Home

Beschikking van de Commissie van 11 december 2003 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels (Apis mellifera & Bombus spp.) uit bepaalde derde landen en tot intrekking van Beschikking 2000/462/EG (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4623) (Voor de EER relevante tekst) (2003/881/EG)

Beschikking van de Commissie van 11 december 2003 betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels (Apis mellifera & Bombus spp.) uit bepaalde derde landen en tot intrekking van Beschikking 2000/462/EG (kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4623) (Voor de EER relevante tekst) (2003/881/EG)

2003D0881 — NL — 07.02.2005 — 001.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 11 december 2003

betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels (Apis mellifera & Bombus spp.) uit bepaalde derde landen en tot intrekking van Beschikking 2000/462/EG

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4623)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/881/EG)

(PB L 328, 17.12.2003, p.26)

Gewijzigd bij:

Publicatieblad

No

page

date

►M1

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 20 januari 2005

L 25

64

28.1.2005




▼B

BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 11 december 2003

betreffende de veterinairrechtelijke voorschriften en de certificeringsvoorwaarden voor de invoer van bijen en hommels (Apis mellifera & Bombus spp.) uit bepaalde derde landen en tot intrekking van Beschikking 2000/462/EG

(kennisgeving geschied onder nummer C(2003) 4623)

(Voor de EER relevante tekst)

(2003/881/EG)



DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (1), en met name op de artikel 17, lid 2, onder b), artikel 18, lid 1, eerste streepje, en artikel 19, onder b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Beschikking 2000/462/EG van de Commissie van 12 juli 2000 betreffende de gezondheidscertificering bij invoer van bijen/bijenkasten, koninginnen met voedsterbijen uit derde landen (2) noemt de voorwaarden voor de gezondheidscertificering voor deze invoer uit derde landen, zoals voorgeschreven in Richtlijn 92/65/EEG.

(2)

De kleine bijenkastkever (Aethina tumida) is een exotische kever die schadelijk is voor bijen; de kever heeft zich vanuit Afrika naar een aantal andere derde landen verbreid en stelt de bijenteelt daar voor ernstige problemen. Een doelmatige en veilige behandeling tegen deze kever is momenteel niet beschikbaar. Invoer van de kleine bijenkastkever is gevaarlijk voor het voortbestaan van de bijenteelt in de Gemeenschap, en, omdat er dan ook geen bestuiving meer plaatsvindt, ook voor de landbouw en het milieu.

(3)

De kleine bijenkastkever is nog niet opgenomen in de lijst van ziekten van het Office Internationale des Epizooties (OIE), zodat onbekend is in welke mate er in derde landen sprake is van een plaag.

(4)

De Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.) is een exotische mijt die schadelijk is voor bijen; deze mijt breidt zich uit in verschillende derde landen en stelt de bijenteelt daar voor ernstige problemen. Invoer van deze mijt kan ook ernstige gevolgen hebben voor het voortbestaan van de bijenteelt in de Gemeenschap.

(5)

Bij Verordening (EG) nr. 1398/2003 zijn de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt opgenomen in de in Richtlijn 92/65/EEG opgenomen lijst, zodat kennisgeving van hun aanwezigheid in de Gemeenschap verplicht is. Momenteel zijn er nog geen meldingen dat ze in de Gemeenschap zijn aangetroffen.

(6)

Niet alleen moet er een aangifteplicht komen voor de aanwezigheid van dit ongedierte in de Gemeenschap, maar ter bescherming van de positie van de Gemeenschap op het gebied van een gezonde bijenteelt is het voorts noodzakelijk aanvullende voorschriften voor de invoer van bijen en hommels uit bepaalde derde landen vast te stellen, teneinde het gevaar te beperken dat de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt ook in de Gemeenschap worden ingevoerd.

(7)

Alleen koninginnen van bijen en hommels met een klein aantal voedsters in aparte koninginnenkasten kunnen gemakkelijk op besmetting met de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt worden gecontroleerd; daarom moet de invoer van bijen in beginsel tot dergelijke zendingen worden beperkt.

(8)

Er is evenwel geen bewijs dat de Tropilaelapsmijt hommelvolken (Bombus spp.) kan besmetten. Daarenboven is voor de kleine bijenkastkever enkel onder experimentele omstandigheden aangetoond dat deze hommelvolken kan besmetten, terwijl er geen gedocumenteerd bewijs is dat deze kever hommelvolken in hun natuurlijke omgeving kan besmetten. Verder worden kleine hommelvolken die onder gecontroleerde milieuomstandigheden worden gefokt en gehouden, met name ten behoeve van de tuinbouw in de handel gebracht, terwijl ook de invoer van hommelkoninginnen uit de natuur voor fokdoeleinden nodig kan blijven. Met het oog hierop moet de invoer van hommels (Bombus spp.) ook voor kleine zendingen dieren die uitsluitend onder gecontroleerde milieuomstandigheden in erkende bedrijven zijn gefokt en gehouden en waarvan kan worden gegarandeerd dat zij vrij zijn van de kleine bijenkastkever, mogelijk blijven.

