Home

Verordening (EG) n r. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten

Verordening (EG) n r. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten

2001R2535 — NL — 01.01.2010 — 022.003


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Gewijzigd bij:

Publicatieblad

No

page

date

►M1

VERORDENING (EG) Nr. 886/2002 VAN DE COMMISSIE van 27 mei 2002

L 139

30

29.5.2002

►M2

VERORDENING (EG) Nr. 1165/2002 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 2002

L 170

49

29.6.2002

M3

VERORDENING (EG) Nr. 1667/2002 VAN DE COMMISSIE van 19 september 2002

L 252

8

20.9.2002

M4

VERORDENING (EG) Nr. 2302/2002 VAN DE COMMISSIE van 20 december 2002

L 348

78

21.12.2002

M5

VERORDENING (EG) Nr. 2332/2002 VAN DE COMMISSIE van 23 december 2002

L 349

20

24.12.2002

►M6

VERORDENING (EG) Nr. 787/2003 VAN DE COMMISSIE van 8 mei 2003

L 115

18

9.5.2003

►M7

VERORDENING (EG) Nr. 1157/2003 VAN DE COMMISSIE van 30 juni 2003

L 162

19

1.7.2003

M8

VERORDENING (EG) Nr. 2012/2003VAN DE COMMISSIE van 14 november 2003

L 297

19

15.11.2003

M9

VERORDENING (EG) Nr. 50/2004 VAN DE COMMISSIE van 9 januari 2004

L 7

9

13.1.2004

M10

VERORDENING (EG) Nr. 748/2004 VAN DE COMMISSIE van 22 april 2004

L 118

3

23.4.2004

►M11

VERORDENING (EG) Nr. 810/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 april 2004

L 149

138

30.4.2004

►M12

VERORDENING (EG) Nr. 1036/2005 VAN DE COMMISSIE van 1 juli 2005

L 171

19

2.7.2005

►M13

VERORDENING (EG) Nr. 316/2006 VAN DE COMMISSIE van 22 februari 2006

L 52

22

23.2.2006

M14

VERORDENING (EG) Nr. 591/2006 VAN DE COMMISSIE van 12 april 2006

L 104

11

13.4.2006

M15

VERORDENING (EG) Nr. 926/2006 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2006

L 170

8

23.6.2006

►M16

VERORDENING (EG) Nr. 1919/2006 VAN DE COMMISSIE van 11 december 2006

L 380

1

28.12.2006

►M17

VERORDENING (EG) Nr. 1984/2006 VAN DE COMMISSIE van 20 december 2006

L 387

1

29.12.2006

►M18

VERORDENING (EG) Nr. 2020/2006 VAN DE COMMISSIE van 22 december 2006

L 384

54

29.12.2006

►M19

VERORDENING (EG) Nr. 487/2007 VAN DE COMMISSIE van 30 april 2007

L 114

8

1.5.2007

►M20

VERORDENING (EG) Nr. 731/2007 VAN DE COMMISSIE van 27 juni 2007

L 166

12

28.6.2007

M21

VERORDENING (EG) Nr. 980/2007 VAN DE COMMISSIE van 21 augustus 2007

L 217

18

22.8.2007

►M22

VERORDENING (EG) Nr. 1324/2007 VAN DE COMMISSIE van 12 november 2007

L 294

14

13.11.2007

►M23

VERORDENING (EG) Nr. 1565/2007 VAN DE COMMISSIE van 21 december 2007

L 340

37

22.12.2007

►M24

VERORDENING (EG) Nr. 467/2008 VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2008

L 139

12

29.5.2008

►M25

VERORDENING (EG) Nr. 514/2008 VAN DE COMMISSIE van 9 juni 2008

L 150

7

10.6.2008

►M26

VERORDENING (EG) Nr. 1013/2009 VAN DE COMMISSIE van 26 oktober 2009

L 280

46

27.10.2009

►M27

VERORDENING (EG) Nr. 1098/2009 VAN DE COMMISSIE van 16 november 2009

L 301

23

17.11.2009

►M28

VERORDENING (EU) Nr. 585/2010 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 2010

L 169

1

3.7.2010


Gerectificeerd bij:




▼B

VERORDENING (EG) Nr. 2535/2001 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2001

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1670/2000 (2), en met name op artikel 26, lid 3, en artikel 29, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1374/98 van de Commissie van 30 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoerregeling en houdende opening van tariefcontingenten in de sector melk en zuivelproducten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 594/2001 (4), is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Nu deze verordening opnieuw wordt gewijzigd, dient ter wille van een duidelijke en rationele regelgeving te worden overgegaan tot de algehele omwerking ervan en dienen in de verordening de bepalingen te worden opgenomen van Verordening (EEG) nr. 2967/79 van de Commissie van 18 december 1979 tot vaststelling van de voorwaarden voor de verwerking van bepaalde in het kader van een preferentiële regeling ingevoerde kaassoorten (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1599/95 (6); van Verordening (EG) nr. 2508/97 van de Commissie van 15 december 1997 houdende bepalingen voor de uitvoering, in de sector melk en zuivelproducten, van de regelingen waarin is voorzien bij de Europaovereenkomsten tussen, enerzijds, de Gemeenschap en, anderzijds, Hongarije, de Republiek Polen, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, Bulgarije, Roemenië en Slovenië, en van de regeling waarin is voorzien bij de overeenkomsten betreffende vrijhandel en met handel verband houdende zaken tussen de Gemeenschap en de Baltische staten (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2856/2000 (8); en van Verordening (EG) nr. 2414/98 van de Commissie van 9 november 1998 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de regeling voor producten van de sector melk en zuivelproducten van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1150/90 (9).

(2)

Op grond van de artikelen 26 en 29 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 moeten invoercertificaten worden afgegeven aan elke belanghebbende die daarom verzoekt, ongeacht zijn plaats van vestiging in de Gemeenschap, en moet, met inachtneming van alle relevante bepalingen, elke vorm van discriminatie tussen importeurs worden voorkomen.

(3)

Om rekening te houden met bepaalde specifieke kenmerken van de invoer van zuivelproducten, moeten bepalingen worden vastgesteld die een aanvulling vormen op, en in voorkomend geval afwijken van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2299/2001 (11).

(4)

Er moeten specifieke bepalingen worden vastgesteld voor de invoer in de Gemeenschap van zuivelproducten met verlaagd recht in het kader van de concessies in de vorm van tariefcontingenten die zijn opgenomen in de volgende teksten:

a)de concessies in de lijst CXL die is opgesteld naar aanleiding van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguayronde en van de onderhandelingen in het kader van artikel XXIV, lid 6, van de GATT na de toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden tot de Europese Unie (hierna „de lijst CXL”);

b)de tariefovereenkomst met Zwitserland betreffende bepaalde kaassoorten van post 04.04 van het gemeenschappelijk douanetarief, namens de Gemeenschap gesloten bij Besluit 69/352/EEG van de Raad (12), laatstelijk gewijzigd bij de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds betreffende bepaalde landbouwproducten, goedgekeurd bij Besluit 95/582/EG van de Raad (13) (hierna „de overeenkomst met Zwitserland”);

c)de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en het Koninkrijk Noorwegen anderzijds betreffende bepaalde landbouwproducten, goedgekeurd bij Besluit 95/582/EG (hierna „de overeenkomst met Noorwegen”);

d)Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije van 25 februari 1998 betreffende de handelsregeling voor landbouwproducten (14);

e)Verordening (EG) nr. 1706/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot vaststelling van de regeling voor landbouwproducten en door verwerking daarvan verkregen goederen, van oorsprong uit de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (de ACS-staten) en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 715/90 (15);

f)de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika, anderzijds, voorlopig toegepast middels een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika en goedgekeurd bij Besluit 1999/753/EG van de Raad (16) (hierna: „de overeenkomst met Zuid-Afrika”);

g)de Verordeningen (EG) nr. 1349/2000 (17), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2677/2000 (18); (EG) nr. 1727/2000 (19); (EG) nr. 2290/2000 (20); (EG) nr. 2341/2000 (21); (EG) nr. 2433/2000 (22); (EG) nr. 2434/2000 (23); (EG) nr. 2435/2000 (24); (EG) nr. 2475/2000 (25); (EG) nr. 2766/2000 (26) en (EG) nr. 2851/2000 (27) van de Raad houdende vaststelling van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwproducten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde landbouwconcessies die zijn opgenomen in de Europaovereenkomsten met respectievelijk Estland, Hongarije, Bulgarije, Letland, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, Roemenië, Slovenië, Litouwen en Polen;

h)de op 19 december 1972 ondertekende overeenkomst waarbij een associatie tot stand is gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Cyprus, namens de Gemeenschap gesloten bij Verordening (EEG) nr. 1246/73 van de Raad (28), en met name het op 21 december 1987 bij Besluit 87/607/EEG van de Raad (29) goedgekeurde protocol houdende vaststelling van de voorwaarden en procedures voor de tenuitvoerlegging van de tweede etappe van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Cyprus (hierna „de overeenkomst met Cyprus”),

(5)

De lijst CXL voorziet in bepaalde tariefcontingenten in het kader van de zogeheten „vigerende markttoegang” en „minimummarkttoegang”. Deze contingenten moeten worden geopend en verder moet worden bepaald hoe deze contingenten moeten worden beheerd.

(6)

Voor een juist en billijk beheer van de niet naar land van oorsprong gespecificeerde tariefcontingenten van de lijst CXL en van de tariefcontingenten voor de invoer met verlaagd recht uit de landen van Midden- en Oost-Europa, de ACS-landen, Turkije en de Republiek Zuid-Afrika, dient enerzijds te worden bepaald dat bij de aanvraag van een invoercertificaat een hogere zekerheid moet worden gesteld dan die welke voor de gewone invoer geldt, en dienen anderzijds bepaalde voorwaarden voor de indiening van de certificaataanvragen te worden vastgesteld. Tevens dient te worden voorzien in een spreiding van de contingenten over het jaar en dienen de procedure voor de toewijzing van de certificaten en de geldigheidsduur ervan te worden vastgesteld.

(7)

Om te garanderen dat alleen serieuze certificaataanvragen worden ingediend, speculaties te voorkomen en een optimaal gebruik van de geopende contingenten te waarborgen, mogen per aanvraag slechts invoercertificaten voor maximaal 10 % van het contingent worden afgegeven, mag niet langer de mogelijkheid worden geboden de certificaataanvraag in te trekken indien de toewijzingscoëfficiënt kleiner is dan 0,80, mogen de contingenten alleen openstaan voor marktdeelnemers die reeds eerder onder het contingent vallende producten hebben uitgevoerd en/of ingevoerd, moeten criteria worden vastgesteld om te bepalen welke marktdeelnemers certificaten mogen aanvragen door te verlangen dat zij met documenten aantonen dat zij handelaar zijn en een regelmatige handelspraktijk hebben, en moet worden bepaald dat iedere marktdeelnemer slechts één aanvraag per contingent mag indienen. Om de procedure voor de selectie en toewijzing van de in aanmerking komende aanvragers door de nationale regeringen te vergemakkelijken, moet een procedure voor de erkenning van in aanmerking komende aanvragers worden vastgesteld en moet een lijst van erkende aanvragers met een geldigheidsduur van een jaar worden opgesteld. Om ervoor te zorgen dat de bepalingen inzake het aantal aanvragen doeltreffend worden toegepast, moet een sanctie worden bepaald bij overtreding van de maxima.

(8)

Producten die onder de regeling actieve of passieve veredeling vallen, worden noch ingevoerd om vervolgens in het vrije verkeer te worden gebracht, noch uitgevoerd, en zijn derhalve nooit meegerekend om te bepalen of aanvragers in aanmerking komen voor de regeling van Verordening (EG) nr. 1374/98. Omwille van de duidelijkheid moet derhalve worden bepaald dat deze producten niet mogen worden meegerekend voor de berekening van de in deze verordening bedoelde referentiehoeveelheid.

(9)

Voor het beheer van de naar land van oorsprong gespecificeerde tariefcontingenten van de lijst CXL en van de contingenten van de overeenkomst met Noorwegen, met name om te kunnen controleren of de ingevoerde producten aan de omschrijving van de betrokken goederen beantwoorden en het tariefcontingent in acht wordt genomen, dient gebruik te worden gemaakt van het stelsel van invoercertificaten die na overlegging van een certificaat IMA 1 („inward monitoring arrangements certificate”) in een voorgeschreven vorm onder verantwoordelijkheid van het land van uitvoer worden afgegeven. Dit stelsel, in het kader waarvan het land van uitvoer de garantie geeft dat het uitgevoerde product aan de omschrijving van de betrokken goederen beantwoordt, vereenvoudigt de invoerprocedure aanzienlijk. Dit stelsel wordt ook door derde landen gebruikt om de inachtneming van tariefcontingenten te monitoren.

(10)

Om de financiële belangen van de Gemeenschap te beschermen, moeten in het kader van het stelsel van certificaten IMA 1 de aangiften echter worden gecontroleerd op communautair niveau op basis van aselecte steekproeftrekking uit de partijen en met gebruik van internationaal erkende test- en statistische methoden.

