Besluit n r. 1/98 van de Associatieraad EG- Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (98/223/EG)
Besluit n r. 1/98 van de Associatieraad EG- Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (98/223/EG)
1998D1320 — NL — 01.11.2006 — 001.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
BESLUIT Nr. 1/98 VAN DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (PB L 086 van 20.3.1998, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
Publicatieblad | ||||
nr. | blz. | datum | ||
L 254 | 58 | 30.9.2005 | ||
BESLUIT Nr. 2/2006 VAN DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE 2006/999/EG van 17 oktober 2006 | L 367 | 68 | 22.12.2006 |
Gerectificeerd bij:
BESLUIT Nr. 1/98 VAN DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE
van 25 februari 1998
betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten
(98/223/EG)
DE ASSOCIATIERAAD EG-TURKIJE,
Gelet op de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije,
Gelet op het aan die Overeenkomst gehechte Aanvullend Protocol, inzonderheid op artikel 35,
Overwegende dat in artikel 26 van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie (1) is bepaald dat Turkije en de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ geleidelijk de preferentiële regelingen die zij elkaar voor hun handel in landbouwproducten toestaan, moeten verbeteren;
Overwegende dat de Associatieraad in zijn resolutie van 6 maart 1995 heeft geoordeeld dat onderhandelingen moeten worden gestart over de toekenning van wederzijdse concessies voor landbouwproducten;
Overwegende dat de handelsregeling op bepaalde punten moet worden aangepast om rekening te houden met problemen in verband met de uitbreiding van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en de uitvoering van de overeenkomst in het kader van de Uruguay-ronde;
Overwegende dat Turkije en de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ onderhandelingen hebben gevoerd;
Overwegende dat de partijen ook tot overeenstemming zijn gekomen over oorsprongsbepalingen;
Overwegende dat het dienstig is de handelspreferenties voor landbouwproducten tussen Turkije en de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ in een enkel document te groeperen,
BESLUIT:
Artikel 1
1. In het handelsverkeer tussen de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije zijn kwantitatieve beperkingen op invoer en uitvoer van landbouwproducten en ook maatregelen van gelijke werking verboden.
2. Lid 1 laat het recht van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en van Turkije op uitvoering van hun landbouwbeleid of het nemen van maatregelen in het kader daarvan, onverlet.
Artikel 2
De preferentiële regeling van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije is vastgesteld in Protocol nr. 1.
Artikel 3
De preferentiële regeling van Turkije voor de invoer van landbouwproducten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ is vastgesteld in Protocol nr. 2.
Artikel 4
De oorsprongsbepalingen zijn vastgesteld in Protocol nr. 3.
Artikel 5
Als de hoeveelheden of de prijzen van uit de andere partij ingevoerde producten waarvoor een preferentiële regeling geldt, de markt van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije verstoren of dreigen te verstoren, moet zo spoedig mogelijk in de Associatieraad overleg worden gepleegd. Dit sluit niet uit dat in noodgevallen maatregelen kunnen worden toegepast die op grond van de regelgeving van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije worden vastgesteld.
Artikel 6
Het Besluit nr. 1/77 en artikel 2, artikel 3, lid 1 en lid 3, en artikel 4 van hoofdstuk I van Besluit nr. 1/80 worden geschrapt.
Artikel 7
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en in het staatsblad van Turkije.
Artikel 8
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt goedgekeurd. Het is van toepassing met ingang van 1 januari 1998.
De in bijlage I bij Protocol nr. 1 vastgestelde invoerregelingen voor hazelnoten (GN 0802 21 00 en 0802 22 00 ) zijn van toepassing met ingang van 1 januari 1999.
PROTOCOL Nr. 1
betreffende de preferentiële regeling voor invoer in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ van landbouwproducten van oorsprong uit Turkije
Artikel 1
De invoer in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ van in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vermelde producten van oorsprong uit Turkije wordt toegestaan overeenkomstig dit protocol en de bijlagen 1, 2 en 3.
Artikel 2
Ad valorem-rechten
1. De invoer van niet in bijlage 1 vermelde producten wordt vrijgesteld van ad valorem-rechten.
2. Voor de in bijlage 1 vermelde producten worden de ad valorem-rechten overeenkomstig kolom C van die bijlage verlaagd of geschrapt in de perioden en overeenkomstig de voorwaarden die hieronder en in de bijlagen bij dit Protocol zijn vastgesteld.
3. Voor bepaalde in bijlage 1 vermelde producten worden de ad valorem-rechten geschrapt voor hoeveelheden die worden ingevoerd binnen de voor die producten in kolom D van die bijlage vermelde tariefcontingenten. Voor hoeveelheden boven deze tariefcontingenten gelden de normale invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief.
4. Voor bepaalde in bijlage 1 vermelde producten gelden de concessies alleen in bepaalde perioden, zoals aangegeven in de kolommen A en B van die bijlage. Voor hoeveelheden die buiten die perioden worden ingevoerd, gelden de normale invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief.
Artikel 3
Specifieke rechten
1. Voor bepaalde in bijlage 1 vermelde producten worden de specifieke rechten verlaagd of geschrapt overeenkomstig de hieronder en in bijlage 1 vastgestelde voorwaarden.
2. De specifieke rechten worden hetzij verlaagd, hetzij geschrapt, zoals aangegeven in kolom E van bijlage 1.
3. Voor bepaalde in bijlage 1 vermelde producten worden de specifieke rechten verlaagd of geschrapt voor hoeveelheden die worden ingevoerd binnen de voor die producten in kolom F van die bijlage vermelde tariefcontingenten. Voor hoeveelheden boven deze tariefcontingenten, gelden hetzij de normale invoerrechten van het gemeenschappelijk douanetarief, hetzij de in kolom G van bijlage 1 vermelde verlaagde invoerrechten.
4. Op voorwaarde dat Turkije een speciale uitvoerbelasting heft op in Turkije geteelde en rechtstreeks uit dat land in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ ingevoerde rogge, wordt het specifieke recht verlaagd met een bedrag dat even groot is als de door Turkije geheven uitvoerbelasting; deze verlaging bedraagt evenwel ten hoogste 11,68 ECU per ton.
Artikel 4
In bijlage 2 is een samenwerkingsregeling voor hazelnoten vastgesteld.
Artikel 5
Het in bijlage 1 voor bereide tomaten met een drogestofgehalte van minstens 12 % vastgestelde tariefcontingent van 30 000 ton wordt beschikbaar gesteld in twee gelijke tranches van 15 000 ton; de eerste tranche geldt voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni en de tweede voor de periode van 1 juli tot en met 31 december. Voor het beheer van dit contingent zijn de in bijlage 3 vastgestelde coëfficiënten van toepassing.
BIJLAGE 1
REGELING VOOR DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN LANDBOUWPRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT TURKIJE
In deze bijlage verwijst „GDT” naar de tarieven die zijn aangegeven in kolom 3 van het tweede deel of het derde deel, afdeling I, van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (2).
GN-code () | Omschrijving () | GDT-ad-valoremrecht | Specifiek recht | |||
Verlaging van het recht (%) | Tariefcontingent (ton netto-gewicht) | Contingentrecht (EUR/t) | Tariefcontingent (ton nettogewicht) | Recht voor hoeveelheden boven het contingent (EUR/t) | ||
0204 | Vlees van schapen of van geiten | 100 | — | 0 | 200 | |
0207 25 10 | Vlees van kalkoenen, niet in stukken gesneden, bevroren | 170 | 1 000 | |||
0207 25 90 | 186 | |||||
0207 27 30 | Delen en slachtafvallen van kalkoenen, andere dan levers, bevroren | 134 | ||||
0207 27 40 | 93 | |||||
0207 27 50 | 339 | |||||
0207 27 60 | 127 | |||||
0207 27 70 | 230 | |||||
0406 90 29 | Kashkaval | 0 | 2 300 | 671,9 | ||
0406 90 31 | Kaas bereid uit schapen- of buffelmelk, in bergingsmiddelen die pekel bevatten of in zakken van schapen- of geitenvellen | |||||
0406 90 50 | Andere kaas bereid uit schapen- of buffelmelk, in bergingsmiddelen die pekel bevatten of in zakken van schapen- of geitenvellen | |||||
ex 0406 90 86 ex 0406 90 87 ex 0406 90 88 | Tulum Peyniri bereid uit schapen- of buffelmelk, in afzonderlijke plastic of andere verpakkingen met een inhoud van minder dan 10 kg | |||||
0701 90 50 | Nieuwe aardappelen (primeurs), van 1 januari tot en met 31 maart | 100 | — | |||
0701 90 | Aardappelen, vers of gekoeld, andere | 100 | 2 500 | |||
0703 10 11 0703 10 19 | Uien, van 15 februari tot en met 15 mei | 100 | — | |||
0703 10 11 0703 10 19 | Uien, van 16 mei tot en met 14 februari | 100 | 2 000 | |||
0703 20 00 | Knoflook, vers of gekoeld | 100 | — | 0 | — | |
0708 20 00 | Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), van 1 november tot en met 30 april | 100 | — | |||
ex 0708 90 00 | Tuinbonen (Vicia faba major L.), van 1 juli tot en met 30 april | 100 | — | |||
0709 30 00 | Aubergines, van 15 januari tot en met 30 april | 100 | — | |||
0709 30 00 | Aubergines, van 1 mei tot en met 14 januari | 100 | 1 000 | |||
ex 0709 40 00 | Bleekselderij (Apium graveolens L., var. dulce (Mill) Pers.), van 1 januari tot en met 30 april | 100 | — | |||
0709 90 70 | Courgettes, van 1 december tot en met eind februari | 100 | — | |||
0709 90 70 | Courgettes, van 1 maart tot en met 30 november | 100 | 500 | |||
ex 0709 90 90 | Pompoenen, van 1 december tot en met eind februari | 100 | — | |||
ex 0709 90 90 | Wilde uien van de soort Muscari comosum, van 15 februari tot en met 15 mei | 100 | — | |||
0802 21 00 0802 22 00 | Hazelnoten (Corylus spp.) | Recht: 3 % | — | |||
0806 10 10 | Druiven voor tafelgebruik, van 1 mei tot en met 17 juni en van 1 augustus tot en met 14 november | 100 | 350 | |||
0806 10 10 | Druiven voor tafelgebruik, van 15 november tot en met 30 april en van 18 juni tot en met 31juli | 100 | — | |||
0807 11 00 | Watermeloenen, van 1 april tot en met 15 juni | 100 | — | |||
0807 11 00 | Watermeloenen, van 16 juni tot en met 31 maart | 100 | 16 500 | |||
0807 19 00 | Andere meloenen, van 1 november tot en met 31 mei | 100 | — | |||
0809 40 05 | Pruimen, van 1 mei tot en met 15 juni | 100 | — | |||
0811 10 11 | Aardbeien, bevroren | 100 | — | 0 | 100 | |
0811 20 11 | Frambozen enz., bevroren | |||||
0811 90 19 | Andere vruchten, bevroren | |||||
