met betrekking tot de garanties tegen namaak en vervalsing, voldoet en voor alle Lid-Staten goed bruikbaar is; dat het model tevens met het blote oog duidelijk waarneembare algemeen herkenbare veiligheidskenmerken moet hebben;

Overwegende dat deze verordening slechts de niet-geheime specificaties van het model behelst; dat deze specificaties dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, uitgezonderd persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens, die geheim moeten blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen; dat de Commissie de bevoegdheid tot vaststelling van bijkomende specificaties dient te worden verleend;

Overwegende dat het eveneens van wezenlijk belang is dat elke Lid-Staat niet meer dan één organisatie aanwijst die verantwoordelijk is voor het drukken van het uniforme visummodel teneinde te waarborgen dat de bedoelde informatie niet voor meer personen dan noodzakelijk, toegankelijk wordt, waarbij het de Lid-Staten vrij moet staan zo nodig van organisatie te veranderen; dat elke Lid-Staat om veiligheidsredenen de naam van de gekozen organisatie aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten dient mede te delen;

Overwegende dat deze verordening, om doelmatig te zijn, voor alle in artikel 5 van deze verordening bedoelde visa dient te gelden; dat het de Lid-Staten daarnaast vrij moet staan het concept van het uniforme visummodel ook voor visa te gebruiken die voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden kunnen worden gebruikt, voor zover door middel van met het blote oog waarneembare verschillen verwarring met het uniforme visum uitgesloten wordt;

Overwegende dat, met het oog op de persoonsgegevens die overeenkomstig de bijlage bij deze verordening op het uniforme visummodel moeten worden vermeld, gewaarborgd dient te worden dat de bepalingen van de Lid-Staten inzake de bescherming van gegevens alsmede het Gemeenschapsrecht in dezen worden nageleefd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

De door de Lid-Staten afgegeven visa in de zin van artikel 5 worden vervaardigd in de vorm van een uniform visummodel (zelfklever). Zij moeten beantwoorden aan de in de bijlage vervatte specificaties.

▼M1

Artikel 2

1. Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure worden aanvullende technische specificaties voor het uniforme visummodel vastgesteld voor:

a)aanvullende elementen en vereisten inzake beveiliging, met inbegrip van hogere normen ter bestrijding van vervalsing en namaak;

b)technische methoden en normen voor de invulling van het uniforme visum.

2. De kleuren van de visumzelfklever kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure.

▼M3

3. Overeenkomstig de in artikel 6, lid 2, bedoelde procedure kan worden besloten dat de in artikel 2 bedoelde specificaties geheim zijn en niet worden bekendgemaakt. In dat geval worden zij uitsluitend aan de door de lidstaten aangewezen organisaties die verantwoordelijk zijn voor het drukken en aan door een lidstaat of de Commissie naar behoren gemachtigde personen verstrekt.

▼B

Artikel 3

▼M3 —————

▼B

2. Elke Lid-Staat wijst één organisatie aan die voor het drukken van de visa van die Lid-Staat de verantwoordelijkheid draagt. De Lid-Staat deelt de naam van die organisatie mee aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten. Twee of meer Lid-Staten kunnen daartoe één zelfde organisatie aanwijzen. Elke Lid-Staat heeft het recht om van organisatie te veranderen. Hij deelt dit aan de Commissie en aan de andere Lid-Staten mee.

Artikel 4

1. Onverminderd de relevante verdergaande bepalingen inzake gegevensbescherming hebben de personen aan wie een visum is afgegeven het recht de op het visum vermelde persoonsgegevens te verifiëren en zo nodig te verzoeken dat deze worden gecorrigeerd dan wel geschrapt.

2. Het uniforme visummodel bevat geen machineleesbare informatie die niet eveneens voorkomt in de rubrieken welke in de punten 6 tot en met 12 van de bijlage bij deze verordening zijn beschreven, of in het desbetreffende reisdocument.

▼M5

Artikel 5

In deze verordening wordt verstaan onder „visum”: een visum als gedefinieerd in artikel 2, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een communautaire visumcode (Visumcode) (1).

▼M1

Artikel 6

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG (2) van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG, bedoelde termijn wordt vastgesteld op twee maanden.

3. Het Comité stelt zijn reglement van orde vast.

▼B

Artikel 7

Indien de Lid-Staten het uniforme visummodel ook voor andere dan de onder artikel 5 vallende doeleinden gebruiken, moeten zij er door middel van passende maatregelen voor zorgen dat verwarring met het in artikel 5 bedoelde visum uitgesloten is.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 1 is van toepassing zes maanden na de aanneming van de in artikel 2 bedoelde maatregelen.

