Doel van deze verordening is een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) op te stellen teneinde het verzamelen, opmaken en verspreiden van geharmoniseerde statistieken voor de regio's in de Gemeenschap mogelijk te maken.
Verordening (EG) n r. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)
Verordening (EG) n r. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285,
Gezien het voorstel van de Commissie(1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(2),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's(3),
Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag(4),
Overwegende hetgeen volgt:
Gebruikers van statistieken vragen steeds meer om harmonisatie, teneinde in de gehele Europese Unie over vergelijkbare gegevens te kunnen beschikken. De interne markt kan alleen functioneren als voor het verzamelen, toezenden en bekendmaken van nationale en communautaire statistieken statistische normen gelden, zodat alle deelnemers aan de interne markt over vergelijkbare statistische gegevens kunnen beschikken. Classificaties zijn een belangrijk hulpmiddel voor het verzamelen, opmaken en verspreiden van vergelijkbare statistieken.
Statistieken voor de regio's vormen een essentieel onderdeel van het Europees statistisch systeem. Zij worden voor talrijke doeleinden gebruikt. Jarenlang werden Europese statistieken voor de regio's verzameld, opgemaakt en verspreid op basis van een gemeenschappelijke classificatie van regio's, de zogenoemde „nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek” (NUTS). Nu is het zaak die classificatie in een wettelijk kader op te nemen en duidelijke regels vast te stellen voor toekomstige wijzigingen. De NUTS-nomenclatuur belet niet dat er andere onderverdelingen en classificaties bestaan.
Waar mogelijk moet derhalve voor alle naar territoriale eenheid ingedeelde statistieken van de lidstaten die aan de Commissie worden toegezonden, gebruik worden gemaakt van de NUTS-nomenclatuur.
Voor analyse en verspreiding dient de Commissie voor alle naar territoriale eenheid ingedeelde statistieken waar mogelijk de NUTS-nomenclatuur te gebruiken.
Voor statistieken voor de regio's zijn, afhankelijk van het doel van de statistieken op nationaal en Europees vlak, verschillende niveaus nodig. De Europese NUTS-nomenclatuur voor de regio's moet derhalve in ten minste drie hiërarchische niveaus worden onderverdeeld. Lidstaten mogen meer NUTS-onderverdelingen hanteren, wanneer zij dat nodig achten.
Om de NUTS-nomenclatuur goed te kunnen beheren, zijn gegevens nodig over de huidige territoriale samenstelling van regio's van NUTS-niveau 3; die informatie moet dan ook op gezette tijden aan de Commissie worden toegezonden.
Er zijn objectieve criteria voor het afbakenen van regio's nodig, zodat de statistieken voor de regio's op een onpartijdige manier kunnen worden opgemaakt en gebruikt.
Gebruikers van statistieken voor de regio's hebben behoefte aan een stabiele nomenclatuur. De NUTS-nomenclatuur mag dan ook niet te vaak worden gewijzigd. Met deze verordening worden de regels stabieler.
Voor vergelijkbare statistieken voor de regio's zijn regio's van een vergelijkbare bevolkingsomvang nodig. Hiertoe moet de NUTS-nomenclatuur zo gewijzigd worden dat de regionale structuur qua bevolkingsomvang homogener wordt.
Er moet ook rekening worden gehouden met de politieke, bestuurlijke en institutionele situatie. Niet-bestuurlijke eenheden moeten gebaseerd zijn op economische, sociale, historische, culturele, geografische of ecologische omstandigheden.
Er moet verwezen worden naar de definitie van het begrip „bevolking” waarop de nomenclatuur gebaseerd is.
De NUTS-nomenclatuur is beperkt tot het economische grondgebied van de lidstaten en dekt het gebied waarop het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, niet volledig. Het gebruik ervan voor communautaire doeleinden dient dan ook per geval te worden bezien. Het economische grondgebied van elk land als bedoeld in Beschikking 91/450/EEG van de Commissie(5) omvat ook een extraregionaal gebied, dat bestaat uit delen van het economische grondgebied die niet bij een bepaalde regio kunnen worden ondergebracht (het nationale luchtruim, de territoriale wateren en het continentale plat, territoriale enclaves, met name ambassades, consulaten en militaire bases en de in de internationale wateren buiten het continentale plat gelegen aardolie- en aardgasvelden die door ingezeten eenheden worden geëxploiteerd). De NUTS-nomenclatuur moet ook bruikbaar zijn voor statistieken voor dit extraregionale gebied.
Voor wijzigingen in de NUTS-nomenclatuur is nauw overleg met de lidstaten vereist.
Aangezien de doelstellingen van het overwogen optreden, namelijk de harmonisatie van de statistieken voor de regio's, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap maatregelen vaststellen overeenkomstig het beginsel van subsidiariteit als bedoeld in artikel 5 van het Verdrag. Overeenkomstig het beginsel van evenredigheid als bedoeld in genoemd artikel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen noodzakelijk is om deze doelstellingen te bereiken.
De bij deze verordening vastgestelde NUTS-nomenclatuur komt in de plaats van de „nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)” die tot dusver door het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek werd opgesteld. Alle verwijzingen naar de „nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)” in communautaire rechtsinstrumenten moeten voortaan derhalve beschouwd worden als verwijzingen naar de bij deze verordening vastgestelde NUTS-nomenclatuur.
Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek(6) vormt het referentiekader voor de bepalingen van deze verordening.
De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden(7).
Het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad(8) opgerichte Comité statistisch programma, is overeenkomstig artikel 3 van bovengenoemd besluit geraadpleegd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Onderwerp
De in bijlage I vastgestelde NUTS-nomenclatuur komt in de plaats van de „nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS)” die door het Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen in samenwerking met de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten is opgesteld.
Artikel 2 Structuur
De NUTS-nomenclatuur verdeelt het economische grondgebied van de lidstaten, als omschreven in Beschikking 91/450/EEG, in territoriale eenheden. Zij kent aan elke territoriale eenheid een specifieke code en naam toe.
De NUTS-nomenclatuur is hiërarchisch. Zij verdeelt elke lidstaat in territoriale eenheden van NUTS-niveau 1, die elk onderverdeeld worden in territoriale eenheden van NUTS-niveau 2, die op hun beurt worden onderverdeeld in territoriale eenheden van NUTS-niveau 3.
Een bepaalde territoriale eenheid kan echter onder verscheidene NUTS-niveaus worden ingedeeld.
Op hetzelfde NUTS-niveau mogen twee verschillende territoriale eenheden in dezelfde lidstaat niet met dezelfde naam worden aangeduid. Indien twee territoriale eenheden in verschillende lidstaten dezelfde naam hebben, wordt de landencode aan de naam van de territoriale eenheid toegevoegd.
Elke lidstaat kan besluiten meer hiërarchische niveaus in te voeren, ter onderverdeling van NUTS-niveau 3. Uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad, na raadpleging van de lidstaten, een mededeling voor waarin wordt nagegaan of het wenselijk is om voor heel Europa voorschriften voor meer gedetailleerde niveaus in de NUTS-nomenclatuur vast te stellen.
Artikel 3 Classificatiecriteria
In de lidstaten bestaande bestuurlijke eenheden vormen het eerste criterium voor de definitie van territoriale eenheden.
Een „bestuurlijke eenheid” wordt gedefinieerd als een geografisch gebied met een bestuursorgaan dat bevoegd is om voor dat gebied bestuurlijke of beleidsbeslissingen te nemen binnen het juridische en institutionele kader van de lidstaat.
Om te bepalen op welk NUTS-niveau een bepaalde groep bestuurlijke eenheden in een lidstaat moet worden ingedeeld, moet het gemiddelde bevolkingsaantal van deze groep bestuurlijke eenheden binnen de volgende marges liggen:
Niveau |
Minimum |
Maximum |
---|---|---|
NUTS 1 |
3 000 000 |
7 000 000 |
NUTS 2 |
800 000 |
3 000 000 |
NUTS 3 |
150 000 |
800 000 |
Indien de bevolking van een hele lidstaat voor een bepaald NUTS-niveau onder de minimumdrempel ligt, wordt de hele lidstaat voor dit niveau als één NUTS-territoriale eenheid beschouwd.
Voor de toepassing van deze verordening bestaat de bevolking van een territoriale eenheid uit de personen die hun gebruikelijke verblijfplaats in dit gebied hebben.
De bestaande bestuurlijke eenheden die voor de NUTS-nomenclatuur worden gebruikt, zijn vastgesteld in bijlage II. De maatregelen tot wijziging van bijlage II, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Indien in een lidstaat voor een bepaald NUTS-niveau geen bestuurlijke eenheden van passende omvang bestaan, overeenkomstig de in lid 2 bepaalde criteria, wordt dit NUTS-niveau gevormd door samenvoeging van een passend aantal bestaande kleinere aansluitende bestuurlijke eenheden. Hierbij wordt rekening gehouden met relevante criteria als geografische, sociaal-economische, historische, culturele of ecologische omstandigheden.
De aldus ontstane eenheden worden hierna „niet-bestuurlijke eenheden” genoemd. De omvang van de niet-bestuurlijke eenheden in een lidstaat voor een bepaald NUTS-niveau stemt overeen met de in lid 2 genoemde bevolkingsaantallen.
Voor sommige niet-bestuurlijke eenheden kan evenwel van deze cijfers worden afgeweken wegens bijzondere geografische, sociaaleconomische, historische, culturele of ecologische omstandigheden, in het bijzonder op eilanden en in ultraperifere gebieden. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen door haar aan te vullen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
Artikel 4 Samenstelling van NUTS
Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening maakt de Commissie de samenstelling van alle territoriale eenheden van NUTS-niveau 3 bekend, met opgave van de in bijlage III vermelde kleinere bestuurlijke eenheden, die door de lidstaten zijn meegedeeld.
De maatregelen tot wijziging van bijlage III, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 7, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.
In de eerste zes maanden van elk jaar delen de lidstaten aan de Commissie alle wijzigingen in de samenstelling voor het afgelopen jaar mee die de grenzen van het NUTS-niveau 3 kunnen beïnvloeden, met inachtneming van het door de Commissie gevraagde elektronische gegevensformaat.