De invoer in de Gemeenschap van melk en producten op basis van melk is slechts toegestaan indien de melk en de producten op basis van melk voldoen aan de artikelen 2, 3 en 5.
Beschikking van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor het binnenbrengen in de Gemeenschap van warmtebehandelde melk, producten op basis van melk en rauwe melk, bestemd voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1691) (Voor de EER relevante tekst) (2004/438/EG)
Beschikking van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor het binnenbrengen in de Gemeenschap van warmtebehandelde melk, producten op basis van melk en rauwe melk, bestemd voor menselijke consumptie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1691) (Voor de EER relevante tekst) (2004/438/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk(1), en met name op artikel 23, lid 2, onder b), en lid 3, onder a), c) en d),
Gelet op Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong(2), en met name op artikel 8, leden 1 en 4, en artikel 9, lid 4, onder a) en c),
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Richtlijn 92/46/EEG zijn gezondheidsvoorschriften vastgesteld voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk, onder andere in geval van invoer.
Bij Richtlijn 2002/99/EG zijn veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong.
Bij Beschikking 95/340/EG van de Commissie(3) is een voorlopige lijst vastgesteld van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk toestaan .
Bij Beschikking 95/342/EG van de Commissie(4) is vastgesteld welke behandelingen moeten worden toegepast op voor menselijke consumptie bestemde melk en producten op basis van melk uit derde landen of delen van derde landen die een risico vormen in verband met mond- en klauwzeer . De bepalingen van deze beschikking moeten worden aangepast om rekening te houden met de behandeling tegen het mond-en klauwzeervirus als bedoeld in Richtlijn 2003/85/EG van de Raad(5) tot vaststelling van communautaire maatregelen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer .
Bij Beschikking 95/343/EG van de Commissie zijn veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificaten vastgesteld voor de invoer uit derde landen, met het oog op menselijke consumptie, van warmtebehandelde melk, producten op basis van melk en rauwe melk(6).
Duidelijkheids- en redelijkheidshalve moeten de Beschikkingen 95/340/EG, 95/342/EG en 95/343/EG worden ingetrokken en vervangen door deze beschikking.
Er moet echter worden bepaald dat het in Beschikking 95/343/EG vastgestelde formaat voor de certificaten gedurende een overgangsperiode mag blijven worden gebruikt.
Bij Richtlijn 97/78/EG van de Raad(7) zijn de beginselen vastgesteld voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht; artikel 11 van die richtlijn bevat al enkele bepalingen betreffende doorvoer, zoals het gebruik van Animo-berichten en van het gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst.
Met het oog op de diergezondheidssituatie in de Gemeenschap moet er echter ook voor worden gezorgd dat zendingen melk die door de Gemeenschap worden doorgevoerd, voldoen aan de veterinairrechtelijke invoervoorschriften die gelden voor landen waaruit de invoer is toegestaan.
Beschikking 79/542/EEG van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, alsmede tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften, gezondheidsvoorschriften en voorschriften inzake de veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van levende dieren en vers vlees daarvan(8) is onlangs uitgebreid met algemene voorschriften voor doorvoer en een afwijking voor doorvoer van en naar Rusland, waarbij de daarvoor aangewezen grensinspectieposten zijn vermeld.
Uit de ervaring is gebleken dat het, om te garanderen dat daadwerkelijk wordt voldaan aan de veterinairrechtelijke voorschriften op basis waarvan de betrokken producten veilig in de Gemeenschap kunnen worden binnengebracht, niet voldoende is dat de originele veterinaire documenten die in het derde land van uitvoer zijn opgesteld ter naleving van de regelgeving van het derde land van bestemming, in de grensinspectiepost worden overgelegd, zoals door artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG wordt voorgeschreven; daarom moet er een specifiek model van een diergezondheidscertificaat worden vastgesteld dat voor doorvoer van de betrokken producten kan worden gebruikt.
Verder moet de toepassing van de voorwaarde van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG dat doorvoer alleen toegestaan is als de partij komt uit een derde land waarvan de producten de Gemeenschap mogen binnenkomen, worden verduidelijkt door te verwijzen naar de lijst van derde landen in de bijlage bij deze beschikking.
Er moeten echter speciale voorwaarden komen voor de doorvoer van zendingen door de Gemeenschap van en naar Rusland, in verband met de geografische ligging van Kaliningrad en de klimatologische omstandigheden waardoor een aantal havens gedurende een deel van het jaar niet gebruikt kunnen worden.
Bij Beschikking 2001/881/EG van de Commissie(9) is een lijst vastgesteld van grensinspectieposten die zijn erkend voor de veterinaire controles van dieren en dierlijke producten uit derde landen ; er moet nu worden vastgesteld welke grensinspectieposten met inachtneming van deze beschikking voor de controle van de bedoelde doorvoer zijn aangewezen.
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De doorvoer en de opslag van melk en producten op basis van melk zijn slechts toegestaan indien de melk en de producten op basis van melk voldoen aan de artikelen 4 en 5.
Artikel 2
De lidstaten staan de invoer toe van rauwe melk en producten op basis van rauwe melk uit derde landen die zijn opgenomen in kolom A van de lijst in bijlage I.
De lidstaten staan de invoer toe van melk en producten op basis van melk die de volgende behandeling hebben ondergaan:
-
één warmtebehandeling waarvan het verhittingseffect ten minste gelijk is aan dat van een behandeling van het type pasteurisatie bij een temperatuur van ten minste 72 °C gedurende ten minste 15 seconden
en
-
die volstaat om een negatieve reactie op de fosfatasetest te veroorzaken,
uit derde landen die zijn opgenomen in kolom B van de lijst in bijlage I en waar er geen risico van mond- en- klauwzeer is.
