In deze richtlijn wordt verstaan onder:
- — „landbouw- of bosbouwtrekker” (hierna „trekker” genoemd):
- ieder voertuig zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 74/150/EEG;
- — „motor” :
- iedere motor met inwendige verbranding bestemd voor het aandrijven van trekkers, zoals gedefinieerd in bijlage I;
- — „typegoedkeuring van een motortype of een motorfamilie als technische eenheid met betrekking tot de verontreinigende uitstoot” :
- de handeling waarbij een lidstaat verklaart dat een type of een familie van voor trekkers bestemde motoren aan de technische voorschriften van deze richtlijn voldoet;
- — „typegoedkeuring van een trekkertype met betrekking tot de verontreinigende uitstoot” :
- de handeling waarbij een lidstaat verklaart dat een type trekker met een motor aan de technische voorschriften van deze richtlijn voldoet;
- — „motorfamilie” :
- twee of meer motortypes waarbij op grond van hun ontwerp wordt verwacht dat zij vergelijkbare eigenschappen inzake verontreinigende uitstoot hebben;
- — „ruilmotor” :
- een nieuw gebouwde motor die een motor in een machine vervangt en die alleen voor dit doel is geleverd.