Hierbij wordt jaarlijks een communautair contingent geopend voor de invoer, vrij van douanerechten, van gedroogd rundvlees zonder been van GN-code ex02102090, van oorsprong uit Zwitserland, voor een hoeveelheid van 1 200 ton per jaarperiode, die telkens loopt van 1 januari tot en met 31 december (hierna „het contingent” genoemd).
Verordening (EG) nr. 2092/2004 van de Commissie van 8 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van een tariefcontingent voor de invoer van gedroogd rundvlees zonder been van oorsprong uit Zwitserland
Verordening (EG) nr. 2092/2004 van de Commissie van 8 december 2004 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van een tariefcontingent voor de invoer van gedroogd rundvlees zonder been van oorsprong uit Zwitserland
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1), en met name op artikel 32, lid 1, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna: „de overeenkomst” genoemd), die namens de Gemeenschap is goedgekeurd bij Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en de Commissie(2), voorziet in de invoer, vrij van douanerechten, van een jaarlijkse hoeveelheid van 1 200 t gedroogd rundvlees zonder been van GN-code ex02102090.
In verband met de BSE-crisis hebben de partijen in de gemeenschappelijke verklaring betreffende de vleessector, die is opgenomen in de slotakte bij de reeds genoemde overeenkomst(3), verklaard dat de Gemeenschap bij wijze van uitzondering een aan het ad-valoremrecht onderworpen en van het specifieke recht vrijgesteld autonoom jaarcontingent van 700 t netto moet openen voor gedroogd rundvlees, tot de invoerbeperkingen die door een aantal lidstaten aan Zwitserland zijn opgelegd, worden opgeheven. Bij Verordening (EG) nr. 2424/1999 van de Commissie van 15 november 1999 houdende nadere bepalingen voor de toepassing van een bij Verordening (EG) nr. 2249/1999 van de Raad vastgesteld tariefcontingent voor de invoer van gedroogd rundvlees zonder been(4) is voor meerdere jaren een tariefcontingent voor de invoer van gedroogd rundvlees zonder been van oorsprong uit Zwitserland geopend voor een hoeveelheid van 700 t per jaarperiode, die telkens loopt van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende jaar.
Het Gemengd Landbouwcomité heeft in zijn derde vergadering op 4 december 2003 in Brussel geconcludeerd dat, na de vaststelling van Besluit nr. 2/2003 van het bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd Veterinair Comité van 25 november 2003 tot wijziging van de aanhangsels 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 11 van bijlage 11 bij de overeenkomst(5), en na de daaropvolgende opheffing door de lidstaten van de restrictieve maatregelen ten aanzien van Zwitserland, de in de overeenkomst vastgestelde concessies zo spoedig mogelijk dienden te worden toegepast. Omdat daarbij de toe te passen oorsprongsregels veranderen, waren beide partijen echter van mening dat de marktdeelnemers voldoende tijd moeten krijgen om zich aan te passen en om passende maatregelen te nemen met betrekking tot eventuele voorraden. Derhalve zijn de partijen overeengekomen de nieuwe concessies met ingang van 1 januari 2005 ten uitvoer te leggen.
Bijgevolg moeten voor een periode van meerdere jaren bepalingen worden vastgesteld die het mogelijk moeten maken om met ingang van 1 januari 2005 over te gaan tot de toepassing van een contingent voor de jaarlijkse invoer, vrij van douanerechten, van 1 200 t gedroogd rundvlees zonder been van GN code ex02102090, van oorsprong uit Zwitserland.
Om voor dit tariefcontingent in aanmerking te komen, moeten de producten van oorsprong uit Zwitserland zijn, overeenkomstig artikel 4 van de overeenkomst. De in aanmerking komende producten moeten precies worden gedefinieerd. Met het oog op de controle moet voor het in het kader van dit contingent ingevoerde vlees een echtheidscertificaat worden overgelegd waarin wordt verklaard dat het vlees volkomen beantwoordt aan de definitie. Het model voor deze certificaten en de voorwaarden voor het gebruik daarvan moeten worden vastgesteld.
De regeling moet worden beheerd door middel van invoercertificaten. Hiertoe moeten regels worden vastgesteld voor het indienen van de aanvragen en voor het verstrekken van informatie op de aanvragen en de certificaten, waarbij zo nodig moet worden afgeweken van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(6) en van Verordening (EG) nr. 1445/95 van de Commissie van 26 juni 1995 houdende uitvoeringsbepalingen voor de invoer- en uitvoercertificatenregeling in de sector rundvlees en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/80(7).
Met het oog op een correct beheer van de invoer van de betrokken producten moet worden bepaald dat de invoercertificaten pas worden afgegeven na verificatie van met name de gegevens op de echtheidscertificaten.
Verordening (EG) nr. 2424/1999 dient te worden ingetrokken.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rundvlees,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Dit contingent heeft volgnummer 09.4202.
