Home

Beschikking van de Commissie van 28 juli 2006 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem rollend materieel — goederenwagens van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3345) (Voor de EER relevante tekst) (2006/861/EG)

Beschikking van de Commissie van 28 juli 2006 betreffende de technische specificaties inzake interoperabiliteit van het subsysteem rollend materieel — goederenwagens van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 3345) (Voor de EER relevante tekst) (2006/861/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 betreffende de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem(1), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 2, onder c), van Richtlijn 2001/16/EG wordt het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem onderverdeeld in structurele of functionele subsystemen.

  2. Overeenkomstig artikel 23, lid 1, van de richtlijn dient voor het subsysteem „rollend materieel — goederenwagens” een technische specificatie inzake interoperabiliteit (TSI) te worden opgesteld.

  3. Als eerste stap tot de vaststelling van een TSI wordt een ontwerp-TSI opgesteld door de Europese Associatie voor Spoorinteroperabiliteit (AEIF), die aangewezen is als representatieve gemeenschappelijke instantie.

  4. De AEIF heeft de opdracht gekregen een ontwerp-TSI vast te stellen voor het subsysteem „rollend materieel — goederenwagens” overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2001/16/EG. Beschikking 2004/446/EG van de Commissie van 29 april 2004 stelt de fundamentele parameters vast van de technische specificaties voor interoperabiliteit inzake geluidsemissies, goederenwagens en telematicatoepassingen voor goederenvervoer als bedoeld in Richtlijn 2001/16/EG van het Europees Parlement en de Raad(2).

  5. Bij de ontwerp-TSI op basis van de fundamentele parameters werd een inleidend rapport met een kosten-batenanalyse gevoegd dat werd opgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 5, van de richtlijn.

  6. In het licht van het inleidend rapport werd de ontwerp-TSI onderzocht door het comité dat werd opgericht krachtens Richtlijn 96/48//EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europees hogesnelheidsspoorwegsysteem(3), zoals bedoeld in artikel 21 van Richtlijn 2001/16/EG.

  7. Richtlijn 2001/16/EG en de TSI’s gelden voor vernieuwingen, maar niet voor onderhoudsgerelateerde vervangingen. De lidstaten worden echter aangemoedigd, waar dat kan en waar de omvang van het onderhoudswerk dat rechtvaardigt, de TSI’s toe te passen bij onderhoudsgerelateerde vervangingen.

  8. Wanneer nieuwe, vernieuwde of aangepaste wagens in dienst worden genomen, moet rekening worden gehouden met het milieu-effect en met name de geluidsemissies. Daarom is het belangrijk dat de onder deze beschikking vallende TSI uitgevoerd wordt volgens de voorschriften van de TSI „geluidsemissies” die betrekking hebben op goederenwagens.

  9. De huidige versie van de TSI behandelt niet alle aspecten van de interoperabiliteit. De aspecten die niet behandeld worden, zijn aangeduid als „open punten” in bijlage JJ van de TSI. Gezien het feit dat verificatie van de interoperabiliteit overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2001/16/EG moet worden vastgesteld aan de hand van de TSI's, is het noodzakelijk om gedurende de overgangsperiode tussen de publicatie van deze beschikking en de volledige implementatie van de bijgevoegde TSI de voorwaarden vast te leggen waaraan moet worden voldaan naast de bijgevoegde TSI.

  10. Elke lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie in kennis van de nationale technische voorschriften die worden gehanteerd om interoperabiliteit te bereiken en om aan de essentiële eisen van Richtlijn 2001/16/EG te voldoen, van de instanties die belast zijn met de uitvoering van de procedure voor de beoordeling van de conformiteit of de geschiktheid voor gebruik, alsmede van de keuringsprocedure die wordt gevolgd voor de verificatie van de interoperabiliteit van subsystemen zoals bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2001/16/EG. Daarom dienen de lidstaten de principes en criteria van Richtlijn 2001/16/EG met betrekking tot de tenuitvoerlegging van artikel 16, lid 2, zoveel mogelijk toe te passen via de instanties zoals bedoeld in artikel 20 van Richtlijn 2001/16/EG. De Commissie zal deze informatie analyseren (nationale voorschriften, procedures, voor de tenuitvoerlegging van procedures verantwoordelijke instanties, termijnen van deze procedures) en zal in voorkomend geval de noodzaak van eventuele maatregelen met het comité bespreken.

  11. De TSI vereist geen gebruik van specifieke technologieën of technische oplossingen behoudens waar dit strikt noodzakelijk is voor de interoperabiliteit van het conventionele trans-Europees spoorwegsysteem.

  12. De TSI is gebaseerd op de kennis van deskundigen die beschikbaar was op het tijdstip waarop het ontwerp werd opgesteld. Door technologische, operationele, maatschappelijke of veiligheidsontwikkelingen kan een wijziging van deze TSI of een aanvulling daarop noodzakelijk zijn. Waar toepasselijk zal een herzienings- of bijwerkingsprocedure overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Richtlijn 2001/16/EG worden gestart.