(9)

In verband met de duidelijkheid van de communautaire wetgeving en om te zorgen voor een verdergaande harmonisatie van de communautaire diergezondheidsvoorschriften bij invoer moet Beschikking 2000/462/EG daarom worden ingetrokken en worden vervangen door de onderhavige beschikking, waarbij alleen nog vergunning wordt gegeven voor de invoer van koninginnen van bijen (Apis mollifera) en hommels (Bombus spp.) met een klein aantal voedsters, en voor kleine hommelvolken (Bombus spp.) die in erkende instellingen onder gecontroleerde milieuomstandigheden zijn gefokt.

(10)

Richtlijn 96/93/EEG van de Raad van 17 december 1996 inzake de certificering van dieren en dierlijke producten (3) bevat voorschriften voor een geldige certificering, die fraude moeten voorkomen. Het is raadzaam erop toe te zien dat de door de certificerende ambtenaren van derde landen toegepaste regels en beginselen garanties bieden die ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke in deze beschikking zijn neergelegd. Daarom mogen alleen bijen en hommels in de Gemeenschap worden ingevoerd die afkomstig zijn uit landen die zijn opgenomen in deel I van de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad (4).

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:



▼M1

Artikel 1

1. De lidstaten geven vergunning voor de invoer van bijen (Apis mellifera) en hommels (Bombus spp.) overeenkomstig Richtlijn 92/65/EEG, mits aan de volgende eisen is voldaan:

—zij zijn afkomstig uit derde landen of delen daarvan, die zijn opgenomen in de lijst in deel 1 van bijlage III;

—zij worden vergezeld van een gezondheidscertificaat dat in overeenstemming is met het model in bijlage I, en voldoen aan de in dat model genoemde garanties;

—de zendingen bevatten per koninginnenkast één koningin met maximaal 20 voedsters.

2. Lidstaten staan de invoer van de in lid 1 bedoelde bijen (Apis mellifera) en hommels (Bombus spp.) uit een derde land alleen toe als voor de ziekten/parasieten Amerikaans vuilbroed, kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.) een aangifteplicht bestaat op het volledige grondgebied van dat derde land.

Bij wijze van uitzondering wordt de invoer van bijen uit een in deel 2 van bijlage III opgenomen geografisch en epidemiologisch geïsoleerd deel van een derde land toegelaten. Wanneer een dergelijke uitzondering wordt toegestaan, wordt de invoer van bijen uit alle andere delen van dat derde land die niet in deel 2 van bijlage III opgenomen zijn, automatisch uitgesloten.

3. Op de aangegeven bestemming, waar de kasten onder officieel toezicht worden geplaatst, worden de koninginnen overgebracht naar nieuwe kasten voordat zij in contact met plaatselijke volken worden gebracht.

4. De kasten, de voedsters en het andere materiaal dat uit het derde land van oorsprong met de koninginnen was meegestuurd, worden voor onderzoek op de aanwezigheid van de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt naar een laboratorium gestuurd. Na dit onderzoek wordt al het materiaal vernietigd.

▼B

Artikel 2

In afwijking van artikel 1, lid 1, tweede en derde streepje, geven de lidstaten ook vergunning voor de invoer van zendingen hommels (Bombus spp.) die per bergingsmiddel een enkel volk met maximaal 200 volwassen hommels bevatten en vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat dat in overeenstemming is met het model in bijlage II en voldoen aan de in dat model genoemde garanties. In dat geval is het, in afwijking van artikel 1, leden 2 en 3, voldoende dat het bergingsmiddel en al het materiaal dat uit het derde land van oorsprong met de hommels was meegestuurd gedurende of onmiddellijk na afloop van de levensduur van het volk wordt vernietigd.

Artikel 3

Beschikking 2000/462/EG wordt ingetrokken.

Artikel 4

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 27 december 2003.

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

▼M1




BIJLAGE I

Model van het gezondheidscertificaat voor koninginnen van bijen (Apis mellifera) en hommels (Bombus spp.), alsmede hun voedsters, bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap

Opmerking voor de importeur: Dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de inspectiepost aan de grens.

