Home

Verordening (EG) nr. 912/2001 van de Commissie van 10 mei 2001 tot vaststelling van de handelsnorm voor bonen

Verordening (EG) nr. 912/2001 van de Commissie van 10 mei 2001 tot vaststelling van de handelsnorm voor bonen

2001R0912 — NL — 06.01.2005 — 003.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

VERORDENING (EG) Nr. 912/2001 VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 2001

tot vaststelling van de handelsnorm voor bonen

(PB L 129, 11.5.2001, p.4)

Gewijzigd bij:




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 912/2001 VAN DE COMMISSIE

van 10 mei 2001

tot vaststelling van de handelsnorm voor bonen



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 911/2001 van de Commissie (2), en met name op artikel 2, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bonen behoren tot de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten waarvoor normen meoten worden vastgesteld. Verordening nr. 58 van de Commissie met betrekking tot de vaststelling van gemeenschappelijke kwaliteitsnormen voor de producten van bijlage I B van Verordening nr. 23 houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2561/1999 (4), is herhaaldelijk gewijzigd, waardoor in juridisch opzicht een onduidelijke situatie is ontstaan.

(2)

Voornoemde regelgeving moet dan ook opnieuw worden geredigeerd en Verordening nr. 58 moet worden ingetrokken. Ter wille van de transparantie van de wereldmarkt moet in dit verband rekening worden gehouden met de norm voor bonen die is aanbevolen door de „Working Party on Standardization of Perishable Produce and Quality Development” (Werkgroep voor normalisatie van bederfelijke voedingsmiddelen en voor kwaliteitsbevordering) van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (UN/ECE).

(3)

De toepassing van deze normen moet ertoe leiden dat producten van onbevredigende kwaliteit van de markt verdwijnen, dat de productie op de eisen van de consument wordt afgestemd en dat handel op basis van eerlijke mededinging wordt vergemakkelijkt, waardoor de rentabiliteit van de productie wordt vergroot.

(4)

De normen zijn van toepassing op alle handelsstadia. Het vervoer van de producten over grote afstanden, de opslag ervan gedurende een zekere tijd of de verschillende behandelingen die de producten ondergaan, kunnen kwaliteitsverlies veroorzaken als gevolg van de biologische ontwikkeling van deze producten of de bederfelijkheid ervan. Bij de toepassing van de normen in de handelsstadia na de verzending moet met dit kwaliteitsverlies rekening worden gehouden. Voor de producten van de klasse „Extra”, die met bijzondere zorg moeten worden gesorteerd en verpakt, mag alleen rekening worden gehouden met verlies aan versheid en turgescentie.

(5)

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



Artikel 1

De handelsnorm voor bonen van GN-code 0708 20 is opgenomen in de bijlage.

De norm is overeenkomstig de bij Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde voorwaarden van toepassing in alle handelsstadia.

In de stadia na de verzending mogen de producten evenwel de volgende afwijkingen van de voorgeschreven norm vertonen:

—een lichte vermindering van versheid en turgescentie,

—voor producten van andere klassen dan „Extra”: een gering kwaliteitsverlies als gevolg van de biologische ontwikkeling en de bederfelijkheid.

Artikel 2

Verordening nr. 58 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing vanaf de derde maand volgende op die waarzin ze in werking is getreden.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

NORM VOOR BONEN

I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

Deze norm heeft betrekking op bonenvariëteiten (cultivars) van Phaseolus vulgaris L. en Phaseolus coccineus L. voor verse consumptie, met uitzondering van bonen die gedopt worden of die bestemd zijn voor industriële verwerking.

II. KWALITEITSVOORSCHRIFTEN

In deze norm wordt aangegeven aan welke kwaliteitseisen bonen na opmaak en verpakking moeten voldoen.

A. Minimumeisen

Onverminderd de voor elke klasse geldende specifieke eisen en toegestane toleranties moeten bonen in alle kwaliteitsklassen zijn:

—intact (5),

—gezond; de producten mogen niet zijn aangetast door rot of een zodanig verminderde kwaliteit hebben dat zij niet meer geschikt zijn voor consumptie,

—zuiver, nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen,

—vers van uiterlijk,

—vrij van perkamentachtig vlies in de peulwand (harde endodermis),

—nagenoeg vrij van plagen,

—nagenoeg vrij van beschadiging door plagen,

—vrij van abnormaal uitwendig vocht,

—vrij van vreemde geur en/of smaak.

Bonen moeten zodanig ontwikkeld en in een zodanige conditie zijn dat zij:

—bestand zijn tegen vervoer en goederenbehandeling, en

—in goede staat op de plaats van bestemming kunnen aankomen.