(11)

Voor de tenuitvoerlegging van het stelsel van certificaten IMA 1 zijn preciseringen nodig, in het bijzonder met betrekking tot het invullen, afgeven, annuleren, wijzigen en vervangen van certificaten IMA 1 door de met de afgifte ervan belaste instelling, de geldigheidsduur van deze certificaten en de voorwaarden voor het gebruik ervan samen met een corresponderend invoercertificaat. Ook moeten bepalingen worden vastgesteld betreffende situaties die zich aan het einde van het jaar in samenhang met de normale verzendingstermijnen kunnen voordoen, voor het in het vrije verkeer brengen van door een certificaat IMA 1 gedekte producten die bestemd zijn voor invoer in het volgende jaar. Ten slotte moet worden voorzien in de monitoring van de invoeraangiften en in een audit aan het einde van het jaar om de inachtneming van het contingent te waarborgen.

(12)

Nieuw-Zeelandse boter die in het kader van het invoercontingent onder de zogeheten „vigerende markttoegang” wordt ingevoerd, moet worden geïdentificeerd om te voorkomen dat een volledige uitvoerrestitutie wordt toegekend en dat bepaalde steunbedragen worden betaald. Hiertoe moeten bepaalde begrippen worden gedefinieerd en moet worden gespecificeerd hoe het certificaat IMA 1 moet worden ingevuld, hoe de controles op het gewicht en het vetgehalte moeten worden verricht, en welke procedure moet worden gevolgd in geval van betwisting over de samenstelling van de boter.

(13)

In afwijking van Verordening (EG) nr. 1291/2000 is het dienstig aanvullende voorwaarden te stellen voor de invoer van boter uit Nieuw-Zeeland in het kader van het invoercontingent onder de zogeheten „vigerende markttoegang”, met name door de door een enkel certificaat IMA 1 gedekte hoeveelheid te koppelen aan die welke wordt gedekt door een enkel corresponderend invoercertificaat, en door voor te schrijven dat beide certificaten slechts eenmaal mogen worden gebruikt samen met één aangifte voor het vrije verkeer.

(14)

Canadese cheddar is nu het enige onder het stelsel van certificaten IMA 1 vallende product waarvoor een minimumwaarde franco grens in acht moet worden genomen. Daartoe dienen de koper en de lidstaat van bestemming in het certificaat IMA 1 te worden vermeld.

(15)

Naar aanleiding van inadequaat beheer door de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instellingen in Noorwegen, waardoor de quota zijn overschreden, heeft Noorwegen verzocht de twee in bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 1374/98 vermelde instellingen te vervangen door een enkele, rechtstreeks aan het ministerie van Landbouw ondergeschikte instelling. Om aan dit verzoek te beantwoorden moeten de nodige wijzigingen plaatsvinden.

(16)

Marktdeelnemers die voornemens zijn bepaalde kaassoorten van oorsprong uit Zwitserland in te voeren, moeten zich tot de inachtneming van een minimumwaarde franco grens verbinden om van de preferentiële behandeling voor die kaassoorten te kunnen profiteren. In het verleden werd deze verbintenis vermeld in vak 17 van het verplichte certificaat IMA 1, wat niet langer het geval is. Het is dienstig om duidelijkheidshalve het begrip „waarde franco grens” en de voorwaarden die tot doel hebben de inachtneming daarvan te waarborgen, op een andere wijze te specificeren.

(17)

In het kader van de specifieke bepalingen betreffende de preferentiële invoer van producten die niet vallen onder de in Verordening (EG) nr. 1706/98 bedoelde contingenten, noch onder bijlage 1 van protocol nr. 1 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije, of bijlage IV bij de overeenkomst met Zuid-Afrika, noch onder de overeenkomst met Zwitserland, is het dienstig dat het verlaagde minimumrecht slechts wordt toegepast na overlegging van het in de protocollen bij de betrokken overeenkomsten bedoelde bewijs van oorsprong.

(18)

Om de eigen middelen beter te beschermen en gelet op de opgedane ervaringen zijn nauwkeurige bepalingen met betrekking tot de invoercontroles nodig. Met name de procedure die moet worden gevolgd in bepaalde gevallen waarin de door een aangifte voor het vrije verkeer gedekte partij niet aan de aangifte beantwoordt, dient te worden gespecificeerd met het oog op een adequaat toezicht op de hoeveelheden die daadwerkelijk in het vrije verkeer worden gebracht, vergeleken met de contingenten.

(19)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



TITEL 1

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

Tenzij anders is bepaald, zijn de bepalingen van deze titel van toepassing op alle invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 bedoelde producten, hierna „zuivelproducten” genoemd, met inbegrip van de invoer zonder kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking, noch douanerechten of heffingen van gelijke werking in het kader van de uitzonderlijke handelsmaatregelen ten behoeve van bepaalde landen en gebieden.

▼M25

Artikel 2

In artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 376/2008 is bepaald voor welke producten een certificaat moet worden overgelegd (30). De geldigheidsduur van het invoercertificaat en het bedrag van de zekerheid zijn vastgesteld in deel I van bijlage II bij die verordening, onverminderd artikel 24, leden 3 en 4, van de onderhavige verordening.

De Verordeningen (EG) nr. 376/2008 en (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie (31) zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

▼B

Artikel 3

▼M25 —————

▼B

2. In de aanvraag om een certificaat en in het certificaat zelf wordt in vak 16 de in de gecombineerde nomenclatuur gebruikte productcode (hierna „GN-code”) van acht cijfers vermeld, in voorkomend geval voorafgegaan door „ex”. Het certificaat geldt slechts voor het aldus omschreven product.

▼M19

Certificaten die worden afgegeven voor de in hoofdstuk I en in hoofdstuk III, afdeling 2, van titel 2, bedoelde invoertariefcontingenten, zijn geldig voor alle onder één contingentnummer vallende GN codes, op voorwaarde dat het betrokken invoerrecht hetzelfde is.

▼M25 —————

▼B

4. Het certificaat wordt uiterlijk op de werkdag na de dag van indiening van de aanvraag afgegeven.

Artikel 4

1. GN-code 0406 90 01, die betrekking heeft op voor verwerking bestemde kaas, is slechts van toepassing op ingevoerde producten.

▼M2

2. De GN-codes 0406 20 10 en 0406 90 19 zijn slechts van toepassing op producten van oorsprong en van herkomst uit Zwitserland die worden ingevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 20.

▼M19 —————

▼B



TITEL 2

SPECIFIEKE REGELS INZAKE DE INVOER MET VERLAAGD RECHT



HOOFDSTUK I

Invoer in het kader van door de Gemeenschap geopende contingenten op basis van uitsluitend invoercertificaten



Afdeling 1

Artikel 5

Dit hoofdstuk geldt voor de invoer van zuivelproducten in het kader van de volgende tariefcontingenten:

a)de niet naar land van oorsprong gespecificeerde contingenten van de lijst CXL;

▼M16 —————

▼M24 —————

▼M27 —————

▼M24 —————

▼M19

f)de contingenten zoals bedoeld in bijlage 2 bij de tussen de Gemeenschap en Zwitserland gesloten overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en de Commissie (32);

▼M13 —————

▼M7

h)de in Besluit 2003/465/EG van de Raad bedoelde contingenten (33);

▼M19

i)de contingenten zoals bedoeld in bijlage II bij de tussen de Gemeenschap en IJsland gesloten overeenkomst over aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit 2007/138/EG van de Raad (34).

▼M24

j)het contingent met nummer 09.4210 zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 55/2008 van de Raad (35).

▼B

Artikel 6

►M17►C7 De tariefcontingenten, de toe te passen rechten, de maximale jaarlijks in te voeren hoeveelheden, de invoercontingentperioden en de gelijke verdeling daarvan over twee zesmaandelijkse perioden, staan vermeld in bijlage I.

▼M1

De in bijlage I, delen B, D en F, vermelde hoeveelheden worden, voor ieder invoerjaar, in gelijke delen over de op 1 januari en 1 juli van ieder jaar aanvangende zesmaandelijkse perioden gespreid.

▼B



Afdeling 2

Artikel 7

De aanvrager van een invoercertificaat moet van tevoren zijn erkend door de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar hij is gevestigd.

Deze autoriteit geeft iedere erkende marktdeelnemer een erkenningsnummer.

▼C7

Artikel 8

In afwijking van artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1301/2006 moet erkenning worden verleend aan aanvragers die daartoe vóór 1 april van elk jaar een aanvraag indienen bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar zij zijn gevestigd en waar zij voor btw-doeleinden zijn geregistreerd, welke aanvraag vergezeld gaat van het bewijs dat zij gedurende de beide voorgaande kalenderjaren ten minste 25 ton zuivelproducten van hoofdstuk 04 van de gecombineerde nomenclatuur naar de Gemeenschap hebben uitgevoerd of uit de Gemeenschap hebben ingevoerd.

▼M18

Artikel 9

Vóór ►M22 1 mei stelt de bevoegde autoriteit de aanvragers in kennis van het resultaat van de erkenningsprocedure en, in voorkomend geval, van het erkenningsnummer. De erkenning is een jaar geldig.

▼M1

Artikel 10

▼M22

1. Ieder jaar vóór 20 mei delen de lidstaten overeenkomstig lid 3 de lijst van erkende marktdeelnemers mee aan de Commissie, die deze lijst doorgeeft aan de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten.

Alleen de marktdeelnemers die staan vermeld op de lijst, mogen vanaf de daaropvolgende 1 juni certificaataanvragen voor invoer gedurende de periode van 1 juli tot en met de daaropvolgende 30 juni indienen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 11 tot en met 14.

▼M1

2. Op verzoek van een kandidaat-lidstaat waarvoor een invoercontingent geopend is, kan de Commissie een lijst van erkende marktdeelnemers meedelen, voorzover de daarin opgenomen marktdeelnemers hierin toestemmen. De lidstaten doen het nodige om de toestemming van de betrokken martkdeelnemers te verkrijgen.

3. De lidstaten delen de lijst van erkende marktdeelnemers mee overeenkomstig het model in bijlage XIV; deel A van deze bijlage is bestemd voor de erkende marktdeelnemers die de in lid 2 bedoelde toestemming gegeven hebben, deel B voor de overige erkende marktdeelnemers.

▼B



Afdeling 3

Artikel 11

De certificaataanvragen mogen alleen worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager is erkend. Op de aanvragen moet het erkenningsnummer van de aanvrager worden vermeld.

▼M17 —————

▼B

Artikel 13

1. Op de certificaataanvraag kunnen een of meer van de in bijlage I voor hetzelfde contingent vermelde GN-codes worden vermeld en moet de voor elke verschillende code gevraagde hoeveelheid worden aangegeven.

Er wordt echter een afzonderlijk certificaat afgegeven voor elke code.

▼M24

2. De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste tien ton en ten hoogste de voor het contingent vastgestelde hoeveelheid voor de betrokken in artikel 6 bedoelde zesmaandelijkse periode.

Een certificaataanvraag in het kader van de in artikel 5, onder a), bedoelde contingenten mag evenwel slechts betrekking hebben op ten hoogste 10 % van de voor het contingent vastgestelde hoeveelheid.

▼M17 —————

▼B

Artikel 14

▼M22

1. De certificaataanvragen kunnen slechts worden ingediend:

a)van 20 tot en met 30 november voor invoer gedurende de periode van 1 januari tot en met de daaropvolgende 30 juni;

b)van 1 tot en met 10 juni voor invoer gedurende de periode van 1 juli tot en met de daaropvolgende 31 december.

▼B

2. De in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 bedoelde zekerheid bedraagt 35 EUR per 100 kg nettogewicht van het product.



Afdeling 4

▼C7

Artikel 15

Op de vijfde werkdag na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvragen delen de lidstaten de Commissie mede welke aanvragen voor elk van de betrokken producten zijn ingediend. Deze mededeling omvat de aangevraagde hoeveelheden per contingentnummer en per GN-code. De mededeling wordt voor elk contingent op een apart formulier gedaan.

▼B

Artikel 16

▼C7

1. Het certificaat wordt binnen vijf werkdagen na de vijfde werkdag die volgt op de dag van de in artikel 15 bedoelde mededeling afgegeven door de bevoegde autoriteit van de lidstaat.

▼M17 —————

▼M22

3. In afwijking van artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn invoercertificaten slechts geldig gedurende de deelperiode waarvoor zij worden afgegeven. Vak 24 van de invoercertificaten bevat een van de in bijlage XX opgenomen vermeldingen.

▼B

4. De op grond van het onderhavige hoofdstuk afgegeven invoercertificaten mogen slechts worden overgedragen aan natuurlijke personen of rechtspersonen die overeenkomstig afdeling 2 zijn erkend. In geval van overdracht deelt de overdrager de instantie van afgifte het erkenningsnummer van de cessionaris mee.

Artikel 17

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de op grond van dit hoofdstuk ingevoerde hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat aangegeven hoeveelheid. Daartoe wordt in vak 19 van het certificaat het cijfer 0 ingevuld.

Artikel 18

1. De certificaataanvraag en het certificaat bevatten:

a)in vak 8, het land van oorsprong;

▼M1

b)in vak 15, de beschrijving van het product overeenkomstig bijlage I, of anders de beschrijving van het product overeenkomstig de GN-code van het betrokken contingent;

▼B

c)in vak 16, de GN-code van het betrokken contingent, in voorkomend geval voorafgegaan door „ex”.

▼C7

d)in vak 20 één van de in bijlage XV opgenomen vermeldingen.

▼B

2. Het certificaat verplicht tot invoer uit het in vak 8 aangegeven land van oorsprong, met uitzondering van invoer in het kader van de in bijlage I, deel A, aangegeven contingenten.