De voor de in lid 1 bedoelde producten geldende oorsprongsregels zijn de regels die zijn vastgesteld in artikel 4 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten.
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „gedroogd vlees zonder been” verstaan: delen van het lendestuk van ten minste 18 maanden oude runderen, zonder zichtbaar intramusculair vet (3 tot 7 %) en met een pH van 5,4 tot 6,0; gezouten, gekruid, geperst, uitsluitend in verse, droge lucht gedroogd, met edelschimmel (waas van microscopische schimmel). Het eindproduct heeft een gewicht van 41 % tot 53 % van de grondstof vóór het zouten.
Artikel 2
Bij invoer van het in artikel 1, lid 1, bedoelde vlees moet, wanneer het in het vrije verkeer wordt gebracht, een invoercertificaat worden overgelegd.
Het originele, overeenkomstig artikel 3 opgestelde echtheidscertificaat en een afschrift ervan worden aan de bevoegde autoriteit voorgelegd op het ogenblik dat het eerste invoercertificaat met betrekking tot dit echtheidscertificaat wordt aangevraagd.
Binnen de grenzen van de in het echtheidscertificaat vermelde hoeveelheid kan dit certificaat voor de afgifte van verschillende invoercertificaten worden gebruikt. In dat geval boekt de bevoegde autoriteit telkens de toegewezen hoeveelheden op het echtheidscertificaat af.
De bevoegde autoriteit geeft het invoercertificaat pas af nadat zij zich ervan heeft vergewist dat de op het echtheidscertificaat aangegeven vermeldingen overeenstemmen met de van de Commissie in de desbetreffende wekelijkse mededelingen ontvangen informatie. Bij overeenstemming wordt het certificaat onmiddellijk afgegeven.
De bevoegde autoriteit mag evenwel, vóór ontvangst van de informatie van de Commissie, uitzonderlijk en op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de aanvrager een invoercertificaat afgeven op basis van een daarop betrekking hebbend echtheidscertificaat. In dergelijke gevallen moet voor de invoercertificaten een zekerheid worden gesteld die overeenstemt met het volledige douanerecht van het gemeenschappelijke douanetarief. Nadat de lidstaten de gegevens met betrekking tot het certificaat hebben ontvangen, vervangen zij deze zekerheid door de in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1445/1995 bedoelde zekerheid.
In vak 20 van de certificaataanvraag en van het certificaat wordt één van de in bijlage I opgenomen vermeldingen aangebracht.
Artikel 3
Van de in artikel 2 bedoelde echtheidscertificaten worden volgens het model in bijlage II één origineel en twee afschriften opgesteld, die worden gedrukt en ingevuld in een van de officiële talen van de Gemeenschap. Ze mogen ook worden gedrukt en ingevuld in de officiële taal of in een van de officiële talen van het land van uitvoer.
De bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de invoercertificaataanvraag wordt ingediend, kunnen een vertaling van het certificaat verlangen.
Het formaat van dit formulier is ca. 210 × 297 mm. Het papier moet ten minste 40 gram per m2 wegen. De kleur van het origineel is wit, die van het eerste afschrift rose en die van het tweede afschrift geel.
Het origineel van het certificaat en de afschriften ervan worden met de schrijfmachine of met de hand ingevuld. Invulling met de hand moet met zwarte inkt in hoofdletters gebeuren.
Elk certificaat draagt een individueel volgnummer, gevolgd door de naam van het land van afgifte.
Op de afschriften moeten hetzelfde volgnummer en dezelfde landnaam voorkomen als op het origineel.
De in artikel 1, lid 3, vastgestelde definitie van gedroogd vlees zonder been moet duidelijk in het certificaat worden vermeld.
Het certificaat is alleen geldig wanneer het naar behoren is geviseerd door een instantie van afgifte die is opgevoerd in de lijst van bijlage III.
Het certificaat is naar behoren geviseerd wanneer datum en plaats van afgifte zijn vermeld, het stempel van de instantie van afgifte is aangebracht en het is ondertekend door de daartoe gemachtigde persoon of personen.
Artikel 4
Een instantie van afgifte kan alleen in de in bijlage III opgenomen lijst voorkomen als:
-
zij als zodanig is erkend door het land van uitvoer;
-
zij zich ertoe verbindt de in de certificaten vermelde gegevens te verifiëren;
-
zij zich ertoe verbindt ten minste wekelijks de Commissie de informatie te verstrekken die nodig is voor de verificatie van de in de echtheidscertificaten vermelde gegevens, met name het certificaatnummer, de exporteur, de geadresseerde, het land van bestemming, het product, het nettogewicht en de datum van ondertekening.
De Commissie herziet de lijst in bijlage III wanneer niet meer aan de in lid 1, onder a), vermelde voorwaarde is voldaan of wanneer de instantie van afgifte haar verplichtingen niet nakomt.