Home

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 60 en 301,

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB van 19 februari 2004 van de Raad houdende verlenging van de maatregelen tegen Zimbabwe(1),

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB van 18 februari 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe(2) uitte de Raad zijn ernstige bezorgdheid over de situatie in Zimbabwe, met name over ernstige schendingen van de mensenrechten door de regering van Zimbabwe, waaronder schending van de vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van vreedzame vergadering. Om die reden stelde de Raad beperkende maatregelen in, die jaarlijks worden geëvalueerd. Enkele van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe zijn in de Gemeenschap ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 310/2002 van de Raad(3). De toepassingsperiode van die verordening is bij Verordening (EG) nr. 313/2003 van de Raad(4) tot 20 februari 2004 verlengd.

  2. De Raad blijft van mening dat de regering van Zimbabwe zich aanhoudend schuldig maakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten. Zolang die schendingen zich blijven voordoen, acht de Raad het daarom noodzakelijk de beperkende maatregelen tegen de regering van Zimbabwe en degenen die voor de schendingen de hoofdverantwoordelijkheid dragen, te handhaven.

  3. Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB voorziet met dit doel in verlenging van de beperkende maatregelen waarin in Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB wordt voorzien.

  4. De beperkende maatregelen waarin Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB voorziet, omvatten onder meer een verbod op technische bijstand, financiering en financiële bijstand die verband houden met militaire activiteiten, een verbod op de uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, alsmede de bevriezing van tegoeden, financiële activa en economische middelen van leden van de regering van Zimbabwe en van alle natuurlijke personen en rechtspersonen die banden met hen hebben.

  5. Deze maatregelen vallen binnen het toepassingsgebied van het Verdrag. Derhalve is, met name ter voorkoming van concurrentievervalsing, communautaire wetgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen voorzover het de Gemeenschap betreft. Voor de toepassing van deze verordening wordt het grondgebied van de Gemeenschap geacht het gehele grondgebied te omvatten van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in dat Verdrag bepaalde voorwaarden.

  6. Het is wenselijk de bepalingen inzake het verbod op technische bijstand, financiering en financiële bijstand die verband houden met militaire activiteiten, en inzake de bevriezing van tegoeden, financiële activa en economische middelen aan te passen aan de recente praktijk.

  7. Deze verordening strekt tot wijziging en verlenging van de toepassing van de beperkende maatregelen waarin in Verordening (EG) nr. 310/2002 wordt voorzien, en dient bij het verstrijken van die verordening onmiddellijk in werking te treden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat mondelinge vormen van bijstand;

  2. „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    2. deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    3. in het openbaar en ondershands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

    4. interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    6. kredietbrieven, connossementen, koopbrieven;

    7. bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;

    8. ieder ander exportfinancieringsbewijs;

  3. „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

  4. „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

  5. „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, verhuren of verhypothekeren.

Artikel 2

Het volgende is verboden:

  1. het verstrekken, verkopen, leveren of overdragen van technische bijstand die verband houdt met militaire activiteiten en met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;

  2. het verstrekken van financiering of financiële steun die verband houdt met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;

  3. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a) of b) bedoelde transacties te bevorderen.

Artikel 3

Het volgende is verboden:

  1. het bewust en opzettelijk, direct of indirect, verkopen, leveren of overdragen aan of exporteren naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van de in bijlage I genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Gemeenschap;

  2. het direct of indirect verstrekken, verkopen, leveren of overdragen aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van technische bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;

  3. het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van financiering of financiële steun die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;

  4. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a), b) of c) bedoelde transacties te bevorderen.

Artikel 4

1.

In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan:

  1. het verstrekken van financiering en financiële bijstand en technische bijstand in verband met:

    1. niet-letale militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, of voor programma's voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Gemeenschap;

    2. materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie of de Verenigde Naties;

  2. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I genoemde uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, alsmede de verstrekking van financiële bijstand, financiering en technische bijstand in verband met deze transacties.

2.

Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

BIJLAGE ILijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, als bedoeld in artikel 3

BIJLAGE IILijst van bevoegde autoriteiten bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8

BIJLAGE III