MODEL VAN HET GEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR KONINGINNEN VAN BIJEN (Apis mellifera) EN HOMMELS (Bombus spp.), ALSMEDE HUN VOEDSTERS, BESTEMD VOOR VERZENDING NAAR DE EUROPESE GEMEENSCHAP1. Derde land van herkomst en bevoegde autoriteit.2.1. Gezondheidscertificaat nr.ORIGINEEL (1)2.2. CITES-certificaat nr.(indien van toepassing)A. HERKOMST VAN DE KONINGINNEN (MET VOEDSTERS) (Apis mellifera en Bombus spp.)3. Naam en adres van de bijenstal van herkomst4. Naam en adres van de afzender5. Plaats van lading6. Vervoermiddel (2)B. BESTEMMING VAN DE KONINGINNEN (MET VOEDSTERS) (Apis mellifera en Bombus spp.)7. Lidstaat van bestemming8. Naam en adres van de bijenstal van bestemming9. Naam en adres van de geadresseerdeC. IDENTITEIT VAN DE KONINGINNEN (MET VOEDSTERS) (Apis mellifera en Bombus spp.)10. Aantal bijen/hommels (één koningin per kast met maximaal 20 voedsters per koningin)11. Soort12. Identificatie van de partij (3)10.1.10.2.10.3.10.4.10.5. (4)

D. GEZONDHEIDSVERKLARING13. Ondergetekende verklaart dat:13.1. Amerikaans vuilbroed, de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) en de Tropilaelapsmijt (Tropilaelaps spp.) in (naam van het volledige grondgebied van een land van uitvoer opgenomen in deel 1 van bijlage III, of van een in deel 2 van bijlage III bij Beschikking 2003/881/EG opgenomen regio van uitvoer van een derde land) zijn ziekten/parasieten waarvoor een aangifteplicht bestaat;13.2. bovenbedoelde koninginnen van bijen en hommels, met hun voedsters:a) afkomstig zijn uit een bijenstal waarop toezicht wordt uitgeoefend door de bevoegde autoriteit;b) afkomstig zijn uit een gebied waar geen beperkingen gelden in verband met het voorkomen van Amerikaans vuilbroed en waar ten minste 30 dagen voor afgifte van dit certificaat ook geen vuilbroed is voorgekomen. Waar voordien een uitbraak van vuilbroed is voorgekomen, zijn binnen 30 dagen na het laatste geregistreerde geval alle kasten binnen een straal van 3 km door de bevoegde autoriteit gecontroleerd en zijn alle besmette kasten verbrand, dan wel behandeld en in orde bevonden door de genoemde bevoegde autoriteit;c) afkomstig zijn uit bijenkasten of hommelvolken waarvan monsters van de raat in de loop van de laatste 30 dagen overeenkomstig het OIE-handboek van diagnostische normen zijn getest op Amerikaans vuilbroed, met negatieve resultaten;d) afkomstig zijn uit een gebied met een straal van ten minste 100 km, waar geen beperkingen gelden in verband met het voorkomen van de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) of van Tropilaelaps spp. en waar deze plagen niet voorkomen;e) afkomstig zijn uit bijenkasten of hommelvolken die onmiddellijk vóór de verzending zijn geïnspecteerd en geen klinische tekenen vertonen of aanleiding geven tot vermoedens van een bijen- of hommelziekte of -plaag;f) grondig zijn onderzocht om zich ervan te vergewissen dat alle bijen of hommels en de verpakking vrij zijn van de kleine bijenkastkever (Aethina tumida) of van eieren en larven van die kever, en ook van andere bijen- en hommelplagen, waaronder met name Tropilaelaps spp.;13.3. het verpakkingsmateriaal, de kasten met de koninginnen, de meegestuurde producten en het voedsel nieuw zijn en niet in contact zijn geweest met aangetaste bijen, hommels of broedramen en alle voorzorgen zijn getroffen om besmetting met veroorzakers van ziekten of plagen bij bijen of hommels te voorkomen.E. GELDIGHEID14. Dit certificaat is tien dagen geldig.15. Datum en plaats16. Naam en hoedanigheid van de ondertekenaar (erkende dierenarts/erkende ambtenaar)17. Handtekening van de erkende dierenarts/erkende ambtenaar en stempel (5)(1) Het origineel moet gedurende ten minste drie jaar worden bewaard.(2) Het registratienummer van het voertuig of de container en, indien van toepassing, het zegelnummer.(3) Zegelnummer van de bijenkast.(4) Indien nodig extra regels toevoegen.(5) De kleur van de handtekening en het stempel moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

▼B




BIJLAGE II

image

image

▼M1




BIJLAGE III



Deel 1:

Lijst van derde landen die in beginsel voldoen aan de veterinairrechtelijke basisvoorschriften en daarom koninginnen van bijen en hommels naar de Europese Gemeenschap mogen uitvoeren:

— landen opgenomen in deel 1 van bijlage II bij Besluit 79/542/EEG van de Raad (PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15) (zoals laatstelijk gewijzigd).

Deel 2:

Regio’s van een derde land, die geografisch en epidemiologisch geïsoleerd zijn voor Amerikaans vuilbroed, de kleine bijenkastkever en de Tropilaelapsmijt en waar voor deze ziekten/parasieten een aangifteplicht bestaat en die daarom koninginnen van bijen en hommels naar de Europese Gemeenschap mogen uitvoeren:

— de staat Hawaï (VS).



(1) PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1398/2003 van de Commissie (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 3).

(2) PB L 183 van 12.7.2000, blz. 18.

(3) PB L 13 van 16.1.1997, blz. 28.

(4) PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15.