1002 00 00 | Rogge | Verlaging overeen-komstig artikel 3, lid 4 (meest begunstigde naties — ten hoogste 11,68 EUR/t) | ||||
1107 10 | Mout, niet gebrand | Verlaging met 6,57 EUR/t | — | |||
1107 20 00 | Mout, gebrand | Verlaging met 6,57 EUR/t | — | |||
1509 10 10 | Bij de eerste persing verkregen olijfolie, lampolie | Verlaging met 10 % | — | |||
1509 10 90 () | Andere bij de eerste persing verkregen olijfolie | 7,5 % ad valorem | 100 | 0 | 100 | |
1509 10 90 | Andere bij de eerste persing verkregen olijfolie | Verlaging met 10 % | — | |||
1509 90 00 | Andere dan bij de eerste persing verkregen olijfolie | Verlaging met 5 % | — | |||
1510 00 10 | Ruwe olijfolie | Verlaging met 10 % | — | |||
1510 00 90 | Andere olijfolie | Verlaging met 5 % | — | |||
2002 10 | Bereide tomaten, geheel of in stukken | 100 | 8 900 | |||
2002 90 11 2002 90 19 | Andere bereide tomaten, met een gehalte aan droge stof van minder dan 12 gewichtspercenten | |||||
2002 90 31 2002 90 39 2002 90 91 2002 90 99 | Andere bereide of verduurzaamde tomaten, met een gehalte aan droge stof van ten minste 12 gewichtspercenten | 100 | 30 000 (equivalent gehalte aan droge stof 28/30 %) | |||
2007 10 10 2007 91 10 2007 91 30 2007 99 20 2007 99 31 2007 99 33 2007 99 35 2007 99 39 2007 99 55 2007 99 57 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta | 100 | — | Verlaging met 67 % | 1 750 | |
2007 91 30 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, andere dan gehomogeniseerde bereidingen, van citrusvruchten, met een suikergehalte van meer dan 13 doch niet meer dan 30 gewichtspercenten | 100 | — | 0 | 100 | |
2007 99 39 | Andere bereidingen, met een suikergehalte van meer dan 30 gewichtspercenten | 100 | — | 0 | 100 | |
2008 30 19 2008 50 19 2008 50 51 2008 50 92 2008 50 94 2008 60 19 2008 70 19 2008 70 51 2008 80 19 | Vruchten, noten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd | 100 | 2 100 | |||
2009 11 11 2009 11 91 2009 19 11 2009 19 91 2009 29 11 2009 29 91 2009 39 11 2009 39 51 2009 39 91 2009 61 90 2009 69 11 2009 69 79 2009 69 90 2009 80 11 2009 80 32 2009 80 33 2009 80 35 2009 80 61 2009 80 83 2009 80 84 2009 80 86 2009 90 11 2009 90 21 2009 90 31 2009 90 71 2009 90 92 2009 90 94 | Vruchtensappen | 100 | — | Verlaging met 67 % | 3 400 | |
2204 10 | Mousserende wijn | 0 | — | |||
2204 21 | Andere wijn, druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is verhinderd of gestuit, in verpakkingen inhoudende niet meer dan 2 liter | 0 | — | |||
2204 29 | Andere wijn, druivenmost waarvan de gisting door toevoegen van alcohol is verhinderd of gestuit, in verpakkingen inhoudende meer dan 2 liter | 0 | — | |||
2206 00 | Andere gegiste dranken; mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen | 0 | — | |||
ex 22 07 | Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een alcohol-volumegehalte van 80 % vol of meer, en ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte, verkregen uit in bijlage I bij het EG Verdrag genoemde landbouwproducten | 0 | — | |||
2209 00 | Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur | 0 | — | |||
(1)De GN-codes zijn die zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1810/2004 (PB L 327 van 30 oktober 2004, blz. 1). (2)In afwijking van de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur moeten de bewoordingen van de omschrijving van de producten worden geacht slechts als aanwijzing te gelden en is in het kader van deze bijlage de draagwijdte van de GN-codes bepalend voor de toepasselijkheid van de preferentiële regeling. Voor GN-codes die worden voorafgegaan door de vermelding „ex”, wordt op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd, bepaald of de preferentiële regeling toepasselijk is. (3)Deze concessie bestaat uit slechts één contingent van 100 ton met een contingentrecht van 7,5 %. |
BIJLAGE 2
SAMENWERKINGSREGELING VOOR HAZELNOTEN
Om de stabiliteit van de markten, de continuïteit in de leveringen en stabiele marktprijzen voor hazelnoten te bevorderen, wordt in deze sector de volgende samenwerkingsregeling toegepast:
1.Vóór het begin van elk verkoopseizoen, en op zijn laatst in de tweede helft van september, houden beide partijen overleg, waaraan, voor de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ , de relevante Europese verenigingen voor het betrokken product en, voor Turkije, Fiskobirlik en de relevante verenigingen van exporteurs kunnen deelnemen.
Tijdens dit overleg wordt de marktsituatie voor hazelnoten besproken, en met name de productievooruitzichten, de voorraadsituatie, de verwachte producenten- en uitvoerprijzen, de mogelijke marktontwikkelingen en de mogelijkheden om het aanbod op de vraag af te stemmen.
2.Als de invoer van hazelnoten uit Turkije in de Europese Gemeenschap de communautaire markt in de onmiddellijke toekomst dreigt te verstoren, waarschuwt de Commissie van de Europese Gemeenschap de Turkse overheden. Er wordt onverwijld overleg gepleegd om na te gaan hoe de markt kan worden gestabiliseerd.
BIJLAGE 3
TOMATENCONCENTRAAT: AANPASSINGSCOËFFICIËNTEN
Drogestofgehalte | Coëfficiënt | |
Minstens | Maar lager dan | |
12 | 14 | 0,44828 |
14 | 16 | 0,51724 |
16 | 18 | 0,58621 |
18 | 20 | 0,65517 |
20 | 22 | 0,72414 |
22 | 24 | 0,7931 |
24 | 26 | 0,86207 |
26 | 28 | 0,93103 |
28 | 30 | 1 |
30 | 32 | 1,06897 |
32 | 34 | 1,13793 |
34 | 36 | 1,20689 |
36 | 38 | 1,27586 |
38 | 40 | 1,34483 |
40 | 42 | 1,41379 |
42 | 93 | 1,44828 |
93 | 100 | 3,32759 |
PROTOCOL Nr. 2
betreffende de preferentiële regeling voor invoer in Turkije van landbouwproducten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄
Artikel 1
De invoer in Turkije van in bijlage II bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vermelde producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ wordt toegestaan overeenkomstig de hieronder en in de bijlage vastgestelde voorwaarden.
Artikel 2
1. In de perioden en overeenkomstig de voorwaarden die hieronder en in de bijlage zijn vastgesteld, wordt de invoer van belasting vrijgesteld of wordt de invoerbelasting tot op het in kolom C van de bijlage vermelde niveau verlaagd.
2. Voor bepaalde in de bijlage vermelde producten wordt geen invoerbelasting geheven voor hoeveelheden die worden ingevoerd binnen de voor die producten in kolom D van de bijlage vermelde tariefcontingenten. Voor hoeveelheden boven deze tariefcontingenten, geldt de invoerbelasting die is vastgesteld in de Turkse invoerregeling voor derde landen.
3. Voor bepaalde in de bijlage vermelde producten wordt de invoerbelasting in bepaalde perioden geschrapt of verlaagd, zoals aangegeven in de kolommen A en B van de bijlage. Voor hoeveelheden die buiten die perioden worden ingevoerd, geldt de invoerbelasting die is vastgesteld in de Turkse invoerregeling voor derde landen.
BIJLAGE
REGELING VOOR DE INVOER IN TURKIJE VAN LANDBOUWPRODUCTEN VAN OORSPRONG UIT DE GEMEENSCHAP
GN-code () | Omschrijving () | Verlaging t.o.v. het voor de meest begunstigde naties geldende recht (%) | Tariefcontingent (ton nettogewicht) |
0102 10 | Levende runderen: fokdieren van zuiver ras | 100 | Onbeperkt |
0102 90 29 | Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras, met een gewicht van meer dan 80 kg doch niet meer dan 160 kg | 100 | 2 260 |
ex 0102 90 | Levende runderen, andere dan fokdieren van zuiver ras, andere dan met een gewicht van meer dan 80 kg doch niet meer dan 160 kg | 50 | 4 025 |
0202 20 | Andere delen van vlees van runderen, met been, bevroren | Verlaging met 50 % en maximumrecht van 30 % | 5 000 |
0202 20 | Andere delen van vlees van runderen, met been, bevroren | Verlaging met 30 % en een maximumrecht van 43 % | 14 100 |
0210 | Vlees en eetbare slachtafvallen, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt; meel en poeder van vlees of van slachtafvallen, geschikt voor menselijke consumptie | 52 % ad valorem | 250 |
0402 10 | Melk en room, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van niet meer dan 1,5 gewichtspercent | 100 | 2 500 () |
0402 21 | Melk en room, in poeder, in korrels of in andere vaste vorm, met een vetgehalte van meer dan 1,5 gewichtspercent, zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | 100 | 2 500 () |
0404 | Wei, ook indien ingedikt of met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen; producten bestaande uit natuurlijke bestanddelen van melk, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen | 30 % ad valorem | 700 |
0405 10 0405 20 90 0405 90 | Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen; zuivelpasta's | 100 | 3 700 |
0406 30 | Smeltkaas, niet geraspt noch in poeder | 100 | 300 |
0406 90 | Andere kaas | 100 | 2 000 |
ex 0406 90 | Andere kaas, andere, met uitzondering van 0406 90 29 / 31 / 50 / 86 / 87 / 88 | 100 | 1 000 |
0408 11 80 | Eigeel, gedroogd, ander | 24 % ad valorem | 75 |
0601 | Bollen, knollen en wortelstokken, ook indien in blad of in bloei; cichoreiplanten en -wortels, andere dan die bedoeld bij post 1212 | 100 | 200 |
ex 0602 90 | Andere levende planten, andere, met uitzondering van 0602 90 91 | 100 | 3 400 |
0603 10 | Afgesneden bloemen enz., vers | 100 | 100 |
0604 | Loof, bladeren, twijgen, takken en andere delen van planten, zonder bloemen, bloesems of bloemknoppen, alsmede grassen, mossen en korstmossen, voor bloemstukken of voor versiering, vers, gedroogd, gebleekt, geverfd, geïmpregneerd of op andere wijze geprepareerd | 100 | 100 |
0701 10 00 | Pootaardappelen, vers of gekoeld | 100 | 6 000 |
0709 51 00 | Paddenstoelen van het geslacht „Agaricus”, vers of gekoeld | 7 % ad valorem | 100 |
0710 22 00 | Bonen (Vigna spp., Phaseolus spp.), bevroren | 11,5 % ad valorem | 100 |
ex 0808 10 (behalve ()0808 10 80 00 11 0808 10 80 00 13 0808 10 80 00 14 ) | Appelen, vers, andere dan Golden Delicious, Starking en Starkrimson | 100 | 1 750 |
0808 20 | Peren en kweeperen, vers | 30 % ad valorem | 500 |
0809 30 | Perziken (nectarines daaronder begrepen), vers, van 15 juli tot en met 31 december | 100 | 1 000 |
0810 90 30 | Tamarindevruchten, cashewappelen, nangka’s („jackfruit”), litchis en sapodilla’s, vers | 100 | 1 000 |
0810 90 40 | Passievruchten, carambola’s en pitahaya’s, vers | 100 | 500 |
0810 90 95 | Ander fruit, vers | 100 | 500 |
0811 10 | Aardbeien, bevroren | 20 % ad valorem | 100 |
0902 | Thee | Maximumrecht: 45 % | 200 |
1001 | Tarwe en mengkoren, van 1 september tot en met 31 mei | 100 | 30 000 |
1001 10 00 | Harde tarwe, van 1 september tot en met 31 mei | 100 | 100 000 |
1001 90 | Andere tarwe, van 1 september tot en met 31 mei | 100 | 200 000 |
1002 00 00 | Rogge, van 1 september tot en met 31 mei | 100 | 22 500 |
ex 1003 00 | Gerst, van 1 september tot en met 31 mei, voor moutbereiding | 100 | 49 500 |
1004 00 00 | Haver, van 1 september tot en met 31 mei | 50 | 5 000 |
