Home

Verordening (EG) n r. 1183/2005 van de Raad van 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo

Verordening (EG) n r. 1183/2005 van de Raad van 18 juli 2005 tot vaststelling van bepaalde specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen die handelen in strijd met het wapenembargo tegen de Democratische Republiek Congo

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a) „vordering” :

elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:

  1. een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;

  2. een vordering tot verlenging of uitbetaling van obligaties, financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;

  3. een vordering tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;

  4. een tegenvordering;

  5. een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;

b) „contract of transactie” :
elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dit verband worden onder „contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortvloeiende of daarmee verband houdende bepalingen;
c) „bevoegde autoriteiten” :
de bevoegde autoriteiten van de lidstaten als aangegeven op de websites die zijn vermeld in bijlage II;
d) „economische middelen” :
activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;
e) „bevriezing van economische middelen” :
voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door deze te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren;
f) „bevriezing van tegoeden” :
voorkoming van mutatie, overmaking, wijziging, gebruik of inzet van of omgang met tegoeden, op welke wijze ook, met als gevolg wijziging van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk wordt gemaakt;
g) „tegoeden” :

financiële activa en economische voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

  1. contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

  2. deposito's bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

  3. in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

  4. rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

  5. krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

  6. kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven; alsmede

  7. bewijsstukken van belangen in fondsen of financiële middelen;

h) „technische bijstand” :
elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienst, in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten, met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;
i) „tussenhandeldiensten” :
  1. het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, van een derde land aan een ander derde land, of

  2. het verkopen of aankopen van goederen en technologie, of van financiële en technische diensten, die zich in derde landen bevinden, met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land;

j) „grondgebied van de Unie” :
het grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

Artikel 1 bis

1.

Er geldt een verbod op het direct of indirect verlenen van:

  1. technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen van de Europese Unie(1) („gemeenschappelijke lijst van militaire goederen”) worden vermeld, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van op die lijst vermelde goederen, aan niet-gouvernementele entiteiten of personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo („DRC”);

  2. financiering of financiële bijstand in verband met de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie die op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen worden vermeld, met inbegrip van in het bijzonder subsidies, leningen en exportkredietverzekering, verzekering en herverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand of tussenhandeldiensten, aan niet-gouvernementele entiteiten of personen die actief zijn op het grondgebied van de Democratische Republiek Congo.

2.

Het verstrekken van technische bijstand, financiering of financiële bijstand, of tussenhandeldiensten aan een niet-gouvernementele of andere persoon, entiteit of orgaan in de Democratische Republiek Congo, of voor het gebruik in de Democratische Republiek Congo — met uitzondering van het verstrekken van dergelijke bijstand aan de Stabilisatiemissie van de Verenigde Naties in de Democratische Republiek Congo („MONUSCO”) of de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie overeenkomstig artikel 1 ter, lid 1 — moet vooraf aan het krachtens punt 8 van Resolutie 1533 (2004) van de VN-Veiligheidsraad opgerichte Comité van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties („Sanctiecomité”) worden gemeld. Die kennisgevingen moeten alle relevante gegevens bevatten, waaronder, indien van toepassing, de eindgebruiker, de voorgenomen leveringsdatum en de route van de zending.

Artikel 1 ter

1.

In afwijking van artikel 1 bis kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor het verstrekken van:

  1. technische bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met wapens en aanverwant materieel die uitsluitend bestemd zijn voor ondersteuning van of gebruik door MONUSCO;

  2. technische bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met niet-dodelijke militaire uitrusting die uitsluitend bestemd is voor humanitair gebruik of beschermingsdoeleinden, op voorwaarde dat die bijstand of dienstverlening overeenkomstig artikel 1 bis, lid 2, vooraf aan het Sanctiecomité is gemeld;

  3. technische bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met wapens en aanverwant materieel die uitsluitend bestemd zijn voor ondersteuning van of gebruik door de regionale taskforce van de Afrikaanse Unie;

  4. technische bijstand, financiering of financiële bijstand of tussenhandeldiensten in verband met andere verkopen en leveringen van wapens en daarmee verband houdend materiaal, op voorwaarde dat dit vooraf is goedgekeurd door het Sanctiecomité.

2.

Er worden geen vergunningen afgegeven voor activiteiten die reeds hebben plaatsgevonden.

Artikel 2

1.

Alle tegoeden en economische middelen die direct of indirect aan in de bijlagen I of I bis vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen toebehoren, of die hun eigendom zijn, in hun bezit zijn of onder hun zeggenschap staan, ook via een derde die namens hen of op hun aanwijzing handelt, worden bevroren.

2.

Aan of ten behoeve van de in de bijlagen I of I bis vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

Artikel 2 bis

1.

Bijlage I omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvoor door het Sanctiecomité is vastgesteld dat zij handelingen verrichten of steunen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van de Democratische Republiek Congo ondermijnen. Deze handelingen omvatten onder meer:

  1. handelen in strijd met het wapenembargo of daarmee verband houdende maatregelen, als bedoeld in artikel 1 van Besluit 2010/788/GBVB en artikel 1 bis van deze verordening;

  2. optreden als politieke en militaire leiders van buitenlandse gewapende groeperingen die in de Democratische Republiek Congo actief zijn en de ontwapening en de vrijwillige repatriëring of hervestiging van tot deze groepen behorende strijders belemmeren;

  3. optreden als politieke en militaire leiders van Congolese milities, waaronder degenen die steun van buiten de Democratische Republiek Congo ontvangen, die de deelneming van hun strijders aan het ontwapenings-, demobilisatie- en re-integratieproces belemmeren;

  4. kinderen rekruteren of inzetten in gewapende conflicten, en daarbij de toepasselijke internationale wetgeving overtreden;

  5. het beramen, leiden of plegen van daden in de Democratische Republiek Congo die een schending van de mensenrechten of misbruik of schending van het internationale humanitaire recht vormen, al naargelang van toepassing, inclusief doelgerichte aanvallen op burgers, waaronder doding, verminking, verkrachting en ander seksueel geweld, ontvoering, gedwongen verplaatsing, of aanvallen op scholen en ziekenhuizen;

  6. de toegang tot of de verdeling van humanitaire hulp in de Democratische Republiek Congo belemmeren;

  7. het ondersteunen van personen en entiteiten, met inbegrip van gewapende groeperingen en criminele netwerken die betrokken zijn bij destabiliserende activiteiten in de Democratische Republiek Congo door middel van illegale exploitatie van of handel in natuurlijke hulpbronnen, waaronder goud of wilde planten en dieren en producten daarvan;

  8. handelen namens of in opdracht van een aangewezen persoon of entiteit, of namens of in opdracht van een entiteit die eigendom is van of gecontroleerd wordt door een aangewezen persoon of entiteit;

  9. beramen, leiden, steunen of plegen van aanvallen tegen de vredeshandhavers van MONUSCO of VN-personeel;

  10. financiële, materiële of technologische ondersteuning verlenen voor, of goederen en diensten leveren aan een aangewezen persoon of entiteit.

2.

Bijlage I bevat de door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité verstrekte informatie op grond waarvan natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in de lijst worden opgenomen.

3.

Bijlage I bevat ook, indien beschikbaar, de door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité verstrekte informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum of geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten en lichamen, kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging. Bijlage I vermeldt tevens de datum van aanwijzing door de VN-Veiligheidsraad of het Sanctiecomité.

Artikel 2 ter

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4 ter

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7 bis

Artikel 7 ter

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

BIJLAGE I

BIJLAGE Ia

BIJLAGE II