Home

Richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

Richtlijn 97/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1997 betreffende bepaalde onderdelen of eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag(3) en gezien de op 4 februari 1997 door het Bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst,

  1. Overwegende dat maatregelen moeten worden vastgesteld om de goede werking van de interne markt te verzekeren;

  2. Overwegende dat in elke lidstaat voertuigen op twee of drie wielen voor wat betreft de onderdelen en de eigenschappen als bedoeld in deze richtlijn bepaalde technische kenmerken moeten vertonen die zijn vastgelegd in dwingende voorschriften welke van lidstaat tot lidstaat verschillen; dat deze verschillen het handelsverkeer binnen de Gemeenschap belemmeren; dat deze belemmeringen voor de werking van de interne markt kunnen worden opgeheven indien alle lidstaten dezelfde voorschriften aannemen ter vervanging van de nationale regelgeving;

  3. Overwegende dat het noodzakelijk is geharmoniseerde voorschriften voor deze onderdelen en eigenschappen van motorvoertuigen op twee of drie wielen vast te stellen om voor elk type van de genoemde voertuigen de goedkeuringsprocedures van Richtlijn 92/61/EEC van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen(4) te kunnen toepassen;

  4. Overwegende dat het, om de toegang tot de markt van derde landen te vergemakkelijken, noodzakelijk is ervoor te zorgen dat de voorschriften van de hoofdstukken 1 (luchtbanden), 2 (verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen), 4 (achteruitkijkspiegels) en 11 (veiligheidsgordels) van de bijlage van deze richtlijn gelijkwaardig zijn aan die van de reglementen van de ECE van de UNO nrs. 30, 54, 64 en 75 inzake luchtbanden, nrs. 3, 19, 20, 37, 38, 50, 56, 57, 72 en 82 inzake verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen, nr. 81 inzake achteruitkijkspiegels en nr. 16 inzake veiligheidsgordels;

  5. Overwegende dat het voor wat betreft de aspecten van de milieubescherming, namelijk de luchtvervuiling en de geluidshinder, noodzakelijk is ernaar te streven het milieu permanent te verbeteren; dat hiertoe de vastgestelde grenswaarden voor verontreinigende stoffen en het geluidsniveau, die zo spoedig mogelijk moeten worden toegepast, in een later stadium moeten worden aangescherpt; dat deze aanscherping in een later stadium alleen kan worden vastgesteld aan de hand van uit te voeren of voort te zetten studies en onderzoek naar beschikbare of denkbare technologische mogelijkheden en aan de hand van analyses van de kosten-batenverhouding daarvan om een productie op industriële schaal van voertuigen die aan de strengere grenswaarden kunnen voldoen, mogelijk te maken; dat de beslissing voor deze aanscherping in een later stadium minstens drie jaar vóór de datum van vankrachtwording door het Europees Parlement en de Raad moet worden genomen om de industrie in de gelegenheid te stellen de noodzakelijke maatregelen te nemen zodat hun productie op de vastgestelde datum kan voldoen aan de nieuwe communautaire bepalingen; dat het besluit van het Europees Parlement en de Raad gebaseerd moet zijn op voorstellen die de Commissie te zijner tijd zal voorleggen;

  6. Overwegende dat op grond van de bepalingen van Richtlijn 92/61/EEG betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen de onder die richtlijn vallende onderdelen en eigenschappen niet in de lidstaten in de handel mogen worden gebracht en verkocht, tenzij zij voldoen aan de bepalingen van die richtlijn; dat de lidstaten alle nodige maatregelen moeten treffen om ervoor te zorgen dat aan de uit die richtlijn voortvloeiende verplichtingen wordt voldaan;

  7. Overwegende dat de lidstaten het in de handel brengen van voertuigen die reeds voldoen aan de op Gemeenschapsniveau vastgestelde voorschriften op het gebied van de milieuverontreiniging en geluidshinder, door middel van fiscale stimuleringsmaatregelen moeten kunnen bevorderen;

  8. Overwegende dat er voor de meetmethoden voor de immuniteit van voertuigen en afzonderlijke technische eenheden voor elektromagnetische straling om de naleving van de voorschriften inzake de elektromagnetische compatibiliteit te controleren (hoofdstuk 8) ingewikkelde en kostbare apparatuur nodig is; dat hem, om de lidstaten in de gelegenheid te stellen deze apparatuur te installeren, noodzakelijk is de toepassing van deze meethethoden tot drie jaar na de vankrachtwording van deze richtlijn uit te stellen;