▼M17 —————

▼B

Artikel 19

▼C5

1. Het verlaagde recht wordt slechts toegepast na overlegging van de aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van het invoercertificaat en, wat de hieronder bedoelde invoer betreft, van het bewijs van oorsprong dat is afgegeven op grond van respectievelijk:

▼M16 —————

▼M24 —————

▼M27 —————

▼M24 —————

▼C5

e)Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat van 22 juli 1972 (36);

f)Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst met Jordanië;

g)de in punt 10 van de Overeenkomst met Noorwegen bedoelde regels;

▼M19

h)Protocol nr. 3 bij de Overeenkomst met IJsland.

▼M24

i)de in artikel 2, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 55/2008 bedoelde bepalingen.

▼B

2. De overeenkomstig de in lid 1, onder a) en b), bedoelde overeenkomsten ingevoerde producten mogen slechts in het vrije verkeer worden gebracht na overlegging van het certificaat EUR 1, of van een verklaring die door de exporteur overeenkomstig de bepalingen van vorengenoemde protocollen is opgesteld.

▼M26 —————

▼M6



HOOFDSTUK I bis

Invoer in het kader van overeenkomstig de artikelen 308 bis tot en met 308 quater van verordening (EEG) nr. 2454/93 beheerde contingenten

▼M27

Artikel 19 bis

1. Artikel 308 bis, artikel 308 ter en artikel 308 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 zijn van toepassing op de in bijlage VII bis opgenomen contingenten als bedoeld in:

a)Verordening (EG) nr. 312/2003 van de Raad (37);

b)Verordening (EG) nr. 747/2001 van de Raad (38);

c)bijlage IV, lijst 4, bij de overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking met Zuid-Afrika (39);

d)bijlage I bij protocol nr. 1 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije (40).

2. Voor de invoer in het kader van de in lid 1 bedoelde contingenten hoeft geen invoercertificaat te worden overgelegd.

2 bis Voor het in lid 1, onder d), bedoelde contingent is artikel 308 quater, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 2454/93 niet van toepassing voor de contingentperiode die loopt van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

4. Het verlaagde recht wordt pas toegepast na overlegging van het bewijs van oorsprong dat is afgegeven overeenkomstig:

a)bijlage III bij de overeenkomst met de Republiek Chili;

b)protocol nr. 4 bij de overeenkomst met Israël;

c)protocol nr. 1 bij de overeenkomst met Zuid-Afrika (41);

d)protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije;

▼B



HOOFDSTUK II

Invoer buiten de contingenten uitsluitend op basis van een invoercertificaat

Artikel 20

1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de preferentiële invoer van producten die niet vallen onder contingenten als bedoeld in de volgende overeenkomsten en besluiten:

▼M24 —————

▼B

b)bijlage 1 van protocol nr. 1 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije;

c)de overeenkomst met Zuid-Afrika, bijlage IV;

▼M23

d)bijlage 2 bij de tussen de Gemeenschap en Zwitserland gesloten overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten.

▼B

2. De betrokken producten en de toe te passen douanerechten zijn in bijlage II vermeld.

▼M23 —————

▼B

Artikel 21

1. De certificaataanvraag en het certificaat bevatten:

a)in vak 8, het land van oorsprong;

b)in vak 15:

i)voor invoer van oorsprong uit Turkije en Zwitserland: de gedetailleerde beschrijving van het product overeenkomstig respectievelijk bijlage I, delen B en D;

ii)voor de overige invoer: de gedetailleerde beschrijving van het product en met name van de gebruikte grondstof en het vetgehalte in gewichtspercenten. Wat de producten van GN-code 0406 betreft, moet eveneens het vetgehalte in gewichtspercenten van de droge stof en het op de vetvrije massa berekende vochtgehalte in gewichtspercenten worden vermeld;

c)in vak 16, de GN-code zoals aangegeven in de betrokken bijlage, in voorkomend geval voorafgegaan door „ex”;

▼M16

d)in vak 20, één van de in bijlage XVI opgenomen vermeldingen.

▼B

2. Het certificaat verplicht tot invoer uit het in vak 8 aangegeven land van oorsprong.

▼M17 —————

▼B

Artikel 22

Het verlaagde minimumrecht wordt slechts toegepast na overlegging van de aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van het invoercertificaat en van het bewijs van oorsprong dat is afgegeven in toepassing van, respectievelijk:

▼M24 —————

▼B

b)protocol nr. 3 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije;

c)protocol nr. 1 bij de overeenkomst met Zuid-Afrika;

d)protocol nr. 3 bij de op 22 juli 1972 te Brussel ondertekende overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (42), gewijzigd bij Besluit nr. 1/2001 van het Gemengd Comité EG-Zwitserland van 24 januari 2001 (43).

▼M1 —————

▼M23



HOOFDSTUK II bis

INVOER BUITEN DE CONTINGENTEN ZONDER OVERLEGGING VAN EEN INVOERCERTIFICAAT

Artikel 22 bis

1. Dit artikel is van toepassing op de preferentiële invoer van producten als bedoeld in artikel 3 van de tussen de Gemeenschap en Zwitserland gesloten overeenkomst inzake de handel in landbouwproducten.

2. Alle producten van GN-code 0406 van oorsprong uit Zwitserland zijn vrijgesteld van invoerrechten en van de overlegging van een invoercertificaat.

3. De vrijstelling wordt slechts toegepast na overlegging van de aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van het bewijs van oorsprong dat is afgegeven in toepassing van protocol nr. 3 bij de op 22 juli 1972 te Brussel ondertekende overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat.

▼B



HOOFDSTUK III

Invoer op basis van een invoercertificaat vergezeld van een certificaat IMA 1 („Inward Monitoring Arrangements Certificate”)



Afdeling 1

▼M18

Artikel 24

1. Deze afdeling geldt voor invoer in het kader van de naar land van oorsprong gespecificeerde contingenten als vermeld in de in bijlage III.B bedoelde lijst CXL.

2. In bijlage III.B bij de onderhavige verordening zijn per invoertariefperiode de toe te passen rechten en de in te voeren maximumhoeveelheden vastgesteld.

▼M25

3. Een certificaataanvraag wordt afgewezen tenzij bij de bevoegde instantie uiterlijk om 13.00 uur van de dag van indiening van de aanvraag een zekerheid is gesteld van 10 euro per 100 kilogram nettogewicht van het product.

4. Het certificaat is geldig vanaf de dag van feitelijke afgifte in de zin van artikel 22, lid 2, van Verordening (EG) nr. 376/2008 tot en met het einde van de derde daaropvolgende maand.

▼M18

Artikel 25

1. Voor de invoer van de in bijlage III.B genoemde producten tegen het aldaar vermelde recht wordt een invoercertificaat slechts tegen overlegging van een corresponderend certificaat IMA 1 afgegeven voor de totale nettohoeveelheid die in dat certificaat IMA 1 is vermeld.

Het certificaat IMA 1 moet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 29 en 33. Op het invoercertificaat staan het nummer en de datum van afgifte van het certificaat IMA 1 vermeld.

2. Het invoercertificaat mag pas worden afgegeven nadat de bevoegde autoriteit heeft geverifieerd of het bepaalde in artikel 33, lid 1, onder e), in acht is genomen.

De instantie van afgifte van invoercertificaten doet de Commissie een kopie van het samen met elke invoercertificaataanvraag ingediende certificaat IMA 1 toekomen, uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de dag waarop dit certificaat IMA 1 is ingediend.

De instantie van afgifte van invoercertificaten geeft het invoercertificaat op de vierde daaropvolgende werkdag af, mits de Commissie vóór die datum geen bijzondere maatregel heeft getroffen.

▼C7

De bevoegde instantie van afgifte van invoercertificaten behoudt het origineel van elk overgelegd certificaat IMA 1.

▼B

Artikel 26

1. Het certificaat IMA 1 is geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot het einde van de achtste daaropvolgende maand, maar kan in geen geval nog geldig zijn na het verstrijken van de geldigheidsduur van het corresponderende invoercertificaat of na 31 december van het invoerjaar waarvoor het is afgegeven.

2. Vanaf 1 november van elk jaar kunnen certificaten IMA 1 die geldig zijn vanaf de daaropvolgende 1 januari, worden afgegeven voor hoeveelheden die onder het contingent voor het invoerjaar vallen. Aanvragen om invoercertificaten kunnen echter pas vanaf de eerste werkdag van het invoerjaar worden aangevraagd.

▼M18 —————

▼B

3. De omstandigheden waaronder een certificaat IMA 1 kan worden geannuleerd, gewijzigd, vervangen of gecorrigeerd, zijn aangegeven in bijlage VIII.

Artikel 27

In afwijking van artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 mag de ingevoerde hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. Hiertoe wordt in vak 19 van het invoercertificaat het cijfer „0” ingevuld.

Artikel 28

1. De certificaataanvraag en het certificaat bevatten:

a)in de vakken 7 en 8, het land van herkomst en dat van oorsprong;

b)in vak 15, de beschrijving van de producten volgens de specificatie in bijlage III;

c)in vak 16, de GN-code volgens de specificatie van bijlage III, in voorkomend geval voorafgegaan door „ex”;

▼M16

d)in vak 20, in voorkomend geval, het contingentnummer en het volgnummer van het certificaat IMA 1 en de datum van afgifte ervan, vermeld in de vorm van een van de in bijlage XVI opgenomen vermeldingen.

▼B

2. Het certificaat verplicht tot invoer uit het in vak 8 aangegeven land van oorsprong.

▼M17 —————

▼B

Artikel 29

1. Het certificaat IMA 1 wordt, behalve voor Nieuw-Zeelandse boter, overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk opgesteld volgens het in bijlage IX opgenomen model.

2. Het op de koper betrekking hebbende vak 3 en het op de lidstaat van bestemming betrekking hebbende vak 6 van het certificaat IMA 1 worden niet ingevuld, behalve in het geval van de cheddar van contingent nummer 09.4513 in bijlage III.

Artikel 30

1. Het in artikel 29 bedoelde formulier is van het formaat 210 × 297 mm. Het gewicht van het te gebruiken papier moet ten minste 40 g/m2 zijn en de kleur van dat papier wit.

2. De formulieren worden in één van de officiële talen van de Gemeenschap gedrukt en ingevuld. Voorts mogen zij in de officiële taal of in één van de officiële talen van het land van uitvoer worden gedrukt en ingevuld.

3. Het formulier wordt hetzij met de schrijfmachine, hetzij met de hand ingevuld, in het laatste geval in drukletters.

4. Ieder certificaat IMA 1 wordt door de met de afgifte belaste instelling van een volgnummer voorzien.

Artikel 31

1. Voor iedere soort en iedere aanbiedingsvorm van de in bijlage III bedoelde producten moet een certificaat IMA 1 worden opgesteld.

2. Voor iedere soort en iedere aanbiedingsvorm van de producten, met uitzondering van Nieuw-Zeelandse boter, moet het certificaat IMA 1 de in bijlage XI vermelde gegevens bevatten.

Artikel 32

▼C7

1. Een eensluidend verklaarde kopie van het certificaat IMA 1 moet, samen met het corresponderende invoercertificaat en de producten waarop deze certificaten betrekking hebben, aan de douaneautoriteiten van de lidstaat van invoer worden overgelegd bij de indiening van de aangifte voor het vrije verkeer. Onverminderd artikel 26, lid 1, moet deze kopie, behoudens overmacht, worden overgelegd tijdens de geldigheidsduur van het certificaat IMA 1.

▼B

2. Een certificaat IMA 1 is slechts geldig indien het door een met de afgifte belaste, in bijlage XII vermelde instelling naar behoren is ingevuld en geviseerd.

3. Een certificaat IMA 1 is naar behoren geviseerd wanneer daarop plaats en datum van afgifte zijn vermeld en het is voorzien van het stempel van de met de afgifte belaste instelling en van de handtekening van de voor ondertekening ervan bevoegde persoon of personen.

Artikel 33

1. Een met de afgifte belaste instelling kan slechts in bijlage XII worden opgenomen indien zij:

a)als zodanig door het land van uitvoer is erkend;

b)zich ertoe verbindt de op de certificaten vermelde gegevens te verifiëren;

c)zich ertoe verbindt de Commissie en de lidstaten op hun verzoek alle nuttige en noodzakelijke inlichtingen te verstrekken om de op de certificaten vermelde gegevens te kunnen beoordelen;

d)zich ertoe verbindt om voor de in bijlage III, deel A, vermelde producten het certificaat IMA 1 af te geven voor de totale erdoor gedekte hoeveelheid voordat het erdoor gedekte product het grondgebied verlaat van het land dat het afgeeft;

e)zich ertoe verbindt om een kopie van elk geviseerd certificaat IMA 1 voor de totale erdoor gedekte hoeveelheid op de datum van afgifte maar uiterlijk binnen 7 dagen na die datum en, in voorkomend geval, een kennisgeving van een annulering, correctie of wijziging per fax aan de Commissie te doen toekomen;

f)wat de producten van GN-code 0406 betreft, zich ertoe verbindt om uiterlijk op 15 januari voor elk contingent afzonderlijk aan de Commissie mee te delen:

i)het aantal voor het voorafgaande contingentjaar afgegeven certificaten IMA 1 met het identificatienummer van elk daarvan en de erdoor gedekte hoeveelheid, samen met het totale aantal voor het betrokken contingentjaar afgegeven certificaten en de totale hoeveelheid die daardoor is gedekt;

ii)een kennisgeving van de annulering, correctie of wijziging van die certificaten IMA 1 of de afgifte van kopieën van certificaten IMA 1 overeenkomstig het bepaalde in bijlage VIII, punten 1 tot en met 5, en in artikel 32, lid 1, alsmede alle relevante bijzonderheden daarover.

