In deze verordening worden de regels van de Unie vastgelegd met betrekking tot de handel met derde landen in goederen die zouden kunnen worden gebruikt voor de doodstraf of voor foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, en met betrekking tot de verlening van tussenhandeldiensten, van technische bijstand, opleiding en reclame met betrekking tot dergelijke goederen.
Verordening (EG) n r. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Verordening (EG) n r. 1236/2005 van de Raad van 27 juni 2005 met betrekking tot de handel in bepaalde goederen die gebruikt zouden kunnen worden voor de doodstraf, foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
HOOFDSTUK I Onderwerp, werkingssfeer en definities
Artikel 1 Onderwerp
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
„foltering”: iedere handeling waardoor opzettelijk hevige pijn of hevig leed, lichamelijk dan wel geestelijk, wordt toegebracht aan een persoon met zulke oogmerken als om van hem of van een derde inlichtingen of een bekentenis te verkrijgen, hem te bestraffen voor een handeling die hij of een derde heeft begaan of waarvan hij of een derde wordt verdacht deze te hebben begaan, of hem of een derde te intimideren of ergens toe te dwingen dan wel om enigerlei reden gebaseerd op discriminatie van welke aard dan ook, wanneer zulke pijn of zulk leed wordt toegebracht door of op instigatie van dan wel met de instemming of het gedogen van een overheidsfunctionaris of andere persoon die in een officiële hoedanigheid handelt. Foltering omvat niet pijn of leed slechts voortvloeiend uit, inherent aan of samenhangend met wettige straffen. De doodstraf wordt onder geen enkele omstandigheid beschouwd als een wettige straf;
-
„andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing”: iedere handeling waardoor pijn die of leed dat een bepaalde mate van ernst bereikt, lichamelijk dan wel geestelijk, wordt toegebracht aan een persoon, wanneer zulke pijn of zulk leed wordt toegebracht door of op instigatie van dan wel met de instemming of het gedogen van een overheidsfunctionaris of andere persoon die in een officiële hoedanigheid handelt. Dit omvat niet pijn of leed slechts voortvloeiend uit, inherent aan of samenhangend met wettige straffen. De doodstraf wordt onder geen enkele omstandigheid beschouwd als een wettige straf;
-
„wetshandhavingsinstantie”: iedere autoriteit die verantwoordelijk is voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken, bestrijden en bestraffen van misdaden, met inbegrip van doch niet beperkt tot de politie, aanklagers, juridische autoriteiten, openbare of particuliere gevangenisautoriteiten en, indien van toepassing, nationale veiligheidsdiensten en militaire autoriteiten;
-
„uitvoer”: elk vertrek van goederen uit het douanegebied van de Unie, met inbegrip van het vertrek van goederen waarvoor een douaneaangifte vereist is en het vertrek van goederen na de opslag ervan in een vrije zone in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad(1);
-
„invoer”: elke binnenkomst in het douanegebied van de Unie van goederen, met inbegrip van tijdelijke opslag, plaatsing in een vrije zone, plaatsing onder een bijzondere regeling en het in het vrije verkeer brengen in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013;
-
„technische bijstand”: elke technische steun in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, beproeving, onderhoud, assemblage of andere technische diensten, die de vorm kan aannemen van bijvoorbeeld instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden en adviesdiensten. Technische bijstand omvat ook verbale vormen van bijstand en bijstand door middel van elektronische middelen;
-
„museum”: een permanente instelling zonder winstoogmerk, in dienst van de samenleving en van de ontwikkeling daarvan, die openstaat voor het publiek en die, ten behoeve van studie, onderricht en gewoon genieten, materiële getuigenissen van mensen en hun leefomgeving verwerft, conserveert, onderzoekt, meedeelt en ten toon stelt;
-
„bevoegde autoriteit”: een in bijlage I vermelde autoriteit van een van de lidstaten, die overeenkomstig artikel 8 gerechtigd is een besluit te nemen inzake een vergunningsaanvraag of een exporteur te verbieden de algemene Unie-uitvoervergunning te gebruiken;
-
„aanvrager”:
-
de exporteur, in geval van uitvoer zoals bedoeld in artikel 3, 5, of 7 ter;
-
de natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of instantie die de goederen binnen het douanegebied van de Unie vervoert, in geval van doorvoer zoals bedoeld in artikel 4 bis;
-
de verlener van de technische bijstand, in geval van verlening van technische bijstand zoals bedoeld in artikel 3;
-
het museum dat de goederen zal tentoonstellen, in geval van invoer en verlening van technische bijstand zoals bedoeld in artikel 4, en
-
de verlener van de technische bijstand of de tussenhandelaar, in geval van verlening van technische bijstand zoals bedoeld in artikel 7 bis of tussenhandeldiensten zoals bedoeld in artikel 7 quinquies;
-
-
„douanegebied van de Unie”: het grondgebied zoals bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) nr. 952/2013;
-
„tussenhandeldiensten”:
-
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van desbetreffende goederen door een derde land van/aan een ander derde land, of
-
het verkopen of aankopen van desbetreffende goederen in derde landen met het oog op de overbrenging ervan naar een ander derde land.