▼M1

De integratie van de in punt 2, onder a), van de Bijlage bedoelde foto vindt plaats ten laatste vijf jaar na de vaststelling van de in artikel 2 bedoelde technische maatregelen.

▼B

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

▼M3




BIJLAGE

Het volgende model wordt ingevoegd:

image

Veiligheidskenmerken

1.Er wordt een volgens hoge veiligheidsnormen vervaardigde foto geïntegreerd.

2.In deze zone komt een optisch variabel beeldmerk („kinegram” of soortgelijk beeldmerk). Afhankelijk van de gezichtshoek worden twaalf sterren, het „E”-teken en een aardbol zichtbaar in verschillende grootten en kleuren.

▼M4

3.In deze zone komt het logo dat bestaat uit een letter of letters die de afgevende lidstaat (of „BNL” in het geval van de Beneluxstaten, namelijk België, Nederland en Luxemburg) aanduiden met een latent beeldeffect. Dit logo is licht wanneer het horizontaal wordt gehouden en donker wanneer het 90° is gedraaid. De volgende logo's worden gebruikt: A voor Oostenrijk, BG voor Bulgarije, BNL voor Benelux, CY voor Cyprus, CZE voor Tsjechië, D voor Duitsland, DK voor Denemarken, E voor Spanje, EST voor Estland, F voor Frankrijk, FIN voor Finland, GR voor Griekenland, H voor Hongarije, HR voor Kroatië, I voor Italië, IRL voor Ierland, LT voor Litouwen, LVA voor Letland, M voor Malta, P voor Portugal, PL voor Polen, ROU voor Roemenië, S voor Zweden, SK voor Slowakije, SVN voor Slovenië, UK voor het Verenigd Koninkrijk.

▼M3

4.In het midden van deze zone komt het woord „visum” in hoofdletters in optisch variabele inkt. Afhankelijk van de gezichtshoek is de kleur groen of rood.

5.Deze rubriek bevat het negencijferige nationale nummer van de visumzelfklever, dat is voorgedrukt. Er wordt een bijzonder karakter gebruikt.

5a.Deze rubriek bevat de drieletterige landencode conform ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare reisdocumenten (3), ter aanduiding van de afgevende lidstaat.

Het „visumzelfklevernummer” is de drieletterige landencode van rubriek 5a en het nationale nummer van rubriek 5.

In te vullen rubrieken

6.Deze rubriek begint met de woorden: „geldig voor”. De afgevende overheid geeft het grondgebied of de grondgebieden aan waarvoor het visum geldig is.

7.Deze rubriek begint met het woord „van” en verder op de lijn komt het woord „tot”. De afgevende overheid dient hier de geldigheidsduur van het visum aan te geven.

8.Deze rubriek begint met de woorden „type visum”. De afgevende overheid vermeldt de visumcategorie overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 5 en 7. Verder op de lijn komen de woorden „aantal binnenkomsten”, „verblijfsduur” (d.w.z. door de aanvragers beoogde verblijfsduur) en „dagen”.

9.Deze rubriek begint met de woorden „afgegeven te” en dient om de plaats van afgifte te vermelden.

10.Deze rubriek begint met het woord „op” (gevolgd door de datum van afgifte die door de afgevende overheid wordt ingevuld) en verder op de lijn komt het woord „paspoortnummer” (gevolgd door het paspoortnummer van de houder).

11.Deze rubriek begint met de woorden „voornaam, naam”.

12.Deze rubriek begint met de woorden „opmerkingen”. Zij wordt door de afgevende overheid gebruikt voor bijkomende gegevens die zij noodzakelijk acht, mits beantwoordend aan het bepaalde in artikel 4 van deze verordening. De volgende twee en een halve lijn worden voor dergelijke opmerkingen opengelaten.

13.Deze rubriek bevat relevante machineleesbare informatie om controles aan de buitengrenzen te vergemakkelijken. Het machineleesbare gedeelte bevat in ondergrondbedrukking een gedrukte tekst ter aanduiding van de lidstaat die het document afgeeft. Deze tekst mag de technische elementen van de machineleesbare zone of de leesbaarheid ervan niet beïnvloeden.

Het papier heeft een natuurlijke kleur met rode en blauwe tekens.

De bewoordingen die de rubrieken aanduiden zijn in het Engels en in het Frans gesteld. De afgevende staat kan een derde officiële taal van de Gemeenschap daaraan toevoegen. Het woord „visum” op de bovenste lijn mag evenwel in eender welke officiële taal van de Gemeenschap voorkomen.



(1) PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1.

(2) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(3) Uitzondering voor Duitsland: overeenkomstig ICAO-document 9303 betreffende machineleesbare reisdocumenten is de landencode van Duitsland „D”.