Beschikking van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (1999/847/EG)
Beschikking van de Raad van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (1999/847/EG)
1999D0847 — NL — 08.01.2005 — 001.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 9 december 1999 betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (PB L 327, 21.12.1999, p.53) |
Gewijzigd bij:
Publicatieblad | ||||
No | page | date | ||
L 6 | 7 | 8.1.2005 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 9 december 1999
betreffende een communautair actieprogramma voor civiele bescherming
(1999/847/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 308,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Europees Parlement (2),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's (4),
Overwegende hetgeen volgt:(1) | De maatregelen die de Gemeenschap op dit gebied sinds 1985 heeft genomen moeten worden voortgezet om de samenwerking tussen de lidstaten te versterken; de sedert 1987 (5) aangenomen resoluties en Beschikking 98/22/EG van de Raad van 19 december 1997 tot invoering van een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (6) vormen de grondslag voor deze samenwerking. |
(2) | De verschillende door de Gemeenschap genomen maatregelen ter uitvoering van het programma dragen bij tot de bescherming van personen, het milieu en goederen, in geval van natuur- en technologische rampen en tot een grotere bewustwording van de wisselwerking tussen menselijke activiteiten en de natuur, waardoor in de toekomst tal van rampen, zoals overstromingen wellicht kunnen worden voorkomen. |
(3) | Het door de Commissie voorgestelde communautaire beleids- en actieprogramma met betrekking tot milieu en duurzame ontwikkeling (7) schrijft voor dat de activiteiten van de Gemeenschap zullen worden opgevoerd, in het bijzonder op het gebied van milieurampen; volgens genoemd programma moet bij deze activiteiten rekening worden gehouden met het wetenschappelijk onderzoek en de technologische ontwikkeling. |
(4) | Het communautaire actieprogramma zal een bijdrage blijven leveren om samenwerking op dit gebied nog effectiever te ontwikkelen; het programma moet grotendeels gebaseerd zijn op de ervaring die op dit gebied reeds is opgedaan. |
(5) | Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, ondersteunt de communautaire samenwerking het nationale beleid op het gebied van civiele bescherming en vult het dat beleid aan om het effectiever te maken; met uitwisseling van ervaringen en wederzijdse bijstand kan ertoe worden bijgedragen dat er minder doden en gewonden vallen en er minder materiële schade is, en dat de in de gehele Gemeenschap geleden economische en milieuschade beperkt kan blijven, waardoor de doelstellingen van de sociale samenhang en solidariteit tastbaarder worden. |
(6) | De geïsoleerde en ultraperifere regio's van de Unie vertonen, gezien hun geografische, orografische, sociale en economische situatie, bijzondere kenmerken die bij een dreigende ramp de steunverlening en het aanvoeren van de nodige hulpmiddelen bemoeilijken. |
(7) | Het communautaire actieprogramma zal zorgen voor doorzichtigheid en voor consolidatie en intensivering van het voortdurend streven naar de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag. |
(8) | Maatregelen om risico's en schade te voorkomen, alsmede informatie te verstrekken en de civielebeschermingsinstanties in de lidstaten voor te bereiden, zijn belangrijk en verhogen de paraatheid bij ongevallen; het is ook belangrijk communautaire maatregelen te nemen ter verbetering van de technieken en methoden om in te grijpen en van de nazorg onmiddellijk na een noodsituatie. |
(9) | Het is eveneens belangrijk het nodige voor de Europese burgers te doen, zodat deze zichzelf beter kunnen beschermen. |
(10) | Het Permanente Netwerk van nationale correspondenten zal op het gebied van de civiele bescherming een actieve rol blijven spelen in aangelegenheden van civiele bescherming. |
(11) | De maatregelen die nodig zijn voor de uitvoering van deze beschikking moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (8). |
(12) | De bepalingen van deze beschikking komen vanaf 1 januari 2000 in de plaats van het actieprogramma dat is ingevoerd bij Beschikking 98/22/EG en afloopt op 31 december 1999. |
(13) | In deze beschikking is voor de volledige looptijd van het programma een referentiebedrag opgenomen, in de zin van punt 34 van het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (9), dat de in het Verdrag vastgelegde bevoegdheden van de begrotingsautoriteit onverlet laat. |
(14) | Het Verdrag voorziet voor de aanneming van de onderhavige beschikking in geen andere bevoegdheden dan in die van artikel 308, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
1. Er wordt een communautair actieprogramma voor civiele bescherming (hierna „het programma” te noemen) vastgesteld voor de periode van 1 januari 2000 tot en met ►M1 31 december 2006 ◄ .
