Verordening (EG) n r. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
Verordening (EG) n r. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
2004R0314 — NL — 18.02.2016 — 019.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
VERORDENING (EG) Nr. 314/2004 VAN DE RAAD van 19 februari 2004 inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (PB L 055 van 24.2.2004, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 314/2004 VAN DE RAAD
van 19 februari 2004
inzake bepaalde beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 60 en 301,
Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB van 19 februari 2004 van de Raad houdende verlenging van de maatregelen tegen Zimbabwe (1),
Gezien het voorstel van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:(1) | In Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB van 18 februari 2002 betreffende beperkende maatregelen tegen Zimbabwe (2) uitte de Raad zijn ernstige bezorgdheid over de situatie in Zimbabwe, met name over ernstige schendingen van de mensenrechten door de regering van Zimbabwe, waaronder schending van de vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van vreedzame vergadering. Om die reden stelde de Raad beperkende maatregelen in, die jaarlijks worden geëvalueerd. Enkele van de beperkende maatregelen tegen Zimbabwe zijn in de Gemeenschap ten uitvoer gelegd bij Verordening (EG) nr. 310/2002 van de Raad (3). De toepassingsperiode van die verordening is bij Verordening (EG) nr. 313/2003 van de Raad (4) tot 20 februari 2004 verlengd. |
(2) | De Raad blijft van mening dat de regering van Zimbabwe zich aanhoudend schuldig maakt aan ernstige schendingen van de mensenrechten. Zolang die schendingen zich blijven voordoen, acht de Raad het daarom noodzakelijk de beperkende maatregelen tegen de regering van Zimbabwe en degenen die voor de schendingen de hoofdverantwoordelijkheid dragen, te handhaven. |
(3) | Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB voorziet met dit doel in verlenging van de beperkende maatregelen waarin in Gemeenschappelijk Standpunt 2002/145/GBVB wordt voorzien. |
(4) | De beperkende maatregelen waarin Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB voorziet, omvatten onder meer een verbod op technische bijstand, financiering en financiële bijstand die verband houden met militaire activiteiten, een verbod op de uitvoer van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, alsmede de bevriezing van tegoeden, financiële activa en economische middelen van leden van de regering van Zimbabwe en van alle natuurlijke personen en rechtspersonen die banden met hen hebben. |
(5) | Deze maatregelen vallen binnen het toepassingsgebied van het Verdrag. Derhalve is, met name ter voorkoming van concurrentievervalsing, communautaire wetgeving noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen voorzover het de Gemeenschap betreft. Voor de toepassing van deze verordening wordt het grondgebied van de Gemeenschap geacht het gehele grondgebied te omvatten van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in dat Verdrag bepaalde voorwaarden. |
(6) | Het is wenselijk de bepalingen inzake het verbod op technische bijstand, financiering en financiële bijstand die verband houden met militaire activiteiten, en inzake de bevriezing van tegoeden, financiële activa en economische middelen aan te passen aan de recente praktijk. |
(7) | Deze verordening strekt tot wijziging en verlenging van de toepassing van de beperkende maatregelen waarin in Verordening (EG) nr. 310/2002 wordt voorzien, en dient bij het verstrijken van die verordening onmiddellijk in werking te treden, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a)„technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat mondelinge vormen van bijstand;
b)„tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
i)contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;
ii)deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;
iii)in het openbaar en ondershands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;
iv)interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;
v)krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;
vi)kredietbrieven, connossementen, koopbrieven;
vii)bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;
viii)ieder ander exportfinancieringsbewijs;
c)„bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;
d)„economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
e)„bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, verhuren of verhypothekeren.
Artikel 2
Het volgende is verboden:
a)het verstrekken, verkopen, leveren of overdragen van technische bijstand die verband houdt met militaire activiteiten en met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;
b)het verstrekken van financiering of financiële steun die verband houdt met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;
c)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a) of b) bedoelde transacties te bevorderen.
Artikel 3
Het volgende is verboden:
a)het bewust en opzettelijk, direct of indirect, verkopen, leveren of overdragen aan of exporteren naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van de in bijlage I genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Gemeenschap;
b)het direct of indirect verstrekken, verkopen, leveren of overdragen aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van technische bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;
c)het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van financiering of financiële steun die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;
d)het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a), b) of c) bedoelde transacties te bevorderen.
Artikel 4
1. In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan:
a)het verstrekken van financiering en financiële bijstand en technische bijstand in verband met:
i)niet-letale militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, of voor programma's voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Gemeenschap;
ii)materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie of de Verenigde Naties;
b)de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I genoemde uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, alsmede de verstrekking van financiële bijstand, financiering en technische bijstand in verband met deze transacties.
2. Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.
