Home

Verordening (EG) n r. 327/98 van de Commissie van 10 februari 1998 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst

Verordening (EG) n r. 327/98 van de Commissie van 10 februari 1998 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1095/96 van de Raad van 18 juni 1996 betreffende de tenuitvoerlegging van de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de voltooiing van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT(1), inzonderheid op artikel 1,

Gelet op Besluit 96/317/EG van de Raad van 13 mei 1996 betreffende de aanvaarding van de resultaten van het overleg met Thailand in het kader van artikel XXIII van de GATT(2), en met name op artikel 3,

  1. Overwegende dat bij de op grond van artikel XXIV, lid 6, van de GATT na toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de Europese Gemeenschap gevoerde onderhandelingen is overeengekomen met ingang van 1 januari 1996 een jaarlijks contingent te openen voor de invoer van 63 000 ton halfwitte of volwitte rijst van GN-code 1006 30 met nulrecht en een contingent van 20 000 ton gedopte rijst van GN-code 1006 20 met een vast recht van 88 ECU/ton; dat deze contingenten zijn opgenomen in de lijst inzake de Europese Gemeenschap zoals bedoeld in artikel II, lid 1, onder a), van de GATT (1994); dat tijdens de onderhandelingen met de Verenigde Staten van Amerika is afgesproken dat nader overleg zou worden gevoerd over de tenuitvoerlegging van de overeengekomen contingenten; dat dit overleg nog niet is afgerond; dat invoer krachtens tariefcontingenten van rijst uit de Verenigde Staten alleen na afloop van het overleg kan worden toegestaan;

  2. Overwegende dat bij het op grond van artikel XXIII van de GATT met Thailand gevoerde overleg is overeengekomen een jaarlijks tariefcontingent te openen voor de invoer van 80 000 ton breukrijst van GN-code 1006 40 00 met een met 28 ECU/ton verlaagd invoerrecht;

  3. Overwegende dat in de voornoemde verbintenissen is bepaald dat bij het beheer van deze contingenten rekening moet worden gehouden met de traditionele leveranciers;

  4. Overwegende dat, om te voorkomen dat de invoer in het kader van deze contingenten de normale afzet van rijst uit de Gemeenschap verstoort, deze invoer over het jaar moet worden gespreid zodat hij beter door de communautaire markt kan worden geabsorbeerd;

  5. Overwegende dat, met het oog op een deugdelijk administratief beheer van de voornoemde contingenten en om er inzonderheid voor te zorgen dat de vastgestelde hoeveelheden niet worden overschreden, bijzondere bepalingen moeten worden vastgesteld inzake de indiening van aanvragen en de afgifte van certificaten; dat deze bepalingen hetzij een aanvulling vormen op, hetzij afwijken van de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1404/97(4);

  6. Overwegende dat moet worden aangegeven dat Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie van 23 mei 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector granen en rijst(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 932/97(6), van toepassing is in het kader van deze verordening;

  7. Overwegende dat de Commissie op 5 juli 1996 maatregelen voor de opening en het beheer van deze tariefcontingenten heeft aangenomen; dat deze maatregelen niet in overeenstemming waren met het advies van het Comité van beheer voor granen; dat de Commissie de toepassing ervan heeft uitgesteld en deze maatregelen aan de Raad heeft voorgelegd; dat de Raad overeenkomstig artikel 23, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1766/92(7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 923/96 van de Commissie(8), binnen een maand een andersluidend besluit heeft genomen; dat dit besluit betrekking heeft op de controle door de Commissie op de traditionele handelsstromen naar de Gemeenschap, met name op de invoer in kleine verpakkingen, alsmede op het risico van kruissubsidiëring; dat de maatregelen die de Raad in Verordening (EG) nr. 1522/96 van 24 juli 1996 inzake de opening en de wijze van beheer van bepaalde tariefcontingenten voor de invoer van rijst en breukrijst(9), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 112/97 van de Commissie(10), heeft opgenomen, derhalve dienen te worden overgenomen;

  8. Overwegende dat, in het kader van het overleg dat met Thailand is gevoerd op grond van artikel XXIII van de GATT, een aanpassing is overeengekomen van sommige bepalingen van Verordening (EG) nr. 1522/96 betreffende met name de geldigheidstermijn van de invoercertificaten en de distributie van de contingenthoeveelheden voor volwitte rijst en voor breukrijst; dat het, om aan de uitkomst van dit overleg gevolg te geven, dienstig is de tranche van januari 1998 voor halfwitte en volwitte rijst van oorsprong uit Thailand en voor breukrijst van alle oorsprongen te completeren met een aanvullende tranche die wordt geopend vanaf de inwerkingtreding van deze verordening;

  9. Overwegende dat het dienstig is Verordening (EG) nr. 1522/96 in te trekken en te vervangen door deze verordening om een en ander eenvoudiger en overzichtelijker te maken;

  10. Overwegende dat het Comité van beheer voor granen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

Op 1 januari van elk jaar worden de volgende jaarlijkse tariefcontingenten geopend voor de invoer van in totaal:

  1. 63 000 t volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30, tegen nulrecht;

  2. 1 634 t gedopte rijst van GN-code 1006 20 met een recht van 15 % ad valorem;

  3. 100 000 t breukrijst van GN-code 1006 40 00, met een verlaging met 30,77 % van het in artikel 11 quinquies van Verordening (EG) nr. 1785/2003 van de Raad(11) vastgestelde recht;

  4. 40 216 t volwitte of halfwitte rijst van GN-code 1006 30, tegen nulrecht;

  5. 31 788 t breukrijst van GN-code 1006 40 00, tegen nulrecht.