1005 90 00 | Maïs, van 1 september tot en met 31 mei, andere dan zaaigoed | 100 | 53 640 |
1005 90 00 | Maïs, van 1 december tot en met 31 mei, andere dan zaaigoed | 100 | 52 000 |
1006 30 | Halfwitte of volwitte rijst | 100 | 28 000 |
1104 12 90 | Granen in vlokken, van haver | 50 | 100 |
1107 | Mout, ook indien gebrand | 100 | 500 |
1206 00 91 1206 00 99 | Zonnebloempitten, andere dan voor zaaidoeleinden, van 1 januari tot en met 31 augustus | 100 | 1 000 |
1207 20 90 | Katoenzaad, ander dan voor zaaidoeleinden | 100 | 1 500 |
ex 12 09 | Zaaigoed, sporen daaronder begrepen, met uitzondering van 1209 10 00 | 100 | 1 050 |
1209 10 00 | Suikerbietenzaad | 100 | 300 |
1502 00 | Rund-, schapen- of geitenvet | 100 | 3 000 |
1507 10 | Ruwe sojaolie, van 1 januari tot en met 31 augustus | 100 | 60 000 |
1507 90 | Geraffineerde sojaolie, van 1 januari tot en met 31 augustus | 50 | 2 000 |
1512 11 | Ruwe zonnebloemzaad- en saffloerolie, van 1 januari tot en met 31 augustus | 100 | 18 400 |
1514 11 1514 91 | Ruwe koolzaad-, raapzaad- en mosterdzaadolie, alsmede fracties daarvan, niet chemisch gewijzigd, 0 % erucazuur bevattend, van 1 januari tot en met 31 augustus | 100 | 10 600 |
1602 10 00 | Gehomogeniseerde bereidingen | 30 % ad valorem | 400 |
1701 99 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm, andere dan ruwe suiker, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen | Verlaging met 20 % en een maximumrecht van 50 % | 80 000 |
2001 90 50 | Paddenstoelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur | 50 | 325 |
2001 90 99 | Andere groenten en vruchten, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur | ||
2002 90 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere | 100 | 1 500 |
2003 | Paddenstoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | 13 % ad valorem | 50 |
2005 10 | Gehomogeniseerde groenten | 15 % ad valorem | 300 |
2005 40 | Erwten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, niet bevroren | 100 | 300 |
2007 10 | Gehomogeniseerde bereidingen | 25 % ad valorem | 450 |
2007 99 10 2007 99 33 2007 99 35 ex 2007 99 39 ex 2007 99 57 ex 2007 99 98 | Jam, vruchtengelei en marmelade, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen (met uitzondering van hazelnotenpasta) | 20 % ad valorem | 1 000 |
2009 11 2009 12 2009 19 | Sinaasappelsap | 15 % ad valorem | 1 000 |
2009 61 | Druivensap | ||
2009 71 2009 79 | Appelsap | ||
2009 80 89 | Sap van andere vruchten of groenten, niet onderling vermengd, met een gehalte aan toegevoegde suiker van niet meer dan 30 gewichtspercenten | ||
2009 80 96 | Kersensap | ||
2009 90 11 2009 90 19 2009 90 21 2009 90 29 2009 90 31 2009 90 39 | Mengsels van sappen | ||
2204 10 | Mousserende wijn | 35 % ad valorem | 750 hl |
2209 00 | Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur | 100 | 2 500 |
2301 | Meel, poeder en pellets van vlees, van slachtafvallen, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen | 100 | — |
2304 00 00 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van sojaolie | 100 | — |
2309 10 | Honden- en kattenvoer, opgemaakt voor de verkoop in het klein | 100 | 1 400 |
2309 90 | Andere bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | 100 | 6 700 |
(1)De GN-codes zijn die zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 1810/2004 (PB L 327 van 30.10.2004, blz. 1). (2)In afwijking van de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur moeten de bewoordingen van de omschrijving van de producten worden geacht slechts als aanwijzing te gelden en is in het kader van deze bijlage de draagwijdte van de GN-codes bepalend voor de toepasselijkheid van de preferentiële regeling. Voor GN-codes die worden voorafgegaan door de vermelding „ex”, wordt op basis van de GN-code en de betrokken omschrijving, gezamenlijk beschouwd, bepaald of de preferentiële regeling toepasselijk is. (3)Deze contingenten zijn bedoeld voor invoer in het kader van de regeling actieve veredeling. (4)Turkse douanecodes. |
PROTOCOL Nr. 3
Oorsprongsregels
INHOUDSOPGAVE | |
ALGEMENE BEPALINGEN | |
— Artikel 1 | Definities |
DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG” | |
— Artikel 2 | Algemene voorwaarden |
— Artikel 3 | Bilaterale cumulatie van de oorsprong |
— Artikel 4 | Geheel en al verkregen producten |
— Artikel 5 | Toereikende bewerking of verwerking |
— Artikel 6 | Niet-toereikende bewerking of verwerking |
— Artikel 7 | Determinerende eenheid |
— Artikel 8 | Stellen of assortimenten |
— Artikel 9 | Neutrale elementen |
TERRITORIALE VOORWAARDEN | |
— Artikel 10 | Territorialiteitsbeginsel |
— Artikel 11 | Rechtstreeks vervoer |
— Artikel 12 | Tentoonstellingen |
TERUGGAVE OF VRIJSTELLING | |
— Artikel 13 | Verbod op teruggave of vrijstelling van douanerechten |
BEWIJS VAN DE OORSPRONG | |
— Artikel 14 | Algemene voorwaarden |
— Artikel 15 | Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 |
— Artikel 16 | Afgifte achteraf van een EUR.l-certificaat |
— Artikel 17 | Afgifte van een duplicaat van een EUR.1-certificaat |
— Artikel 18 | Afgifte van een EUR.1-certificaat aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong |
— Artikel 19 | Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring |
— Artikel 20 | Toegelaten exporteur |
— Artikel 21 | Geldigheid van het bewijs van de oorsprong |
— Artikel 22 | Overlegging van het bewijs van de oorsprong |
— Artikel 23 | Vrijstelling van het bewijs van de oorsprong |
— Artikel 24 | Bewijsstukken |
— Artikel 25 | Bewaring van oorsprongsbewijzen en andere bewijsstukken |
— Artikel 26 | Verschillen en vormfouten |
— Artikel 27 | In ECU uitgedrukte bedragen |
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING | |
— Artikel 28 | Wederzijdse bijstand |
— Artikel 29 | Controle van de oorsprongsbewijzen |
— Artikel 30 | Regeling van geschillen |
— Artikel 31 | Sancties |
— Artikel 32 | Vrije zones |
CEUTA EN MELILLA | |
— Artikel 33 | Toepassing van het Protocol |
— Artikel 34 | Bijzondere voorwaarden |
SLOTBEPALINGEN | |
— Artikel 35 | Wijzigingen op het Protocol |
TITEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit Protocol wordt verstaan onder:
a) | „vervaardiging” : elke soort be- of verwerking, met inbegrip van assemblage of speciale behandelingen; |
b) | „materiaal” : alle ingrediënten, grondstoffen, componenten, delen enz., die bij de vervaardiging van het product worden gebruikt; |
c) | „product” : het verkregen product, zelfs indien het bestemd is om later bij de vervaardiging van een ander product te worden gebruikt; |
d) | „goederen” : zowel materialen als producten; |
e) | „douanewaarde” : de waarde zoals bepaald bij de Overeenkomst inzake de toepassing van artikel VII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel van 1994 (Overeenkomst inzake de douanewaarde van de WTO); |
f) | „prijs af fabriek” : de prijs die voor het product af fabriek is betaald aan de fabrikant in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije in wiens bedrijf de laatste be- of verwerking is verricht, voor zover in die prijs de waarde is begrepen van alle gebruikte materialen, verminderd met alle binnenlandse belastingen die worden of kunnen worden terugbetaald wanneer het verkregen product wordt uitgevoerd; |
g) | „waarde van de materialen” : de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije is betaald; |
h) | „waarde van de materialen van oorsprong” : de waarde van deze materialen als omschreven onder g), welke omschrijving van dienovereenkomstige toepassing is; |
i) | „toegevoegde waarde” : de prijs af fabriek min de douanewaarde van de in het product opgenomen goederen die niet van oorsprong zijn uit het land waarin het product werd verkregen; |
j) | „hoofdstukken” en „posten” : de hoofdstukken en posten (viercijfercodes) van de nomenclatuur die het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen vormt, in dit Protocol „het geharmoniseerd systeem” of „GS” genoemd; |
k) | „ingedeeld” : de indeling van een product of materiaal onder een bepaalde post; |
l) | „zending” : producten die gelijktijdig van een exporteur naar een geadresseerde worden verzonden of vergezeld gaan van een enkel vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt, of bij gebreke daarvan, een enkele factuur. |
m) | „gebieden” : ook de territoriale wateren. |
TITEL II
DEFINITIE VAN HET BEGRIP „PRODUCTEN VAN OORSPRONG”
Artikel 2
Algemene voorwaarden
1. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ :
a)geheel en al in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ verkregen producten in de zin van artikel 4 van dit Protocol;
b)in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol.
2. Voor de toepassing van dit besluit worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit Turkije:
a)geheel en al in Turkije verkregen producten, in de zin van artikel 4 van dit Protocol;
b)in Turkije verkregen producten, waarin materialen zijn verwerkt die daar niet geheel en al zijn verkregen, mits deze materialen in Turkije een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol.
Artikel 3
Bilaterale cumulatie van de oorsprong
1. Materialen van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ worden beschouwd materialen van oorsprong uit Turkije te zijn indien ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6, lid 1, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.
2. Materialen van oorsprong uit Turkije worden beschouwd materialen van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ te zijn wanneer ze in een aldaar verkregen product zijn opgenomen. Het is niet noodzakelijk dat deze materialen een toereikende be- of verwerking hebben ondergaan, mits ze evenwel een be- of verwerking hebben ondergaan die meer omvat dan de in artikel 6, lid 1, van dit Protocol genoemde be- of verwerkingen.
Artikel 4
Geheel en al verkregen producten
1. Als geheel en al in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije verkregen worden beschouwd:
a)aldaar uit de bodem of zeebodem gewonnen producten;
b)aldaar geoogste producten van het plantenrijk;
c)aldaar geboren en opgefokte levende dieren;
d)producten afkomstig van aldaar opgefokte levende dieren;
e)voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij;
f)producten van de zeevisserij en andere door hun schepen buiten de territoriale wateren van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije uit de zee gewonnen producten;
g)producten uitsluitend uit de onder f) bedoelde producten aan boord van hun fabrieksschepen vervaardigd;
h)afval afkomstig van aldaar verrichte fabrieksbewerkingen;
i)goederen die aldaar uitsluitend uit de onder a) tot en met h) bedoelde producten zijn vervaardigd.
2. De termen „hun schepen” en „hun fabrieksschepen” in lid 1, onder f) en g), zijn slechts van toepassing op schepen en fabrieksschepen:
a)die in een lidstaat van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije zijn ingeschreven of geregistreerd;
b)die de vlag van een lidstaat van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije voeren;
c)die voor ten minste 50 procent toebehoren aan onderdanen van lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije of aan een vennootschap die haar hoofdkantoor in een van deze staten heeft en waarvan de bedrijfsvoerder(s), de voorzitter van de raad van bestuur of van toezicht en de meerderheid van de leden van deze raden onderdanen zijn een lidstaat van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije, en waarvan bovendien, in het geval van personenvennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, ten minste de helft van het kapitaal toebehoort aan deze staten of aan openbare lichamen of onderdanen daarvan;
d)waarvan de kapitein en de officieren onderdanen zijn van lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije; en
e)waarvan de bemanning voor ten minste 75 procent uit onderdanen van lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije bestaat.
Artikel 5
Toereikende bewerking of verwerking
1. Niet geheel en al verkregen producten worden geacht een toereikende bewerking of verwerking te hebben ondergaan in de zin van artikel 2, indien aan de voorwaarden van de lijst in bijlage II is voldaan.
In deze lijst is voor alle onder dit besluit vallende producten aangegeven welke be- of verwerkingen niet van oorsprong zijnde materialen moeten ondergaan om het karakter van product van oorsprong te verkrijgen en zijn slechts op deze materialen van toepassing. Dit betekent dat indien een product dat de oorsprong heeft verkregen doordat het aan de voorwaarden in die lijst voor dat product heeft voldaan, als materiaal gebruikt wordt bij de vervaardiging van een ander product, de voorwaarden die van toepassing zijn op het product waarin het wordt verwerkt daarvoor niet gelden. Er wordt dan geen rekening gehouden met de niet van oorsprong zijnde materialen die bij de vervaardiging ervan zijn gebruikt.
2. In afwijking van lid 1 kunnen niet van oorsprong zijnde materialen die volgens de voorwaarden in de lijst bij de vervaardiging van een bepaald product niet mogen worden gebruikt, in de volgende gevallen toch worden gebruikt:
a)wanneer de totale waarde ervan niet hoger is dan 10 procent van de prijs af fabriek van het product;
b)wanneer in de lijst een of meer percentages zijn gegeven voor de maximumwaarde van de materialen die niet van oorsprong zijn, en deze percentages door de toepassing van dit lid niet worden overschreden.
3. De leden 1 en 2 zijn van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in artikel 6.
Artikel 6
Ontoereikende bewerking of verwerking
1. Behoudens het bepaalde in lid 2 worden de volgende be- of verwerkingen als ontoereikend beschouwd om de oorsprong te verlenen, ongeacht of aan de voorwaarden van artikel 5 is voldaan:
a)behandelingen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, uitspreiden, drogen, koelen, in water zetten waaraan zout, zwaveldioxide of andere producten zijn toegevoegd, verwijderen van beschadigde gedeelten en soortgelijke behandelingen);
b)eenvoudige behandelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, classificeren, assorteren (daaronder begrepen het samenstellen van sets van artikelen), wassen, verven en snijden;
c)
i)veranderen van verpakkingen, splitsen en samenvoegen van colli;
ii)eenvoudig verpakken in flessen, zakken, etuis, dozen of blikken, bevestigen op kaartjes of plankjes enz., en alle andere handelingen in verband met de opmaak;
d)het aanbrengen van merken, etiketten of soortgelijke onderscheidingstekens op de producten zelf of op hun verpakkingen;
e)eenvoudig mengen van producten, ook van verschillende soorten, indien een of meer bestanddelen van het mengsel niet voldoen aan de voorwaarden van dit Protocol om als producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije te worden beschouwd;
f)eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product;
g)twee of meer van de onder a) tot en met f) vermelde behandelingen tezamen;
h)het slachten van dieren.
2. Om te bepalen of de be- of verwerkingen die een bepaald product heeft ondergaan ontoereikend zijn in de zin van lid 1 worden alle be- of verwerkingen die dit product in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije heeft ondergaan tezamen genomen.
Artikel 7
Determinerende eenheid
1. De determinerende eenheid voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol is het product dat volgens de nomenclatuur van het geharmoniseerde systeem als de basiseenheid wordt beschouwd.
Hieruit volgt dat:
a)wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de in aanmerking te nemen eenheid vormt;
b)wanneer een zending uit een aantal eendere producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van de bepalingen van dit Protocol afzonderlijk moet worden genomen.
2. Wanneer volgens algemene regel 5 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem de verpakking meetelt voor het vaststellen van de indeling, telt deze ook mee voor het vaststellen van de oorsprong.
Artikel 8
Stellen of assortimenten
Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt evenwel als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn niet meer van 15 procent van de prijs af fabriek van het stel of assortiment bedraagt.
Artikel 9
Neutrale elementen
Om te bepalen of een product van oorsprong is, is het niet noodzakelijk de oorsprong na te gaan van:
a)energie en brandstof;
b)fabrieksuitrusting;
c)machines en werktuigen;
d)goederen die in de uiteindelijke samenstelling van het product niet voorkomen en ook niet bedoeld waren daarin voor te komen; die bij de vervaardiging gebruikt kunnen zijn.
TITEL III
TERRITORIALE VOORWAARDEN
Artikel 10
Territorialiteitsbeginsel
1. Aan de in titel II genoemde voorwaarden met betrekking tot het verkrijgen van de oorsprong moet zonder onderbreking in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije zijn voldaan.
2. Producten van oorsprong die uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije naar een ander land worden uitgevoerd en daarna weer worden ingevoerd, kunnen niet langer als producten van oorsprong worden beschouwd, tenzij ten genoegen van de douaneautoriteiten kan worden aangetoond dat:
a)de wederingevoerde goederen dezelfde goederen zijn als de eerder uitgevoerde goederen; en
b)dat zij tijdens de periode dat ze waren uitgevoerd geen andere be- of verwerkingen hebben ondergaan dan die welke noodzakelijk waren om ze in goede staat te bewaren.
Artikel 11
Rechtstreeks vervoer
1. De bij dit besluit vastgestelde preferentiële regeling is uitsluitend van toepassing op producten die aan de voorwaarden van dit Protocol voldoen en die rechtstreeks tussen de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije zijn vervoerd. Producten die één enkele zending vormen, kunnen via een ander grondgebied worden vervoerd, eventueel met overslag of tijdelijke opslag op dit grondgebied, voorzover ze in het land van doorvoer of opslag onder toezicht van de douane blijven en aldaar geen andere behandelingen ondergaan dan lossen en opnieuw laden of behandelingen om ze in goede staat te bewaren.
2. Het bewijs dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden is voldaan, wordt geleverd door overlegging van de volgende stukken aan de douaneautoriteiten van het land van invoer:
a)een enkel vervoerdocument dat in het land van uitvoer is opgesteld ter dekking van het vervoer door het land van doorvoer, of
b)een door de douaneautoriteiten van het land van doorvoer afgegeven certificaat, waarin:
i)de producten nauwkeurig zijn omschreven,
ii)de data zijn vermeld waarop de producten gelost en opnieuw geladen zijn, in voorkomend geval onder opgave van de naam van de gebruikte schepen, of van de andere gebruikte vervoermiddelen; en
iii)een verklaring betreffende de voorwaarden waarop de producten in het land van doorvoer verbleven;
c)hetzij, bij gebreke van bovengenoemde stukken, enig ander bewijsstuk.
Artikel 12
Tentoonstellingen
1. Het besluit is van toepassing op producten van oorsprong die naar een tentoonstelling in een ander land zijn verzonden en die na de tentoonstelling in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije worden ingevoerd, mits ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat:
a)een exporteur deze producten vanuit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije naar het land van de tentoonstelling heeft verzonden en ze daar heeft tentoongesteld;
b)deze exporteur de producten heeft verkocht of op andere wijze afgestaan aan een geadresseerde in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije;
c)de producten tijdens of onmiddellijk na de tentoonstelling in dezelfde staat als waarin zij naar de tentoonstelling zijn gegaan zijn verzonden; en
d)de producten, vanaf het moment dat zij naar de tentoonstelling werden verzonden, niet voor andere doeleinden zijn gebruikt dan om op die tentoonstelling te worden vertoond.
2. Een bewijs van de oorsprong wordt overeenkomstig de bepalingen van titel V afgegeven of opgesteld en op de normale wijze bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend. Op dit bewijs zijn de naam en het adres van de tentoonstelling vermeld. Zo nodig kunnen aanvullende bewijsstukken worden gevraagd ten aanzien van de aard van de producten en de voorwaarden waarop zij werden tentoongesteld.
3. Lid 1 is van toepassing op alle tentoonstellingen, beurzen of soortgelijke openbare evenementen met een commercieel, industrieel, agrarisch of ambachtelijk karakter die niet voor particuliere doeleinden in winkels of bedrijfsruimten met het oog op de verkoop van buitenlandse producten worden gehouden, en gedurende welke de producten onder douanetoezicht zijn gebleven.
TITEL IV
TERUGGAVE OF VRIJSTELLING VAN RECHTEN
Artikel 13
Verbod op teruggave of vrijstelling van rechten
1. Niet van oorsprong zijnde materialen die gebruikt zijn bij de vervaardiging van producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije waarvoor overeenkomstig de bepalingen van Titel V een bewijs van oorsprong is afgegeven of opgesteld, komen in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije niet in aanmerking voor de teruggave of vrijstelling van douanerechten in welke vorm dan ook.
2. Het verbod in lid 1 is van toepassing op elke regeling voor algehele of gedeeltelijke terugbetaling of vrijstelling van douanerechten of heffingen van gelijke werking die in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije van toepassing is op materialen die bij de vervaardiging worden gebruikt, indien een dergelijke terugbetaling of vrijstelling uitdrukkelijk of feitelijk wordt toegekend indien de producten die uit genoemde materialen zijn verkregen worden uitgevoerd, doch niet van toepassing is indien deze producten voor binnenlands gebruik zijn bestemd.
3. De exporteur van producten die door een bewijs van oorsprong zijn gedekt, dient op verzoek van de douaneautoriteiten steeds bereid te zijn alle stukkenover te leggen waaruit blijkt dat geen teruggave of vrijstelling van rechten is verkregen ten aanzien van de bij de vervaardiging van de betrokken producten gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn en dat alle douanerechten en heffingen van gelijke werking die op deze materialen van toepassing zijn, inderdaad zijn betaald.
4. De leden 1, 2 en 3 zijn ook van toepassing op de verpakking in de zin van artikel 7, lid 2, en op artikelen die deel uitmaken van een stel of assortiment in de zin van artikel 8, wanneer dergelijke producten niet van oorsprong zijn.
5. De leden 1 tot en met 4 zijn uitsluitend van toepassing op materialen van de soort waarop het besluit van toepassing is. Zij doen geen afbreuk aan het systeem van restituties bij de uitvoer van landbouwproducten overeenkomstig de bepalingen van het besluit.
6. Onverminderd de bepalingen van lid 1, mag Turkije, ingeval daar een hoger invoerrecht van toepassing is dan in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ , drawbackregelingen of vrijstelling van invoerrechten of van heffingen van gelijke werking hanteren voor de materialen die worden gebruikt bij de vervaardiging van producten van oorsprong, op voorwaarde dat het percentage van de douaneheffing niet lager is dan hetgene dat op dezelfde materialen van toepassing is bij invoer in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ .
TITEL V
BEWIJS VAN DE OORSPRONG
Artikel 14
Algemene voorwaarden
1. Dit besluit is van toepassing op producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ die in Turkije worden ingevoerd en op producten van oorsprong uit Turkije die in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd, op vertoon van:
a)een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1, waarvan het model in bijlage III is opgenomen; of
b)in de in artikel 19, lid 1, bedoelde gevallen, een verklaring van de exporteur, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, op een factuur, pakbon of een ander handelsdocument en waarin de producten duidelijk genoeg zijn omschreven om geïdentificeerd te kunnen worden (hierna „factuurverklaring” genoemd).