  9. Overwegende dat, vanwege de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector, met deze richtlijn beoogde communautaire maatregelen noodzakelijk en zelfs onontbeerlijk zijn om het gestelde doel te bereiken, namelijk de communautaire goedkeuring per type voertuig, en dat dit niet voldoende door de lidstaten afzonderlijk kan worden verwezenlijkt;

  10. Overwegende dat de technische vooruitgang een snelle aanpassing van de in de bijlage van deze richtlijn vermelde technische voorschriften noodzakelijk maakt; dat, met uitzondering van de grenswaarden voor de verontreinigende stoffen en het geluidsniveau, deze taak aan de Commissie dient te worden toevertrouwd teneinde de procedure te vereenvoudigen en te bespoedigen; dat het dienstig is om in alle gevallen waarin het Europees Parlement en de Raad de Commissie bevoegdheden verlenen met het oog op de uitvoering van in de sector motorvoertuigen op twee en drie wielen vastgestelde voorschriften, in een procedure voor voorafgaand overleg tussen de Commissie en de lidstaten in het kader van een comité te voorzien;

  11. Overwegende dat de veiligheids- en milieu-eisen beperkingen impliceren op het opvoeren van sommige voertuigen op twee of drie wielen; dat, om het onderhoud en het gebruik van het voertuig door zijn eigenaar niet te belemmeren, dergelijke beperkingen uitsluitend moeten gelden voor het zodanig opvoeren van het voertuig dat zijn prestaties aanzienlijk worden gewijzigd, alsmede de door het voertuig veroorzaakte geluidshinder en milieuverontreiniging;

  12. Overwegende dat lidstaten de registratie of het gebruik van voertuigen die aan de voorschriften van deze richtlijn voldoen, niet mogen weigeren; dat de voorschriften van deze richtlijn er niet toe mogen leiden dat de lidstaten die niet toestaan dat op hun grondgebied aanhangwagens getrokken worden door twee- of driewielige motorvoertuigen, verplicht worden tot wijziging van hun regelgeving,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze richtlijn en haar bijlage zijn van toepassing op:

  • luchtbanden,

  • verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen,

  • uitstekende delen,

  • achteruitkijkspiegels,

  • maatregelen tegen luchtverontreiniging,

  • brandstoftanks,

  • maatregelen tegen opvoeren,

  • de elektromagnetische compatibiliteit,

  • het toelaatbare geluidsniveau en de uitlaatinrichting,

  • koppelinrichtingen en bevestigingen,

  • bevestigingspunten voor veiligheidsgordels en veiligheidsgordels, en

  • ruiten, ruitenwissers, ruitensproeiers en ontdooiings- en ontwasemingsinrichtingen

van alle typen voertuigen gedefinieerd in artikel 1 van Richtlijn 92/61/EEG.

Artikel 2

Binnen een periode van drie jaar na de in artikel 8, lid 1, derde alinea, bedoelde datum voert de Commissie een diepgaande studie uit teneinde te kunnen vaststellen of de maatregelen tegen het opvoeren van voertuigen, met name die van de categorieën voertuigen A en B van hoofdstuk 7 van de bijlage van deze richtlijn, kunnen worden beschouwd als passend, inadequaat of te extreem in het licht van de gestelde doeleinden. Op basis van de uitkomst van de studie stelt de Commissie, indien nodig, nieuwe wettelijke maatregelen voor.

Artikel 3

1.

De goedkeuringsprocedures voor luchtbanden, verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen, achteruitkijkspiegels, brandstoftanks, uitlaatinrichtingen, veiligheidsgordels en ruiten van een type motorvoertuig op twee of drie wielen en de typegoedkeuring van een luchtband, verlichtings- en lichtsignaalinrichting, achteruitkijkspiegel, brandstoftank, uitlaatinrichting, veiligheidsgordel en ruit als onderdeel, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen en voor het vrij in de handel brengen van onderdelen zijn die welke zijn vastgelegd in Richtlijn 92/61/EEG, respectievelijk in de hoofdstukken II en III.

2.

De goedkeuringsprocedure voor wat betreft de uitstekende delen, de maatregelen tegen luchtverontreiniging, de maatregelen tegen opvoeren, de elektromagnetische compatibiliteit, het toelaatbare geluidsniveau, de koppelinrichtingen voor aanhangwagens en de bevestigingspunten van zijspanwagens, de bevestigingspunten van veiligheidsgordels, de ruitenwissers en de ruitensproeiers en de ontdooiings- en ontwasemingsinrichtingen van een type motorvoertuig op twee of drie wielen, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn die welke zijn vastgelegd in Richtlijn 92/61/EEG, respectievelijk in de hoofdstukken II en III.

