Home

Verordening (EG) n r. 1686/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen en de coëfficiënt voor de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2004/2005

Verordening (EG) n r. 1686/2005 van de Commissie van 14 oktober 2005 tot vaststelling van de bedragen van de productieheffingen en de coëfficiënt voor de aanvullende heffing in de sector suiker voor het verkoopseizoen 2004/2005

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), en met name op artikel 15, lid 8, eerste streepje, en artikel 16, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In artikel 8 van Verordening (EG) nr. 314/2002 van de Commissie van 20 februari 2002 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker(2) is bepaald dat de bedragen van de basisproductieheffing en van de B-heffing en in voorkomend geval de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde coëfficiënt voor suiker, isoglucose en inulinestroop vóór 15 oktober worden vastgesteld voor het voorafgaande verkoopseizoen.

  2. Bij Verordening (EG) nr. 1462/2004 van de Commissie van 17 augustus 2004 houdende herziening, voor de suikersector en voor het verkoopseizoen 2004/2005, van het maximumbedrag van de B-heffing en de minimumprijs voor B-suikerbieten(3) is het in artikel 15, lid 4, eerste streepje, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde maximumbedrag van de B-heffing voor het verkoopseizoen 2004/2005 verhoogd tot 37,5 % van de interventieprijs voor witte suiker.

  3. Voor het verkoopseizoen 2004/2005 leidt het overeenkomstig artikel 15, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 geconstateerde te verwachten totale verlies er overeenkomstig de leden 4 en 5 van dat artikel toe dat voor de basisproductieheffing het in lid 3, tweede alinea, eerste streepje, van dat artikel vastgestelde maximum van 2 % en voor de B-heffing het in artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1462/2004 vastgestelde maximum van 37,5 % worden aangehouden.

  4. In artikel 16, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is bepaald dat een aanvullende heffing wordt geïnd wanneer het overeenkomstig artikel 15, leden 1 en 2, van die verordening geconstateerde totale verlies niet volledig door de ontvangsten uit de basisproductieheffing en de B-heffing wordt gedekt. Voor het verkoopseizoen 2004/2005 bedraagt dit niet-gedekte totale verlies 133 529 997 EUR. Derhalve dient de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde coëfficiënt te worden vastgesteld. Bij de bepaling van die coëfficiënt moet rekening worden gehouden met de bedragen van de heffingen die voor het verkoopseizoen 2003/2004 zijn vastgesteld voor de lidstaten van de Gemeenschap in haar samenstelling op 30 april 2004.

  5. Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bedragen van de productieheffingen in de sector suiker worden voor het verkoopseizoen 2004/2005 vastgesteld op:

  1. 12,638 EUR per ton witte suiker als basisproductieheffing op A-suiker en op B-suiker;

  2. 236,963 EUR per ton witte suiker als B-heffing op B-suiker;

  3. 5,330 EUR per ton droge stof als basisproductieheffing op A-isoglucose en op B-isoglucose;

  4. 99,424 EUR per ton droge stof als B-heffing op B-isoglucose;

  5. 12,638 EUR per ton suiker/isoglucose-equivalent in droge stof als basisproductieheffing op A-inulinestroop en op B-inulinestroop;

  6. 236,963 EUR per ton suiker/isoglucose-equivalent in droge stof als B-heffing op B-inulinestroop.

Artikel 2

Voor het verkoopseizoen 2004/2005 wordt de in artikel 16, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde coëfficiënt vastgesteld op 0,25466 voor Tsjechië, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije en op 0,14911 voor de overige lidstaten.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.