Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel
Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel
02004F0757 — NL — 09.06.2021 — 004.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
KADERBESLUIT 2004/757/JBZ VAN DE RAAD van 25 oktober 2004 (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 8) |
Gewijzigd bij:
Publicatieblad | ||||
nr. | blz. | datum | ||
RICHTLIJN (EU) 2017/2103 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 november 2017 | L 305 | 12 | 21.11.2017 | |
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2019/369 VAN DE COMMISSIE van 13 december 2018 | L 66 | 3 | 7.3.2019 | |
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/1687 VAN DE COMMISSIE van 2 september | L 379 | 55 | 13.11.2020 | |
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2021/802 VAN DE COMMISSIE van 12 maart 2021 | L 178 | 1 | 20.5.2021 |
KADERBESLUIT 2004/757/JBZ VAN DE RAAD
van 25 oktober 2004
betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van dit kaderbesluit wordt verstaan onder:
„drug”:
een stof die valt onder het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972, of het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971;
alle in de lijst in de bijlage opgenomen stoffen;
„precursoren”: elke stof die is geregistreerd in de communautaire wetgeving welke uitvoering geeft aan de verplichtingen op grond van artikel 12 van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen van 20 december 1988;
„rechtspersoon”: lichaam dat deze hoedanigheid krachtens het toepasselijke nationale recht bezit, met uitzondering van staten en andere overheidslichamen bij de uitoefening van hun openbare macht, en met uitzondering van publiekrechtelijke internationale organisaties;
„nieuwe psychoactieve stof”: een stof in zuivere vorm of in een preparaat, die noch onder het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties van 1961 inzake verdovende middelen zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972 valt, noch onder het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971, maar gezondheids- of sociale risico's met zich kan meebrengen die gelijkaardig zijn aan deze die de stoffen die onder die verdragen vallen, met zich kunnen meebrengen;
„preparaat”: een bereiding die een of meer nieuwe psychoactieve stoffen bevat.
Artikel 1 bis
Procedure voor het opnemen van nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van „drug”
Daarnaast neemt de Commissie in aanmerking of de door de nieuwe psychoactieve stof veroorzaakte sociale schade aan natuurlijke personen en de samenleving ernstig is, en met name of de invloed van de nieuwe psychoactieve stof op het maatschappelijk functioneren en de openbare orde van dien aard is dat hij de openbare orde ontwricht, of tot gewelddadig of antisociaal gedrag leidt, waardoor de gebruiker, derden of eigendommen schade wordt toegebracht, dan wel of de criminele activiteiten, waaronder georganiseerde criminaliteit, in verband met de nieuwe psychoactieve stof systematisch zijn, aanzienlijke illegale winsten impliceren of aanzienlijke economische kosten met zich meebrengen.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar dit kaderbesluit verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
Artikel 1 ter
Nationale controlemaatregelen
Onverminderd de op grond van dit kaderbesluit aan de lidstaten opgelegde verplichtingen, kunnen de lidstaten op hun grondgebied alle door hen passend geachte nationale controlemaatregelen in verband met nieuwe psychoactieve stoffen handhaven of invoeren.
Artikel 2
Strafbare feiten op het gebied van de illegale handel in drugs en precursoren
Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen opdat de volgende opzettelijke gedragingen bestraft worden wanneer daarvoor geen rechtvaardigingsgrond aanwezig is:
het produceren, vervaardigen, extraheren, bereiden, aanbieden, te koop stellen, distribueren, verkopen, afleveren, ongeacht de voorwaarden, verhandelen, doorvoeren, vervoeren, in- of uitvoeren van drugs;
het kweken van papavers, cocaplanten of cannabisplanten;
het in bezit hebben of aankopen van drugs met het oog op een van de onder a) genoemde activiteiten;
het vervaardigen, vervoeren of distribueren van precursoren in de wetenschap dat ze zullen worden gebruikt voor het illegaal produceren of vervaardigen van drugs.
Artikel 3
Uitlokking, medeplichtigheid en poging
Artikel 4
Sancties
Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 2 bedoelde feiten worden strafbaar gesteld met een maximumstraf van ten minste 1 tot 3 jaar gevangenis.
Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in artikel 2, lid 1, onder a), b) en c), bedoelde feiten worden strafbaar gesteld met een maximumstraf van ten minste 5 tot 10 jaar gevangenisstraf, in elk van de volgende gevallen:
het strafbare feit betreft grote hoeveelheden drugs;
het strafbare feit betreft drugs die voor de gezondheid het schadelijkst zijn, of heeft aanzienlijke schade toegebracht aan de gezondheid van verscheidene personen.
De woorden „confiscatie”, „hulpmiddelen”, „voorwerpen” en „opbrengsten” worden gebruikt in de zin van artikel 1 van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven.
Artikel 5
Bijzondere omstandigheden
Onverminderd artikel 4 kan iedere lidstaat de nodige maatregelen nemen om in de in artikel 4 bedoelde gevallen strafvermindering mogelijk te maken indien de dader:
afziet van verdere criminele activiteiten op het gebied van de handel in drugs en precursoren en
de administratieve of justitiële autoriteiten informatie verstrekt die zij niet anderszins hadden kunnen krijgen, en hen helpt om:
de gevolgen van het strafbare feit te voorkomen of te verminderen,
de andere daders aan te wijzen of hen voor het gerecht te brengen,
bewijs te vergaren of
te voorkomen dat nieuwe strafbare feiten als bedoeld in de artikelen 2 en 3 worden gepleegd.
Artikel 6
Aansprakelijkheid van rechtspersonen
Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, wanneer deze feiten te hunnen voordele zijn gepleegd door personen die hetzij individueel, hetzij als lid van een orgaan van de rechtspersoon optreden en die in de rechtspersoon een leidende functie bekleden op grond van:
de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, of
de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen, of
de bevoegdheid tot controle bij de rechtspersoon.
Artikel 7
Sancties tegen rechtspersonen
De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties kunnen worden getroffen tegen elke volgens artikel 6, lid 1, aansprakelijk gestelde rechtspersoon, waaronder al dan niet strafrechtelijke geldboetes en eventueel andere sancties, zoals:
uitsluiting van fiscale of andere voordelen of overheidssteun;
een tijdelijk of permanent verbod op het uitoefenen van commerciële activiteiten;
onderbewindstelling;
een rechterlijk bevel tot ontbinding;
tijdelijke of permanente sluiting van vestigingen die zijn gebruikt voor het plegen van het strafbare feit;
de confiscatie, overeenkomstig artikel 4, lid 5, van stoffen die het voorwerp uitmaken van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten, van hulpmiddelen die voor die strafbare feiten zijn of zouden worden gebruikt en van opbrengsten van deze strafbare feiten, dan wel de confiscatie van voorwerpen waarvan de waarde overeenkomt met die van bedoelde stoffen, hulpmiddelen of opbrengsten.
Artikel 8
Bevoegdheid en vervolging
Iedere lidstaat neemt de nodige maatregelen om in de onderstaande gevallen zijn rechtsmacht te vestigen ten aanzien van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde strafbare feiten:
het strafbaar feit is geheel of gedeeltelijk op het grondgebied van die lidstaat gepleegd;
de pleger van het strafbaar feit is onderdaan van die lidstaat;
het strafbaar feit is gepleegd ten voordele van een op het grondgebied van die lidstaat gevestigde rechtspersoon.
Artikel 8 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 9
Uitvoering en verslaglegging
Artikel 10
Territoriale toepassing
Dit kaderbesluit is van toepassing op Gibraltar.
Artikel 11
Inwerkingtreding
Dit kaderbesluit treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
BIJLAGE
Lijst van stoffen bedoeld in artikel 1, punt 1, onder b)
P-Methylthioamfetamine of 4-Methylthioamfetamine, als bedoeld in Besluit 1999/615/JBZ van de Raad (4).
Paramethoxymethylamfetamine of N-methyl-1-(4-methoxyfenyl)-2-aminopropaan, als bedoeld in Besluit 2002/188/JBZ van de Raad (5).
2,5-dimethoxy-4-iodofenethylamine, 2,5-dimethoxy-4-ethylthiofenethylamine, 2,5-dimethoxy-4-(n)-propylthiofenethylamine en 2,4,5-trimethoxyamfetamine, als bedoeld in Besluit 2003/847/JBZ van de Raad (6).
