Home

Beschikking van de Commissie van 8 september 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006 (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2843) (1999/659/EG)

Beschikking van de Commissie van 8 september 1999 tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006 (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2843) (1999/659/EG)

1999D0659 — NL — 19.04.2006 — 004.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 september 1999

tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2843)

(1999/659/EG)

(PB L 259, 6.10.1999, p.27)

Gewijzigd bij:




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 september 1999

tot vaststelling van een indicatieve verdeling over de lidstaten van de middelen uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling voor de periode 2000-2006

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2843)

(1999/659/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) (1), en met name op artikel 46, lid 2,

(1)

Overwegende dat de toewijzing van vastleggingskredieten voor maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling in het kader van programma's van doelstelling 1, overeenkomstig artikel 35, lid 2, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 moet worden gecofinancierd door het EOGFL, afdeling Oriëntatie;

(2)

Overwegende dat steun van de Gemeenschap voor andere maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling, overeenkomstig artikel 35, lid 2, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 moet worden gecofinancierd door het EOGFL, afdeling Garantie;

(3)

Overwegende dat in punt 23 van de Conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad in Berlijn van 24 en 25 maart 1999 voor de periode 2000-2006 de financiële vooruitzichten betreffende plattelandsontwikkeling en begeleidende maatregelen die uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie, worden gefinancierd, zijn vastgesteld;

(4)

Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 46, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1257/1999 voor door het EOGFL, afdeling Garantie, gecofinancierde maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling aan de lidstaten op jaarbasis voorlopige bedragen moet toewijzen aan de hand van objectieve criteria, waarin rekening wordt gehouden met specifieke situaties en behoeften en met inspanningen die vooral op het gebied van milieu, werkegelegenheid en landschapsonderhoud moeten worden geleverd;

(5)

Overwegende dat de Commissie, gelet op de specifieke structurele moeilijkheden in voor doelstelling 2 van de Structuurfondsen in aanmerking komende plattelandsgebieden, moet proberen ervoor te zorgen dat, voor wat betreft de programmering van plattelandsontwikkelingsmaatregelen, de communautaire steunintensiteit per capita in deze gebieden aanzienlijk hoger ligt dan in gebieden die niet onder doelstelling 1 of 2 vallen;

(6)

Overwegende dat punt 22 van de Conclusies van het Voorzitterschap van de Europese Raad in Berlijn van 24 en 25 maart 1999 in aanmerking is genomen;

(7)

Overwegende dat de Commissie, overeenkomstig artikel 46, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1257/1999, de voorlopige toewijzingen moet aanpassen aan de werkelijke uitgaven en aan de herziene uitgavenprognoses die door de lidstaten worden ingediend, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van het programma,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



Artikel 1

De voorlopige toewijzingen aan de lidstaten voor de periode 2000-2006 voor door het EOGFL, afdeling Garantie, gecofinancierde steun voor plattelandsontwikkeling zijn vastgesteld in de bijlage.

▼M1

De toewijzingen als bedoeld in de eerste alinea dienen eveneens voor de financiering van:

a)de uitgaven uit het EOGFL, afdeling Garantie, voor de begeleidende maatregelen als bedoeld in de Verordeningen (EEG) nr. 2078/92, (EEG) nr. 2079/92 en (EEG) nr. 2080/92 van de Raad vanaf het begrotingsjaar 2000, ten laste waarvan, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie, de betalingen komen die door de betaalorganen zijn gedaan vanaf 16 oktober 1999,

b)de overige maatregelen op het gebied van plattelandsontwikkeling die vóór 1 januari 2000 zijn goedgekeurd en in de nieuwe programmering zijn opgenomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 2603/1999 van de Commissie (2).

▼M4 —————

▼B

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

▼M4




BIJLAGE



Steun voor plattelandsontwikkeling uit het EOGFL-Garantie (2000-2006)

2000

2001

2002

2003

2004

2005 (1)

2006

Totaal periode (herziene toewijzing exclusief modulatie)

Totaalbedrag „Berlijn”

Totaal periode (herziene toewijzing inclusief modulatie)

Gedane uitgaven

Aanvankelijke toewijzing

Raming (2)

Herziene toewijzing (exclusief modulatie)

Herziene toewijzing (inclusief modulatie) (3)

België

25,9

31,7

47,9

46,2

49,1

56,1

54,3

67,8

67,8

75,9

324,7

379,0

332,8

Denemarken

34,2

35,4

49,7

45,9

44,3

46,2

63,9

57,7

57,7

74,4

313,4

348,8

330,1

Duitsland

683,0

708,1

730,6

799,1

799,9

803,8

781,3

784,1

835,4

940,6

5 359,9

5 308,6

5 465,1

Griekenland

146,8

75,5

160,3

136,4

125,6

157,3

178,1

191,5

201,1

228,5

1 003,0

993,4

1 030,4

Spanje

395,3

539,8

448,5

500,1

512,0

533,9

542,6

551,4

585,2

692,2

3 514,8

3 481,0

3 621,8

Frankrijk

474,1

609,5

678,5

832,3

839,2

879,5

1 105,3

1 048,5

1 048,5

1 197,0

5 361,6

5 763,4

5 510,1

Ierland

344,4

326,6

333,0

341,0

350,0

357,5

337,3

336,4

359,8

378,4

2 412,3

2 388,9

2 430,9

Italië

755,6

658,7

649,9

652,5

635,1

679,8

474,0

480,7

524,3

592,6

4 555,9

4 512,3

4 624,2

Luxemburg

6,7

9,6

12,8

16,8

16,2

16,0

13,9

12,9

13,9

14,5

92,0

91,0

92,6

Nederland

59,8

54,8

48,9

69,4

67,6

63,5

48,5

53,0

57,1

71,1

421,1

417,0

435,1

Oostenrijk

459,0

453,2

440,4

458,1

468,7

479,1

450,0

449,6

480,5

500,1

3 239,0

3 208,1

3 258,6

Portugal

132,1

197,8

167,7

153,1

193,9

178,9

254,1

229,2

229,2

252,1

1 252,7

1 516,8

1 275,6

Finland

332,5

326,7

320,1

337,0

329,7

336,9

219,9

216,4

237,9

247,8

2 220,8

2 199,3

2 230,7

Zweden

175,6

150,8

163,1

165,8

163,8

170,7

140,2

140,1

150,9

164,2

1 140,7

1 129,9

1 154,0

Verenigd Koninkrijk

151,2

180,5

162,3

148,7

156,0

155,6

188,6

202,8

213,9

288,8

1 168,2

1 168,0

1 243,1

niet toegewezen

167,8

Totaal

4 176,2

4 358,7

4 413,7

4 702,4

4 751,1

4 914,8

5 019,8

4 822,1

5 063,2

5 718,2

32 380,1

32 905,5

33 035,1

43,4

overdracht

5 063,2

(1)Uitgaven in 2005 vóór de boekhoudkundige goedkeuring van de rekeningen.

(2)Bedrag dat op basis van de overeenkomstig artikel 55, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 817/2004 meegedeelde gegevens maximaal voor financiering in aanmerking komt.

(3)Toewijzing na verdiscontering van de herverdeling van 197,7 miljoen euro (overschot dat beschikbaar is na de herverdeling tot 100 % van het maximum volgens het akkoord van Berlijn) + de overdracht van 43,4 miljoen euro + de modulatie overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 ten bedrage van 655 miljoen euro.



(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.

(2) PB L 316 van 10.12.1999, blz. 26.