Deze algemene tariefcontingenten voor invoer zijn verdeeld in tariefcontingenten voor invoer per land van oorsprong en verdeeld in verschillende deelperiodes overeenkomstig bijlage IX.

Behoudens andersluidende bepalingen in deze verordening is het bepaalde in de Verordeningen (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie(12), (EG) nr. 1342/2003 van de Commissie(13) en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie(14) van toepassing.

2.

Op 1 januari van elk jaar wordt een jaarlijks tariefcontingent, met volgnummer 09.0083, van 7 t padie van GN-code 1006 10 geopend met een recht van 15 % ad valorem.

Het contingent wordt door de Commissie beheerd overeenkomstig de artikelen 308 bis, 308 ter en 308 quater van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie(15).

Artikel 2

Voor de hoeveelheden waarvoor geen invoercertificaat is afgegeven voor de in artikel 1, lid 1, onder a, b en e bedoelde contingenten, voor de deelperiode september, kan een aanvraag worden ingediend voor een invoercertificaat voor de deelperiode oktober, voor alle landen van oorsprong waarin is voorzien door het algemeen tariefcontingent voor invoer.

Artikel 3

Als de invoercertificaataanvragen betrekking hebben op rijst en breukrijst van oorsprong uit Thailand en op rijst van oorsprong uit Australië of de Verenigde Staten van Amerika in het kader van de in artikel 1, lid 1, onder a) en c), bedoelde hoeveelheden, moeten zij vergezeld gaan van het originele exemplaar van het uitvoercertificaat dat overeenkomstig de bijlagen I, II en IV is opgesteld en dat is afgegeven door de bevoegde instantie van de in diezelfde bijlagen vermelde landen.

Invulling van de vakken 7, 8 en 9 van bijlage I is facultatief.

De uitvoercertificaten die worden afgegeven voor de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten zijn slechts geldig voor de betrokken contingentperiode.

Artikel 4

1.

De aanvragen voor een certificaat worden ingediend in de loop van de tien eerste werkdagen van de eerste maand van elke deelperiode.

2.

In afwijking van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 bedraagt de zekerheid voor de invoercertificaten:

  • 46 ECU/ton voor het in artikel 1, lid 1, onder a) en d), bedoelde contingent;

  • 5 ECU/ton voor het in artikel 1, lid 1, onder c) en e), bedoelde contingent.

3.

In vak 8 van de certificaataanvraag en van het invoercertificaat wordt het land van oorsprong vermeld en wordt de vermelding „ja” aangekruist.

Het certificaat is slechts geldig voor producten van oorsprong uit het in vak 8 vermelde land.

4.

De certificaten bevatten in vak 24 één van de volgende vermeldingen:

  1. voor het in artikel 1, lid 1, onder a), bedoelde contingent, één van de in bijlage V opgenomen vermeldingen;

  2. voor het in artikel 1, lid 1, onder b), bedoelde contingent, één van de in bijlage VI opgenomen vermeldingen;

  3. voor het in artikel 1, lid 1, onder c), bedoelde contingent, één van de in bijlage VII opgenomen vermeldingen;

  4. voor het in artikel 1, lid 1, onder d), bedoelde contingent, één van de in bijlage VIII opgenomen vermeldingen;

  5. voor het in artikel 1, lid 1, onder e), bedoelde contingent, één van de in bijlage XI opgenomen vermeldingen.

5.

In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 kunnen voor de tariefcontingenten waarop de in artikel 3, eerste alinea, van de onderhavige verordening bedoelde invoercertificaataanvragen betrekking hebben de aanvragers per invoercontingentdeelperiode voor eenzelfde contingentvolgnummer verschillende aanvragen indienen.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 11

ANEXO I —BILAG I —ANHANG I —ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ Ι —ANNEX I —ANNEXE I —ALLEGATO I —BIJLAGE I —ANEXO I —LIITE I —BILAGA I

BIJLAGE II

ANEXO IV —BILAG IV —ANHANG IV —ΠΑΡΑΡΤΗΜΑ IV —ANNEX IV —ANNEXE IV —ALLEGATO IV —BIJLAGE IV —ANEXO IV —LIITE IV —BILAGA IV

BIJLAGE VIn artikel 2, lid 4, onder a), bedoelde vermeldingen

BIJLAGE VIIn artikel 4, lid 4, onder b), bedoelde vermeldingen

BIJLAGE VIIIn artikel 4, lid 4, onder c), bedoelde vermeldingen

BIJLAGE VIIIIn artikel 4, lid 4, onder d), bedoelde vermeldingen

BIJLAGE IX

BIJLAGE XIIn artikel 4, lid 4, onder e), bedoelde vermeldingen