1-benzylpiperazine, 1-benzyl-1,4-diazacyclohexaan, N-benzylpiperazine of benzylpiperazine, als bedoeld in Besluit 2008/206/JBZ van de Raad (7).
4-methylmethcathinone, als bedoeld in Besluit 2010/759/EU van de Raad (8).
4-methyl-5-(4-methylfenyl)-4,5-dihydrooxazol-2-amine (4,4′-DMAR) en 1-cyclohexyl-4-(1,2-difenylethyl)piperazine (MT-45), als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1873 van de Raad (9).
4-methylamfetamine, als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1874 van de Raad (10).
4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine (25I-NBOMe), 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921), 3,4-methyleendioxypyrovaleron (MDPV) en 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine), als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1875 van de Raad (11).
5-(2-aminopropyl)indool, als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1876 van de Raad (12).
1-fenyl-2-(pyrrolidine-1-yl)pentaan-1-on (α-pyrrolidinevalerofenon, α-PVP), als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1070 van de Raad (13).
Methyl 2-[[1-(cyclohexylmethyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino]-3,3-dimethylbutanoaat (MDMB-CHMICA), als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/369 van de Raad (14).
N-(1-fenethylpiperidin-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl), als bedoeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1774 van de Raad (15).
N-phenyl-N-[1-(2-phenylethyl)piperidin-4-yl]furan-2-carboxamide (furanylfentanyl), als vermeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2170 van de Raad (16).
N-(1-amino-3,3-dimethyl-1-oxobutan-2-yl)-1-(cyclohexylmethyl)-1H-indazole-3-carboxamide (ADB-CHMINACA), als vermeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/747 van de Raad (17).
1-(4-cyanobutyl)-N-(2-phenylpropan-2-yl)-1H-indazole-3-carboxamide (CUMYL-4CN-BINACA), als vermeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/748 van de Raad (18).
N-phenyl-N-[1-(2-phenylethyl)piperidin-4-yl]cyclopropanecarboxamide (cyclopropylfentanyl) en 2-methoxy-N-phenyl-N-[1-(2-phenylethyl)piperidin-4-yl]acetamide (methoxyacetylfentanyl), als vermeld in Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1463 van de Raad (19).
N,N-diethyl-2-[[4-(1-methylethoxy)fenyl]methyl]-5-nitro-1H-benzimidazool-1-ethanamine (isotonitazeen) (*1).
Methyl 3,3-dimethyl-2-{[1-(pent-4-een-1-yl)-1H-indazool-3-carbonyl]amino}butanoaat (MDMB-4en-PINACA) (20).
Methyl 2-{[1-(4-fluorbutyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino}-3,3-dimethylbutanoaat (4F-MDMB-BICA) (20) .
(1) Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).
(2) PB L 351 van 29.12.1998, blz. 1.
(3) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
(4) Besluit 1999/615/JBZ van de Raad van 13 september 1999 houdende omschrijving van 4-MTA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties moet worden onderworpen (PB L 244 van 16.9.1999, blz. 1).
(5) Besluit 2002/188/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende de nieuwe synthetische drug PMMA (PB L 63 van 6.3.2002, blz. 14).
(6) Besluit 2003/847/JBZ van de Raad van 27 november 2003 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende de nieuwe synthetische drugs 2C-I, 2C-T-2, 2C-T-7 en TMA-2 (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 64).
(7) Besluit 2008/206/JBZ van de Raad van 3 maart 2008 houdende omschrijving van 1-benzylpiperazine (BZP) als nieuwe psychoactieve stof die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen moet worden onderworpen (PB L 63 van 7.3.2008, blz. 45).
(8) Besluit 2010/759/EU van de Raad van 2 december 2010 betreffende het onderwerpen van 4-methylmethcathinone (mephedrone) aan controlemaatregelen (PB L 322 van 8.12.2010, blz. 44).
(9) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1873 van de Raad van 8 oktober 2015 betreffende het onderwerpen van 4-methyl-5-(4-methylfenyl)-4,5-dihydrooxazol-2-amine (4,4′-DMAR) en 1-cyclohexyl-4-(1,2-difenylethyl)piperazine (MT-45) aan controlemaatregelen (PB L 275 van 20.10.2015, blz. 32).
