Home

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe

Verordening (EG) nr. 314/2004 van de Raad van 19 februari 2004 inzake beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Zimbabwe

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  1. „technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst; technische bijstand kan de vorm aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten. Technische bijstand omvat mondelinge vormen van bijstand;

  2. „tegoeden”: financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    2. deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    3. in het openbaar en ondershands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, met inbegrip van aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

    4. interesten, dividenden of andere inkomsten over of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    6. kredietbrieven, connossementen, koopbrieven;

    7. bewijsstukken van een belang in fondsen of financiële middelen;

    8. ieder ander exportfinancieringsbewijs;

  3. „bevriezing van tegoeden”: het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt;

  4. „economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden vormen, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

  5. „bevriezing van economische middelen”: het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, verhuren of verhypothekeren.

Artikel 2

Het volgende is verboden:

  1. het verstrekken, verkopen, leveren of overdragen van technische bijstand die verband houdt met militaire activiteiten en met de verstrekking, de fabricage, het onderhoud of het gebruik van wapens en alle soorten aanverwant materieel, met inbegrip van wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen daarvoor, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;

  2. het verstrekken van financiering of financiële steun die verband houdt met militaire activiteiten, met inbegrip van met name subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, de levering, de overdracht of de uitvoer van wapens en aanverwant materieel, direct of indirect aan personen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe;

  3. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a) of b) bedoelde transacties te bevorderen.

Artikel 3

Het volgende is verboden:

  1. het bewust en opzettelijk, direct of indirect, verkopen, leveren of overdragen aan of exporteren naar natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van de in bijlage I genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Gemeenschap;

  2. het direct of indirect verstrekken, verkopen, leveren of overdragen aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van technische bijstand die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;

  3. het direct of indirect verstrekken aan natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen in, of voor gebruik in Zimbabwe, van financiering of financiële steun die verband houdt met de onder a) bedoelde uitrusting;

  4. het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben direct of indirect de onder a), b) of c) bedoelde transacties te bevorderen.

Artikel 4

1.

In afwijking van de artikelen 2 en 3 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestaan:

  1. het verstrekken van financiering en financiële bijstand en technische bijstand in verband met:

    1. niet-letale militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, of voor programma's voor institutionele versterking van de Verenigde Naties, de Europese Unie of de Gemeenschap;

    2. materieel bedoeld voor crisisbeheersingsoperaties van de Europese Unie of de Verenigde Naties;

  2. de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in bijlage I genoemde uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of voor beschermingsdoeleinden, alsmede de verstrekking van financiële bijstand, financiering en technische bijstand in verband met deze transacties.

2.

Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.

Artikel 4 bis

1.

In afwijking van artikel 3 kan de in bijlage II vermelde bevoegde autoriteit van de lidstaat waar de exporteur is gevestigd of de lidstaat van waaruit de explosieven of aanverwante uitrusting worden geleverd, op door haar passend geachte voorwaarden toestemming verlenen voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in punt 4 van bijlage I bedoelde explosieven en aanverwante uitrusting en van financiële en technische bijstand, indien deze explosieven en aanverwante uitrusting bestemd zijn en uitsluitend zullen worden gebruikt voor civiele toepassingen in mijnbouw- en infrastructuurprojecten.

2.

De in dit artikel bedoelde toestemming wordt verleend met inachtneming van de nadere bepalingen in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 428/2009. De toestemming is in de gehele Unie geldig.

3.

Exporteurs verstrekken de bevoegde autoriteiten alle relevante informatie voor de beoordeling van hun verzoek om toestemming.

4.

De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vooraf in kennis van zijn voornemen om toestemming als bedoeld in lid 1 van dit artikel te verlenen.

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 11 bis

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

BIJLAGE I

BIJLAGE II

BIJLAGE IIILijst van personen en entiteiten bedoeld in artikel 6

BIJLAGE IVLIJST VAN PERSONEN BEDOELD IN ARTIKEL 6, LID 4