B. Indeling in klassen

Bonen worden ingedeeld in de drie hieronder omschreven klassen:

i)Klasse „Extra”

In deze klasse ingedeelde bonen moeten van voortreffelijke kwaliteit zijn. De bonen moeten de voor de variëteit en/of het handelstype kenmerkende vorm, ontwikkeling en kleur hebben.

De bonen moeten:

—turgescent zijn en gemakkelijk te breken,

—zeer mals zijn,

—nagenoegd recht zijn,

—geen draden hebben.

Eventuele zaden moeten klein en mals zijn. Naaldbonen moeten echter vrij van zaden zijn.

De bonen moeten vrij van gebreken zijn, afgezien van zeer kleine oppervlakkige afwijkingen die evenwel het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van het product in de verpakking niet mogen schaden.

ii)Klasse I

In deze klasse ingedeelde bonen moeten van goede kwaliteit zijn. Zij moeten de voor de variëteit en/of het handelstype kenmerkende vorm, ontwikkeling en kleur hebben.

De bonen moeten:

—turgescent zijn,

—jong en mals zijn,

—nagenoeg vrij zijn van draden, tenzij het snijbonen betreft.

Eventuele zaden moeten klein en mals zijn.

De producten mogen evenwel de volgende kleine afwijkingen vertonen, op voorwaarde dat zij het algemene uiterlijk, de kwaliteit, de houdbaarheid en de presentatie van de producten in de verpakking niet nadelig beïnvloeden:

—geringe vormafwijkingen,

—geringe kleurafwijkingen,

—lichte beschadigingen van de schil.

iii)Klasse II

Tot deze klasse behoren bonen die niet in een hogere klasse kunnen worden ingedeeld, maar die voldoen aan de bovenstaande minimumeisen.

De bonen moeten:

—redelijk mals zijn,

—vrij van roestvlekken zijn, wanneer het naaldbonen betreft.

Eventuele zaden mogen niet te groot zijn en moeten redelijk mals zijn.

Op voorwaarde dat de producten nog hun essentiële kenmerken wat betreft kwaliteit, houdbaarheid en presentatie vertonen, zijn evenwel de volgende afwijkingen toegestaan:

—vormafwijkingen,

—kleurafwijkingen,

—beschadigingen van de schil,

—draden,

—lichte roestvlekken, uitgezonderd bij naaldbonen.

III. SORTERINGSVOORSCHRIFTEN

De grootte wordt bepaald aan de hand van de haaks op de naad gemeten peulbreedte.

Voor naaldbonen is groottesortering verplicht, waarbij de volgende indeling wordt gehanteerd:



— zeer fijn:

maximale peulbreedte 6 mm,

— fijn:

maximale peulbreedte 9 mm,

— middelfijn:

maximale peulbreedte 12 mm.

Middelfijne naaldbonen mogen niet in klasse „Extra” worden ingedeeld.

IV. TOLERANTIES

Per verpakkingseenheid gelden toleranties voor producten die qua kwaliteit en eventueel grootteklasse niet beantwoorden aan de eisen voor de klasse waarin zij zijn ingedeeld.

A. Toleranties in kwaliteit

i)Klasse „Extra”

5 % van het aantal of gewicht mag bestaan uit bonen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel aan die van klasse I of, bij uitzondering, binnen de toleranties voor de klasse vallen.

ii)Klasse I

10 % van het aantal of gewicht mag bestaan uit bonen die niet aan de eisen voor deze klasse beantwoorden, maar wel aan die van klasse II of die, bij uitzondering, binnen de toleranties voor die klasse vallen. Binnen deze tolerantie mag maximaal 5 % van het aantal of gewicht bestaan uit bonen met draden wanneer het een variëteit en/of handelstype betreft waarvan de bonen geen draden mogen hebben.

Maximaal 15 % van het aantal of gewicht mag bestaan uit bonen waarvan de steel en een stukje van het nauwe gedeelte van de nek ontbreken, op voorwaarde dat de peulen gesloten en droog blijven en niet verkleurd zijn (deze tolerantie geldt niet voor naaldbonen).

iii)Klasse II

10 % van het aantal of gewicht mag bestaan uit bonen die noch aan de eisen voor deze klasse, noch aan de minimumeisen beantwoorden, met uitzondering van producten die zijn aangetast door Colletotrichum lindemuthianum (vlekkenziekte) of rot, dan wel producten die enige afwijking vertonen waardoor zij niet meer geschikt zijn voor consumptie.

Maximaal 30 % van het aantal of gewicht mag bestaan uit bonen waarvan de steel en een stukje van het nauwe gedeelte van de nek ontbreken, op voorwaarde dat de peulen gesloten en droog blijven en niet verkleurd zijn (deze tolerantie geldt niet voor naaldbonen).