2. In afwijking van lid 1 vallen producten van oorsprong in de in van dit Protocol in de in artikel 23 bedoelde gevallen onder de toepassing van dit besluit zonder dat een van de hierboven genoemde documenten behoeft te worden overgelegd.
Artikel 15
Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
1. Een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 (hierna „EUR.1-cerificaat” genoemd) wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer op schriftelijke aanvraag van de exporteur of, onder diens verantwoordelijkheid, van zijn gemachtigde vertegenwoordiger.
2. Ten dien einde vult de exporteur of diens gemachtigde vertegenwoordiger zowel het EUR.1-certificaat als het aanvraagformulier in. Modellen van beide formulieren zijn in bijlage III opgenomen. Deze formulieren worden ingevuld in een van de talen waarin het besluit is opgesteld, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. Indien de formulieren met de hand worden ingevuld, dient dit met inkt en in blokletters te gebeuren. De producten moeten worden omschreven in het daartoe bestemde vak en er mogen geen regels worden opengelaten. Indien dit vak niet volledig is ingevuld, wordt onder de laatste regel een horizontale lijn getrokken en het niet-ingevulde gedeelte doorgekruist.
3. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, dient op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer waar dit certificaat wordt afgegeven, steeds bereid te zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Het EUR.1-certificaat wordt afgegeven door de douaneautoriteiten van een lidstaat van de Europese Gemeenschap of van Turkije indien de uit te voeren goederen kunnen worden beschouwd als producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije en indien aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
5. De met de afgifte van EUR.1-certificaten belaste douaneautoriteiten nemen alle nodige maatregelen om te controleren of de producten inderdaad van oorsprong zijn en of aan alle andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan. Met het oog hierop zijn zij gerechtigd bewijsstukken op te vragen, de boeken van de exporteur in te zien en alle andere controles te verrichten die zij dienstig achten. Deze douaneautoriteiten zien er ook op toe dat de in lid 2 bedoelde formulieren correct zijn ingevuld. Zij gaan met name na of het voor de omschrijving van de goederen bestemde vak zo is ingevuld dat frauduleuze toevoegingen niet mogelijk zijn.
6. De datum van afgifte van het EUR.1-certificaat wordt vermeld in vak 11 van het certificaat.
7. Een EUR.1-certificaat wordt door de douaneautoriteiten afgegeven en ter beschikking van de exporteur gesteld zodra de goederen werkelijk worden uitgevoerd of wanneer het zeker is dat ze zullen worden uitgevoerd.
Artikel 16
Afgifte achteraf van een EUR.l-certificaat
1. In afwijking van artikel 15, lid 7, kan een EUR.1-certificaat bij wijze van uitzondering worden afgegeven na de uitvoer van de goederen waarop het betrekking heeft, indien
a)dit door een vergissing, onopzettelijk verzuim of bijzondere omstandigheden niet bij de uitvoer is gebeurd;
b)ten genoegen van de douaneautoriteiten wordt aangetoond dat het EUR.1-certificaat wel was afgegeven, maar bij invoer om technische redenen niet is aanvaard.
2. Met het oog op de toepassing van lid 1 dient de exporteur in zijn aanvraag de plaats en de datum van uitvoer te vermelden van de producten waarop het EUR.1-certificaat betrekking heeft, onder opgave van de redenen van zijn aanvraag.
3. De douaneautoriteiten kunnen eerst tot afgifte achteraf van een EUR.1-certificaat overgaan na te hebben vastgesteld dat de gegevens in de aanvraag van de exporteur overeenstemmen met die in het desbetreffende dossier.
4. Op een achteraf afgegeven EUR.1-certificaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
ES | „EXPEDIDO A POSTERIORI” |
CS | „VYSTAVENO DODATEČNĚ” |
DA | „UDSTEDT EFTERFØLGENDE” |
DE | „NACHTRÄGLICH AUSGESTELLT” |
ET | „TAGANTJÄRELE VÄLJA ANTUD” |
EL | „ΕΚΔΟΘΕΝ ΕΚ ΤΩΝ ΥΣΤΕΡΩΝ” |
EN | „ISSUED RETROSPECTIVELY” |
FR | „DÉLIVRÉ A POSTERIORI” |
IT | „RILASCIATO A POSTERIORI” |
LV | „IZSNIEGTS RETROSPEKTĪVI” |
LT | „RETROSPEKTYVUSIS IŠDAVIMAS” |
HU | „KIADVA VISSZAMENŐLEGES HATÁLLYAL” |
MT | „MAĦRUĠ RETROSPETTIVAMENT” |
NL | „AFGEGEVEN A POSTERIORI” |
PL | „WYSTAWIONE RETROSPEKTYWNIE” |
PT | „EMITIDO A POSTERIORI” |
SL | „IZDANO NAKNADNO” |
SK | „VYDANÉ DODATOČNE” |
FI | „ANNETTU JÄLKIKÄTEEN” |
SV | „UTFÄRDAT I EFTERHAND” |
TR | „SONRADAN VERİLMİȘTİR”. |
5. De in lid 4 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het EUR.1-certificaat.
Artikel 17
Afgifte van een duplicaat van een EUR.1-certificaat
1. In geval van diefstal, verlies of vernietiging van een EUR.1-certificaat, kan de exporteur de douaneautoriteiten die dit certificaat hadden afgegeven, verzoeken een duplicaat op te maken aan de hand van de uitvoerdocumenten die in hun bezit zijn.
2. Op het aldus afgegeven duplicaat wordt een van de volgende aantekeningen aangebracht:
ES | „DUPLICADO” |
CS | „DUPLIKÁT” |
DA | „DUPLIKAT” |
DE | „DUPLIKAT” |
ET | „DUPLIKAAT” |
EL | „ΑΝΤΙΓΡΑΦΟ” |
EN | „DUPLICATE” |
FR | „DUPLICATA” |
IT | „DUPLICATO” |
LV | „DUBLIKĀTS” |
LT | „DUBLIKATAS” |
HU | „MÁSODLAT” |
MT | „DUPLIKAT” |
NL | „DUPLICAAT” |
PL | „DUPLIKAT” |
PT | „SEGUNDA VIA” |
SL | „DVOJNIK” |
SK | „DUPLIKÁT” |
FI | „KAKSOISKAPPALE” |
SV | „DUPLIKAT” |
TR | „İKİNCİ NÜSHADIR”. |
3. De in lid 2 bedoelde aantekening wordt aangebracht in het vak „Opmerkingen” van het duplicaat van het EUR.1-certificaat.
4. Het duplicaat, dat dezelfde datum van afgifte draagt als het oorspronkelijke EUR.1-certificaat geldt vanaf die datum.
Artikel 18
Afgifte van een EUR.1-certificaat aan de hand van een eerder opgesteld of afgegeven bewijs van oorsprong
Voor producten van oorsprong die in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije onder toezicht van een douanekantoor zijn geplaatst, kan het oorspronkelijke bewijs van oorsprong door een of meer EUR.1-certificaten worden vervangen bij verzending van deze producten of een gedeelte daarvan naar een andere plaats in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije. Dit certificaat of deze certificaten worden afgegeven door het douanekantoor dat op de producten toezicht houdt.
Artikel 19
Voorwaarden voor het opstellen van een factuurverklaring
1. De in artikel 14, lid 1, onder b), genoemde factuurverklaring kan worden opgesteld door:
a)een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20; of door
b)een willekeurige exporteur, voor zendingen bestaande uit een of meer colli die producten van oorsprong bevatten waarvan de totale waarde niet meer dan 6 000 ECU bedraagt.
2. Een factuurverklaring kan worden opgesteld indien de producten als van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije kunnen worden beschouwd en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen.
3. De exporteur die de factuurverklaring opstelt moet op verzoek van de douaneautoriteiten van het land van uitvoer steeds bereid zijn de nodige documenten te overleggen waaruit blijkt dat de betrokken producten van oorsprong zijn en dat aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
4. Deze factuurverklaring, waarvan de tekst in bijlage IV is opgenomen, wordt door de exporteur op de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument getypt, gestempeld of gedrukt in een van de in die bijlage opgenomen talenversies, overeenkomstig de bepalingen van het nationale recht van het land van uitvoer. De factuurverklaring mag ook met de hand, met inkt en in blokletters, worden geschreven.
5. De factuurverklaring wordt door de exporteur eigenhandig ondertekend. Een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 behoeft deze verklaring echter niet te ondertekenen, mits hij de douaneautoriteiten een schriftelijke verklaring doet toekomen waarin hij de volle verantwoordelijkheid op zich neemt voor alle factuurverklaringen waaruit zijn identiteit blijkt alsof hij deze eigenhandig had ondertekend.
6. Een factuurverklaring kan door de exporteur worden opgesteld bij de uitvoer van de producten waarop ze betrekking heeft of later, maar moet uiterlijk twee jaar na de invoer van de producten waarop ze betrekking heeft in het land van invoer worden aangeboden.
Artikel 20
Toegelaten exporteur
1. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer kunnen een exporteur die veelvuldig producten verzendt waarop het besluit van toepassing is vergunning verlenen factuurverklaringen op te stellen, ongeacht de waarde van de betrokken producten. Om voor een dergelijke vergunning in aanmerking te komen, moet de exporteur naar het oordeel van de douaneautoriteiten de nodige waarborgen bieden met betrekking tot de controle op de oorsprong van de producten en de naleving van alle andere voorwaarden van dit Protocol.
2. De douaneautoriteiten kunnen het verlenen van de status van toegelaten exporteur afhankelijk stellen van de door hen noodzakelijk geachte voorwaarden.
3. De douaneautoriteiten kennen de toegelaten exporteur een nummer toe dat in de factuurverklaringen wordt vermeld.
4. De douaneautoriteiten houden toezicht op het gebruik van de vergunning door de toegelaten exporteur.
5. De douaneautoriteiten kunnen de vergunning steeds intrekken. Zij zijn verplicht dit te doen wanneer de toegelaten exporteur niet langer de in lid 1 bedoelde garanties biedt, niet langer aan de in lid 2 bedoelde voorwaarden voldoet of de vergunning niet op de juiste wijze gebruikt.
Artikel 21
Geldigheid van het bewijs van de oorsprong
1. Een bewijs van oorsprong is vier maanden geldig vanaf de datum van afgifte in het land van uitvoer. Het moet binnen deze periode worden ingediend bij de douaneautoriteiten van het land van invoer.
2. Bewijzen van oorsprong die na het verstrijken van de in lid 1 genoemde termijn bij de douaneautoriteiten van het land van invoer worden ingediend, kunnen met het oog op de toepassing van de preferentiële behandeling worden aanvaard wanneer de verlate indiening het gevolg is van overmacht of buitengewone omstandigheden.
3. In andere gevallen van verlate indiening kunnen de douaneautoriteiten van het land van invoer de bewijzen van oorsprong aanvaarden indien de producten vóór het verstrijken van genoemde termijn bij hen zijn aangebracht.
Artikel 22
Overlegging van het bewijs van de oorsprong
Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van het land van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Deze autoriteiten kunnen een vertaling van dit certificaat verlangen. Zij kunnen voorts eisen dat de aangifte ten invoer vergezeld gaat van een verklaring van de importeur dat de producten aan de voorwaarden voor de toepassing van dit besluit voldoen.
Artikel 23
Vrijstelling van bewijs van de oorsprong
1. Producten die in kleine zendingen door particulieren aan particulieren worden verzonden of die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers worden als producten van oorsprong toegelaten zonder dat het nodig is een formeel bewijs van oorsprong over te leggen, voorzover aan zulke producten ieder handelskarakter vreemd is en verklaard wordt dat zij aan de voorwaarden voor de toepassing van dit Protocol voldoen en er over de juistheid van een dergelijke verklaring geen twijfel bestaat. Voor postzendingen kan deze verklaring op het douaneaangifteformulier C2/CP3 of op een daaraan gehecht blad worden gesteld.
2. Als invoer waaraan ieder handelskarakter vreemd is wordt beschouwd de invoer van incidentele aard van producten die uitsluitend bestemd zijn voor het persoonlijke gebruik van de geadresseerde, de reiziger of de leden van zijn gezin, voorzover noch de aard noch de hoeveelheid van de producten op commerciële doeleinden wijzen.
3. Voorts mag de totale waarde van de producten niet meer bedragen dan 500 ecu voor kleine zendingen of 1 200 ecu voor producten die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers.
Artikel 24
Bewijsstukken
De in artikel 15, lid 3 en artikel 19, lid 3 bedoelde documenten aan de hand waarvan wordt aangetoond dat producten die door een EUR.1-certificaat of een factuurverklaring worden gedekt producten van oorsprong zijn uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije en aan de andere voorwaarden van dit Protocol voldoen, kunnen onder meer de volgende zijn:
a)een rechtstreeks bewijs, bijvoorbeeld aan de hand van de boekhouding of de interne administratie van de exporteur of leverancier, van de door deze uitgevoerde be- of verwerkingen om de producten te verkrijgen;
b)in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de oorsprong van de gebruikte materialen blijkt;
c)in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije afgegeven of opgestelde, en volgens het nationale recht gebruikte documenten waaruit de be- of verwerking in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije blijkt;
d)EUR.1-certificaten of factuurverklaringen waaruit blijkt dat de gebruikte materialen van oorsprong zijn, die overeenkomstig dit Protocol in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije zijn afgegeven of opgesteld.
Artikel 25
Bewaring van de oorsprongsbewijzen en de andere bewijsstukken
1. De exporteur die om de afgifte van een EUR.1-certificaat verzoekt, bewaart de in artikel 15, lid 3 bedoelde bewijsstukken gedurende een periode van ten minste drie jaar.
2. De exporteur die een factuurverklaring heeft opgesteld, bewaart een kopie van deze factuurverklaring en van de in artikel 19, lid 3, bedoelde documenten gedurende een periode van ten minste drie jaar.
3. De douaneautoriteiten van het land van uitvoer die een EUR.1-certificaat afgeven bewaren het in artikel 15, lid 2, bedoelde aanvraagformulier gedurende een periode van ten minste drie jaar.
4. De douaneautoriteiten van het land van invoer bewaren de EUR.1-certificaten en factuurverklaringen die bij hen werden ingediend gedurende een periode van ten minste drie jaar.
Artikel 26
Verschillen en vormfouten
1. Worden geringe verschillen vastgesteld tussen de gegevens in het bewijs van oorsprong en de gegevens in de documenten die in verband met de formaliteiten bij invoer bij het douanekantoor worden ingediend, dan is het bewijs van oorsprong daardoor niet automatisch ongeldig, indien blijkt dat het wel degelijk met de aangebrachte producten overeenstemt.
2. Kennelijke vormfouten zoals typefouten op het bewijs van oorsprong maken dit document niet ongeldig indien deze fouten niet van dien aard zijn dat zij twijfel doen rijzen over de juistheid van de in daarin vermelde gegevens.
Artikel 27
In ECU uitgedrukte bedragen
1. Het land van uitvoer stelt de tegenwaarde vast in zijn nationale valuta van de in ECU uitgedrukte bedragen en deelt deze via de Commissie van de Europese Gemeenschappen aan de landen van invoer mede.
2. Indien deze bedragen hoger zijn dan de overeenkomstige door het land van invoer vastgestelde bedragen, worden ze door laatstgenoemd land aanvaard indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van het land van uitvoer. Indien de producten gefactureerd zijn in de valuta van een andere lidstaat van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of van Turkije, aanvaardt het land van invoer het door het betrokken land medegedeelde bedrag.
3. De tegenwaarde van de ECU in een nationale valuta is gelijk aan de tegenwaarde van de ECU in die nationale valuta op de eerste werkdag van oktober 1996.
4. De in ECU uitgedrukte bedragen en de tegenwaarde daarvan in de nationale valuta van de lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije worden op verzoek van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije door het Associatiecomité herzien. Bij deze herziening ziet het Comité erop toe dat de bedragen in een enkele nationale valuta zullen dalen. Voorts zal het Comité; onderzoeken of het wenselijk is de betreffende limieten in reële termen te handhaven. Het kan in dit verband besluiten de in ECU uitgedrukte bedragen te wijzigen.
TITEL VI
REGELINGEN VOOR ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING
Artikel 28
Wederzijdse bijstand
1. De douaneautoriteiten van de lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en van Turkije doen elkaar, via de Commissie van de Europese Gemeenschappen, afdrukken toekomen van de stempels die in hun douanekantoren worden gebruikt bij de afgifte van EUR.1-certificaten, alsmede de adressen van de douaneautoriteiten die belast zijn met de controle van deze certificaten en de factuurverklaringen.
2. Met het oog op de correcte toepassing van dit Protocol verlenen de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije elkaar, via de bevoegde douane-instanties, bijstand bij de controle op de echtheid van de EUR.1-certificaten en de factuurverklaringen en de juistheid van de daarin vermelde gegevens.
Artikel 29
Controle van de oorsprongsbewijzen
1. De bewijzen van oorsprong worden achteraf door middel van steekproeven gecontroleerd en wanneer de douaneautoriteiten van het land van invoer redenen hebben om te twijfelen aan de echtheid van deze documenten, de oorsprong van de betrokken producten of de naleving van de andere voorwaarden van dit Protocol.
2. Met het oog op toepassing van lid 1 zenden de douaneautoriteiten van het land van invoer het EUR.1-certificaat, de factuur, indien deze werd voorgelegd, de factuurverklaring of een kopie van deze documenten, terug aan de douaneautoriteiten van het land van uitvoer, eventueel onder vermelding van de redenen waarom een onderzoek wordt aangevraagd. Zij verstrekken bij deze aanvraag om controle alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens op het bewijs van oorsprong onjuist zijn.
3. De controle wordt verricht door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer. Deze zijn in verband gerechtigd bewijsmateriaal op te vragen, de administratie van de exporteur in te zien en elke andere controle te verrichten die zij dienstig achten.
4. Indien de douaneautoriteiten van het land van invoer besluiten de preferentiële behandeling niet toe te kennen zolang de uitslag van de controle niet bekend is, doen zij de importeur het voorstel de producten vrij te geven onder voorbehoud van de noodzakelijk geachte conservatoire maatregelen.
5. De resultaten van de controle worden zo spoedig mogelijk medegedeeld aan de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd. In deze mededeling moet duidelijk worden aangegeven of de documenten al dan niet echt zijn, of de betrokken producten als producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of Turkije beschouwd kunnen worden en of aan de andere voorwaarden van dit Protocol is voldaan.
6. Indien bij gegronde twijfel binnen tien maanden na het verzoek om controle geen antwoord is ontvangen of indien het antwoord niet voldoende gegevens bevat om de echtheid van het betrokken document of de werkelijke oorsprong van de producten vast te stellen, kennen de aanvragende douaneautoriteiten de preferentiële behandeling niet toe, behoudens buitengewone omstandigheden.
Artikel 30
Regeling van geschillen
Geschillen ten aanzien van de in artikel 29 bedoelde controles die niet onderling geregeld kunnen worden tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die deze hebben moeten uitvoeren, en problemen in verband met de interpretatie van dit Protocol worden aan het Gemengd Comité; voorgelegd.
In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.
Artikel 31
Sancties
Tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel producten onder de preferentiële regeling te doen vallen, worden sancties getroffen.
Artikel 32
Vrije zones
1. De ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en Turkije nemen alle nodige maatregelen om te voorkomen dat producten die onder geleide van een bewijs van de oorsprong worden verhandeld en die tijdens het vervoer in een op hun grondgebied gelegen vrije zone verblijven, door andere goederen worden vervangen of andere behandelingen ondergaan dan die welke gebruikelijk zijn om ze in goede staat te bewaren.
2. In afwijking van het bepaalde in lid 1 dienen de bevoegde douaneautoriteiten, wanneer producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije die onder dekking van een bewijs van de oorsprong in een vrije zone zijn ingevoerd een be- of verwerking ondergaan, op verzoek van de exporteur een nieuw EUR.1-certificaat af te geven mits deze be- of verwerking met de bepalingen van dit Protocol overeenstemt.
TITEL VII
CEUTA EN MELILLA
Artikel 33
Toepassing van het Protocol
1. De in artikel 2 gebruikte term „►M1 Europese Gemeenschap ◄ ” heeft geen betrekking op Ceuta en Melilla.
2. Producten van oorsprong uit Turkije die in Ceuta of Melilla worden ingevoerd vallen in elk opzicht onder dezelfde douaneregeling als de regeling die op grond van Protocol 2 bij de Akte van Toetreding van het Koninkrijk Spanje en de Republiek Portugal tot de Europese Gemeenschappen van toepassing is op producten van oorsprong uit het douanegebied van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ . Turkije zal op onder het besluit vallende producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla dezelfde douaneregeling toepassen als op producten van oorsprong uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ die uit de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd.
3. Bij toepassing van lid 2 op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, is dit Protocol van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de bijzondere voorwaarden van artikel 34.
Artikel 34
Bijzondere voorwaarden
1. Mits zij rechtstreeks zijn vervoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, worden beschouwd als:
1.producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla:
a)geheel en al in Ceuta en Melilla verkregen producten;
b)in Ceuta en Melilla verkregen producten bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voorzover:
i)deze producten be- of verwerkingen hebben ondergaan die toereikend zijn in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voorzover
ii)deze producten van oorsprong zijn uit Turkije of de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ in de zin van dit Protocol en zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 6, lid 1, bedoelde ontoereikende be- of verwerkingen;
2.producten van oorsprong uit Turkije:
a)geheel en al in Turkije verkregen producten;
b)in Turkije verkregen producten, bij de vervaardiging waarvan andere dan de onder a) bedoelde producten zijn gebruikt, voorzover:
i)deze producten een be- of verwerking hebben ondergaan die toereikend is in de zin van artikel 5 van dit Protocol, of voorzover
ii)deze producten van oorsprong zijn uit Ceuta en Melilla of de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ in de zin van dit Protocol en zij be- of verwerkingen hebben ondergaan die meer omvatten dan de in artikel 6, lid 1, omschreven ontoereikende be- of verwerkingen.
2. Ceuta en Melilla worden als één enkel grondgebied beschouwd.
3. De exporteur of zijn gemachtigde vertegenwoordiger vermeldt „Turkije” en „Ceuta en Melilla” in vak 2 van het EUR.1-certificaat. Voor producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla wordt het karakter van oorsprong bovendien vermeld in vak 4 van het EUR.1-certificaat of op de factuurverklaring.
4. De Spaanse douaneautoriteiten zijn belast met de toepassing van dit Protocol in Ceuta en Melilla.
TITEL VIII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 35
Wijzigingen op het Protocol
De Associatieraad kan besluiten bepalingen van dit Protocol te wijzigen.