Voor de toepassing van deze verordening geldt deze definitie niet voor het louter verstrekken van nevendiensten. Nevendiensten zijn vervoer, financiële diensten, verzekering of herverzekering dan wel algemene reclame of promotie;
-
-
„tussenhandelaar”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of instantie, met inbegrip van een partnerschap, verblijvend of gevestigd in een lidstaat, die of dat vanuit de Unie onder k) gedefinieerde diensten verricht; een natuurlijke persoon met de nationaliteit van een lidstaat, ongeacht zijn verblijfplaats, die dergelijke diensten vanuit de Unie verricht, en een volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersoon, entiteit of instantie, ongeacht de verblijfplaats ervan, die dergelijke diensten vanuit de Unie verricht;
-
„verlener van technische bijstand”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of instantie, met inbegrip van een partnerschap, verblijvend of gevestigd in een lidstaat, die of dat vanuit de Unie onder f) gedefinieerde technische bijstand verleent; een natuurlijke persoon met de nationaliteit van een lidstaat, ongeacht zijn verblijfplaats, die dergelijke bijstand vanuit de Unie verleent, en een volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersoon, entiteit of instantie, ongeacht de verblijfplaats ervan, die dergelijke bijstand vanuit de Unie verricht;
-
„exporteur”: een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of instantie, met inbegrip van een partnerschap namens wie of waarvan een uitvoeraangifte wordt gedaan, zijnde de persoon, entiteit of instantie die op het tijdstip waarop de uitvoeraangifte wordt aanvaard, een contract heeft gesloten met de ontvanger in het betrokken derde land en die gemachtigd is te beslissen dat de producten naar een bestemming buiten het douanegebied van de Unie worden verzonden. Indien geen dergelijk uitvoercontract is gesloten of indien de houder van dat contract niet namens zichzelf handelt, wordt onder de exporteur verstaan de persoon, entiteit of instantie die gemachtigd is te beslissen dat de producten naar een bestemming buiten het douanegebied van de Unie worden verzonden. Indien het recht over de goederen te beschikken, toekomt aan een persoon, entiteit of instantie die blijkens dat contract buiten de Unie verblijft of is gevestigd, wordt de exporteur geacht de in de Unie verblijvende of gevestigde contractpartij te zijn;
-
„algemene Unie-uitvoervergunning”: een onder d) gedefinieerde uitvoervergunning die voor uitvoer naar bepaalde landen beschikbaar is voor alle exporteurs die zich houden aan de gebruiksvoorwaarden ervan zoals vermeld in bijlage III ter;
-
„individuele vergunning”: een vergunning die wordt verleend aan:
-
één specifieke exporteur voor onder d) gedefinieerde uitvoer voor één eindgebruiker of ontvanger in een derde land en die betrekking heeft op een of meer goederen;
-
één specifieke tussenhandelaar voor de verlening van onder k) gedefinieerde tussenhandeldiensten voor één eindgebruiker of ontvanger in een derde land en die betrekking heeft op een of meer goederen, of
-
een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of instantie die goederen binnen het douanegebied van de Unie vervoert voor onder s) gedefinieerde doorvoer;
-
-
„globale vergunning”: een vergunning die aan één specifieke exporteur of tussenhandelaar voor een in bijlage III of bijlage III bis vermelde soort goederen wordt verleend, die kan gelden voor:
-
onder d) gedefinieerde uitvoer naar een of meer met naam genoemde eindgebruikers in een of meer met naam genoemde derde landen;
-
onder d) gedefinieerde uitvoer naar één of meer met naam genoemde distributeurs in één of meer met naam genoemde derde landen, waar de exporteur een fabrikant is van de in punt 3.2 of 3.3 van bijlage III of in deel 1 van bijlage III bis vermelde goederen;
-
de verlening van tussenhandeldiensten met betrekking tot overbrengingen van goederen in derde landen naar één of meer met naam genoemde eindgebruikers in één of meer met naam genoemde derde landen;
-
de verlening van tussenhandeldiensten met betrekking tot overbrengingen van goederen in derde landen, naar één of meer met naam genoemde distributeurs in één of meer met naam genoemde derde landen wanneer de tussenhandelaar in punt 3.2 of 3.3 van bijlage III of in deel 1 van bijlage III bis vermelde goederen produceert;
-
-
„distributeur”: een marktdeelnemer die groothandelsactiviteiten verricht op het vlak van goederen vermeld in punt 3.2 of 3.3 van bijlage III of in deel 1 van bijlage III bis, zoals het aankopen van dergelijke goederen bij fabrikanten of het opslaan, leveren of uitvoeren van dergelijke goederen; groothandelsactiviteiten op het vlak van dergelijke goederen omvatten niet de aankoop door een ziekenhuis, een apotheek of een zorgverlener met als enig doel dergelijke goederen te leveren aan de bevolking;
-
„doorvoer”: vervoer binnen het douanegebied van de Unie van niet-Uniegoederen die het douanegebied van de Unie doorkruisen met een bestemming buiten het douanegebied van de Unie.
HOOFDSTUK II Goederen die geen andere toepassingen in de praktijk hebben dan de doodstraf, foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
Artikel 3 Uitvoerverbod
Het is verboden in bijlage II vermelde goederen uit te voeren, ongeacht de oorsprong van dergelijke goederen.
Bijlage II omvat goederen die geen andere toepassingen in de praktijk hebben dan de doodstraf, foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.
Het is een verlener van technische bijstand verboden om, al dan niet tegen vergoeding, technische bijstand te verlenen die samenhangt met in bijlage II vermelde goederen aan een persoon, entiteit of instantie in een derde land.
In afwijking van lid 1 mogen de bevoegde autoriteiten toestemming verlenen voor de uitvoer van de in bijlage II vermelde goederen en het verlenen van de hiermee samenhangende technische bijstand, indien wordt aangetoond dat dergelijke goederen in het derde land waarnaar de goederen worden uitgevoerd, uitsluitend worden gebruikt om te worden tentoongesteld in een museum met het oog op hun historische betekenis.