Beschikking van de Commissie van 30 april 1999 tot goedkeuring van de door de lidstaten voor het begrotingsjaar 1998 ingediende rekeningen inzake de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, gefinancierde uitgaven (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 1175) (1999/327/EG)

(1)

de Commissie de rekeningen van de in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70 bedoelde betaalorganen, overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder b), van die verordening, goedkeurt op basis van de door de lidstaten ingediende jaarrekeningen, vergezeld van de gegevens die nodig zijn voor de goedkeuring daarvan, alsmede van een verklaring inzake de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de ingediende rekeningen, en de door de verklarende instanties opgestelde rapporten;

(2)

op grond van artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie van 16 februari 1996 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2776/88 ( 3 ), laatstelijk gewijzigd Verordening (EG) nr. 2236/98 ( 4 ) voor het begrotingsjaar 1998 de door de lidstaten van 16 oktober 1997 tot en met 15 oktober 1998 gedane uitgaven in aanmerking worden genomen;

(3)

de termijnen voor de indiening door de lidstaten bij de Commissie van de documenten die zijn bedoeld in artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 729/70 en in artikel 4, leden 1, 3 en 4, van Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie ( 5 ), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 896/97 ( 6 ), zijn verstreken;

(4)

de Commissie de meegedeelde gegevens heeft geverifieerd en aan de lidstaten, vóór 31 maart 1999, de resultaten van de controles van deze informatie alsook de eventuele aanpassingen heeft meegedeeld;

(5)

overeenkomstig artikel 7, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1663/95, in het besluit tot goedkeuring van de rekeningen, zoals bedoeld in artikel 5, lid 2, onder b), van Verordening (EEG) nr. 729/70, onverminderd latere besluiten op grond van lid 2, onder c), van dat artikel, het bedrag wordt vastgesteld van de uitgaven die door elke lidstaat in het betreffende begrotingsjaar zijn verricht en die op basis van de in artikel 5, lid 1, onder b), van voornoemde verordening bedoelde rekeningen en van de verminderingen en opschortingen van voorschotten voor het betrokken begrotingsjaar, met inbegrip van de in artikel 4, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 296/96 bedoelde verminderingen, als ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, worden aangemerkt; dat, overeenkomstig artikel 102 van het Financieel Reglement van 21 december 1977 ( 7 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2779/98 ( 8 ) het resultaat van de goedkeuringsbeschikking, namelijk het eventuele verschil tussen het totaal van de op grond van de artikelen 100 en 101 voor het betrokken begrotingsjaar in aanmerking genomen uitgaven en het totaal van de bij deze beschikking door de Commissie goedgekeurde uitgaven, als meer- of minderuitgave onder een apart artikel wordt geboekt;

(6)

voor bepaalde betaalorganen, de Commissie, aan de hand van de jaarrekeningen en de begeleidende documenten, een besluit kan nemen over de volledigheid, de juistheid en de waarheidsgetrouwheid van de door de betaalorganen ingediende rekeningen; dat in het licht van de uitgevoerde controles bepaalde ingediende jaarrekeningen niet aan deze criteria voldoen en dat derhalve een deel van de betrokken uitgaven niet als ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie kunnen worden aangemerkt; dat bijlage I een overzicht geeft van de goedgekeurde bedragen;

(7)

in het licht van de uitgevoerde controles, de informatie aangeleverd door sommige andere betaalorganen additionele onderzoeken vereisen en dat derhalve de jaarrekeningen voor de betreffende betaalorganen niet bij deze beschikking kunnen worden goedgekeurd; dat bijlage II een overzicht geeft van de betrokken betaalorganen;

(8)

artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 296/96 in samenhang met artikel 13 van Beschikking 94/729/EG van de Raad van 31 oktober 1994 betreffende de begrotingsdiscipline ( 9 ), voorziet dat, wanneer een lidstaat uitgaven na de voorgeschreven termijn betaalt, de betrokken voorschotten op de in rekening gebrachte uitgaven worden verminderd; dat evenwel, op grond van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 296/96, met de eventuele overschrijdingen in de maanden september en oktober rekening wordt gehouden bij het geven van de beschikking tot goedkeuring van de rekeningen, tenzij deze overschrijdingen kunnen worden geconstateerd voordat de laatste voorschottenbeschikking van het begrotingsjaar wordt gegeven; dat een deel van de door sommige lidstaten in voornoemde periode aangegeven uitgaven en voor die maatregelen waarvoor de Commissie de verzachtende omstandigheden niet aanvaardde, na de voorgeschreven termijn is verricht; dat derhalve bij deze beschikking over de betrokken verminderingen moet worden beslist; dat later, op grond van artikel 5, lid 2, onder c), van Verordening (EEG) nr. 729/70, over deze verminderingen en alle eventuele andere uitgaven die na de voorgeschreven termijn zijn verricht, een besluit zal worden genomen waarbij de definitief aan communautaire financiering te onttrekken uitgaven worden vastgesteld;

(9)

de Commissie, op grond van artikel 13 van Beschikking 94/729/EG en artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 296/96, sommige maandelijkse voorschotten op de in rekening gebrachte uitgaven voor het begrotingsjaar 1998 heeft verminderd of geschorst en bij deze beslissing overgaat tot de verminderingen voorzien bij voornoemd artikel 4, lid 3; dat, ongeacht of de betrokken uitgaven bij deze beschikking uit boekhoudkundig oogpunt worden goedgekeurd, later terzake een besluit zal worden genomen op grond van artikel 5, lid 2, onder c), van Verordening (EEG) nr. 729/70; dat, uit hoofde van het voorgaande, om een voortijdige of een tijdelijke terugbetaling van de betrokken bedragen te vermijden, deze als niet erkend zullen worden beschouwd voor deze beslissing, en dit onder voorbehoud van hun later onderzoek in het kader van artikel 5, lid 2, onder c) van Verordening (EEG) nr. 729/70;

(10)

overeenkomstig artikel 7, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1663/95, bij deze beschikking de in bijlage III bepaalde bedragen die door of aan elke lidstaat moeten worden betaald, moeten worden afgetrokken van of toegevoegd aan de voorschotten op de uitgaven van de tweede maand na de maand waarin het besluit tot goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld;

(11)

overeenkomstig artikel 5, lid 2, onder b), laatste alinea, van Verordening (EEG) nr. 729/70 en artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1663/95, deze op basis van boekhoudkundige informatie gegeven beschikking niet wegneemt dat de Commissie later besluiten kan nemen waarbij niet overeenkomstig de communautaire voorschriften verrichte uitgaven van communautaire financiering worden uitgesloten,