2. Bijlage XII wordt herzien wanneer aan de in lid 1, onder a), bedoelde voorwaarde niet langer is voldaan, of wanneer een met de afgifte belaste instelling één van de door haar aangegane verbintenissen niet nakomt.



Afdeling 2

▼M18

Artikel 34

1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de invoer, op grond van de contingentnummers 09.4195 en 09.4182, van de in bijlage III.A bij de onderhavige verordening bedoelde Nieuw-Zeelandse boter.

2. Het bepaalde in de artikelen 27 en 30, artikel 31, lid 1, artikel 32, leden 2 en 3, en artikel 33, lid 1, onder a) tot en met d), is van toepassing.

3. De omschrijving „ten minste zes weken oud” in de beschrijving van het contingent Nieuw-Zeelandse boter wordt geïnterpreteerd als ten minste zes weken oud op de datum waarop een aangifte voor het vrije verkeer wordt ingediend bij de douaneautoriteit.

4. In bijlage III.A worden de tariefcontingenten, het toe te passen recht en de gedurende iedere invoertariefcontingentperiode of –deelperiode in te voeren maximumhoeveelheden vastgesteld.

Artikel 34 bis

1. De contingenten moeten worden verdeeld in twee delen als bedoeld in bijlage III.A:

a)contingent nummer 09.4195 (hierna deel A genoemd) wordt verdeeld tussen de communautaire importeurs die overeenkomstig artikel 7 zijn erkend en die kunnen bewijzen dat zij:

i)voor het contingentjaar 2007, in 2006 hoeveelheden hebben ingevoerd in het kader van contingent 09.4589,

ii)voor het contingentjaar 2008, in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007 hoeveelheden hebben ingevoerd in het kader van een van de contingenten 09.4589, 09.4195 of 09.4182,

iii)voor de volgende contingentjaren, in de loop van de 24 maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar hoeveelheden hebben ingevoerd in het kader van een van de contingenten 09.4589, 09.4195 of 09.4182;

b)contingent nummer 09.4182 (hierna deel B genoemd) wordt gereserveerd voor aanvragers die:

i)overeenkomstig artikel 7 zijn erkend, of

ii)voor de periode van januari tot en met juni 2007, in Bulgarije en Roemenië zijn gevestigd en voldoen aan het bepaalde in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2018/2006 van de Commissie (44),

en

iii)kunnen aantonen dat zij in de 12 maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar in ten minste 4 transacties ten minste 100 ton melk en zuivelproducten van hoofdstuk 04 van de gecombineerde nomenclatuur in de Gemeenschap hebben ingevoerd en/of uit de Gemeenschap hebben uitgevoerd.

Voor de contingentjaren 2007 en 2008 zijn de bedoelde perioden van 12 maanden echter respectievelijk de kalenderjaren 2006 en 2007.

2. De in lid 1, onder a), en onder b), punten ii) en iii), bedoelde bewijzen van handelsactiviteit zijn geldig voor beide halfjaarlijkse perioden van het contingentjaar.

▼M26

3. De certificaataanvragen kunnen slechts worden ingediend in de in artikel 14, lid 1, vastgestelde perioden..

▼M18

4. Per aanvrager moeten invoercertificaataanvragen, om in aanmerking te kunnen worden genomen, betrekking hebben op:

a)voor deel A, niet meer dan 125 %:

i)van de hoeveelheid producten die deze aanvrager in 2006 heeft ingevoerd in het kader van contingent 09.4589, voor het contingentjaar 2007,

ii)van de totale hoeveelheid producten die hij in 2006 en 2007 heeft ingevoerd in het kader van de contingenten 09.4589, 09.4195 en 09.4182, voor het contingentjaar 2008,

iii)van de hoeveelheden die hij in de loop van de 24 maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar heeft ingevoerd in het kader van de contingenten 09.4589, 09.4195 of 09.4182, voor de contingentjaren daarna;

b)voor deel B, niet minder dan 20 ton en niet meer dan 10 % van de beschikbare hoeveelheid voor de deelperiode, mits hij tot genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan aantonen dat hij aan de in lid 1, onder b), bedoelde voorwaarden voldoet.

De hierboven bedoelde bewijzen moeten worden voorgelegd op het moment dat de certificaataanvragen worden ingediend.

Mits zij aan de voorwaarden daarvoor voldoen, mogen aanvragers in het kader van beide delen van het contingent tegelijk aanvragen indienen.

Voor deel A en deel B moeten aparte aanvragen worden ingediend.

Het bewijs van invoer of uitvoer wordt geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006.

5 De certificaataanvragen mogen alleen worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager is erkend; op de aanvragen moet het erkenningsnummer van de aanvrager worden vermeld.

Artikel 35

De in artikel 15, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1291/2000 bedoelde zekerheid bedraagt 35 euro per 100 kg nettogewicht van het product.

Artikel 35 bis

▼M26

1. Uiterlijk op de vijfde werkdag na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvragen delen de lidstaten de Commissie mee welke aanvragen voor elk van de betrokken producten zijn ingediend.

▼M18

2. In deze mededeling wordt onder meer meegedeeld voor welke hoeveelheden aanvragen zijn ingediend in het kader van elk contingentnummer, uitgesplitst naar GN-code.

▼M26

Uiterlijk op de vijfde werkdag na afloop van de termijn voor de indiening van de aanvragen delen de lidstaten de Commissie tevens de naam en het adres van de aanvragers mee, uitgesplitst naar contingentnummer. Deze mededelingen gebeuren elektronisch aan de hand van het door de Commissie aan de lidstaten beschikbaar gestelde formulier.

▼M18

3. De Commissie moet binnen 5 werkdagen na de in lid 1 bedoelde periode voor de mededeling besluiten in hoeverre de aanvragen kunnen worden aanvaard. Wanneer de aangevraagde hoeveelheden de beschikbare hoeveelheden per contingent niet overschrijden, neemt de Commissie geen besluit en worden certificaten afgegeven voor de aangevraagde hoeveelheden.

Wanneer voor een deelcontingent certificaataanvragen zijn ingediend voor een grotere hoeveelheid dan voor de betrokken contingentperiode beschikbaar is, past de Commissie een uniforme toewijzingscoëfficiënt toe op de aangevraagde hoeveelheden. Het gedeelte van de zekerheid dat overeenkomt met de niet-toegewezen hoeveelheden, wordt vrijgegeven.

Wanneer het resultaat van de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt voor een van de deelcontingenten zou resulteren in de toewijzing van certificaten voor minder dan 20 ton per aanvraag, worden de desbetreffende hoeveelheden door de betrokken lidstaat door middel van verloting van certificaten van 20 ton elk verdeeld onder de aanvragers die minder dan 20 ton zouden hebben gekregen als gevolg van de toepassing van de toewijzingscoëfficiënt.

Wanneer de verdeling in partijen van 20 ton tot gevolg zou hebben dat een hoeveelheid van minder dan 20 ton overblijft, wordt die hoeveelheid als één enkele partij beschouwd.

De zekerheid voor de aanvragen waaraan bij de toewijzing door loting geen certificaten toevallen, wordt onmiddellijk vrijgegeven.

4. De afgifte van certificaten moet uiterlijk 5 dagen na het in lid 3 bedoelde besluit plaatsvinden.

5. In het kader van deze verordening afgegeven invoercertificaten zijn geldig tot en met de laatste dag van de in bijlage III.A bedoelde halfjaarlijkse periode.

6. De op grond van de onderhavige afdeling afgegeven invoercertificaten mogen slechts worden overgedragen aan natuurlijke personen of rechtspersonen die overeenkomstig artikel 7 zijn erkend. Bij de aanvraag tot overdracht deelt de overdrager de instantie van afgifte het erkenningsnummer van de cessionaris mee.

Artikel 35 ter

Certificaataanvragen en certificaten bevatten de in artikel 28 bedoelde vermeldingen, behalve de vermeldingen inzake het certificaat IMA 1.

In vak 16 van de certificaataanvraag kunnen een of meer van de in bijlage III.A opgenomen GN-codes worden vermeld.

In vak 20 van de certificaten wordt de deelcontingentperiode vermeld waarvoor de certificaten zijn afgegeven.

Bevat een certificaataanvraag meer dan één GN-code, dan moet de voor elke code aangevraagde hoeveelheid worden vermeld en wordt voor elke code een afzonderlijk certificaat afgegeven.

Artikel 36

Wanneer de Nieuw-Zeelandse boter niet aan de eisen inzake samenstelling voldoet, wordt het met het contingent samenhangende voordeel niet voor de hele hoeveelheid gegeven, afhankelijk van de betrokken douaneaangifte.

Wanneer de douaneautoriteit heeft vastgesteld dat niet aan die eisen is voldaan, en wanneer een aangifte voor het vrije verkeer is aanvaard, dan int de douaneautoriteit het in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 vastgestelde invoerrecht. Daartoe moet een invoercertificaat voor invoer van de betrokken hoeveelheid tegen het volledige recht worden afgegeven voor de hoeveelheid die niet aan de eisen voldoet.

De hoeveelheid wordt niet aan het certificaat toegewezen.

Artikel 37

1. Het in bijlage III.A bedoelde invoerrecht wordt toegepast op Nieuw-Zeelandse boter die in het kader van de onderhavige afdeling is ingevoerd, uitsluitend tegen overlegging van de aangifte voor het vrije verkeer, vergezeld van een overeenkomstig het bepaalde in artikel 35 bis afgegeven invoercertificaat, en een certificaat IMA 1 als bedoeld in bijlage X, afgegeven door een in bijlage XII vermelde, met de afgifte belaste instelling, uit welk certificaat de oorsprong van het door de aangifte gedekte product blijkt, alsmede dat het aan de voorwaarden voldoet. De douaneautoriteiten vermelden het volgnummer van het certificaat IMA 1 op het invoercertificaat.

2. De op het certificaat IMA 1 vermelde hoeveelheid is gelijk aan de op de douaneaangifte ten invoer vermelde hoeveelheid.

3. Het certificaat IMA 1 is geldig vanaf de datum van afgifte ervan tot de laatste dag van de jaarlijkse invoercontingentperiode.

4. Het invoercertificaat kan voor een of meer invoeraangiften worden gebruikt.

▼M23 —————

▼M26

Artikel 39

1. Voor de monitoring van de hoeveelheden Nieuw-Zeelandse boter wordt rekening gehouden met alle hoeveelheden waarvoor gedurende de betrokken contingentperiode aangiften voor het vrije verkeer zijn aanvaard.

2. Uiterlijk op 31 januari na afloop van een bepaald contingentjaar stellen de lidstaten de Commissie in kennis van de definitieve maandelijkse hoeveelheden en de totale aan dat contingentjaar toegerekende hoeveelheid producten waarvoor in dat voorafgaande contingentjaar aangiften voor het vrije verkeer in het kader van het in lid 1 bedoelde tariefcontingent zijn aanvaard.

3. De maandelijkse kennisgevingen gebeuren uiterlijk op de tiende van de maand na die waarin de aangiften voor het vrije verkeer zijn aanvaard..

▼B

Artikel 40

1. De voorschriften die moeten worden toegepast met betrekking tot het invullen van het certificaat IMA 1, de monitoring van het gewicht en het vetgehalte van de boter en de aan die monitoring te verbinden gevolgen zijn vastgesteld in bijlage IV.

▼M23 —————

▼B

2. De lidstaten delen de resultaten van de overeenkomstig bijlage IV uitgevoerde monitoring aan de Commissie mee met gebruikmaking van het in bijlage V vastgestelde standaardformulier, zulks voor elk kwartaal uiterlijk op de tiende van de daaropvolgende maand.

Artikel 41

1. Voor Nieuw-Zeelandse boter die op grond van deze afdeling in de Gemeenschap wordt ingevoerd, moet in alle handelsstadia op de verpakking ervan en op de desbetreffende factuur of facturen worden vermeld dat de oorsprong ervan Nieuw-Zeeland is.

2. In afwijking van lid 1 geldt dat, indien Nieuw-Zeelandse boter met communautaire boter wordt vermengd en het botermengsel voor rechtstreeks verbruik is bestemd en wordt aangeboden in verpakkingen van niet meer dan 500 gram, voor het botermengsel alleen op de betrokken factuur hoeft te worden vermeld dat de oorsprong van een deel van de boter Nieuw-Zeeland is.

3. In de in lid 1 en lid 2 bedoelde gevallen moet op de factuur ook de volgende vermelding voorkomen:

„Op grond van hoofdstuk III, afdeling 2, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie ingevoerde boter: komt niet in aanmerking voor de toekenning van steun voor boter als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 429/90 van de Commissie en evenmin voor de toekenning van steun voor boter als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 2571/97 van de Commissie en evenmin voor de toekenning van uitvoerrestituties overeenkomstig artikel 31, leden 10 en 11, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad behalve in de gevallen als bedoeld in lid 12 van dat artikel 31 en in artikel 7 bis van Verordening (EG) nr. 1222/94 van de Commissie”

.