Artikel 4

1.

Overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 2002/24/EG wordt de gelijkwaardigheid erkend van de voorschriften van hoofdstuk 1 (luchtbanden), hoofdstuk 2 (verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen), hoofdstuk 4 (achteruitkijkspiegels), bijlage III bij hoofdstuk 9 (voorschriften betreffende het toegestane geluidsniveau en het uitlaatsysteem van motorfietsen) en hoofdstuk 11 (veiligheidsgordels), die als bijlage zijn bij deze richtlijn zijn gevoegd, en die van de VN/ECE-Reglementen nrs. 30(5), 54(6), 64(7) en 75(8) wat betreft banden, 3(9), 19(10), 20(11), 37(12), 38(13), 50(14), 53(15), 56(16), 57(17), 72(18), 74(19) en 82(20) wat betreft verlichtings- en lichtsignaalinrichtingen, 81(21) wat betreft achteruitkijkspiegels, 16(22) wat betreft veiligheidsgordels en 41(23) wat betreft geluidsemissies van motorfietsen.

2.

De instanties in de lidstaten die de goedkeuring verlenen, aanvaarden die overeenkomstig de voorschriften van de bovengenoemde reglementen verleende goedkeuringen en de goedkeuringsmerktekens in plaats van de overeenkomstige goedkeuringen en goedkeuringsmerktekens die krachtens de voorschriften van deze richtlijn worden verleend.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

HOOFDSTUK 1LUCHTBANDEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN EN DE MONTAGE DAARVAN

BIJLAGE IADMINISTRATIEVE BEPALINGEN VOOR DE GOEDKEURING VAN EEN TYPE BAND

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

BIJLAGE IIDEFINITIES, OPSCHRIFTEN EN VOORSCHRIFTEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2Plaatsing van de opschriften op de band
Aanhangsel 3Lijst van belastingsindices en overeenkomstige toelaatbare maximummassa
Aanhangsel 4Opschriften en afmetingen van bepaalde typen banden
Aanhangsel 5Meetmethode voor de afmetingen van de banden
Aanhangsel 6Werkwijze voor belasting/snelheidproeven
Aanhangsel 7Snelheidsafhankelijke variatie in draagvermogen
Aanhangsel 8Methode voor het bepalen van de dynamische expansie van banden

BIJLAGE IIIEISEN VOOR VOERTUIGEN MET BETREKKING TOT DE MONTAGE VAN BANDEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 2VERLICHTINGS- EN LICHTSIGNAALINRICHTINGEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE IALGEMENE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE GOEDKEURING VAN EEN TYPE VERLICHTINGS- EN LICHTSIGNAALINRICHTING VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

Aanhangsel 1Kleuren van de lichtenTrichromatische coördinaten
Aanhangsel 2

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE TYPEGOEDKEURING VAN DE BREEDTELICHTEN, ACHTERLICHTEN, STOPLICHTEN, RICHTINGAANWIJZERS, ACHTERKENTEKENPLAATVERLICHTING, MISTLICHTEN VOOR, MISTLICHTEN ACHTER, ACHTERUITRIJLICHTEN EN RETROREFLECTOREN VOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

Aanhangsel 1Horizontale (H) en verticale (V) minimumhoeken van ruimtelijke lichtverdeling
Aanhangsel 2Fotometrische metingen
Aanhangsel 3Fotometrische metingen van de achterkentekenplaatverlichting
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5

BIJLAGE IIIVOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE TYPEGOEDKEURING VAN INRICHTINGEN MET GLOEILAMPEN OF HALOGEENGLOEILAMPEN DIE GROOT- EN/OF DIMLICHTLAMPEN UITSTRALEN (KOPLICHTEN) VOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE III AKOPLICHTEN VOOR BROMFIETSEN

Aanhangsel IFotometrische proeven voor koplichten met lampen van de categorieën S3 en S4
Aanhangsel 2Fotometrische proeven voor koplichten met halogeenlampen van categorie HS2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4

BIJLAGE III BKOPLICHTEN VOOR MOTORFIETSEN EN DRIEWIELERS DIE EEN SYMMETRISCHE DIMLICHTBUNDEL EN GROOT LICHT UITSTRALEN DOOR MIDDEL VAN GLOEILAMPEN