Artikel 5
De artikelen 2 en 3 zijn niet van toepassing op beschermende kleding, met inbegrip van scherfwerende vesten en militaire helmen, die door personeel van de Verenigde Naties, personeel van de Europese Unie, de Gemeenschap of haar lidstaten, vertegenwoordigers van de media, medewerkers van humanitaire organisaties en ontwikkelingswerkers en aanverwant personeel uitsluitend voor persoonlijk gebruik tijdelijk naar Zimbabwe wordt uitgevoerd.
Artikel 6
1. Alle tegoeden en economische middelen van de afzonderlijke leden van de regering van Zimbabwe en van de in bijlage III vermelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die met hen banden hebben, worden bevroren.
2. Aan of ten behoeve van de in bijlage III genoemde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.
3. Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de in de leden 1 of 2 bedoelde transacties te bevorderen.
4. De maatregelen in de leden 1 en 2 worden geschorst, voor zover deze van toepassing zijn op de personen en entiteiten die in bijlage IV worden vermeld.
Artikel 7
1. In afwijking van artikel 6 kunnen de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave of de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a)noodzakelijk zijn ter dekking van basisuitgaven, zoals betalingen voor voedsel, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of geneeskundige behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of openbare voorzieningen;
b)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;
c)uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het houden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen;
d)noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone lasten, mits de betrokken bevoegde autoriteit de andere bevoegde autoriteiten en de Commissie ten minste twee weken voor zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat specifieke toestemming moet worden verleend.
De betrokken bevoegde autoriteit stelt de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit lid verleende toestemming.
2. Artikel 6, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:
a)rente of andere inkomsten op bevroren rekeningen; of
b)betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of zijn ontstaan vóór de datum waarop Verordening (EG) nr. 310/2002 op de betrokken rekeningen van toepassing werd,
mits deze rente, andere inkomsten en betalingen onder artikel 6, lid 1 blijven vallen.
Artikel 8
1. Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim en onverminderd het bepaalde in artikel 284 van het Verdrag dienen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen:
a)alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 6 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, en deze informatie, direct of via deze bevoegde autoriteiten, aan de Commissie te doen toekomen;
b)bij de verificatie van deze informatie samen te werken met de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten.
2. Alle direct door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten.
3. De overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij verstrekt of ontvangen is.
Artikel 9
De bevriezing van tegoeden en economische middelen of het niet beschikbaar stellen van tegoeden, waartoe is overgegaan in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming is met deze verordening, mag geen aanleiding geven tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit die deze bevriezing uitvoert, of van de directeuren of werknemers daarvan, tenzij wordt aangetoond dat de tegoeden en economische middelen zijn bevroren als gevolg van nalatigheid.
Artikel 10
De Commissie en de lidstaten stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere hun beschikbare en voor deze verordening relevante informatie uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechtbanken.
Artikel 11
De Commissie wordt gemachtigd:
a)bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie;
b)bijlage III te wijzigen op basis van besluiten ten aanzien van de bijlage bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/161/GBVB.
Artikel 11 bis
1. In bijlage III worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
2. Bijlage III bevat, indien beschikbaar, informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen, kan dergelijke informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en plaats van vestiging.
Artikel 12
De lidstaten stellen regels vast met betrekking tot de sancties die van toepassing zijn op overtreding van deze verordening en zorgen ervoor dat deze regels daadwerkelijk worden toegepast. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld na de inwerkingtreding van de verordening in kennis van deze regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.
Artikel 13
Deze verordening is van toepassing:
a)op het grondgebied van de Gemeenschap, met inbegrip van haar luchtruim;
b)aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;
c)op alle zich op het grondgebied of buiten het grondgebied van de Gemeenschap bevindende personen die onderdaan van een lidstaat zijn;
d)op alle rechtspersonen, groepen of entiteiten die volgens het recht van een lidstaat erkend of opgericht zijn en
e)op alle rechtspersonen, groepen of entiteiten die zaken binnen de Gemeenschap doen.
Artikel 14
Deze verordening treedt in werking op 21 februari 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, als bedoeld in artikel 3
Deze lijst bevat geen artikelen die speciaal voor militair gebruik zijn ontworpen of aangepast.
1.Kogelbestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
2.Speciaal ontworpen vingerafdrukapparatuur.
3.Elektrisch bediende zoeklichten.
4.Kogelbestendig constructiematerieel.
5.Jachtmessen.
6.Speciaal ontworpen materieel voor het vervaardigen van jachtgeweren.
7.Handlaaduitrusting voor munitie.
8.Apparatuur voor het onderscheppen van berichten.
9.Optische halfgeleiderdetectoren.
10.Beeldversterkerbuizen.
11.Telescopische vuurwapenvizieren.