De lidstaten staan de invoer toe van melk en producten op basis van melk die de volgende behandeling hebben ondergaan:
hetzij
-
sterilisatie met een F0-waarde van ten minste 3,
-
ultrahogetemperatuur (UHT)-behandeling bij 132 °C gedurende ten minste één seconde,
-
tweevoudige kortstondige pasteurisatie bij hoge temperatuur bij 72 °C gedurende ten minste 15 seconden, of een equivalente pasteurisatiebehandeling die volstaat om een negatieve reactie op de fosfatasetest te veroorzaken (High Temperature Short Time – HTST) van melk met een pH gelijk aan of groter dan 7,0,
-
HTST-behandeling van melk met een pH van minder dan 7,0,
-
HTST-behandeling, gecombineerd met een andere fysieke behandeling, namelijk:
-
hetzij verlaging van de pH tot minder dan 6 gedurende ten minste een uur,
-
hetzij extra verhitting tot ten minste 72 °C, gecombineerd met een droogprocédé,
-
uit derde landen die zijn opgenomen in kolom C van de lijst in bijlage I en waar er geen risico van mond- en klauwzeer is. De melkproducten moeten hetzij één van de bovenstaande behandelingen ondergaan, hetzij zijn bereid met melk die één van de bovenstaande behandelingen heeft ondergaan.
Artikel 3
Zendingen melk en producten op basis van melk van herkomst uit derde landen die overeenkomstig artikel 2 zijn toegestaan, gaan vergezeld van een gezondheidscertificaat overeenkomstig het desbetreffende model in deel 2 van bijlage II bij deze beschikking en voldoen aan de in dat veterinair certificaat vastgestelde eisen:
-
model „Milk-RM” voor rauwe melk van herkomst uit derde landen, bestemd voor levering aan een centraal melkdepot, een centrum voor standaardisering, een melkbehandelingsinrichting of een melkverwerkingsinrichting,
-
model „Milk-RMP” voor producten op basis van rauwe melk,
-
model „Milk-HTB” voor warmtebehandelde melk, warmtebehandelde producten op basis van melk en producten op basis van melk die zijn vervaardigd met warmtebehandelde melk, van herkomst uit derde landen of delen van derde landen waar er geen risico van mond- en klauwzeer is,
-
model „Milk-HTC” voor warmtebehandelde melk, warmtebehandelde producten op basis van melk en producten op basis van melk die zijn vervaardigd met warmtebehandelde melk, van herkomst uit derde landen of delen van derde landen waar er een risico van mond- en klauwzeer is; dit model mag echter worden gebruikt door landen waaruit de invoer van dergelijke producten al is toegestaan (waar er geen risico van mond- en klauwzeer is).
De gezondheidscertificaten worden ingevuld overeenkomstig de opmerkingen in deel 1 van bijlage II.
Artikel 4
Zendingen melk en producten op basis van melk die op het grondgebied van de Gemeenschap worden binnengebracht en bestemd zijn om onmiddellijk of na opslag overeenkomstig artikel 12, lid 4, of artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG naar een derde land te worden doorgevoerd en niet om in de Gemeenschap te worden ingevoerd, voldoen aan de volgende eisen:
-
de zendingen zijn afkomstig van het grondgebied van een derde land of deel daarvan dat is opgenomen in bijlage I bij deze beschikking en de producten zijn overeenkomstig artikel 2 behandeld;
-
zij voldoen aan de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften van deel 9 van het desbetreffende model van diergezondheidscertificaat overeenkomstig deel 2 van bijlage II bij deze beschikking;
-
zij gaan vergezeld van een diergezondheidscertificaat overeenkomstig het model in deel 3 van bijlage II bij deze beschikking, dat door een officiële dierenarts van de bevoegde veterinaire dienst van het betrokken derde land is ondertekend;
-
de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst verklaard dat de zendingen kunnen worden doorgevoerd of opgeslagen, al naar gelang van het geval.
-
In afwijking van lid 1 en artikel 5 staan de lidstaten toe dat zendingen die afkomstig zijn uit en bestemd zijn voor Rusland, rechtstreeks of via een ander derde land, over de weg of per spoor door de Gemeenschap worden doorgevoerd tussen de daartoe aangewezen communautaire grensinspectieposten die zijn vermeld in de bijlage bij Beschikking 2001/881/EG, onder de volgende voorwaarden:
-
de zending is in de grensinspectiepost van binnenkomst in de Gemeenschap door de veterinaire dienst van de bevoegde autoriteit verzegeld met een zegel dat van een volgnummer is voorzien;
-
de documenten die de zending vergezellen, zoals bedoeld in artikel 7 van Richtlijn 97/78/EG, worden op elke bladzijde door de officiële dierenarts van de bevoegde autoriteit waaronder de grensinspectiepost valt, voorzien van het stempel „ALLEEN VOOR DOORVOER DOOR DE EG NAAR RUSLAND”;
-
aan de procedurevoorschriften van artikel 11 van Richtlijn 97/78/EG is voldaan;
-
de officiële dierenarts van de grensinspectiepost van binnenkomst heeft op het Gemeenschappelijk veterinair document van binnenkomst verklaard dat de zending mag worden doorgevoerd.
-
-
Het lossen of opslaan van dergelijke zendingen op het grondgebied van de Gemeenschap overeenkomstig artikel 12, lid 4, respectievelijk artikel 13 van Richtlijn 97/78/EG is niet toegestaan.
-
De bevoegde autoriteit verricht op gezette tijden audits om na te gaan of de aantallen zendingen en hoeveelheden producten die het grondgebied van de Gemeenschap binnengekomen zijn en verlaten hebben, met elkaar in overeenstemming zijn.