BIJLAGE I
AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II
Aantekening 1
In deze lijst zijn de be- en verwerkingen omschreven waardoor producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 5 van het Protocol.
Aantekening 2
2.1.In de eerste twee kolommen van de lijst is het verkregen product omschreven. Kolom 1 bevat het nummer van de post of het hoofdstuk volgens het geharmoniseerd systeem en kolom 2 de omschrijving van de goederen die volgens dat systeem onder die post of dat hoofdstuk vallen. Voor iedere post of ieder hoofdstuk in de kolommen 1 en 2 wordt in kolom 3 of 4 een regel gegeven. Een nummer in kolom 1 voorafgegaan door „ex” betekent dat de regel in kolom 3 of 4 alleen geldt voor het gedeelte van die post of dat hoofdstuk dat in kolom 2 is omschreven.
2.2.Wanneer in kolom 1 verscheidene postnummers zijn gegroepeerd of wanneer een hoofdstuknummer is vermeld en de omschrijving van het product in kolom 2 derhalve in algemene bewoordingen is gesteld, dan is de regel daarnaast in kolom 3 of 4 van toepassing op alle producten die volgens het geharmoniseerde systeem onder de posten van het hoofdstuk of onder elk van de in kolom 1 gegroepeerde posten werden ingedeeld.
2.3Wanneer de lijst verschillende regels geeft voor verschillende producten die onder één post zijn ingedeeld, is bij ieder gedachtestreepje dat gedeelte van de post omschreven waarop de daarnaast in kolom 3 of 4 vermelde regel van toepassing is.
2.4.Wanneer zowel in kolom 3 als in kolom 4 een regel is gegeven voor het in de kolommen 1 en 2 omschreven product, kan de exporteur kiezen welke regel — die in kolom 3 of die in kolom 4 — hij toepast. Indien in kolom 4 geen regel is gegeven, moet de regel in kolom 3 worden toegepast.
Aantekening 3
3.1.Op producten die de oorsprong hebben verkregen en die bij de vervaardiging van andere producten worden gebruikt, is artikel 5 van het Protocol van toepassing ongeacht het feit of de oorsprong verkregen werd in de fabriek waar deze producten worden gebruikt of in een andere fabriek in de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije.
3.2.De regel in de lijst geeft de minimumbewerking of -verwerking aan die vereist is; meer be- of verwerking verleent eveneens de oorsprong; omgekeerd kan minder be- of verwerking geen oorsprong verlenen. Mag een niet van oorsprong zijnd materiaal in een bepaald productiestadium worden gebruikt, dan kan hetzelfde materiaal in een vroeger productiestadium ook worden gebruikt. Hetzelfde materiaal in een later productiestadium mag evenwel niet worden gebruikt.
3.3.Onverminderd aantekening 3.2 geldt dat wanneer volgens de regel „materialen van een willekeurige post” mogen worden gebruikt, ook materialen van dezelfde post als het product mogen worden gebruikt, voorzover de regel verder geen beperkingen inhoudt. De uitdrukking „vervaardiging uit materialen van een willekeurige post met inbegrip van andere materialen van post …” betekent evenwel dat materialen van dezelfde post als het product slechts gebruikt mogen worden als de omschrijving ervan verschilt van die van het product in kolom 2.
3.4.Wanneer volgens de regel in de lijst een product van meer dan een materiaal mag worden vervaardigd, betekent dit dat een of meer van deze materialen kunnen worden gebruikt. Het is niet noodzakelijk dat zij alle worden gebruikt.
3.5.Wanneer volgens een regel in de lijst een product uit een bepaald materiaal vervaardigd moet worden, betekent dit niet dat geen andere materialen mogen worden gebruikt die vanwege hun aard niet aan de regel kunnen voldoen (Zie ook aantekening 6.2 met betrekking tot textielproducten).
Bijvoorbeeld:
De regel voor post 1904 sluit nadrukkelijk het gebruik uit van granen en graanderivaten. Minerale zouten, chemicaliën en andere additieven die niet van granen zijn vervaardigd, mogen evenwel worden gebruikt.
Dit geldt evenwel niet voor producten die, hoewel zij niet kunnen worden vervaardigd uit het in de lijst genoemde materiaal, wel vervaardigd kunnen worden uit een materiaal van dezelfde aard in een vroeger productiestadium.
BIJLAGE II
LIJST VAN BE- EN VERWERKINGEN DIE MOETEN WORDEN VERRICHT VOOR MATERIALEN DIE NIET VAN OORSPRONG ZIJN, TENEINDE TE BEREIKEN DAT HET VERVAARDIGDE PRODUCT HET KARAKTER VAN HET PRODUCT VAN OORSPRONG VERKRIJGT
GS-code | Omschrijving | Oorsprong verlenende bewerking |
(1) | (2) | (3) |
Hoofdstuk 01 | Levende dieren | Alle gebruikte dieren van hoofdstuk 1 dienen geheel en al verkregen te zijn |
Hoofdstuk 02 | Vlees en eetbare slachtafvallen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 1 en 2 geheel en al verkregen dienen te zijn |
Hoofdstuk 03 | Vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex Hoofdstuk 04 | Melk- en zuivelproducten; vogeleieren; natuurhonig; eetbare producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd, noch elders onder begrepen — uitgezonderd: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 04 03 | Karnemelk, gestremde melk en room, yoghurt, kefir en andere gegiste of aangezuurde melk en room, ook indien ingedikt, met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 4 geheel en al verkregen dienen te zijn; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
0504 00 | Darmen, blazen en magen van dieren (andere dan die van vissen), in hun geheel of in stukken, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen dienen te zijn |
0511 | Producten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij hoofdstuk 1 of 3, niet geschikt voor menselijke consumptie | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 5 geheel en al verkregen dienen te zijn |
Hoofdstuk 06 | Levende planten en producten van de bloementeelt | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 6 geheel en al verkregen dienen te zijn; — de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het product |
ex hoofdstuk 07 | Groenten, planten, wortels en knollen, voor voedingsdoeleinden, uitgezonderd suikermaïs van de posten 0710 40 00 en 0711 90 30 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 7 geheel en al verkregen dienen te zijn |
Hoofdstuk 08 | Fruit; schillen van citrusvruchten en van meloenen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte fruit (en noten) geheel en al verkregen dienen te zijn; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de waarde van de prijs af fabriek van het product |
ex Hoofdstuk 09 | Koffie, thee en specerijen, uitgezonderd: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 9 geheel en al verkregen dienen te zijn |
0901 | Koffie, cafeïnevrije koffie daaronder begrepen, ook indien gebrand; bolsters en schillen van koffie; koffiesurrogaten die koffie bevatten, ongeacht de mengverhouding | Vervaardiging van materialen van alle posten |
0902 | Thee, ook indien gearomatiseerd | Vervaardiging van materialen van alle posten |
ex 09 10 | Kruidenmengsels | Vervaardiging van materialen van alle posten |
Hoofdstuk 10 | Granen | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 10 geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex Hoofdstuk 11 | Producten van de meelindustrie; mout; zetmeel; inuline; tarwegluten, uitgezonderd: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte granen, groenten, planten, wortels en knollen van post 0714 of fruit geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 11 06 | Meel, gries en poeder, van gedroogde zaden van peulgroenten bedoeld bij post 0713 | Het drogen en malen van peulgroenten van post 0708 |
Hoofdstuk 12 | Oliehoudende zaden en vruchten; allerlei zaden, zaaigoed en vruchten, planten voor industrieel en voor geneeskundig gebruik; stro en voeder | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 12 geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 13 02 | Pectinestoffen, pectinaten en pectaten | Vervaardiging waarbij de waarde van alle gebruikte materialen niet meer bedraagt dan 50 % van de prijs af fabriek van het produkt |
1501 | Varkensvet (reuzel daaronder begrepen) en vet van gevolgte, ander dan dat bedoeld bij post 0209 of 1503 : | |
— Vetten van beenderen of van afval | Vervaardiging van materialen van alle posten, behalve die van de posten 0203 , 0206 of 0207 of van beenderen van post 0506 | |
— Andere | Vervaardiging van vlees of eetbare slachtafvallen van varkens van post 0203 of 0206 of van vlees en eetbare slachtafvallen van gevogelte van post 0207 | |
1502 | Rund-, schapen-, of geitenvet, ander dan dat bedoeld bij post 1503 | |
— vet van beenderen of van afval | Vervaardiging van materialen van alle posten, behalve die van de posten 0201 , 0202 , 0204 of 0206 of van beenderen van post 0506 | |
— Andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen dienen te zijn | |
1503 | Varkensstearine, spekolie, oleostearine, oleomargarine en talkolie, niet geëmulgeerd, niet vermengd, noch op andere wijze bewerkt | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
1504 | Vetten en oliën, van vis of van zeezoogdieren, alsmede fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd: | |
— vaste fracties | Vervaardiging van materialen van alle posten, met inbegrip van andere materialen van post 1504 | |
— Andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen dienen te zijn | |
1507 tot en met ex 15 15 | Plantaardige oliën en fracties daarvan: | |
— sojaolie, grondnotenolie, palmolie, kokosolie (kopraolie), palmpitten- en babassunotenolie, tungolie en oïticicaolie, myricawas en japanwas en oliën voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie | ||
— vaste fracties | Vervaardiging uit andere materialen van post 1507 tot en met 1515 | |
— andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen dienen te zijn (1) | |
ex 15 16 | Dierlijke en plantaardige vetten en oliën, alsmede fracties daarvan, geheel of gedeeltelijk gehydrogeneerd, veresterd, opnieuw veresterd of geëlaïdiniseerd, ook indien geraffineerd, doch niet verder bereid, uitgezonderd de gehydrogeneerde ricinusolie, de zogenaamde „opal wax” van post 1516 20 10 | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 2 geheel en al verkregen dienen te zijn; — alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen dienen te zijn. De materialen van de posten 1507 , 1508 , 1511 en 1513 kunnen evenwel worden gebruikt |
1517 10 90 1517 90 91 1517 90 99 | Margarine „namaakreuzel” en andere vetten of oliën of fracties van verschillende vetten of oliën | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 4 geheel en al verkregen dienen te zijn; — alle gebruikte plantaardige materialen geheel en al verkregen dienen te zijn. Materialen van de posten 1507 , 1508 , 1511 en 1513 mogen evenwel worden gebruikt |
1518 00 31 1518 00 39 | Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van producten voor menselijke consumptie | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
ex 1522 00 | Afvallen, afkomstig van de behandeling van vetstoffen of van dierlijke of plantaardige was | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
Hoofdstuk 16 | Bereidingen van vlees, van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren | Vervaardiging van dieren van hoofdstuk 1. Alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 dienen geheel en al verkregen te zijn |
1701 | Rietsuiker en beetwortelsuiker, alsmede chemisch zuivere sacharose, in vaste vorm: | |
— gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer mag bedragen dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
— andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product | |
ex 17 02 | Andere suiker, chemisch zuivere lactose, maltose, glucose en fructose (levulose) daaronder begrepen, in vaste vorm; suikerstroop, niet gearomatiseerd en zonder toegevoegde kleurstoffen; kunsthonig, ook indien met natuurhonig verlengd; karamel, uitgezonderd de posten 1702 11 00 , 1702 30 51 , 1702 30 59 , 1702 50 00 en 1702 90 10 : | |
— suiker in vaste vorm, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagd dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
— andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen reeds van oorsprong dienen te zijn | |
1703 | Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker: | |
— gearomatiseerd of met toegevoegde kleustoffen | Vervaardiging waarbij de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
— andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product | |
1801 00 00 1802 00 00 | Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
1902 20 10 1902 20 30 | Deegwaren, ook indien gekookt of gevuld (met vlees of andere zelfstandigheden) dan wel op andere wijze bereid, zoals spaghetti, macaroni, noedels, lasagne, gnocci, ravioli en cannelloni; koeskoes, ook indien bereid, bevattende meer dan 20 gewichtspercenten vlees of slachtvallen, vis, schaal- of weekdieren | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte granen en daarvan afgeleide waren (uitgezonderd harde tarwe en daarvan afgeleide waren) geheel en al verkregen dienen te zijn; — alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen dienen te zijn |