12.Wapens met gladde loop en bijbehorende munitie, voorzover niet speciaal ontworpen voor militair gebruik, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:
—seinpistolen,
—luchtdruk- of patroongeweren die ontworpen zijn als industriegereedschap of voor het op humane wijze bedwelmen van dieren.
13.Simulatieapparatuur voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen of aangepaste onderdelen en toebehoren.
14.Bommen en granaten, voorzover niet speciaal ontworpen voor militair gebruik, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
15.Lichaamspantsering, voorzover niet vervaardigd volgens militaire normen of specificaties, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
16.Op alle wielen aangedreven, niet-weggebonden bedrijfsvoertuigen, vervaardigd met of voorzien van bescherming tegen kogels, alsmede profielpantsering voor dergelijke voertuigen.
17.Waterkanonnen en speciaal daarvoor ontworpen of aangepaste onderdelen.
18.Voertuigen uitgerust met een waterkanon.
19.Voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren, alsmede onderdelen daarvoor die speciaal voor dat doel zijn ontworpen of aangepast.
20.Geluidsapparaten die door de fabrikant of de leverancier worden omschreven als geschikt voor oproerbeheersing, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
21.Voetboeien, groeps- en individuele kluisters en stroomgordels die speciaal zijn ontworpen om mensen in hun bewegingsvrijheid te beperken, met uitzondering van:
—handboeien waarvan de totale maximumafmeting, met inbegrip van de ketting, in gesloten toestand ten hoogste 240 mm bedraagt.
22.Draagbare toestellen die zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing of zelfbescherming door toediening van een stof die mensen tijdelijk kan uitschakelen (zoals traangas of peperspray), alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
23.Draagbare toestellen die zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing of zelfbescherming door toediening van elektrische schokken (met inbegrip van stroomstokken, stroomschilden, verdovingsgeweren en geweren voor het afvuren van schokpijltjes (tasers)), alsmede onderdelen daarvoor die speciaal voor dat doel ontworpen of aangepast zijn.
24.Elektronische uitrusting voor het opsporen van verborgen explosieven, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:
—inspectieapparatuur waarbij gebruik wordt gemaakt van tv-apparatuur of röntgenstraling.
25.Elektronische storingsuitrusting die speciaal is ontworpen ter voorkoming van het door middel van radiosignalen op afstand doen exploderen van geïmproviseerde explosiemiddelen alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen.
26.Uitrusting en toestellen die speciaal zijn ontworpen voor het al dan niet elektrisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonatoren, ontstekers, „boosters” en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van:
—uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers op toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties).
27.Uitrusting en toestellen ontworpen voor het opruimen van explosieven, met uitzondering van:
—bomdempers,
—containers ontworpen voor het omhullen van voorwerpen waarvan bekend is of vermoed wordt dat het geïmproviseerde explosiemiddelen zijn.
28.Nachtzicht- en thermische beeldvormingsapparatuur alsmede beeldversterkerbuizen of halfgeleidersensoren daarvoor.
29.De voor alle opgesomde goederen speciaal ontworpen software en vereiste technologie.
30.Ladingen voor directionele explosies.
31.De volgende explosieven en aanverwante stoffen:
—amatol,
—nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5 %),
—nitroglycol,
—penta-erythritol tetranitraat (PETN),
—picrylchloride,
—trinitrofenylmethylnitramine (tetryl),
—2,4,6-trinitrotolueen (TNT).
32.De voor alle opgesomde goederen speciaal ontworpen software en vereiste technologie.
BIJLAGE II
Website voor informatie over de bevoegde autoriteiten als bedoeld in de artikelen 4, 7 en 8 en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie
BELGIË
http://www.diplomatie.be/eusanctions
BULGARIJE
http://www.mfa.bg/en/pages/135/index.html
TSJECHIË
http://www.mfcr.cz/mezinarodnisankce
DENEMARKEN
http://um.dk/da/politik-og-diplomati/retsorden/sanktioner/
DUITSLAND
http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html
ESTLAND
http://www.vm.ee/est/kat_622/
IERLAND
http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
http://www.maec.es/es/MenuPpal/Asuntos/Sanciones%20Internacionales/Paginas/Sanciones_%20Internacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/autorites-sanctions/
KROATIË
http://www.mvep.hr/sankcije
ITALIË
http://www.esteri.it/MAE/IT/Politica_Europea/Deroghe.htm
CYPRUS
http://www.mfa.gov.cy/sanctions
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
http://www.mae.lu/sanctions
HONGARIJE
http://www.kulugyminiszterium.hu/kum/hu/bal/Kulpolitikank/nemzetkozi_szankciok/
MALTA
http://www.doi.gov.mt/EN/bodies/boards/sanctions_monitoring.asp
NEDERLAND
www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-vrede-en-veiligheid/sancties
OOSTENRIJK
http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=
POLEN
http://www.msz.gov.pl
PORTUGAL
http://www.min-nestrangeiros.pt
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/zunanja_politika_in_mednarodno_pravo/zunanja_politika/mednarodna_varnost/omejevalni_ukrepi/
SLOWAKIJE
http://www.foreign.gov.sk
FINLAND
http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet
ZWEDEN
http://www.ud.se/sanktioner
VERENIGD KONINKRIJK
www.fco.gov.uk/competentauthorities
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie
Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)
EEAS 02/309
B-1049 Brussel
België
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu
BIJLAGE III
Lijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6
I. Personen
Naam (en eventuele aliassen) | Identificatiegegevens | Motivering |
1. Mugabe, Robert Gabriel | President, geboren op 21.2.1924; paspoort: AD001095. | Regeringsleider; verantwoordelijk voor activiteiten die de democratie, de eerbiediging van de mensenrechten en de rechtsstaat ernstig ondermijnen. |
2. Mugabe, Grace | Geboren op 23.7.1965; paspoort: AD001159. ID 63-646650Q70. | Banden met de ZANU-PF-factie in de regering. Nam in 2002 het landgoed Iron Mask Estate over; wordt ervan verdacht grote illegale winst te maken met diamantontginning. |
3. Bonyongwe, Happyton Mabhuya | Directeur-generaal Centrale Inlichtingendienst, geboren op 6.11.1960; paspoort: AD002214. ID: 63-374707A13 | Hoge veiligheidsfunctionaris; nauwe banden met de ZANU-PF-factie (Zimbabwaanse Afrikaanse Nationale Unie — Patriottisch Front) van de regering en medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Wordt ervan beschuldigd verantwoordelijk te zijn voor het ontvoeren, folteren en vermoorden van MDC-activisten in juni 2008. |
4. Chihuri, Augustine | Hoofd van de politie, geboren op 10.3.1953; paspoort: AD000206. ID 68-034196M68. | Hoge politiefunctionaris en lid van het gezamenlijke operationele commando; nauwe betrokken bij het repressiebeleid van de ZANU-PF. Bekende publiekelijk in strijd met de politiewet de ZANU-PF te steunen. Gaf de politie in 2009 de opdracht de in de aanloop naar de presidentsverkiezingen van juni 2008 gepleegde moorden niet verder te onderzoeken. |
5. Chiwenga, Constantine | Bevelhebber van de Zimbabwaanse defensiemacht, generaal (voormalig bevelhebber landmacht, luitenant-generaal), geboren op 25.8.1956. Paspoort: AD000263. ID 63-327568M80. | Lid van het gezamenlijke operationele commando; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Zette het leger in om boerderijen over te nemen. Was de voornaamste aanstoker van het geweld tijdens de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in 2008. |
6. Shiri, Perence (ook bekend als: Bigboy) Samson Chikerema | Luitenant-generaal (luchtmacht), geboren op 1.11.1955. ID 29-098876M18 | Hoge militaire functionaris en lid van het gezamenlijke operationele commando van de ZANU-PF; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. Betrokken bij politiek geweld, onder meer tijdens de verkiezingen van 2008 in Mashonaland West in Chiadzwa. |
7. Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als Valentine) | Bevelhebber van het Zimbabwaanse Nationale Leger, luitenant-generaal, geboren op 25.8.1956 of 24.12.1954. ID 63-357671H26 | Hogere militaire functionaris die sterke banden heeft met de regering; medeplichtig aan het formuleren of aansturen van repressief overheidsbeleid. |
II. Entiteiten
Naam | Identificatiegegevens | Motivering |
Zimbabwe Defence Industries | 10th floor, Trustee House, 55 Samora Machel Avenue, PO Box 6597, Harare, Zimbabwe | Banden met het ministerie van Defensie en de ZANU-PF-factie in de regering. |
BIJLAGE IV
Lijst van personen bedoeld in artikel 6, lid 4
Personen
Naam (en eventuele aliassen)
1. | Bonyongwe, Happyton Mabhuya |
2. | Chihuri, Augustine |
3. | Chiwenga, Constantine |
4. | Shiri, Perence (ook bekend als: Bigboy) Samson Chikerema |
5. | Sibanda, Phillip Valerio (ook bekend als: Valentine) |
(1) PB L 50 van 20.2.2004, blz. 66.
(2) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 1. Gemeenschappelijk standpunt laatstelijk gewijzigd bij Gemeenschappelijk Standpunt 2003/115/GBVB (PB L 46 van 20.2.2003, blz. 30).
(3) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 743/2003 van de Commissie (PB L 106 van 29.4.2003, blz. 18).
(4) PB L 46 van 20.2.2003, blz. 6.