2. Dit programma strekt ertoe de inspanningen van de lidstaten op nationaal, regionaal en lokaal niveau met het oog op de bescherming van personen, van goederen en zodoende van het milieu bij natuurrampen of technologische rampen te ondersteunen en aan te vullen, zulks onverminderd de interne bevoegdheidsverdeling terzake in de lidstaten. Doel is ook de samenwerking, de uitwisseling van ervaring en de wederzijdse bijstand tussen de lidstaten op dit gebied te bevorderen.
3. Dit communautair actieprogramma sluit alle maatregelen uit waarmee de harmonisatie van de wetten en voorschriften van de lidstaten of van de organisatie van de voorbereiding van de lidstaten op noodsituaties wordt beoogd.
Artikel 2
1. De Commissie zorgt voor de uitvoering van de in het kader van het programma genomen maatregelen.
2. Overeenkomstig de procedure van artikel 4, lid 2, wordt een voortschrijdend driejarenplan ter uitvoering van het programma aangenomen, dat jaarlijks wordt herzien.
3. ►M1 Het financiële referentiebedrag voor de tenuitvoerlegging van het programma beloopt 7,5 miljoen EUR voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2004 en 4,0 miljoen EUR voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006. ◄
De jaarlijkse toewijzing wordt door de begrotingsautoriteit goedgekeurd binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.
4. De tot dit programma behorende maatregelen en de regelingen voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap zijn opgenomen in de bijlage.
Artikel 3
1. Het voortschrijdend plan voor de uitvoering van het programma bevat de te treffen specifieke maatregelen.
2. De specifieke maatregelen worden met name aan de hand van de volgende criteria geselecteerd:
a)bijdragen tot het voorkomen van de risico's voor en schade aan personen, goederen en zodoende het milieu bij een natuur- of technologische ramp;
b)bijdragen tot een betere paraatheidsgraad van de civielebeschermingsinstanties in de lidstaten om deze in noodsituaties slagvaardiger te maken;
c)bijdragen tot het opsporen en bestuderen van oorzaken van rampen;
d)bijdragen tot verbetering van de bij het voorspellen gehanteerde middelen en methoden, de bij het ingrijpen gehanteerde technieken en methoden, en van de nazorg onmiddellijk na een noodsituatie;
e)bijdragen tot voorlichting, vorming en bewustmaking van de burgers, zodat zij zichzelf beter kunnen beschermen.
3. Elke specifieke maatregel wordt in nauwe samenwerking met de lidstaten uitgevoerd.
4. Waar passend moeten de maatregelen in het kader van dit programma erop gericht zijn om bij te dragen tot:
—de integratie van civielebeschermingsdoeleinden in andere beleidsonderdelen en maatregelen van de Gemeenschap en de lidstaten, zoals met name risicobeoordeling bij het inschatten van de gevolgen van installaties en activiteiten;
—de samenhang van dit programma met andere communautaire acties.
5. Bij iedere maatregel wordt rekening gehouden met de resultaten van het communautaire en het nationale onderzoek op de desbetreffende gebieden.
Artikel 4
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, hierna „comité” te noemen.
2. Indien naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.
3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Artikel 5
De Commissie evalueert halverwege en vóór het einde van de looptijd de uitvoering van het programma en brengt uiterlijk op 30 september 2002 en 31 maart 2004 verslag uit aan de Raad en aan het Europees Parlement.
Artikel 6
Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2000.
Artikel 7
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE
Maatregelen (1) | Wijze van financiering |
A. Grote projecten van algemeen belang | |
Grote projecten van algemeen belang voor alle lidstaten of een aantal daarvan, waarbij de mogelijkheden van de civiele bescherming worden vergroot om bepaalde belangrijke aspecten van rampen aan te pakken, zoals: — preventie — paraatheid; — ingrijpen; — onmiddelijke nazorg; — opsporing en bestudering van oorzaken van rampen (risico- en kwetsbaarheidsanalyse) — analyse van de sociaal-economische gevolgen van rampen — verbetering van de bij het voorspellen gehanteerde middelen en methoden. | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 75 % van de totale kosten van de maatregelen. |
B. Opleiding | |
1. Workshops en cursussen (2) | |
Organiseren van workshops of opleidingscursussen waarbij deskundigen, technische specialisten en technici uit de lidstaten elkaars ervaringen op een bepaald vakgebied kunnen delen door specifieke gedachtewisselingen over de gebruikte methoden, technieken en middelen, teneinde — hun paraatheidsgraad te verbeteren; — de juiste voorwaarden te creëren voor het opzetten van een menselijk netwerk waardoor in noodsituaties een doeltreffender operationele samenwerking tussen de lidstaten mogelijk wordt. | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 75 % van de totale kosten van de maatregelen, met een bovengrens van 75 000 EUR per maatregel |