Groenten, vruchten en andere eetbare plantendelen, bereid of verduurzaamd in azijn of azijnzuur: | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten, noten of groenten geheel en al verkregen dienen te zijn | |
2001 10 00 | — komkommers en augurken | |
2001 20 00 | — uien | |
2001 90 10 | — mangochutney | |
2001 90 20 | — scherpsmakende vruchten van het geslacht „Capsicum” | |
2001 90 50 | — paddestoelen | |
ex 2001 90 80 | — olijven | |
2002 | Tomaten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten, noten of groenten geheel en al verkregen dienen te zijn |
2003 | Paddestoelen en truffels, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten, noten of groenten geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 20 04 en ex 20 05 | Andere groenten, op andere wijze bereid of verduurzaamd dan in azijn of azijnzuur, andere dan de producten van post 2006 , uitgezonderd de posten 2004 10 91 , 2004 90 10 , 2005 20 10 en 2005 80 00 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten, noten of groenten geheel en al verkregen dienen te zijn |
2006 | Groenten, vruchten, vruchtenschillen en andere plantendelen, geconfijt met suiker (uitgedropen, geglaceerd of uitgekristalliseerd) | Vervaardiging waarbij de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
2007 | Jam, vruchtengelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
ex 20 08 | Vruchten en andere eetbare plantendelen, op andere wijze bereid of verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker, andere zoetstoffen of alcohol, elders genoemd noch elders onder begrepen, uitgezonderd de posten 2008 11 10 , 2008 91 00 , 2008 99 85 , 2008 99 91 en 2008 99 99 : | |
— noten, geen suiker of alcohol bevattend | Vervaardiging waarbij de waarde van de gebruikte en van oorsprong zijnde noten en oliezaden van post 0801 , 0802 en 1202 tot en met 1207 meer bedraagt dan 60 % van de prijs af fabriek van het product | |
— op granen gebaseerde mengsels | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product | |
— andere, uitgezonderd op andere wijze verhitte vruchten en noten dan door stomen of koken in water, geen toegevoegde suiker bevattend, bevroren | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product | |
— andere | Vervaardiging waarbij alle gebruikte vruchten, noten of groenten geheel en al verkregen dienen te zijn | |
2009 | Ongegiste vruchtensappen (druivenmost daaronder begrepen) en ongegiste groentesappen zonder toegevoegde alcohol, ook indien met toegevoegde suiker of andere zoetstoffen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
ex 21 06 | Suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — de waarde van gebruikte materialen van hoofdstuk 17 niet meer bedraagt dan 30 % van de prijs af fabriek van het product |
2204 | Wijn van verse druiven, wijn waaraan alcohol is toegevoegd daaronder begrepen; druivenmost, andere dan bedoeld bij post 2009 | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — alle gebruikte druiven of gebruikte van druiven afgeleide materialen geheel en al verkregen dienen te zijn |
2206 | Andere gegiste dranken (b.v. appelwijn, perenwijn, honigdrank); mengsels van gegiste dranken en mengsels van gegiste dranken met alcoholvrije dranken, elders genoemd noch elders onder begrepen | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — alle gebruikte druiven of gebruikte van druiven afgeleide materialen geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 22 07 en ex 22 08 | Gedenatureerde en niet-gedenatureerde ethylalcohol, verkregen uit landbouwproducten die zijn vermeld in bijlage II van het Verdrag, uitgezonderd gedistilleerde dranken, likeuren en andere dranken die gedistilleerde alcohol bevatten, en alcoholhoudende bereidingen (geconcentreerde extracten) voor de vervaardiging van dranken | Vervaardiging: — uit materialen die niet zijn ingedeeld onder post 2207 of 2208 ; — waarin alle gebruikte druiven of gebruikte van druiven afgeleide materialen geheel en al verkregen dienen te zijn, of waarin indien alle gebruikte andere materialen reeds van oorsprong zijn, arak kan worden gebruikt tot ten hoogste 5 % vol. |
2209 00 | Tafelazijn, natuurlijke of verkregen uit azijnzuur | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product; — alle gebruikte druiven of gebruikte van druiven afgeleide materialen geheel en al verkregen dienen te zijn |
Hoofdstuk 23 | Resten en afval van de voedselindustrie; bereid voedsel voor dieren, uitgezonderd: | Walvismeel; meel, poeder en pellets van vis, van schaaldieren, van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie |
ex 23 01 | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van de hoofdstukken 2 en 3 geheel en al verkregen dienen te zijn |
ex 23 03 | Afvallen van maïszetmeelfabrieken (met uitzondering van ingedikt zwelwater), met een gehalte aan proteïne, berekend op de droge stof van meer dan 40 gewichtspercenten | Vervaardiging waarbij alle gebruikte maïs geheel en al verkregen dient te zijn |
ex 23 06 | Perskoeken en andere vaste afvallen, verkregen bij de winning van olijfolie, meer dan 3 % olijfolie bevattend | Vervaardiging waarbij alle gebruikte olijven geheel en al verkregen dienen te zijn |
2309 | Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren | Vervaardiging waarbij: — alle gebruikte granen, suiker of melasse, vlees of melk reeds van oorsprong dienen te zijn; — alle gebruikte materialen van hoofdstuk 3 geheel en al dienen verkregen te zijn |
2401 | Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen van hoofdstuk 24 geheel en al verkregen dienen te zijn |
4501 | Natuurkurk, ruw of eenvouding bewerkt; kurkafval; gebroken of gemalen kurk | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
5301 en 5302 | Vlas en hennep (Canabis sativa L.), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval, (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas en van hennep | Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product |
(1)Binnen de limiet van een contingent van 18 000 ton voor zonnebloemzaadolie (ex 1512 11 ) en 10 000 ton voor raapzaad-, koolzaad- en mosterdzaadolie (ex 1514 10 ) is evenwel de volgende regel van toepassing: „Vervaardiging waarbij alle gebruikte materialen worden ingedeeld onder een andere post dan die van het product”. |
BIJLAGE III
CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 EN AANVRAAG OM EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1
Aanwijzingen voor het drukken
1.De afmetingen van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 zijn 210 × 297 mm, waarbij in de lengte een afwijking van ten hoogste 5 mm minder of 8 mm meer is toegestaan. Het te gebruiken papier is wit, zodanig gelijmd dat het goed beschrijfbaar is en houtvrij, met een gewicht van ten minste 25 g /m2. Het is voorzien van een groene geguillocheerde onderdruk die vervalsingen met behulp van mechanische of chemische middelen zichtbaar maakt.
2.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de ►M1 Europese Gemeenschap ◄ en van Turkije kunnen zich het recht voorbehouden de certificaten zelf te drukken of te laten drukken door daartoe gemachtigde drukkerijen. In het laatste geval wordt op ieder certificaat van deze vergunning melding gemaakt. Op elk certificaat worden bovendien de naam en het adres van de drukker vermeld of wordt een merkteken ter identificatie van de drukker aangebracht. De certificaten worden van een al dan niet gedrukt volgnummer voorzien.
BIJLAGE IV
Tekst van de factuurverklaring
Bij het opstellen van de factuurverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet in de verklaring te worden overgenomen.
Spaanse versie
El exportador de los productos incluidos en el presente documento [autorización aduanera no … (3)] declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (4).
Tsjechische versie
Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (4) ) prohlašuje, že kromě zřetelně označených, mají tyto výrobky preferenční původ v … (4) .
Deense versie
Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (4) ), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (4) .
Duitse versie
Der Ausführer (Ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (4) ) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anders angegeben, präferenzbegünstigte … (4) Ursprungswaren sind.
Estse versie
Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolliameti kinnitus nr … (4) ) deklareerib, et need tooted on … (4) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul kui on selgelt näidatud teisiti.
Griekse versie
Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο [άδεια τελωνείου υπ' αριθ. … (4) ] δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (4) .
Engelse versie
The exporter of the products covered by this document (customs authorisation No … (4) ) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (4) preferential origin.
Franse versie
L’exportateur des produits couverts par le présent document [autorisation douanière no … (4) ] déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l’origine préférentielle … (4) .
Italiaanse versie
L’esportatore delle merci contemplate nel presente documento [autorizzazione doganale n. … (4) ] dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (4) .
Letse versie
Eksportētājs produktiem, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas pilnvara Nr. … (4) ), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem produktiem ir priekšrocību izcelsme no … (4) .
Litouwse versie
Šiame dokumente išvardintų prekių eksportuotojas (muitinės liudijimo Nr. … (4) ) deklaruoja, kad, jeigu kitaip nenurodyta, tai yra … (4) preferencinės kilmės prekės.
Hongaarse versie
A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (4) ) kijelentem, hogy eltérő jelzés hiányában az áruk kedvezményes … (4) származásúak.
Maltese versie
L-esportatur tal-prodotti koperti b’dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru. … (4) ) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b’mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta’ oriġini preferenzjali … (4) .
Nederlandse versie
De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (4) ), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (4) .
Poolse versie
Eksporter produktów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (4) ) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, produkty te mają … (4) preferencyjne pochodzenie.
Portugese versie
O exportador dos produtos cobertos pelo presente documento [autorização aduaneira n.o … (4) ], declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (4) .
Sloveense versie
Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št. … (4) ) izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (4) poreklo.
Slowaakse versie
Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (4) ) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (4) .
Finse versie
Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa nro … (4) ) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (4) .
Zweedse versie
Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr … (4) ) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (4) .
Turkse versie
İșbu belge (gümrük onay No: … (4) ) kapsamındaki maddelerin ihracatçısı aksi açıkça belirtilmedikçe, bu maddelerin … menșeli ve tercihli (4) maddeler olduğunu beyan eder.
... (5) (plaats en datum)
... (6)
(handtekening van de exporteur, gevolgd door de naam van de ondertekenaar in blokletters)
(1) PB L 35 van 13.2.1996, blz. 1.
(2) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1758/2006 (PB L 335 van 1.12.2006, blz. 1).
(3) Indien de factuurverklaring door een toegelaten exporteur in de zin van artikel 20 van het protocol wordt opgesteld, moet het nummer van de vergunning van die exporteur hier worden ingevuld. Als de factuurverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, worden de woorden tussen haakjes weggelaten of wordt geen nummer ingevuld.
(4) Aanduiding van de oorsprong van de producten. Indien de factuurverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla in de zin van artikel 33 van het protocol, moet de exporteur dit door middel van de letters „CM” duidelijk aangeven op het document waarop de verklaring wordt opgesteld.
(5) Kan achterwege blijven indien de gegevens op het document zelf voorkomen.
(6) Zie artikel 19, lid 5, van het protocol. Als de exporteur niet hoeft te ondertekenen, hoeft ook diens naam niet te worden vermeld (7).
(7) Het in deze voetnoten bedoelde protocol is Protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten.