Deze verordening legt een reeks gemeenschappelijke technische voorschriften en administratieve procedures vast ter waarborging van de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen, inclusief alle eventuele te monteren componenten, die zijn geregistreerd:
-
in een lidstaat, of
-
in een derde land en worden gebruikt door een exploitant voor wie het Agentschap of een lidstaat de uitoefening van bedrijfstoezicht garandeert.