Aanhangsel 1Fotometrische proeven
Aanhangsel 2Stabiliteitsproef voor het fotometrische gedrag van koplichten in werking
Aanhangsel 3Voorschriften voor lampen met kunststoflenzenProeven voor lens- of materiaalmonsters en volledige lichten
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5

BIJLAGE III CKOPLICHTEN VOOR MOTORFIETSEN EN DRIEWIELERS DIE EEN ASYMMETRISCHE DIMLICHTBUNDEL EN GROOT LICHT UITSTRALEN DOOR MIDDEL VAN HALOGEENGLOEILAMPEN (HS1-LAMPEN) OF GLOEILAMPEN VAN CATEGORIE R2

Aanhangsel 1Meetscherm
Aanhangsel 2Stabiliteitsproeven voor het fotometrische gedrag van koplichten in werking
Aanhangsel 3Voorschriften voor lampen met kunststoflenzen proeven voor lens- of materiaalmonsters en volledige lichten
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5

BIJLAGE III DKOPLICHTEN VOOR MOTORFIETSEN EN DRIEWIELERS DIE EEN ASYMMETRISCHE DIMLICHTBUNDEL EN GROOT LICHT UITSTRALEN DOOR MIDDEL VAN ANDERE HALOGEENGLOEILAMPEN DAN HS1-LAMPEN

Aanhangsel 1MeetschermUniforme Europese Bundel
Aanhangsel 2Stabiliteitsproeven voor het fotometrische gedrag van koplichten in werking
Aanhangsel 3Voorschriften voor lampen met kunststoflenzenProeven voor lens- of materiaalmonsters en volledige lichten
Aanhangsel 3.1Chronologische volgorde van de goedkeuringsproeven
Aanhangsel 3.2Methode voor de meting van de verstrooiing en doorlating van licht
Aanhangsel 3.3Spuitproefmethode
Aanhangsel 3.4Hechtingsproef met kleefband
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5

BIJLAGE IVGLOEILAMPEN VOOR GEBRUIK IN GOEDGEKEURDE LICHTEN VOOR BROMFIETSEN, MOTORFIETSEN EN DRIEWIELERS

Aanhangsel 1Categorie R2
Aanhangsel 2Categorie H1
Aanhangsel 3Categorie H2
Aanhangsel 4Categorie H3
Aanhangsel 5Categorie H4
Aanhangsel 6Categorie HS1
Aanhangsel 7Categorie HB3
Aanhangsel 8Categorie HB4
Aanhangsel 9Categorie H7
Aanhangsel 10Categorie HS2
Aanhangsel 11Categorieën S1 en S2
Aanhangsel 12Categorie S3
Aanhangsel 13Categorie S4
Aanhangsel 14Categorie P21W
Aanhangsel 15Categorie P21/5W
Aanhangsel 16Categorie R5W
Aanhangsel 17Categorie R10W
Aanhangsel 18Categorie T4W
Aanhangsel 19Categorie C5W
Aanhangsel 20Categorie C21W
Aanhangsel 21Categorie W3W
Aanhangsel 22Categorie W5W
Aanhangsel 23Voorbeeld van de plaatsing van het goedkeuringsmerk
Aanhangsel 24Lichtmiddelpunt en vormen van gloeidraden

HOOFDSTUK 3UITSTEKENDE DELEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE IVOORSCHRIFTEN VOOR DE UITSTEKENDE DELEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE WIELEN

AanhangselBeproevingstoestel en beproevingsvoorwaarden

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN VOOR DE UITSTEKENDE DELEN VAN MOTORVOERTUIGEN OP DRIE WIELEN, LICHTE VIERWIELERS EN VIERWIELERS

AanhangselMeting van de uitstekende delen en tussenruimten

BIJLAGE III

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 4ACHTERUITKIJKSPIEGELS VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE IDEFINITIES

AanhangselMethode voor het bepalen van de kromtestraal „r” van het spiegeloppervlak van de achteruitkijkspiegel

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN VOOR DE CONSTRUCTIE EN PROEVEN VOOR DE GOEDKEURING VAN ACHTERUITKIJKSPIEGELS

Aanhangsel 1Beproevingsmethode voor het bepalen van de reflectiecoëfficiënt
Aanhangsel 2Opschriften, goedkeuring en merken van achteruitkijkspiegels
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4

BIJLAGE IIIVOORSCHRIFTEN VOOR DE BEVESTIGING VAN DE ACHTERUITKIJKSPIEGELS OP VOERTUIGEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 5MAATREGELEN TEGEN LUCHTVERONTREINIGING DIE DOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN WORDT VEROORZAAKT

BIJLAGE IVOORSCHRIFTEN INZAKE DE MAATREGELEN TEGEN DOOR BROMFIETSEN VEROORZAAKTE LUCHTVERONTREINIGING

Aanhangsel 1Proef van het Type I(Bepaling van de gemiddelde emissie van verontreinigende gassen in een bebouwd gebied met druk verkeer)
Subaanhangsel 1Proefcyclus op de rollenbank (proef van type I)
Subaanhangsel 2Voorbeeld nr. 1 van het opvangsysteem voor uitlaatgassen
Subaanhangsel 3Voorbeeld nr. 2 van het opvangsysteem voor uitlaatgassen
Subaanhangsel 4Methode voor het kalibreren van de rollenbank
Aanhangsel 2Proef van het type II(Meting van de uitworp van koolmonoxide en koolwaterstoffen bij stationair draaien)
Aanhangsel 3

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN INZAKE DE MAATREGELEN TEGEN DE DOOR MOTORFIETSEN EN DRIEWIELERS VEROORZAAKTE LUCHTVERONTREINIGING

Aanhangsel 1Proef van type I (voor voertuigen die worden getest op de emissiegrenswaarden in rij A van de tabel in punt 2.2.1.1.5 van deze bijlage)(bepaling van de gemiddelde emissie van verontreinigende stoffen)
Subaanhangsel 1Proefcyclus van motoren voor de proef van het type I
Subaanhangsel 2Voorbeeld nr. 1 van het opvangsysteem voor uitlaatgassen
Subaanhangsel 3Voorbeeld nr. 2 van het opvangsysteem voor uitlaatgassen
Subaanhangsel 4Methode voor het kalibreren van het door de dynamometerrem opgenomen vermogen als gemeten op de weg bij motorfietsen of driewielers
Aanhangsel 1 bisProef van type I (voor voertuigen die worden getest op de emissiegrenswaarden in rij B van de tabel in punt 2.2.1.1.5 van deze bijlage)(bepaling van de gemiddelde emissie van verontreinigende stoffen)
Subaanhangsel 1 bisUITSPLITSING VAN DE PROEFCYCLI VOOR DE PROEF VAN TYPE I
Aanhangsel 2Proef van het type II(Bepaling van de uitworp van koolmonoxide bij stationair draaien)
Aanhangsel 3
Subaanhangsel 1
Subaanhangsel 2
Subaanhangsel 3

BIJLAGE IIIVOORSCHRIFTEN INZAKE DE MAATREGELEN TEGEN ZICHTBARE LUCHTVERONTREINIGING DIE DOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN MET EEN MOTOR MET COMPRESSIE-ONTSTEKING WORDT VEROORZAAKT

Aanhangsel 1Proef bij constant toerental volgens de volle belastingcurve
Aanhangsel 2Vrije acceleratieproef
Aanhangsel 3Grenswaarden voor de proef bij constant toerental
Aanhangsel 4Kenmerken van de opaciteitsmeters
Aanhangsel 5Installatie en gebruik van de opaciteitsmeter

BIJLAGE IV

BIJLAGE V

BIJLAGE VI

BIJLAGE VII

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3

HOOFDSTUK 6BRANDSTOFTANKS VOOR MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE ICONSTRUCTIEVOORSCHRIFTEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN VOOR DE INSTALLATIE VAN DE BRANDSTOFTANK EN DE BRANDSTOFTOEVOERLEIDING OP MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 7MAATREGELEN TEGEN HET ONBEVOEGD OPVOEREN VAN BROMFIETSEN OP TWEE WIELEN EN MOTORFIETSEN

BIJLAGE

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 8ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN EN ELEKTRISCHE OF ELEKTRONISCHE AFZONDERLIJKE TECHNISCHE EENHEDEN

BIJLAGE IEISEN VOOR VOERTUIGEN EN ELEKTRISCHE OF ELEKTRONISCHE AFZONDERLIJKE TECHNISCHE EENHEDEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5
Aanhangsel 6

BIJLAGE IIMEETMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE BREEDBANDSTRALING VAN VOERTUIGEN

Aanhangsel 1

BIJLAGE IIIMEETMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE SMALBANDSTRALING VAN EEN VOERTUIG

BIJLAGE IVPROEFMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT VAN VOERTUIGEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3