B. Toleranties in grootte

Voor alle klassen (voorzover groottesortering verplicht is) mag 10 % van het aantal of gewicht bestaan uit bonen die niet aan de sorteringsvoorschriften voldoen.

V. VOORSCHRIFTEN INZAKE PRESENTATIE

A. Uniformiteit

De inhoud van iedere verpakkingseenheid moet uniform zijn en moet bestaan uit bonen van dezelfde oorsprong, dezelfde variëteit of hetzelfde handelstype, dezelfde kwaliteit en (indien naar grootte gesorteerd) dezelfde groottesortering.

Het zichtbare gedeelte van de inhoud van de verpakkingseenheid moet representatief zijn voor het geheel.

▼M1

In afwijking van de voorgaande bepalingen in dit punt kunnen de onder deze verordening vallende producten in verkoopverpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan drie kg worden vermengd met verschillende soorten verse groenten en fruit onder de in Verordening (EG) nr. 48/2003 van de Commissie (6) vastgestelde voorwaarden.

▼B

B. Verpakking

De verpakking moet de bonen degelijk beschermen.

Het materiaal binnen de verpakkingseenheid moet nieuw en schoon zijn, en van een zodanige kwaliteit dat de producten niet uitwending of inwendig worden beschadigd. Er mag materiaal, met name papier of zegels, met handelsaanduidingen worden gebruikt, mits voor de bedrukking of de etikettering niet-giftige inkt of lijm wordt gebruikt.

In de verpakkingseenheid mogen geen vreemde stoffen voorkomen.

▼M3

Het op elk product aangebrachte etiket mag bij het verwijderen ervan geen zichtbaar spoor van lijm achterlaten en de schil niet beschadigen.

▼B

VI. AANDUIDINGSVOORSCHRIFTEN

Op iedere verpakkingseenheid moeten, op één kant, duidelijk leesbaar, onuitwisbaar en van buitenaf goed zichtbaar, de volgende gegevens worden vermeld:

▼M3

A. Identificatie

De naam en het adres van de verpakker en/of de verzender.

Deze vermelding mag worden vervangen:

—voor alle verpakkingen, behalve voorverpakkingen, door de door een officiële dienst afgegeven of erkende code van de verpakker en/of de verzender, voorafgegaan door de vermelding „verpakker en/of verzender” of een gelijkwaardige afkorting;

—uitsluitend voor voorverpakkingen, door de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde verkoper, voorafgegaan door de vermelding „verpakt voor:” of een gelijkwaardige vermelding. In dat geval moet op het etiket tevens de code van de verpakker en/of de verzender vermeld staan. De verkoper verstrekt alle door de controlediensten noodzakelijk geachte inlichtingen met betrekking tot de betekenis van die code.

▼B

B. Aard van het product

—„Bonen” en/of het handelstype indien de inhoud van buitenaf niet zichtbaar is.

—Naam van de variëteit (facultatief).

C. Oorsprong van het product

—Land van oorsprong en, eventueel, productiegebied of nationale, regionale of lokale benaming.

D. Handelskenmerken

—Klasse.

—Groottesortering:

—voor naaldbonen aangegeven door middel van de aanduidingen „zeer fijn”, „fijn” of „middelfijn”,

—voor de andere bonen (indien naar grootte gesorteerd) aangegeven door middel van de minimale en de maximale peulbreedte.

E. Officieel controlemerk (facultatief)

▼M3

De in de eerste alinea genoemde gegevens hoeven niet te worden aangebracht op de verpakkingseenheden (colli) wanneer deze laatste verkoopverpakkingen bevatten die van buitenaf zichtbaar zijn en elk van die gegevens zijn voorzien. Op deze verpakkingseenheden mag geen enkele aanduiding voorkomen die misverstanden kan veroorzaken. Wanneer deze verpakkingseenheden op een pallet worden aangeboden, moeten de betrokken gegevens zijn aangebracht op een blad dat zichtbaar op ten minste twee zijden van de pallet is bevestigd.



(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1.

(2) Zie bladzijde 3 van dit Publicatieblad.

(3) PB 56 van 7.7.1962, blz. 1606/62.

(4) PB L 310 van 4.12.1999, blz. 7.

(5) Bonen (met uitzondering van naaldbonen) mogen bij het oogsten licht zijn beschadigd, op voorwaarde dat de beschadiging alleen het uiteinde van de steel betreft en dat de vastgestelde toleranties niet worden overschreden.

(6) PB L 7 van 11.1.2003, blz. 65.