2. Uitwisseling van deskundigen en technici | |
Organiseren van detachering van deskundigen bij de noodhulpdiensten of andere relevante instanties van een andere lidstaat, opdat zij ervaring kunnen opdoen of zich een ordeel kunnen vormen over de verschillende gebruikte technieken dan wel de door andere noodhulpdiensten of andere relevante instanties gevolgde aanpak kunnen bestuderen. Organiseren van uitwisselingen van deskundigen, specialisten en technici van de lidstaten, die aldus in staat worden gesteld korte cursussen in een andere lidstaat te geven of te volgen. | Financiering van ten hoogste 75 % van de reis- en verblijfskosten van de deskundigen en van 100 % van de kosten voor de coördinatie van het uitwisselingssystem. |
3. Oefeningen (2) | |
De oefeningen zijn bedoeld om methoden te vergelijken, de samenwerking tussen de lidstaten te stimuleren en de vorderingen bij de coördinatie van de nationale civiele beschermingsdiensten te ondersteunen, teneinde onder meer de effectiviteit en de snelheid van ingrijpen in noodsituaties te verbeteren. | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 50 % van de kosten in verband met de deelneming van waarnemers van andere lidstaten, met de organisatie van hiermee samenhangende workshops, de voorbereiding van de oefeningen, de opstelling van het eindrapport enz. |
C. Andere maatregelen | |
1. Proefprojecten (2) | |
Projecten die tot doel hebben de slagvaardigheid en de snelheid van ingrijpen in de eerste fasen van crises en in de verschillende regio's van de lidstaten te vergroten. Deze projecten zijn hoofdzakelijk gericht op verbetering van middelen, technieken en procedures, ook in geïsoleerde en ultraperifere regio's of op eilanden. Qua strekking en inhoud moeten zij voor alle of althans voor verscheidene lidstaten interessant zijn; het is de bedoeling er in de gehele Unie een zo groot mogelijke verspreiding aan te geven en demonstraties te organiseren voor de uitvoering ervan. Multinationale projecten moeten maximaal worden gestimuleerd. | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 50 % van de totale kosten van elk proefproject, met een bovengrens van 200 000 EUR per project. |
2. Ondersteunende maatregelen (2) | |
Ondersteunende maatregelen, zoals voorbereidend werk voor nieuwe gebieden of eenmalige follow-up-maatregelen voor andere projecten, workshops of oefeningen | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 50 % van de totale kosten van iedere maatregel, met een bovengrens van 30 000 EUR per maatregel |
3. Conferenties en evenementen | |
Conferenties en andere civielebeschermingsevenementen, waarbij verscheidene lidstaten betrokken zijn | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 30 % van de totale kosten van de organisatie, met een bovengrens van 50 000 EUR per maatregel. |
4. Voorlichting | |
— Maatregelen ter verbetering van de voorlichting, vorming en bewustmaking die de burgers moeten helpen om zichzelf waar dan ook in de Gemeenschap beter te beschermen en moeten bijdragen tot de veiligheid van de burgers binnen de Gemeenschap | Communautaire financiële bijdrage van maximaal 75 % van de totale kosten van de maatregelen. |
— Verspreiding van voorlichtingsmateriaal en publicaties, en vervaardiging van materiaal voor tentoonstellingen over de communautaire samenwerking op het gebied van civiele bescherming. | Communautaire financiële bijdrage: 100 % van de kosten. |
5. Andere maatregelen | |
— Andere maatregelen waarmee een betere beoordeling van de resultaten van civiele beschermingsactiviteiten wordt beoogd, zoals statistieken, economische analyses enz. — Evaluatie van het programma — Verspreiding van informatie over maatregelen waartoe is besloten, in de talen van de lidstaten waarop die maatregelen betrekking hebben | Communautaire financiële bijdrage: 100 % van de kosten. |
D. Inschakelen van deskundigen | |
Inschakelen van deskundigen bij een noodsituatie ter versterking van het systeem dat is opgezet door de instanties van een lidstaat of een derde land waar zich een natuur- of technologische ramp voordoet. | Communautaire financiële bijdrage: 100 % van de kosten van dienstreizen van deskundigen. |
(1)Alleen maatregelen die in overeenstemming zijn met de jaarlijks binnen het beheerscomité vastgestelde prioriteiten, komen in aanmerking. (2)Alleen maatregelen waarbij alle of een significant aantal lidstaten betrokken zijn, komen in aanmerking. |
(1) PB C 28 van 3.2.1999, blz. 29.
(2) PB C 279 van 1.10.1999, blz. 210.
(3) PB C 169 van 16.6.1999, blz. 14.
(4) PB C 293 van 13.10.1999, blz. 53.
(5) PB C 176 van 4.7.1987, blz. 1; PB C 44 van 23.2.1989, blz. 3; PB C 315 van 14.12.1990, blz. 1; PB C 313 van 10.11.1994, blz. 1.
(6) PB L 8 van 14.1.1998, blz. 20.
(7) PB C 138 van 17.5.1993, blz. 5.
(8) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
(9) PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.