Artikel 42

Het certificaat IMA 1 wordt overeenkomstig de bepalingen van deze afdeling en van artikel 40, lid 1, opgesteld volgens het model in bijlage X.



HOOFDSTUK IV

Controlebepalingen die gelden voor invoer met verlaagd recht

Artikel 43

1. De douanekantoren van de Gemeenschap waar de producten worden aangegeven voor toelating tot het vrije verkeer in de Gemeenschap, verrichten een verificatie van de documenten die worden ingediend ter staving van een aangifte voor het vrije verkeer waarin om een behandeling op basis van een verlaagd tarief wordt verzocht.

Zij verrichten bovendien fysieke controles op de producten op basis van de hierboven bedoelde documenten.

2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om een systeem op te zetten voor het zonder voorafgaande waarschuwing en aan de hand van een beoordeling op basis van een risicoanalyse uitvoeren van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde fysieke controles.

Tot het einde van 2003 moet het systeem er evenwel voor zorgen dat ten minste 3 % van de aangiften voor het vrije verkeer per lidstaat en per kalenderjaar fysiek wordt gecontroleerd.

De lidstaten kunnen ervoor kiezen om bij de berekening van het minimumaantal uit te voeren fysieke controles aangiften ten invoer voor hoeveelheden van niet meer dan 500 kg buiten beschouwing te laten.

Artikel 44

1. Verordening (EG) nr. 213/2001 van de Commissie (45) geldt ten aanzien van de referentiemethoden die moeten worden toegepast voor de analyse van de in deze verordening bedoelde producten om te bepalen of deze qua samenstelling in overeenstemming zijn met de aangifte voor het vrije verkeer.

2. Elk douanekantoor stelt over elke uitgevoerde fysieke controle een uitvoerig onderzoeksverslag op. Het onderzoeksverslag vermeldt de datum van het onderzoek en wordt gedurende ten minste drie kalenderjaren bewaard.

3. ►M16 Indien een fysieke controle is uitgevoerd, wordt in vak 32 van het invoercertificaat of in het berichtenvak bij een elektronisch certificaat één van de in bijlage XIX opgenomen vermeldingen aangebracht.

Binnen 20 werkdagen te rekenen vanaf de datum van uitvoering van de fysieke controle bepaalt de douane de resultaten van de eerste analyse. Binnen 10 werkdagen te rekenen vanaf de datum van vaststelling van de definitieve resultaten die erop duiden dat het product niet aan de aangifte beantwoordt, worden deze resultaten en, zo nodig, het invoercertificaat aan de bevoegde instantie van afgifte van invoercertificaten gezonden.

Onverminderd artikel 248 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie (46), wordt in het geval dat een fysieke controle op de samenstelling is uitgevoerd voordat het geviseerde invoercertificaat overeenkomstig artikel 33, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1291/2000 wordt overgelegd, de zekerheid vrijgegeven.

4. Elk geval waarin een product niet in overeenstemming is met de aangifte voor het vrije verkeer, wordt aan de Commissie gemeld binnen 10 werkdagen nadat die niet-overeenstemming door de douane is vastgesteld, waarbij wordt gespecificeerd om welke vorm van niet-overeenstemming het gaat en welk recht daarna is toegepast.

Artikel 45

1. Voor de monitoring van de hoeveelheden van de tariefcontingenten wordt rekening gehouden met alle hoeveelheden waarvoor gedurende de betrokken contingentperiode aangiften voor het vrije verkeer zijn aanvaard.

2. Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk op 15 maart volgende op elk contingentjaar dat eindigt op 31 december, en uiterlijk op 15 september volgende op elk contingentjaar dat eindigt op 30 juni, afzonderlijk voor elk contingent en elk land van oorsprong, behalve voor Nieuw-Zeelandse boter, in kennis van de definitieve totale hoeveelheid voor het contingentjaar waarvoor aangiften voor het vrije verkeer zijn aanvaard.



TITEL 3

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 46

De lidstaten nemen de nodige maatregelen om de goede werking van het bij deze verordening ingestelde certificatenstelsel te controleren.

Artikel 47

De in artikel 7 bedoelde erkenning is niet vereist voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2002.

Voor deze periode kunnen certificaataanvragen voor de in titel 2, hoofdstuk I, bedoelde contingenten uitsluitend worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager is gevestigd, en zijn deze slechts ontvankelijk indien de in artikel 8, lid 1, onder a), bedoelde gegevens bij de indiening van de aanvraag ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat worden overgelegd.

De invoercertificaten als bedoeld in titel 2, hoofdstuk I, die in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2002 worden afgegeven, mogen worden overgedragen zonder de beperkingen van artikel 16, lid 4.

Voor de periodes van 1 januari tot en met 30 juni 2002 en van 1 juli tot en met 31 december 2002 is het in artikel 8, lid 1, onder a), bedoelde referentiejaar het jaar 2001, of het jaar 2000 indien de betrokken marktdeelnemer kan aantonen dat hij in het jaar 2001 om uitzonderlijke redenen de aangegeven hoeveelheden zuivelproducten niet heeft kunnen invoeren of uitvoeren.

Artikel 48

De Verordeningen (EEG) nr. 2967/79, (EG) nr. 2508/97, (EG) nr. 1374/98 en (EG) nr. 2414/98 worden ingetrokken.

Zij blijven echter van toepassing voor certificaten afgegeven vóór 1 januari 2002.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 49

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing voor de invoercertificaten die worden aangevraagd op of na 1 januari 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




▼C1

BIJLAGE I

▼C7

I, deel A

NIET NAAR LAND VAN OORSPRONG GESPECIFICEERDE TARIEFCONTINGENTEN



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (2)

Land van oorsprong

Jaarlijks contingent

(in ton)

Halfjaarlijks contingent

(in ton)

Invoerrecht

(in EUR per 100 kg nettogewicht)

09.4590

0402 10 19

Mageremelkpoeder

Alle derde landen

68 537

34 268,5

47,50

09.4599

0405 10 11

0405 10 19

0405 10 30

Boter en andere van melk afkomstige vetstoffen

Alle derde landen

11 360

5 680

94,80

0405 10 50

0405 10 90

0405 90 10 (1)

0405 90 90 (1)

In boterequivalent

09.4591

ex040610 20

ex040610 80

Pizzakaas, bevroren, versneden in stukken die elk niet meer dan 1 g wegen, in bergingsmiddelen met een netto-inhoud van 5 kg of meer, met een watergehalte van 52 gewichtspercenten of meer en een op de droge stof berekend vetgehalte van 38 gewichtspercenten of meer

Alle derde landen

5 360

2 680

13,00

09.4592

ex040630 10

Emmentaler smeltkaas

Alle derde landen

18 438

9 219

71,90

0406 90 13

Emmentaler

85,80

09.4593

ex040630 10

Gruyère smeltkaas

Alle derde landen

5 413

2 706,5

71,90

0406 90 15

Gruyère en Sbrinz

85,80

09.4594

0406 90 01

Voor verwerking bestemde kaas (3)

Alle derde landen

20 007

10 003,5

83,50

09.4595

0406 90 21

Cheddar

Alle derde landen

15 005

7 502,5

21,00

09.4596

ex040610 20

Verse kaas (niet gerijpt en niet verduurzaamd), met inbegrip van weikaas en wrongel, andere dan pizzakaas van contingentnummer 09.4591

Alle derde landen

19 525

9 762,5

92,60

ex040610 80

106,40

0406 20 90

Andere kaas, geraspt of in poeder

94,10

0406 30 31

Andere smeltkaas

69,00

0406 30 39

71,90

0406 30 90

102,90

0406 40 10

0406 40 50

0406 40 90

Blauw-groen geaderde kaas en andere kaas die aders bevat die zijn verkregen door gebruik te maken van Penicillium roqueforti:

70,40

0406 90 17

Bergkäse en Appenzell

85,80

0406 90 18

Fromage Fribourgeois, Vacherin Mont d’Or en Tête de Moine

75,50

0406 90 23

Edam

0406 90 25

Tilsit

0406 90 27

Butterkäse

0406 90 29

Kashkaval

0406 90 32

Feta

0406 90 35

Kefalotyri

0406 90 37

Finlandia

0406 90 39

Jarlsberg

0406 90 50

Schapenkaas en kaas bereid uit buffelmelk

ex040690 63

Pecorino

94,10

0406 90 69

Andere

0406 90 73

Provolone

75,50

ex040690 75

Caciocavallo

ex040690 76

Danbo, Fontal, Fynbo, Havarti, Maribo en Samsø

0406 90 78

Gouda

ex040690 79

Esrom, Italico, Kernhem en Saint-Paulin

ex040690 81

Cheshire, Wensleydale, Lancashire, Double Gloucester, Blarney, Colby en Monterey

0406 90 82

Camembert

0406 90 84

Brie

0406 90 86

Van meer dan 47 doch niet meer dan 52 gewichtspercenten

0406 90 87

Van meer dan 52 doch niet meer dan 62 gewichtspercenten

0406 90 88

Van meer dan 62 doch niet meer dan 72 gewichtspercenten

0406 90 93

Van meer dan 72 gewichtspercenten

92,60

0406 90 99

Andere

106,40

(1)1 kg product = 1,22 kg boter.

(2)In afwijking van de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien de toepasselijkheid van de preferentiële regelingen in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code tezamen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

(3)De bedoelde kaas wordt geacht verwerkt te zijn wanneer hij is verwerkt tot producten van onderverdeling 0406 30 van de gecombineerde nomenclatuur. Het bepaalde in de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing.

▼M16 —————

▼M24 —————

▼M27 —————

▼M24 —————

▼M20

I, deel F

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE II VAN DE OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN MET ZWITSERLAND



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving

Douanerecht

Contingent van 1 juli t/m 30 juni

(in ton)

right accolade09.4155

ex04 01 30

Room met een vetgehalte van meer dan 6 gewichtspercenten

Vrijstelling

2 000

0403 10

Yoghurt

▼M13 —————

▼C7

I, deel H

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE I BIJ DE OVEREENKOMST MET HET KONINKRIJK NOORWEGEN



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Douanerecht

Contingent van 1 juli t/m 30 juni

hoeveelheden in ton

Jaarlijks

Halfjaarlijks

09.4179

0406 10

Verse kaas

Vrijstelling

4 000

2 000

ex040690 23

Noorse Edam

0406 90 39

Jarlsberg

ex040690 78

Noorse Gouda

0406 90 86

Andere kaas

0406 90 87

0406 90 88

(1)Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de tekst van de omschrijving als louter indicatief beschouwd, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN codes.

▼M19

I, deel I

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE II VAN DE BIJ BESLUIT 2007/138/EG GOEDGEKEURDE OVEREENKOMST MET IJSLAND

Contingent per jaar van 1 juli tot en met 30 juni



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Douanerecht

(% MFN)

Hoeveelheden (in t)

Jaarlijkse hoeveelheid

Vanaf 1.7 t/m 31.12.2007

Halfjaarlijkse hoeveelheid vanaf 1.1.2008

09.4205

0405 10 11

0405 10 19

Natuurlijke boter

Vrijstelling

350

262

175

09.4206

ex040610 20 (2)

„Skyr”

Vrijstelling

380

285

190

(1)Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

(2)In afwachting van de bevestiging van de productindeling dient de GN-code als niet-definitief te worden beschouwd.

▼M24

I, deel J

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE I BIJ VERORDENING (EG) Nr. 55/2008



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Land van oorsprong

Jaar van invoer

Contingent per jaar van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

(in productgewicht)

Invoerrecht

(in EUR/100 kg nettogewicht)

per jaar

per halfjaar

09.4210

0401 t/m 0406

Moldavië

0

Zuivel-producten

1 juli 2008 tot en met 31 december 2008

1 000

2009

1 000

500

2010 t/m 2012

1 500

750

(1)Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien de toepasselijkheid van de preferentiële regelingen in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

▼B




BIJLAGE II

▼M24 —————

▼C7

II, deel B

PREFERENTIËLE INVOERREGELINGEN — TURKIJE



Volgnummer

GN-code

Omschrijving

Land van oorsprong

Invoerrecht

(in EUR per 100 kg nettogewicht tenzij anders aangegeven)

1

0406 90 29

Kashkaval

Turkije

67,19

2

ex040690 32

Feta bereid uit schapen- of buffelmelk, in bergingsmiddelen die pekel bevatten of in zakken van schapen- of geitenvellen

Turkije

67,19

ex040690 50

Andere kaas bereid uit schapen- of buffelmelk, in bergingsmiddelen die pekel bevatten of in zakken van schapen- of geitenvellen

3

ex040690 86

ex040690 87

ex040690 88

Tulum peyniri, bereid uit schapen- of buffelmelk, in afzonderlijke plastic of andere verpakkingen met een inhoud van minder dan 10 kg

Turkije

67,19

▼B

II, deel C

PREFERENTIËLE INVOERREGELINGEN — ZUID-AFRIKA



Volgnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Land van oorsprong

Invoerrecht in % van het basisrecht

Jaar

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

14

0401

0403 10 11

0403 10 13

0403 10 19

0403 10 31

0403 10 33

0403 10 39

Republiek Zuid-Afrika

91

82

73

64

55

45

36

27

18

9

0

0402 91

0402 99

0403 90 51

0403 90 53

0403 90 59

0403 90 61

0403 90 63

0403 90 69

Republiek Zuid-Afrika

100

100

100

100

100

83

67

50

33

17

0

0404 10 48

0404 10 52

0404 10 54

0404 10 56

0404 10 58

0404 10 62

0404 10 72

0404 10 74

0404 10 76

0404 10 78

0404 10 82

0404 10 84

0406 10 20

0406 10 80

0406 20 90

0406 30

0406 40 90

0406 90 01

0406 90 21

0406 90 50

0406 90 69

0406 90 78

0406 90 86

0406 90 87

0406 90 88

0406 90 93

0406 90 99

right accoladevoor de ingevoerde hoeveelheden boven de in bijlage I, deel E, bedoelde contingenten

1702 11 00

1702 19 00

2106 90 51

2309 10 15

2309 10 19

2309 10 39

2309 10 59

2309 10 70

2309 90 35

2309 90 39

2309 90 49

2309 90 59

2309 90 70

(1)Overminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezuien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code tezamen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

▼M23

II, deel D

VERLAAGDE RECHTEN IN HET KADER VAN BIJLAGE 2 BIJ DE OVEREENKOMST INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN MET ZWITSERLAND



GN-code

Omschrijving

Douanerecht

(EUR/100 kg nettogewicht)

Vanaf 1 juni 2007

0402 29 11

ex040490 83

Melk voor zuigelingen (1), luchtdicht verpakt in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van niet meer dan 500 g en met een vetgehalte van meer dan 10 gewichtspercenten

43,80

(1)Onder „melk voor zuigelingen” wordt verstaan: producten die vrij zijn van ziekteverwekkende kiemen en die minder dan 10 000 levensvatbare aëroben en minder dan 2 colibacteriën per gram bevatten.