  13. Om innovatie te bevorderen en rekening te houden met verworven ervaring moet de bijgevoegde TSI op regelmatige tijdstippen herzien worden.

  14. Wanneer innovaties worden voorgesteld, vermeldt de fabrikant of de aanbestedende dienst in hoeverre deze afwijken van het desbetreffende onderdeel van de TSI. Het Europese Spoorwegbureau stelt de definitieve versie van passende functionele en interfacespecificaties voor de innovatie vast en ontwikkelt evaluatiemethoden.

  15. Goederenwagens worden ingezet op grond van bestaande nationale, bilaterale, multinationale of internationale akkoorden. Deze akkoorden mogen geen belemmering vormen om te komen tot interoperabiliteit. Daarom moeten deze akkoorden door de Commissie worden onderzocht zodat ze kan bepalen of de in deze beschikking opgenomen TSI hieraan dient te worden aangepast.

  16. Om elke verwarring uit te sluiten moet worden benadrukt dat de bepalingen van Beschikking 2004/446/EG betreffende de fundamentele parameters van het conventionele trans-Europese spoorwegsysteem worden niet langer van toepassing zijn.

  17. De bepalingen van deze beschikking zijn in overeenstemming met het advies van het overeenkomstig artikel 21 van Richtlijn 96/48/EG, ingestelde comité.

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De Technische Specificatie inzake interoperabiliteit („TSI”) betreffende het subsysteem „rollend materieel — goederenwagens” van het conventionele trans-Europese spoorwegnetwerk als bedoeld in artikel 6, lid 1, van Richtlijn 2001/16/EG wordt hierbij door de Commissie aangenomen.

De TSI wordt aangenomen zoals aangegeven in de bijlage bij deze beschikking.

De TSI is volledig van toepassing op de goederenwagens van het conventionele trans-Europees spoorwegsysteem als omschreven in bijlage I bij Richtlijn 2001/16/EG, rekening houdend met de artikelen 2 en 3 van de onderhavige richtlijn.

Artikel 1a Technische documentatie

1.

Het Europees Spoorwegbureau (ERA) publiceert de inhoud van bijlage LL als technisch ERA-document op zijn website.

2.

Het ERA publiceert de lijst met de in de bijlagen P en JJ bedoelde K-remblokken die volledig zijn goedgekeurde voor internationaal vervoer als technisch ERA-document op zijn website.

3.

Het Bureau publiceert de bijkomende specificaties betreffende het in bijlage JJ genoemde trekwerk als technisch ERA-document op zijn website.

4.

Het Bureau houdt de in alinea’s 1 tot 3 genoemde technische documenten up-to-date en houdt de Commissie van alle herziene versies op de hoogte. De Commissie houdt de lidstaten via het overeenkomstig artikel 29 van Richtlijn 2008/57/EG ingestelde comité op de hoogte. Indien de Commissie of een lidstaat van mening zijn dat een technisch document niet aan de vereisten van Richtlijn 2008/57/EG of van enige andere gemeenschapswetgeving voldoet, wordt de kwestie in het comité besproken. Op basis van het overleg van het comité en op verzoek van de Commissie worden de technische documenten door het Bureau ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 2

1.

Wat betreft de aspecten aangeduid als „open punten” in bijlage JJ van de TSI, zal de beoordeling van de interoperabiliteit overeenkomstig artikel 16, lid 2, van Richtlijn 2001/16/EG gebeuren aan de hand van de geldende technische voorschriften in de lidstaat die toestemming geeft om het subsysteem als bedoeld in deze beschikking in dienst te nemen.

2.

Elke lidstaat stelt de Commissie en de overige lidstaten binnen zes maanden na de kennisgeving van deze beschikking in kennis van:

  1. de lijst van de in lid 1 bedoelde geldende technische voorschriften;

  2. de met betrekking tot de toepassing van deze voorschriften te volgen procedure voor de beoordeling van de conformiteit en de keuringsprocedure;

  3. de instanties die belast zijn met de uitvoering van de keuringsprocedure en de procedure voor de beoordeling van de conformiteit.

Artikel 3

Lidstaten stellen de Commissie binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van bijgevoegde TSI in kennis van bestaande akkoorden wanneer het gaat om:

  1. tijdelijke of permanente nationale, bilaterale of multilaterale akkoorden tussen de lidstaten en spoorwegondernemingen of infrastructuurbeheerders die nodig zijn wegens de lokale of zeer specifieke aard van een geplande transportdienst;

  2. bilaterale of multilaterale akkoorden tussen spoorwegondernemingen, infrastructuurbeheerders en veiligheidsinstanties die een aanzienlijke interoperabiliteit bieden op lokaal of regionaal niveau;

