Home

Richtlijn 2000/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad

Richtlijn 2000/40/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2000 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van motorvoertuigen en houdende wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

Gezien het voorstel van de Commissie(1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2),

Overeenkomstig de procedure van artikel 251 van het Verdrag(3),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Raad heeft bij Besluit 97/836/EG(4), met instemming van het Europees Parlement, de Gemeenschap gemachtigd toe te treden tot de Overeenkomst van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (ECE) betreffende het aannemen van eenvormige technische eisen voor wielvoertuigen, uitrustingsstukken en onderdelen die kunnen worden aangebracht en/of gebruikt op wielvoertuigen en de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van goedkeuringen verleend op basis van deze eisen, gesloten te Genève op 20 maart 1958, zoals herzien op 16 oktober 1995.

  2. De Gemeenschap heeft door de toetreding tot bovengenoemde overeenkomst een bepaalde lijst krachtens deze overeenkomst vastgestelde reglementen onderschreven. Op deze lijst komt UN/ECE-reglement 93(5) voor.

  3. Om het aantal verkeersslachtoffers in Europa te verminderen, is het noodzakelijk onverwijld de bij UN/ECE-reglement 93 vastgestelde wettelijke maatregelen op te nemen in de EG-typegoedkeuringsprocedure, zoals vastgesteld bij Richtlijn 70/156/EEG van de Raad(6), ter verbetering van de bescherming van de inzittenden van personen- en bestelauto's tegen verwondingen in geval van een botsing tegen de voorzijde van zware vrachtwagens en om de fabrikanten van dergelijke inrichtingen en van met dergelijke inrichtingen uitgeruste voertuigen de mogelijkheid te geven een EG-typegoedkeuring te verkrijgen indien aan de voorschriften van dat reglement wordt voldaan.

  4. Overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 5 van het Verdrag, kunnen de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt, en kunnen zij derhalve wegens de omvang en de gevolgen van het overwogen optreden in de betrokken sector beter door de Gemeenschap worden verwezenlijkt; deze richtlijn gaat niet verder dan nodig is om deze doelstellingen, namelijk EG-typegoedkeuring, te bereiken.

  5. Deze richtlijn is één van de bijzondere richtlijnen die moeten worden nageleefd om te voldoen aan de EG-typegoedkeuringsprocedure; de bepalingen van Richtlijn 70/156/EEG betreffende voertuigen, voertuigsystemen, onderdelen en technische eenheden zijn derhalve op deze richtlijn van toepassing.

  6. Gezien het grote aantal verkeersongevallen waarbij bedrijfsvoertuigen met een massa van meer dan 3,5 ton zijn betrokken is het, om de verkeersveiligheid op dit punt te verbeteren, dienstig de bepalingen betreffende die bedrijfsvoertuigen bij deze richtlijn verplicht te stellen zonder aanvullingen van de EG-typegoedkeuringsprocedure voor deze categorie voertuigen af te wachten.

  7. Richtlijn 70/156/EEG dient derhalve te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) „voertuig”
een motorvoertuig als gedefinieerd in deel A van bijlage II bij Richtljn 70/156/EEG;
b) „beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden”
een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden die bestemd is deel uit te maken van een motorvoertuig en die kan worden goedgekeurd als technische eenheid overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 70/156/EEG.

Artikel 2

1.

Met ingang van 10 augustus 2001 of, indien de in artikel 3 bedoelde bekendmaking na 10 februari 2001 plaatsvindt, zes maanden na die bekendmaking, zullen de lidstaten:

  1. de EG-typegoedkeuring of de nationale goedkeuring niet weigeren voor een type motorvoertuig of een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid,

    en

  2. de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen of een beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid niet verbieden.

om redenen die verband houden met de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van een voertuig, indien de voortuigen of de technische eenheden voldoen aan de voorschriften van deze richtlijn.

2.

Met ingang van 10 augustus 2003

  1. verlenen de lidstaten niet langer de EG-typegoedkeuring of de nationale goedkeuring voor een type voertuig of een type beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid

    en

  2. weigeren zij de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van nieuwe voertuigen of nieuwe beschermingsinrichtingen aan de voorzijde tegen klemrijden als technische eenheid,

om redenen die verband houden met de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden van een voertuig, indien niet aan de voorschriften van deze richtlijn is voldaan.

3.

De administratieve bepalingen betreffende de EG-goedkeuring zijn vastgesteld in bijlage I.

Het toepassingsgebied van de onderhavige richtlijn alsmede de technische voorschriften waaraan moet worden voldaan om de EG-goedkeuring te verkrijgen, zijn vermeld in bijlage II.

Artikel 3

UN-ECE-reglement 93 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties wordt vóór 10 februari 2001 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Richtlijn 70/156/EWG wordt als volgt gewijzigd:

  1. bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    1. punt 2.3.4 wordt vervangen door:

      „2.3.4.

      Breedte van de voorste as (gemeten aan de buitenzijde van de banden, exclusief de bolling van de banden dichtbij het wegdek): …”;

    2. de volgende punten worden ingevoegd:

      „9.22.

      Bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden

      9.22.1.

      Tekeningen van de voertuigonderdelen die verband houden met de bescherming aan de voorzijde tegen klemrijden, d.w.z. een tekening van het voertuig en/of chassis met de plaats en bevestiging van de breedste vooras, tekening van de montagewijze en/of bevestiging van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden. Indien de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden geen afzonderlijke inrichting is, moet duidelijk uit de tekening naar voren komen dat aan de voorgeschreven afmetingen is voldaan: …

      9.22.2.

      In geval van een afzonderlijke inrichting, een volledige beschrijving en/of tekening van de beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden (inclusief montagestukken en bevestigingsmiddelen), of, indien goedgekeurd als technische eenheid, het goedkeuringsnummer: …”.

  2. bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:

    1. in deel I wordt het volgende punt toegevoegd:

      Onderwerp

      Richtlijnnummer

      Publicatiebladnummer

      Van toepassing op

      M1

      M2

      M3

      N1

      N2

      N3

      O1

      O2

      O3

      O4

      „57.Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

      2000/40/EG

      L 203 van 10.8.2000, blz. 9

      X

      X”

    2. in deel II wordt het volgende punt toegevoegd:

      Onderwerp

      Nummer basisreglement

      Reeks wijzigingen

      Supplement

      Corrigendum(2)

      „57.Beschermingsinrichting aan de voorzijde tegen klemrijden

      93

      —”

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

LIJST VAN BIJLAGEN

BIJLAGE IADMINISTRATIEVE BEPALINGEN BETREFFENDE DE EG-TYPEGOEDKEURING

Aanhangsel 1

Aanhangsel 2

Aanhangsel 3

Aanhangsel 4

Aanhangsel 5

Aanhangsel 6

Aanhangsel 7

BIJLAGE IITOEPASSINGSGEBIED EN TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN