Een landbouwbedrijf in de zin van artikel 2, lid 2, van Richtlijn 93/23/EEG is een technisch-economische eenheid die onder één beheer is geplaatst en landbouwproducten voortbrengt.
Beschikking van de Commissie van 26 oktober 2004 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Richtlijn 93/23/EEG van de Raad, wat de statistische enquêtes naar de varkensstapel en naar de productie van varkens betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4090) (Voor de EER relevante tekst) (2004/760/EG)
Beschikking van de Commissie van 26 oktober 2004 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Richtlijn 93/23/EEG van de Raad, wat de statistische enquêtes naar de varkensstapel en naar de productie van varkens betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4090) (Voor de EER relevante tekst) (2004/760/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 93/23/EEG van de Raad van 1 juni 1993 betreffende de statistische enquêtes op het gebied van de varkensproductie(1), en met name op artikel 1, lid 3, artikel 2, lid 2, artikel 3, lid 2, artikel 6, leden 1 en 2, artikel 8, lid 1, en artikel 10, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
Beschikking 94/432/EG van de Commissie van 30 mei 1994 houdende toepassingsbepalingen van Richtlijn 93/23/EEG van de Raad wat de statistische enquêtes naar de varkensstapel en naar de productie van varkens betreft(2) is herhaaldelijk gewijzigd.
Voor de uitvoering van de in Richtlijn 93/23/EEG bedoelde enquêtes is het noodzakelijk over nauwkeurige definities te beschikken. Te dien einde moet worden vastgesteld welke landbouwbedrijven tot het waarnemingsgebied van de enquête behoren. Ook moeten de regio's en de grootteklassen van de varkensstapel worden vastgesteld waarvoor de lidstaten met regelmatige tussenpozen enquêteresultaten moeten uitwerken. Voor de slachtstatistiek is een uniforme definitie van het slachtgewicht nodig.
Ingevolge Richtlijn 93/23/EEG kunnen de lidstaten op verzoek worden gemachtigd de enquêtes van april en augustus of van mei/juni alleen in bepaalde regio's te houden, met dien verstande dat deze enquêtes betrekking dienen te hebben op ten minste 70 % van de nationale varkensstapel. Lidstaten waarvan de varkensstapel slechts een gering percentage van de totale varkensstapel in de Gemeenschap uitmaakt, kunnen worden gemachtigd de enquêtes éénmaal per jaar, in april, mei/juni of november/december, te houden, dan wel een regionale indeling te maken van de definitieve resultaten van de enquête van april of mei/juni. Ten slotte kunnen de lidstaten op verzoek worden gemachtigd de voorgeschreven indeling naar grootteklasse van de varkensstapel te maken van de enquêteresultaten voor een vaste maand van het jaar.
De lidstaten hebben aanvragen ingediend voor verschillende afwijkingsmogelijkheden.
Na de toetreding van Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië zijn enkele technische aanpassingen nodig en moeten sommige afwijkingen worden uitgebreid tot deze nieuwe lidstaten.
In Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad(3) wordt voor de lidstaten een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) vastgesteld; daarom moeten de indertijd vastgestelde regionale niveaus worden vervangen door deze nieuwe nomenclatuur.
Bijgevolg moet Beschikking 94/432/EG worden ingetrokken.
Deze beschikking is in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de landbouwstatistiek,
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De in artikel 1, lid 1, van Richtlijn 93/23/EEG bedoelde enquête heeft betrekking op:
-
landbouwbedrijven waarvan de oppervlakte cultuurgrond ten minste één hectare bedraagt;
-
landbouwbedrijven met een oppervlakte cultuurgrond van minder dan één hectare, indien zij in een zekere omvang voor de verkoop produceren of indien de productie-eenheid bepaalde fysieke drempels overschrijdt.
Lidstaten die voor hun enquêtes een andere drempel wensen toe te passen, stellen deze zodanig vast dat alleen de kleinste bedrijven, die samen niet meer dan 1 % aan het brutostandaardsaldo, in de zin van Beschikking 85/377/EEG van de Commissie(4), van de lidstaat bijdragen, van de enquête worden uitgesloten.
Artikel 2
Voor de in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 93/23/EEG bedoelde territoriale indeling baseren de lidstaten zich op het in bijlage I vastgestelde niveau van de gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS). Zij hoeven geen resultaten op te stellen voor regio's waar de omvang van de varkensstapel minder dan 1 % van die van de nationale varkensstapel bedraagt.
Artikel 3
De in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 93/23/EEG bedoelde grootteklassen van de varkensstapel zijn in bijlage II bij deze beschikking vastgelegd.
Artikel 4
Het in artikel 10, lid 1, van Richtlijn 93/23/EEG bedoelde slachtgewicht is het koudgewicht van het gehele of overlangs in twee helften gesneden lichaam van een geslacht varken na het uitbloeden en het ontdoen van de ingewanden en na verwijdering van de tong, de borstel, de nagels, de geslachtsorganen, de nieren, het buik- en niervet en het middenrif.