▼B




BIJLAGE ΙII

▼M23

IΙI, deel A

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE GATT/WTO-OVEREENKOMSTEN, GESPECIFICEERD NAAR LAND VAN OORSPRONG: NIEUW-ZEELANDSE BOTER



GN-code

Omschrijving

Land van oorsprong

Contingent per jaar van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

Halfjaarlijks maximumcontingent

(hoeveelheden in ton)

Contingent

Deel A

Contingentnummer

09.4195

Contingent

Deel B

Contingentnummer

09.4182

Invoerrecht

(in EUR per 100 kg nettogewicht)

Voorschriften voor het invullen van certificaten IMA 1

ex040510 11

ex040510 19

Boter, van ten minste zes weken oud, met een vetgehalte van niet minder dan 80 doch minder dan 85 gewichtspercenten, rechtstreeks uit melk of room bereid zonder gebruikmaking van opgeslagen materialen volgens één enkel volledig apart en ononderbroken procedé

Nieuw-Zeeland

74 693 t

Halfjaarlijks contingent vanaf januari 2008

37 346,5 t

20 540,5 t

16 806 t

70,00

Zie bijlage IV

ex040510 30

Boter, van ten minste zes weken oud, met een vetgehalte van niet minder dan 80 doch minder dan 85 gewichtspercenten, rechtstreeks uit melk of room bereid zonder gebruikmaking van opgeslagen materialen volgens één enkel volledig apart en ononderbroken procedé waarbij de room een fase van geconcentreerd melkvet en/of fractionering van dat melkvet kan doorlopen (de zogenaamde „Ammix”- en „Spreadable”-procedés)

▼M7 —————

▼M18

IΙI, deel B

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE GATT/WTO-OVEREENKOMSTEN, GESPECIFICEERD NAAR LAND VAN OORSPRONG: ANDERE



Contingentnummer

GN-code

Omschrijving

Land van oorsprong

Contingent per jaar van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

Invoerrecht

(in euro per 100 kg nettogewicht)

Voorschriften voor het invullen van certificaten IMA 1

09.4522

0406 90 01

Kaas voor verwerking (1)

Australië

500

17,06

Zie bijlage XI, punten C en D

09.4521

ex040690 21

Cheddar in hele vorm met standaardgewicht (in platte cilindrische vorm met een nettogewicht van 33 of meer doch niet meer dan 44 kg, of in de vorm van een kubus of blok met een nettogewicht van 10 kg of meer), met een vetgehalte van 50 of meer gewichtspercenten, berekend op de droge stof, en met een rijpingstijd van ten minste drie maanden

Australië

3 711

17,06

Zie bijlage XI, punt B

09.4513

ex040690 21

Cheddar van niet-gepasteuriseerde melk, met een vetgehalte van 50 of meer gewichtspercenten, berekend op de droge stof, met een rijpingstijd van ten minste negen maanden, en met een waarde franco grens (2) per 100 kg nettogewicht van niet minder dan:

334,20 EUR voor kazen in hele vorm met standaardgewicht

354,83 EUR voor kazen met een nettogewicht van niet minder dan 500 g

368,58 EUR voor kazen met een nettogewicht van minder dan 500 g

Canada

4 000

13,75

Zie bijlage XI, punt A

De uitdrukking „in hele vorm met standaardgewicht” is van toepassing op kazen:

in platte cilindrische vorm met een nettogewicht van 33 kg tot en met 44 kg,

blokken kaas in de vorm van een kubus of blok met een nettogewicht van 10 kg of meer.

09.4515

0406 90 01

Kaas voor verwerking (3)

Nieuw-Zeeland

4 000

17,06

Zie bijlage XI, punten C en D

09.4514

ex040690 21

Cheddar in hele vorm met standaardgewicht (in platte cilindrische vorm met een nettogewicht van 33 of meer doch niet meer dan 44 kg, of in de vorm van een kubus of blok met een nettogewicht van 10 kg of meer), met een vetgehalte van 50 of meer gewichtspercenten, berekend op de droge stof, en met een rijpingstijd van ten minste drie maanden

Nieuw-Zeeland

7 000

17,06

Zie bijlage XI, punt B

(1)De controle op het gebruik voor deze bijzondere bestemming wordt uitgeoefend door toepassing van de desbetreffende communautaire bepalingen. De bedoelde kaas wordt geacht verwerkt te zijn wanneer deze is verwerkt tot producten van onderverdeling 0406 30 van de gecombineerde nomenclatuur. Het bepaalde in de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing.

(2)Als „waarde franco grens” wordt beschouwd, de prijs franco grens van het land van uitvoer of de fob-prijs van het land van uitvoer, welke prijzen worden verhoogd met een bedrag dat overeenkomt met de kosten van vervoer en verzekering tot het douanegebied van de Gemeenschap.

(3)De controle op het gebruik voor deze bijzondere bestemming wordt uitgeoefend door toepassing van de desbetreffende communautaire bepalingen. De bedoelde kaas wordt geacht verwerkt te zijn wanneer deze is verwerkt tot producten van onderverdeling 0406 30 van de gecombineerde nomenclatuur. Het bepaalde in de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing.

▼M11 —————

▼B




BIJLAGE IV

image

►(5) M18

►(5) M18

►(5) M23

►(5) M23

►(5) M23

image

►(2) M23

►(2) M23

image

►(2) M23

►(2) M23

image

►(4) M23

►(4) M23

►(4) M23

►(4) M23

▼M23




BIJLAGE V

Toepassing van artikel 40, lid 2, van Verordening (EG) nr. …/…COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPENDG AGRI/D/1 — ZuivelproductenAard van het gegeven (Kolom 1)Nr. vak (Kolom 2)Gegeven (Kolom 3)Eenheid of formaatAlgemene informatieNaam van de boterfabrikant:1Identificatiecode van de partij:2Omvang van de partij:3kgDatum van de controle:4(dag/maand/jaar)Controle op het gewicht checkOmvang van de aselecte steekproef:5Aantal dozenGemiddeldeRekenkundig gemiddelde van het nettogewicht per doos (zoals vermeld in vak 9 van het certificaat IMA 1):6kgRekenkundig gemiddelde van het nettogewicht voor de dozen in de steekproef:7kgHet in de Europese Unie bepaalde rekenkundig gemiddelde van het nettogewicht geeft een significant verschil ten opzichte van de aangegeven waarde te zien:8N = Neen J = JaStandaardafwijkingStandaardafwijking van het nettogewicht per doos (zoals vermeld in vak 9 van het certificaat IMA 1):9kgStandaardafwijking van het nettogewicht voor de dozen in de steekproef:10kgDe in de Europese Unie bepaalde standaardafwijking van het nettogewicht geeft een significant verschil ten opzichte van de aangegeven waarde te zien:11N = Neen J = JaControle op het vetgehalteOmvang van de aselecte steekproef:12Aantal dozenGemiddeldeRekenkundig gemiddelde van het vetgehalte voor de dozen in de steekproef:14% vetHet in de Europese Unie bepaalde rekenkundig gemiddelde van het vetgehalte is hoger dan 84,4 %15N = Neen J = JaMoet aan de Commissie worden gezonden per e-mail (DGAGRI-D1-Milk@cec.eu.int) of per fax ((32-2) 295 33 10).

▼M17 —————

▼M12




BIJLAGE VII bis



1. Tariefcontingent in het kader van bijlage I bij de associatieovereenkomst met de Republiek Chili

Jaarlijkse hoeveelheden (in t)

(basis = kalenderjaar)

Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Recht (% van het MFN-recht)

van 1.2.2003

tot 31.12.2003

2004

Jaarlijkse toename vanaf 2005

09.1924

0406

Kaas en wrongel

Vrijstelling

1 375

1 500

75

▼M28



2. Tariefcontingent in het kader van bijlage VII bij Verordening (EG) nr. 747/2001 betreffende bepaalde landbouwproducten van oorsprong uit Israël

Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Recht

Jaarlijkse hoeveelheid (in ton)

(Basis = kalenderjaar)

09.1302

0404 10

Wei en gewijzigde wei

Vrijstelling

1 300

(1) Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code tezamen met de daarbijbehorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

▼M24



3. Tariefcontingenten in het kader van bijlage IV van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en Zuid-Afrika

Contingentnummer

GN-code

Omschrijving (1)

Land van oorsprong

Jaar van invoer

Contingent per jaar van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

Invoerrecht

(in EUR/100 kg nettogewicht)

09.1810

(vanaf 1 juli 2008)

0406 10

0406 20 90

0406 30

0406 40 90

0406 90 01

0406 90 21

0406 90 50

0406 90 69

0406 90 78

0406 90 86

0406 90 87

0406 90 88

0406 90 93

0406 90 99

Kaas

Zuid-Afrika

0

2008

7 000

2009

7 250

2010

onbeperkt

(1)Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen geacht slechts een indicatieve waarde te hebben, aangezien de toepasselijkheid van de preferentiële regelingen in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

▼M27



4. Tariefcontingent in het kader van bijlage 1 bij protocol nr. 1 bij Besluit nr. 1/98 van de Associatieraad EG-Turkije

Contingentnummer

GN-code

Omschrijving van de goederen (1)

Land van oorsprong

Contingent per jaar van 1 januari tot en met 31 december

Toepasselijk recht

(EUR/100 kg nettogewicht)

09.0243

0406 90 29

Kashkaval-kaas

Turkije

2 300

0

0406 90 50

Schapenkaas en kaas bereid uit buffelmelk, in recipiënten die pekel bevatten of in zakken van schapen- of geitenvellen

ex040690 86

ex040690 87

ex040690 88

Tulum Peyniri bereid uit schapen- of buffelmelk, in afzonderlijke plastic of andere verpakkingen met een inhoud van minder dan 10 kg

(1)Onverminderd de bepalingen voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, wordt de omschrijving van de goederen slechts als indicatief beschouwd, aangezien in het kader van deze bijlage de GN-codes het preferentiestelsel bepalen. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code samen met de daarbij behorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.

▼B




BIJLAGE VIII

OMSTANDIGHEDEN WAARONDER EEN CERTIFICAAT IMA 1 OF EEN DEEL DAARVAN KAN WORDEN GEANNULEERD, GEWIJZIGD, VERVANGEN OF GECORRIGEERD

1.Annulering van een certificaat IMA 1 wanneer wegens niet-inachtneming van de eisen inzake de samenstelling het volledige recht verschuldigd is en is betaald.

Wanneer voor een partij het volledige recht is betaald omdat niet is voldaan aan de eis inzake het maximale vetgehalte, kan het desbetreffende certificaat IMA 1 worden geannuleerd en kan de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling de betrokken hoeveelheden toevoegen aan die waarvoor in hetzelfde contingentjaar certificaten IMA 1 kunnen worden afgegeven. De douaneautoriteit houdt het corresponderende invoercertificaat in en zendt het aan de instantie van afgifte van invoercertificaten, die het overeenkomstig artikel 36 wijzigt om het om te zetten in een invoercertificaat voor invoer van de betrokken hoeveelheid tegen het volledige recht.

2.Product vernietigd of ongeschikt voor verkoop geworden.

De met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling kan een certificaat IMA 1 of een deel ervan annuleren voor een erdoor gedekte hoeveelheid die buiten de wil van de exporteur is vernietigd of ongeschikt voor verkoop is geworden. Indien een deel van de door een certificaat IMA 1 gedekte hoeveelheid is vernietigd of ongeschikt voor verkoop is geworden, kan voor de resterende hoeveelheid een vervangingscertificaat IMA 1 worden afgegeven. In het geval van de in bijlage III, deel A, bedoelde Nieuw-Zeelandse boter wordt daartoe de originele productidentificatielijst gebruikt. Het vervangingscertificaat is slechts tot en met dezelfde datum als het origineel geldig. In dit geval wordt in vak 17 van het vervangingscertificaat IMA 1 de vermelding „geldig tot en met 00.00.0000” aangebracht.