(10) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1874 van de Raad van 8 oktober 2015 betreffende het onderwerpen van 4-methylamfetamine aan controlemaatregelen (PB L 275 van 20.10.2015, blz. 35).
(11) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1875 van de Raad van 8 oktober 2015 betreffende het onderwerpen van 4-jood-2,5-dimethoxy-N-(2-methoxybenzyl)fenethylamine (25I-NBOMe), 3,4-dichloor-N-[[1-(dimethylamino)cyclohexyl]methyl]benzamide (AH-7921), 3,4-methyleendioxypyrovaleron (MDPV) en 2-(3-methoxyfenyl)-2-(ethylamino)cyclohexanon (methoxetamine) aan controlemaatregelen (PB L 275 van 20.10.2015, blz. 38).
(12) Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/1876 van de Raad van 8 oktober 2015 betreffende het onderwerpen van 5-(2-aminopropyl)indool aan controlemaatregelen (PB L 275 van 20.10.2015, blz. 43).
(13) Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1070 van de Raad van 27 juni 2016 betreffende het onderwerpen van 1-fenyl-2-(pyrrolidine-1-yl)pentaan-1-on (α-pyrrolidinevalerofenon, α-PVP) aan controlemaatregelen (PB L 178 van 2.7.2016, blz. 18).
(14) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/369 van de Raad van 27 februari 2017 betreffende het onderwerpen van methyl 2-[[1-(cyclohexylmethyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino]-3,3-dimethylbutanoaat (MDMB-CHMICA) aan controlemaatregelen (PB L 56 van 3.3.2017, blz. 210).
(15) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1774 van de Raad van 25 september 2017 betreffende het onderwerpen van N-(1-fenethylpiperidin-4-yl)-N-fenylacrylamide (acryloylfentanyl) aan controlemaatregelen (PB L 251 van 29.9.2017, blz. 21).
(16) Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/2170 van de Raad van 15 november 2017 betreffende het onderwerpen van N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]furaan-2-carboxamide (furanylfentanyl) aan controlemaatregelen (PB L 306 van 22.11.2017, blz. 19).
(17) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/747 van de Raad van 14 mei 2018 betreffende het onderwerpen van de nieuwe psychoactieve stof N-(1-amino-3,3-dimethyl-1-oxobutaan-2-yl)-1-(cyclohexylmethyl)-1H-indazol-3-carboxamide (ADB-CHMINACA) aan controlemaatregelen (PB L 125 van 22.5.2018, blz. 8).
(18) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/748 van de Raad van 14 mei 2018 betreffende het onderwerpen van de nieuwe psychoactieve stof 1-(4-cyanobutyl)-N-(2-fenylpropaan-2-yl)-1H-indazol-3-carboxamide (CUMYL-4CN-BINACA) aan controlemaatregelen (PB L 125 van 22.5.2018, blz. 10).
(19) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1463 van de Raad van 28 september 2018 betreffende het onderwerpen van de nieuwe psychoactieve stoffen N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]cyclopropaancarboxamide (cyclopropylfentanyl) en 2-methoxy-N-fenyl-N-[1-(2-fenylethyl)piperidine-4-yl]acetamide (methoxyacetylfentanyl) aan controlemaatregelen (PB L 245 van 1.10.2018, blz. 9).
(*1) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1687 van 2 september 2020 tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad in verband met het opnemen van de nieuwe psychoactieve stof N,N-diethyl-2-[[4-(1-methylethoxy)fenyl]methyl]-5-nitro-1H-benzimidazool-1-ethanamine (isotonitazeen) in de definitie van „drug” (PB L 379 van 13.11.2020, blz. 55).
(20) Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2021/802 van de Commissie van 12 maart 2021 tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ wat betreft het opnemen van de nieuwe psychoactieve stoffen methyl 3,3-dimethyl-2-{[1-(pent-4-een-1-yl)-1H-indazool-3-carbonyl]amino}butanoaat (MDMB-4en-PINACA) en methyl 2-{[1-(4-fluorbutyl)-1H-indool-3-carbonyl]amino}-3,3-dimethylbutanoaat (4F-MDMB-BICA) in de definitie van „drug” (PB L 178 van 20.05.2021, blz. 1).