BIJLAGE VMEETMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE BREEDBANDSTRALING VAN AFZONDERLIJKE TECHNISCHE EENHEDEN (ATE'S)

Aanhangsel 1

BIJLAGE VIMEETMETHODE VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE SMALBANDSTRALING VAN AFZONDERLIJKE TECHNISCHE EENHEDEN (ATE'S)

BIJLAGE VIIPROEFMETHODES VOOR DE ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT VAN AFZONDERLIJKE TECHNISCHE EENHEDEN (ATE'S)

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4

BIJLAGE VIII

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

BIJLAGE IX

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

HOOFDSTUK 9TOELAATBAAR GELUIDSNIVEAU EN UITLAATINRICHTING VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE IGRENSWAARDEN VOOR HET GELUIDSNIVEAU IN dB(A) EN DATA VAN INWERKINGTREDING VOOR DE GOEDKEURING WAT BETREFT HET TOEGESTANE GELUIDSNIVEAU VAN EEN TYPE MOTORVOERTUIG OP TWEE OF DRIE WIELEN

BIJLAGE IIVOORSCHRIFTEN VOOR BROMFIETSEN OP TWEE WIELEN

Aanhangsel 1 A
Aanhangsel 1 B
Aanhangsel 2 A
Aanhangsel 2 B

BIJLAGE IIIVOORSCHRIFTEN VOOR MOTORFIETSEN

Aanhangsel 1 A
Aanhangsel 1 B
Aanhangsel 2 A
Aanhangsel 2 B

BIJLAGE IVVOORSCHRIFTEN VOOR BROMFIETSEN OP DRIE WIELEN EN DRIEWIELERS

Aanhangsel 1 A
Aanhangsel 1 B
Aanhangsel 2 A
Aanhangsel 2 B

BIJLAGE VVOORSCHRIFTEN VOOR DE OVEREENSTEMMING VAN DE PRODUKTIE

BIJLAGE VIVOORSCHRIFTEN VOOR MERKEN EN OPSCHRIFTEN

Aanhangsel

BIJLAGE VIISPECIFICATIES VAN DE PROEFBAAN

HOOFDSTUK 10KOPPELINRICHTINGEN VOOR AANHANGWAGENS VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN EN HUN AANHANGWAGENS

BIJLAGE IKOPPELINRICHTINGEN VOOR AANHANGWAGENS VAN MOTORVOERTUIGEN OP TWEE OF DRIE WIELEN

Aanhangsel 1Kogelkoppelingen op motorvoertuigen op twee of drie wielen
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5

HOOFDSTUK 11BEVESTIGINGSPUNTEN VOOR VEILIGHEIDSGORDELS EN VEILIGHEIDSGORDELS VAN BROMFIETSEN OP DRIE WIELEN, DRIEWIELERS EN VIERWIELERS

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE IIIPROCEDURE VOOR HET BEPALEN VAN DE POSITIE VAN PUNT H EN DE WERKELIJKE RUGLEUNINGHOEK EN VOOR CONTROLE VAN HUN CORRELATIE MET DE POSITIE VAN PUNT R EN DE ONTWERP-RUGLEUNINGHOEK

Aanhangsel

BIJLAGE IVTREKINRICHTING

BIJLAGE V

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2

BIJLAGE VIVOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT VEILIGHEIDSGORDELS

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4

HOOFDSTUK 12RUITEN, RUITEWISSERS, RUITESPROEIERS EN ONTDOOIINGS- EN ONTWASEMINGSINRICHTINGEN VAN BROMFIETSEN OP DRIE WIELEN, DRIEWIELERS EN VIERWIELERS MET CARROSSERIE

BIJLAGE IRUITEN

Aanhangsel 1
Aanhangsel 2
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4

BIJLAGE IIRUITEWISSERS, RUITESPROEIERS, ONTDOOIINGS- EN ONTWASEMINGSINRICHTINGEN VAN DRIEWIELIGE BROMFIETSEN, DRIEWIELERS OF VIERWIELERS MET CARROSSERIE

Aanhangsel 1Procedure voor het bepalen van de gezichtsvelden bij voorruiten van driewielige bromfietsen, driewielers en vierwielers met carrosserie ten opzichte van de punten V
Aanhangsel 2Mengsel voor de beproeving van ruitewissers en ruitesproeiers
Aanhangsel 3
Aanhangsel 4
Aanhangsel 5
Aanhangsel 6
Aanhangsel 7
Aanhangsel 8