In het geval dat de totale door een certificaat IMA 1 gedekte hoeveelheid of een deel daarvan buiten de wil van de exporteur is vernietigd of ongeschikt voor verkoop is geworden, kan de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling de betrokken hoeveelheden toevoegen aan die waarvoor in hetzelfde contingentjaar certificaten IMA 1 kunnen worden afgegeven.

3.Wijziging van de lidstaat van bestemming

Indien de exporteur zich genoodzaakt ziet de in een certificaat IMA 1 vermelde lidstaat van bestemming te wijzigen voordat een corresponderend invoercertificaat is afgegeven, kan de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling het originele certificaat IMA 1 wijzigen. Een dergelijk gewijzigd origineel certificaat IMA 1 dat door de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling naar behoren is geviseerd en op passende wijze is geïdentificeerd, kan worden overgelegd aan de instantie van afgifte van invoercertificaten en aan de douaneautoriteiten.

4.Wanneer in een certificaat IMA 1 een administratieve of technische fout wordt ontdekt voordat een corresponderend invoercertificaat is afgegeven, kan de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling het originele certificaat IMA 1 corrigeren. Een dergelijk gecorrigeerd origineel certificaat IMA 1 kan worden overgelegd aan de instantie van afgifte van invoercertificaten en aan de douaneautoriteiten.

5.Wanneer een voor invoer in een bepaald jaar bestemd product door buitengewone oorzaken en buiten de wil van de exporteur niet langer beschikbaar is en er, gezien de termijn die normaliter met verzending vanuit het land van oorsprong is gemoeid, geen andere mogelijkheid om het contingent volledig te gebruiken is dan dat product te vervangen door een product dat oorspronkelijk voor invoer in het volgende jaar bestemd was, kan de met de afgifte van certificaten IMA 1 belaste instelling op de zesde werkdag nadat zij de Commissie naar behoren in kennis heeft gesteld van de bijzonderheden over het voor het betrokken jaar te annuleren certificaat IMA 1 of deel daarvan en over het te annuleren eerste voor het volgende jaar afgegeven certificaat IMA 1 of een deel daarvan, een nieuw certificaat IMA 1 afgeven voor de vervangende hoeveelheid.

Indien de Commissie van mening is dat de omstandigheden van het betrokken geval niet binnen de werkingssfeer van deze bepalingen vallen, kan zij binnen 5 werkdagen bezwaar maken onder vermelding van haar redenen daarvoor. Is de te vervangen hoeveelheid groter dan die welke wordt gedekt door het eerste voor het volgende jaar afgegeven certificaat IMA 1, dan kan de benodigde hoeveelheid worden verkregen door in de volgorde van afgifte, voorzover nodig, telkens een verder certificaat IMA 1 of een deel daarvan te annuleren.

Alle hoeveelheden waarvoor een certificaat IMA 1 of een deel daarvan voor het betrokken jaar is geannuleerd, worden toegevoegd aan de hoeveelheden waarvoor in dat contingentjaar een certificaat IMA 1 kan worden afgegeven.

Alle van het volgende contingentjaar overgebrachte hoeveelheden waarvoor één of meer certificaten IMA 1 zijn geannuleerd, worden weer toegevoegd aan de hoeveelheden waarvoor in dat contingentjaar certificaten IMA 1 kunnen worden afgegeven.




BIJLAGE IX

image




BIJLAGE X

image

►(3) M18

►(3) M23

►(3) M23




BIJLAGE XI

VOORSCHRIFTEN VOOR HET INVULLEN VAN CERTIFICATEN IMA 1

Behalve de vakken 1, 2, 4, 5, 9, 17 en 18 van het certificaat IMA 1 moeten ook worden ingevuld:

A)Met betrekking tot de in bijlage IIIA onder contingentnummer 09.4513 genoemde Cheddar van GN-code ex040690 21:

1.vak 3 door vermelding van de koper;

2.vak 6 door vermelding van de lidstaat van bestemming;

3.vak 7 door vermelding van, naar gelang van het geval

—Cheddar in hele vormen met standaardgewicht

—Cheddar in andere dan hele vormen met standaardgewicht, met een nettogewicht van 500 gram of meer

—Cheddar in andere dan hele vormen met standaardgewicht, met een nettogewicht van minder dan 500 gram;

4.vak 10 door vermelding van „uitsluitend niet-gepasteuriseerde inlandse koemelk”;

5.vak 11 door vermelding van „ten minste 50 gewichtspercenten”;

6.vak 14 door vermelding van „ten minste 9 maanden”;

7.vak 15 en vak 16 met vermelding van de periode waarvoor het contingent geldt.

B)Met betrekking tot de in bijlage III, deel A, onder de contingentnummers 09.4514 en 09.4521 genoemde cheddar van GN-code ex040690 21:

1.vak 7 door vermelding van „Cheddar in hele vormen met standaardgewicht”;

2.vak 10 door vermelding van „uitsluitend inlandse koemelk”;

3.vak 11 door vermelding van „ten minste 50 gewichtspercenten”;

4.vak 14 door vermelding van „ten minste 3 maanden”;

5.vak 16 met vermelding van de periode waarvoor het contingent geldt.

C)Met betrekking tot de in bijlage III, deel B, onder de contingentnummers 09.4515 en 09.4522 genoemde Cheddar, bestemd voor verwerking, van GN-code ex040690 01:

1.vak 7 door vermelding van „Cheddar in hele vormen met standaardgewicht”;

2.vak 10 door vermelding van „uitsluitend inlandse koemelk”;

3.vak 16 met vermelding van de periode waarvoor het contingent geldt.

D)Met betrekking tot de in bijlage III, deel B, onder de contingentnummers 09.4515 en 09.4522 genoemde Cheddar, bestemd voor verwerking, van GN-code ex040690 01:

1.vak 10 door vermelding van „uitsluitend inlandse koemelk”;

2.vak 16 met vermelding van de periode waarvoor het contingent geldt.

▼M11 —————

▼M7 —————

▼B




BIJLAGE XII

MET DE AFGIFTE BELASTE INSTELLINGEN



Derde landen

GN-code en omschrijving

Instantie van afgifte

Benaming

Plaats van vestiging

Australië

0406 90 01

0406 90 21

Cheddar en andere voor verwerking bestemde kaas

Australian Quarantine Inspection Service

PO Box 60World Trade CentreMelbourne VIC 3005AustraliaTelefoon: (61 3) 92 46 67 10Fax: (61 3) 92 46 68 00

Cheddar

Departement of Agriculture, Fisheries and Forestry

Canada

0406 90 21

Cheddar

Canadian Dairy Commission

Commission canadienne du lait

►M7

Building 55, NCC DrivewayCentral Experimental Farm960 Carling AvenueOttawa, Ontario K1A 0Z2Tel. 1 (613) 792-2000Fax 1 (613) 792-2009

▼M12 —————

▼M7 —————

▼M23

Nieuw-Zeeland

ex040510 11

ex040510 19

ex040510 30

ex040690 01

ex040690 21

Boter

Boter

Boter

Kaas voor verwerking

Cheddar

New Zealand Food Safety Authority

Telecom Towers, 86Jervois Quay,PO Box 2835WellingtonNew ZealandTel. (64-4) 894 2500Fax (64-4) 894 2501

▼M26 —————

▼M1




BIJLAGE XIV

image

▼M16




BIJLAGE XV

NATIONALE KWALITEITSKLASSE

—„beurre de laiterie; qualité extra; melkerijboter; extra kwaliteit”, wat Belgische boter betreft,

—„Екстра качество”, wat Bulgaarse boter betreft,

—„Ćeské stolni máslo”, wat Tsjechische boter betreft,

—„smør af første kvalitet”, wat Deense boter betreft,

—„Markenbutter”, wat Duitse boter betreft,

—„Ekstra kvaliteet”, wat Estse boter betreft,

—„προϊόν προερχόμενο αποκλειστικά από κρέμα γάλακτος που υπέστη επεξεργασία φυγοκεντρήσεως και παστεριώσεως”, wat Griekse boter betreft,

—„producto exclusivamente a partir de leche de vaca o de nata de leche pasteurizada”, wat Spaanse boter betreft,

—„pasteurisé A”, wat Franse boter betreft,

—„Irish creamery butter”, wat Ierse boter betreft,

—„prodotto esclusivamente con crema di latte sottoposta ad un trattamento di centrifugazione e pastorizzazione”, wat Italiaanse boter betreft,

—„Ekstrā klases sviests”, wat Letse boter betreft,

—„A klasės sviestas”, wat Litouwse boter betreft,

—„Marque Rose” of „Beurre de première qualité”, wat Luxemburgse boter betreft,

—„Márkázott vaj”, wat Hongaarse boter betreft,

—„Extra kwaliteit”, wat Nederlandse boter betreft,

—„Teebutter”, wat Oostenrijkse boter betreft,

—„masło ekstra; masło delikatesowe; masło wyborowe”, wat Poolse boter betreft,

—„produto exclusivamente a partir de leite ou de nata de leite de vaca pasteurizados”, wat Portugese boter betreft,

—„unt extra”, wat Roemeense boter betreft,

—„Surovo maslo I. vrste”, wat Sloveense boter betreft.

—„Slovenské výberové maslo”, wat Slowaakse boter betreft,

—„perinteinen meijerivoi/traditionellt mejerismör”, wat Finse boter betreft,

—„svensk smör”, wat Zweedse boter betreft,

—„Extra selected”, wat boter uit Groot-Brittannië betreft, en „premium”, wat boter uit Noord-Ierland betreft.




BIJLAGE XVI

In artikel 21, lid 1, onder d), bedoelde vermeldingen

Bulgaars: Регламент (ЕO) No 2535/2001, член 20,

Spaans: Reglamento (CE) no 2535/2001 artículo 20,

Tsjechisch: Článek 20 nařízení (ES) č. 2535/2001,

Deens: Forordning (EF) nr 2535/2001, artikel 20,

Duits: Verordnung (EG) Nr. 2535/2001, Artikel 20,

Ests: Määruse (EÜ) nr 2535/2001 artikkel 20,

Grieks: Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2535/2001, άρθρο 20,

Engels: Article 20 of Regulation (EC) No 2535/2001,

Frans: Règlement (CE) no 2535/2001, article 20,

Italiaans: Regolamento (CE) n. 2535/2001, articolo 20,

Lets: Regulas (EK) Nr. 2535/2001 20.pants,

Litouws: Reglamento (EB) Nr. 2535/2001 20 straipsnis,

Hongaars: 2535/2001/EK rendelet — 20. cikk,

Maltees: Artikolu 20 tar-Regolament (KE) Nru 2535/2001,

Nederlands: Verordening (EG) nr. 2535/2001, artikel 20.o,

Pools: Artykuł 20 Rozporządzenia (WE) nr 2535/2001,

Portugees: Regulamento (CE) no 2535/2001, artigo 20,

Roemeens: Regulamentul (CE) nr. 2535/2001, articolul 20,

Slowaaks: Clánok 20 nariadenia (ES) č. 2535/2001,

Sloveens: Člen 20 Uredbe (ES) št. 2535/2001,

Fins: Asetus (EY) N:o 2535/2001, artikla 20,

Zweeds: Förordning (EG) nr 2535/2001, artikel 20.




BIJLAGE XVII

In artikel 28, lid 1, onder d), bedoelde vermeldingen

Bulgaars: Валидно, ако е придружено от IMA 1 сертификат No …, издаден на …,

Spaans: Válido si va acompañado del certificado IMA 1 no … expedido el …,

Tsjechisch: [Tsjechische versie] Platné pouze při současném předložení osvědčení IMA 1 č. …. vydaného dne ….,

Deens: Kun gyldig ledsaget af IMA 1-certifikat nr. …, udstedt den …,

Duits: Nur gültig in Verbindung mit der Bescheinigung IMA 1 Nr. …, ausgestellt am …,

Ests: Kehtiv, kui on kaasas IMA 1 sertifikaat nr ……., välja antud …….,

Grieks: Έγκυρο μόνο εφόσον συvοδεύεται από το πιστοποιητικό IMA 1 αριθ. … που εξεδόθη στις …,

Engels: Valid if accompanied by the IMA 1 certificate No … issued on …,

Frans: Valable si accompagné du certificat IMA no …, délivré le …,

Italiaans: Valido se accompagnato dal certificato IMA 1 n. …, rilasciato il …,

Lets: Derīgs kopā ar IMA 1 sertifikātu Nr. …, kas izdots …,

Litouws: Galioja tik kartu su IMA 1 sertifikatu Nr. …, išduotu …,

Hongaars: Csak a … -án/én kiállított … számú IMA 1 bizonyítvánnyal együtt érvényes,

Maltees: Validu jekk akkumpanjat b’ċertifikat IMA 1 Nru …. maħruġ fl-….,

Nederlands: Geldig indien vergezeld van een certificaat IMA 1 nr. … dat is afgegeven op …,

Pools: Ważne razem z certyfikatem IMA 1 nr …. wydanym dnia…,

Portugees: Válido quando acompanhado do certificado IMA 1 com o número… emitido…

Roemeens: Valabil doar însoțit de certificatul IMA 1 nr. ….. eliberat la ……

Slowaaks: Platné v prípade, že je pripojené osvedčenie IMA 1 č. … vydané dňa…,

Sloveens: Veljavno, če ga spremlja potrdilo IMA 1 št. …., izdano dne….,

Fins: Voimassa vain … myönnetyn IMA 1-todistuksen N:o… kanssa,

Zweeds: Gäller endast tillsammans med IMA 1-intyg nr … utfärdat den …




BIJLAGE XVIII

In artikel 37, eerste alinea, bedoelde vermeldingen

Bulgaars: Сертификат за внос при намалено мито за продукта, съответстващ на нареждане No…, превърнат в сертификат за внос при пълно мито, за който ставката на приложимото мито от …/100 кг е била начислена и е платена; сертификатът вече е издаден,

Spaans: — Certificado de importación con tipo reducido para el producto con el número de orden… que se ha convertido en un certificado de importación con tipo pleno para el que se adeudaba, y se ha abonado, el tipo de derecho de…/100 kg; certificado ya anotado,

Tsjechisch: Změněno z dovozní licence se sníženým clem pro produkt pod pořadovým č. … na dovozní licenci s plným clem, na základě které bylo vyměřeno a uhrazeno clo v hodnotě …/100 kg; licence již byla započtena,

Deens: Ændret fra en importlicens med nedsat toldsats for et product under nr… til en importlicens med fuld toldsats, hvor den skyldige importtold på…/100 kg er betalt; licensen er allerede afskrevet,

Duits: Umwandlung einer Einfuhrlizenz zum ermäßigten Zollsatz für das Erzeugnis mit der lfd. Nr. … in eine Einfuhrlizenz zum vollen Zollsatz von …/100 kg, der entrichtet wurde; Lizenz abgeschrieben,

Ests: Ümber arvestatud vähendatud tollimaksuga impordilitsentsist, mis on välja antud tellimusele nr …… vastavale tootele, täieliku tollimaksuga impordilitsentsiks, mille puhul tuli maksta ja on makstud tollimaks …… 100 kilogrammi kohta; 100 kilogrammi kohta; litsents juba lisatud,

Grieks: Μετατροπή από πιστοποιητικό εισαγωγής με μειωμένο δασμό για προϊόν βάσει του αύξοντος αριθμού …σε πιστοποιητικό εισαγωγής με πλήρη δασμό για το οποίο το ποσοστό δασμού ποσού …/100 kg οφείλετο καιπληρώθηκε,

Engels: Converted from a reduced duty import licence for product under order No … to a full duty import licence on which the rate of duty of …/100 kg was due and has been paid; licence already attributed,

Frans: Certificat d'importation à droit réduit pour le produit correspondant au contingent …, converti en un certificat d'importation à taux plein, pour lequel le taux du droit applicable de …/100 kg a été acquitté; certificat déjà imputé,

Italiaans: — Conversione da un titolo d'importazione a dazio ridotto per il prodotto corrispondente al contingente… ad un titolo d'importazione a dazio pieno, per il quale è stata pagata l'aliquota di…/100 kg; titolo già imputato,

Lets: Pāreja no samazināta nodokļa importa licences par produktu ar kārtas nr. … uz pilna apjoma nodokļa importa licenci ar nodokļu likmi …/100 kg, kas ir samaksāta; licence jau izdota

Litouws: Licencija, pagal kurią taikomas sumažintas importo muitas, išduota produktui, kurio užsakymo Nr. …, pakeista į licenciją, pagal kurią taikomas visas importo muitas, kurio norma yra …/100 kg, muitas sumokėtas; licencija jau priskirta

Hongaars: ……kontingensszámú termék csökkentett vám hatálya alá tartozó importengedélye teljes vám hatálya alá tartozó importengedéllyé átalakítva, melyen a …..…/100 kg vámtétel kiszabva és leróva, az engedély már kiadva,

Maltees: Konvertit minn liċenzja tad-dazju fuq importazzjoni mnaqqsa għall-prodott li jaqa' taħt in-Nru … għal dazju sħiħ fuq importazzjoni bir-rata tad-dazju ta’ …/100 kg kien dovut u ġie imħallas; liċenzja diġà attribwita,

Nederlands: Invoercertificaat met verlaagd recht voor onder volgnummer … vallend product, omgezet in een invoercertificaat met volledig recht waarvoor het recht van…/100 kg verschuldigd was en is betaald; hoeveelheid reeds op het certificaat afgeschreven,

Pools: Pozwolenie na przywóz produktu nr … po obniżonej stawce należności celnych zmienione na pozwolenie na przywóz po pełnej stawce należności celnych, która to stawka wynosi …/100kg i została uiszczona; pozwolenie zostało już przyznane,

Portugees: Obtido por conversão de um certificado de importação com direito reduzido para o produto com o número de ordem… num certificado de importação com direito pleno, relativamente ao qual a taxa de direito aplicável de…/100 kg foi paga; certificado já imputado,

Roemeens: Licență de import cu taxe vamale reduse pentru produsul din contingentul ….. transformată în licență de import cu taxe vamale întregi, pentru care taxa vamală aplicabilă de …./100 kg a fost achitată; licență atribuită deja,

Slowaaks: Osvedčenie na znížené dovozné clo na tovar č. …zmenené na osvedčenie na riadne dovozné clo, ktorého sadzba za…/100 kg bola zaplatená; osvedčenie udelené,

Sloveens: Spremenjeno iz uvoznega dovoljenja z znižanimi dajatvami za proizvod iz naročila št. … v uvozno dovoljenje s polnimi dajatvami, v katerem je stopnja dajatev v višini …/100 kg zapadla in bila plačana; dovoljenje že podeljeno,

Fins: Muutettu etuuskohteluun oikeuttavasta kiintiötuontitodistuksesta vakiotuontitodistutseksi tavaralle, joka kuuluu järjestysnumeroon… ja josta on kannettu tariffin mukainen tulli…/100 kg; vähennysmerkinnät tehty,

Zweeds: Omvandlad från importlicens med sänkt tull för product med löpnummer… till importlicens med hel tullavgift för vilken gällande tullsats…/100 kg har betalats. Redan avskriven licens.




BIJLAGE XIX

In artikel 44, lid 3, bedoelde vermeldingen

Bulgaars: Извършена физическа проверка [Регламент (ЕО) No 2535/2001],

Spaans: Se ha realizado el control material [Reglamento (CE) no 2535/2001],

Tsjechisch: Fyzická kontrola provedena [nařízení (ES) č. 2535/2001],

Deens: Fysisk kontrol [forordning (EF) nr. 2535/2001],

Duits: Warenkontrolle durchgeführt [Verordnung (EG) Nr 2535/2001],

Ests: Füüsiline kontroll tehtud [määrus (EÜ) nr 2535/2001],

Grieks: Πραγματοποιήθηκε φυσικός έλεγχος [Κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 2535/2001],

Engels: Physical check carried out [Regulation (EC) No 2535/2001],

Frans: Contrôle physique effectué [règlement (CE) no 2535/2001],

Italiaans: Controllo fisico effettuato [regolamento (CE) n. 2535/2001],

Lets: Fiziska pārbaude veikta [Regula (EK) Nr. 2535/2001],

Litouws: Fizinis patikrinimas atliktas [Reglamentas (EB) Nr. 2535/2001],

Hongaars: Fizikai ellenőrzés elvégezve [2535/2001/EK rendelet],

Maltees: Iċċekjar fiżiku mwettaq [Regolament (KE) Nru 2535/2001],

Nederlands: Fysieke controle uitgevoerd (Verordening (EG) nr. 2535/2001),

Pools: Przeprowadzono kontrolę fizyczną [Rozporządzenie (WE) nr 2535/2001],

Portugees: Controlo físico em conformidade com [Regulamento (CE) no 2535/2001],

Roemeens: Control fizic efectuat [Regulamentul (CE) nr. 2535/2001],

Slowaaks: Fyzická kontrola vykonaná [Nariadenie (ES) č. 2535/2001],

Sloveens: Fizični pregled opravljen [Uredba (ES) št. 2535/2001],

Fins: Fyysinen tarkastus suoritettu [asetus (EY) N:o 2535/2001],

Zweeds: Fysisk kontroll utförd [förordning (EG) nr 2535/2001].

▼M22




BIJLAGE XX

In artikel 16, lid 3, bedoelde vermeldingen:

Bulgaars

:

валидно от [дата на първия ден от подпериода] до [дата на последния ден от подпериода]

Spaans

:

válido desde el [fecha del primer día del subperíodo] hasta el [fecha del último día del subperíodo]

Tsjechisch

:

platné od [první den podobdobí] do [poslední den podobdobí]

Deens

:

gyldig fra [datoen for den første dag i delperioden] til [datoen for den sidste dag i delperioden]

Duits

:

gültig vom [Datum des ersten Tages des Teilzeitraums] bis [Datum des letzten Tages des Teilzeitraums]

Ests

:

kehtiv alates [alaperioodi alguskuupäev] kuni [alaperioodi lõpukuupäev]

Grieks

:

ισχύει από [ημερομηνία της πρώτης ημέρας της υποπεριόδου] έως [ημερομηνία της τελευταίας ημέρας της υποπεριόδου]

Engels

:

valid from [date of the first day of the subperiod] to [date of the last day of the subperiod]

Frans

:

valable du [date du premier jour de la sous-période] au [date du dernier jour de la sous-période]

Italiaans

:

valido dal [data del primo giorno del sottoperiodo] al [data dell’ultimo giorno del sottoperiodo]

Lets

:

spēkā no [apakšperioda pirmās dienas datums] līdz [apakšperioda pēdējās dienas datums]

Litouws

:

galioja nuo [pirmoji laikotarpio diena] iki [paskutinė laikotarpio diena]

Hongaars

:

érvényes [az alidőszak első napja]-tól/től [az alidőszak utolsó napja]-ig

Maltees

:

Validu mid-[data ta’ l-ewwel jum tas-subperjodu] sad-[data ta’ l-aħħar jum tas-subperjodu]

Nederlands

:

geldig van [begindatum van de deelperiode] tot en met [einddatum van de deelperiode]

Pools

:

ważne od [data – pierwszy dzień podokresu] do [data – ostatni dzień podokresu]

Portugees

:

eficaz de [data do primeiro dia do subperíodo] até [data do último dia do subperíodo]

Roemeens

:

valabilă de la [data primei zile a subperioadei] până la [data ultimei zile a subperioadei]

Slowaaks

:

platná od [dátum prvého dňa čiastkového obdobia] do [dátum posledného dňa čiastkového obdobia]

Sloveens

:

velja od [datum prvega dne podobdobja] do [datum zadnjega dne podobdobja]

Fins

:

voimassa [osajakson ensimmäinen päivä]–[osajakson viimeinen päivä]

Zweeds

:

gäller från och med [delperiodens första dag] till och med [delperiodens sista dag].



(1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48.

(2) PB L 193 van 29.7.2000, blz. 10.

(3) PB L 185 van 30.6.1998, blz. 21.

(4) PB L 88 van 28.3.2001, blz. 7.

(5) PB L 336 van 29.12.1979, blz. 23.

(6) PB L 151 van 1.7.1995, blz. 10.

(7) PB L 345 van 16.12.1997, blz. 31.

(8) PB L 332 van 28.12.2000, blz. 49.

(9) PB L 299 van 10.11.1998, blz. 7.

(10) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(11) PB L 308 van 27.11.2001, blz. 19.

(12) PB L 257 van 13.10.1969, blz. 3.

(13) PB L 327 van 30.12.1995, blz. 17.

(14) PB L 86 van 20.3.1998, blz. 1.

(15) PB L 215 van 1.8.1998, blz. 12.

(16) PB L 311 van 4.12.1999, blz. 1.

(17) PB L 155 van 28.6.2000, blz. 1.

(18) PB L 308 van 8.12.2000, blz. 7.

(19) PB L 198 van 4.8.2000, blz. 6.

(20) PB L 262 van 17.10.2000, blz. 1.

(21) PB L 271 van 24.10.2000, blz. 7.

(22) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 1.

(23) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 9.

(24) PB L 280 van 4.11.2000, blz. 17.

(25) PB L 286 van 11.11.2000, blz. 15.

(26) PB L 321 van 19.12.2000, blz. 8.

(27) PB L 332 van 28.12.2000, blz. 7.

(28) PB L 133 van 21.5.1973, blz. 1.

(29) PB L 393 van 31.12.1987, blz. 1.

(30) PB L 114 van 26.4.2008, blz. 3.

(31) PB L 238 van 1.9.2006, blz. 13.

(32) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.

(33) PB L 156 van 25.6.2003, blz. 48.

(34) PB L 61 van 28.2.2007, blz. 28.

(35) PB L 20 van 24.1.2008, blz. 1.

(36) PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.

(37) PB L 46 van 20.2.2003, blz. 1.

(38) PB L 109 van 19.4.2001, blz. 2.

(39) PB L 311 van 4.12.1999, blz. 1.

(40) PB L 86 van 20.3.1998, blz. 1.

(41) PB L 311 van 4.12.1999, blz. 298.

(42) PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189.

(43) PB L 51 van 21.2.2001, blz. 40.

(44) Zie bladzijde 46 van dit Publicatieblad.

(45) PB L 37 van 7.2.2001, blz. 1.

(46) PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.

(47) Onverminderd de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur wordt de omschrijving van de goederen slechts geacht een indicatieve waarde te hebben, aangezien de preferentiële regeling in het kader van deze bijlage wordt bepaald door de draagwijdte van de GN-codes. Wanneer ex GN-codes zijn vermeld, is de GN-code tezamen met de daarbijbehorende omschrijving bepalend voor de toepassing van de preferentiële regeling.