Home

Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie van 22 december 1998 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector

Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie van 22 december 1998 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro(1), inzonderheid op artikel 9,

  1. Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2799/98 een nieuw agromonetair stelsel wordt vastgesteld in verband met de invoering van de euro; dat is geconstateerd dat Verordening (EEG) nr. 1068/93 van de Commissie van 30 april 1993 houdende nadere voorschriften voor de vaststelling en de toepassing van de omrekeningskoersen in de landbouw(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 961/98(3), en Verordening (EG) nr. 805/97 van de Commissie van 2 mei 1997 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de compenserende maatregelen bij aanzienlijke revaluaties(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1425/98(5), fundamenteel zouden moeten worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2799/98; dat het, om de tenuitvoerlegging van het nieuwe agromonetaire stelsel te vergemakkelijken, dienstig is voornoemde verordeningen in te trekken en de relevante bepalingen ervan op te nemen in een nieuwe verordening;

  2. Overwegende dat de ontstaansfeiten voor de toepasselijke wisselkoersen, onverminderd eventuele nadere of afwijkende bepalingen waarin de regelgeving voor de betrokken sectoren voorziet, moeten worden bepaald met inachtneming van de in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2799/98 vermelde criteria;

  3. Overwegende dat voor alle in het handelsverkeer toegepaste prijzen of bedragen de aanvaarding van de douaneaangifte een passend ontstaansfeit lijkt; dat voor de prijzen en voor de daarmee verband houdende bedragen het economische doel wordt bereikt bij de betaling of de overname van het product, wanneer het de aankoop of verkoop van producten betreft, en de eerste dag van de betrokken maand, wanneer het gaat om het uit de markt nemen van producten door producentengroeperingen; dat bij steun per hoeveelheid product, en met name voor specifiek gebruik van het product, zoals verwerking, bewaring, verpakking of verbruik, het economische doel wordt bereikt wanneer het product door het betrokken bedrijf wordt overgenomen en, in voorkomend geval, wanneer vaststaat dat het product zijn specifieke bestemming gekregen heeft; dat, wat de steun voor de particuliere opslag betreft, de producten aan de markt onttrokken zijn vanaf de eerste dag waarvoor de steun wordt betaald;

  4. Overwegende dat voor de steun per hectare het economische doel wordt bereikt bij de oogst, die meestal plaatsvindt aan het begin van het verkoopseizoen; dat voor steun in verband met structuurmaatregelen het ontstaansfeit moet worden vastgesteld op 1 januari;

  5. Overwegende dat voor de bedragen die niet aan de marktprijzen van de landbouwproducten gekoppeld zijn, het ontstaansfeit kan worden vastgesteld op een afhankelijk van de periode waarin de transactie plaatsvindt te bepalen datum; dat het dienstig is te bepalen dat het ontstaansfeit voor het constateren van prijzen of offertes op de markt plaatsvindt op de dag waarop deze prijzen of offertes gelden; dat voor voorschotten en zekerheden de wisselkoers moet aansluiten bij de koers die geldt voor de betrokken prijzen of bedragen en die tevens bekend moet zijn op het tijdstip waarop deze voorschotten of zekerheden worden betaald;

  6. Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2799/98 is bepaald dat de lidstaten compenserende steun kunnen verlenen aan landbouwers die nadelige gevolgen hebben ondervonden van een aanzienlijke revaluatie of van een effectieve verlaging van de directe steun; dat in voornoemde verordening sommige voorwaarden in verband met de toekenning en de ontwikkeling in de tijd van de steun nader zijn bepaald en aangegeven is hoe de maximumsteun per lidstaat wordt berekend; dat de compenserende steun gedeeltelijk met middelen uit de begroting van de Gemeenschap gefinancierd wordt;

  7. Overwegende dat moet worden aangegeven wat het ontstaansfeit is dat bepaalt welke wisselkoers moet worden gebruikt om de in euro vastgestelde bedragen om te rekenen in nationale valuta; dat, om het financiële beheer te vergemakkelijken, moet worden voorkomen dat meerdere jaartranches van de compenserende steun binnen hetzelfde begrotingsjaar worden betaald; dat, in verband met de internationale verbintenissen van de Europese Gemeenschap en met het oog op een doorzichtig beheer, bepaalde procedures moeten worden vastgesteld die moeten worden toegepast door de lidstaten die voornemens zijn compenserende steun te betalen;

  8. Overwegende dat de compenserende steun, om het beoogde doel te bereiken, rechtstreeks aan de begunstigden, in principe de landbouwers, moet worden uitgekeerd binnen een bepaalde termijn, waarbij het steunbedrag het inkomensverlies van de begunstigden niet mag overschrijden; dat echter, ter voorkoming van administratieve overlast bij toekenning van kleine bedragen aan de begunstigden, in bepaalde gevallen vereenvoudigde uitvoeringsregelingen mogen worden toegepast;

  9. Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van de betrokken comités van beheer,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I Wisselkoersen en ontstaansfeiten

Artikel 1

De toe te passen wisselkoers is de jongst aan de datum van het ontstaansfeit voorafgaande wisselkoers, zoals vastgesteld door de ECB.

Artikel 2

Voor in het handelsverkeer met derde landen toe te passen prijzen en bedragen die in de Gemeenschapsvoorschriften in euro zijn vastgesteld, geldt de aanvaarding van de douaneaangifte als ontstaansfeit voor de wisselkoers.

Artikel 3

1.

Voor prijzen of, onverminderd artikel 1 en lid 2 van dit artikel, met die prijzen samenhangende bedragen:

  • die in de Gemeenschapsvoorschriften in euro zijn vastgesteld,

    of

  • die in het kader van een inschrijvingsprocedure in euro zijn vastgesteld,

is het ontstaansfeit voor de wisselkoers:

  • bij aankoop of verkoop, de overname van de betrokken partij door de koper of de overmaking van de eerste betaling door de koper, wanneer deze verrichting vóór de overname plaatsvindt;

  • bij het uit de markt nemen van groenten en fruit of visserijproducten , de eerste dag van de maand waarin de betrokken producten uit de markt zijn genomen.

Voor aankopen door de interventiebureaus geldt als overname in de zin van deze verordening het begin van de fysieke levering van de betrokken partij of, wanneer de producten niet verplaatst worden, de voorlopige aanvaarding van de offerte van de verkoper.

2.

Voor steun die wordt verleend per hoeveelheid afgezet product of per hoeveelheid specifiek te gebruiken product, is het ontstaansfeit voor de wisselkoers de eerste handeling:

  • die zekerheid verschaft dat het betrokken product effectief de specifieke bestemming krijgt en die een vereiste is voor het verlenen van de steun,

    en

  • die wordt verricht na de datum van overname van deze producten door het betrokken bedrijf en, in voorkomend geval, tussen die datum en de datum van het specifieke gebruik.

3.

Voor de steun voor particuliere opslag is het ontstaansfeit voor de wisselkoers de eerste dag waarvoor de steun wordt verleend binnen het kader van een zelfde contract.

Artikel 4

Artikel 5

TITEL II Compenserende maatregelen bij aanzienlijke revaluaties

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

TITEL III Compenserende steun voor dalingen van de op directe steun toegepaste wisselkoersen

Artikel 10

TITEL IV Algemene bepalingen

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17