  3. internationale akkoorden tussen een of meerdere lidstaten en ten minste één derde land of tussen spoorwegondernemingen en infrastructuurbeheerders uit lidstaten en minstens één spoorwegonderneming of infrastructuurbeheerder uit een derde land, die op lokale of regionale schaal een aanzienlijk interoperabiliteitsniveau bieden.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

BIJLAGETechnische specificatie voor interoperabiliteit Subsysteem: Rollend materieel Onderdeel: Goederenwagens

BIJLAGE ASTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELEN

BIJLAGE BSTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELENMARKERINGEN VAN GOEDERENWAGONS

BIJLAGE CWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORKinematisch omgrenzingsprofiel

BIJLAGE DWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORStatische asbelasting, dynamische wielbelasting en lineaire belasting

BIJLAGE EWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORWielstelafmetingen en toleranties voor normaalspoor

BIJLAGE FCOMMUNICATIEHet vermogen van het voertuig gegevens met de buitenwereld uit te wisselen

BIJLAGE GOMGEVINGSCONDITIESVochtigheid

BIJLAGE HINFRASTRUCTUUR EN ROLLEND MATERIEELREGISTERRollend materieelregister

BIJLAGE IRAAKVLAKKEN VAN INTEROPERABILITEITSREMONDERDELEN

BIJLAGE JWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORDraaistel en loopwerk

BIJLAGE KWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORWielstellen

BIJLAGE LWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORWielen

BIJLAGE MWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORWielassen

BIJLAGE NSTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELENToelaatbare spanningen voor statische testmethoden

BIJLAGE OOMGEVINGSCONDITIESTRIV-eisen

BIJLAGE PREMPRESTATIESKeuring van interoperabiliteitsonderdelen

BIJLAGE QKEURINGSPROCEDURESInteroperabiliteitsonderdelen

BIJLAGE RWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORDrukkrachten in langsrichting

BIJLAGE SAFREMMINGRemprestaties

BIJLAGE TSPECIFIEKE GEVALLENKinematisch omgrenzingsprofielGroot-Brittannië

BIJLAGE USPECIFIEKE GEVALLENKinematisch omgrenzingsprofielSpoorbreedte van 1 520 mm

BIJLAGE VSPECIFIEK GEVALRemwerkingGroot-Brittannië

BIJLAGE WSPECIFIEKE GEVALLENKinematisch omgrenzingsprofielFINLAND, STATISCH OMGRENZINGSPROFIEL FIN1

VoertuigomgrenzingsprofielenFIN1/Bijlage A
FIN1/Bijlage B1Verhoging van de minimumhoogte van het onderste deel van een voertuig geschikt voor heuvelen en railremmen
FIN1/Bijlage B2Verhoging van de minimumhoogte van het onderste deel van een voertuig ongeschikt voor heuvelen en railremmen
FIN1/Bijlage B3De plaats van railremmen en andere rangeertoestellen van rangeerheuvels
FIN1/Bijlage CReductie van de halve breedte volgens voertuigomgrenzingsprofiel FIN1 (reductieformules)
FIN1/Bijlage D1Het profiel van de laagste treeplank
FIN1/Bijlage D2Profiel van naar buiten openende deuren en neergelaten treeplanken voor reizigersrijtuigen en meervoudige eenheden
FIN1/Bijlage EStroomafnemer en niet-geisoleerde, spanningvoerende delen

BIJLAGE XSPECIFIEKE GEVALLEN

BIJLAGE YONDERDELENDraaistellen en loopwerk

BIJLAGE ZCONSTRUCTIE EN MECHANISCHE DELENBotsproef (bufferproef)

BIJLAGE AAKEURINGSPROCEDURESVerificatie van subsystemen

BIJLAGE BBSTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELENBevestiging van sluitseinlantaarns

BIJLAGE CCSTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELENBronnen van vermoeiingsbelasting

BIJLAGE DDBEOORDELING VAN ONDERHOUDSREGELINGEN

BIJLAGE EESTRUCTUUR EN MECHANISCHE ONDERDELENOpstaptreden en handrails

BIJLAGE FFREMMENLijst van goedgekeurde remonderdelen

BIJLAGE GGSPECIFIEKE GEVALLENIerse omgrenzingsprofiel

BIJLAGE HHSPECIFIEKE GEVALLENIerse republiek en Noord IerlandInterface tussen voertuigen

Bijlage IIWISSELWERKING TUSSEN VOERTUIG EN SPOORKeuringsprocedure: Grenswaarden voor modificaties van goederenwagons die geen nieuwe keuring vereisen

BIJLAGE JJ

BIJLAGE KKREGISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN ROLLEND MATERIEELInfrastructuurregister

BIJLAGE LLREFERENTIEDOCUMENT VOOR DETECTIE VAN WARMLOPERS

BIJLAGE YYConstructie en mechanische delen Eisen voor de sterkte van bepaalde typen wagenonderdelen

BIJLAGE ZZCONSTRUCTIE EN MECHANISCHE DELENToelaatbare belasting op basis van rekcriteria